Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 april 2020
Uw Kamer heeft op 7 april jl. besloten het wetsvoorstel pensioenverdeling bij scheiding 2021 na het zomerreces te behandelen. Dit betekent dat de inwerkingtreding per de beoogde datum 1 januari 2021 niet langer haalbaar is.
Het is wenselijk dat voor scheidende partijen en scheidingsprofessionals geruime tijd voor de scheiding duidelijk is welke gevolgen de scheiding heeft voor het pensioen, en welke regime van pensioenverdeling van toepassing is (de huidige wet of de nieuwe wet). Voor pensioenuitvoerders moet er voldoende voorbereidingstijd zijn om hun werkwijzen en administraties aan te passen.
Gelet op het bovenstaande meld ik – mede namens mijn ambtgenoot voor Rechtsbescherming – dat de beoogde inwerkingtredingsdatum van het wetsvoorstel wordt verschoven naar 1 januari 2022. Het wetsvoorstel zal hiertoe per nota van wijziging worden aangepast.
Ik hoop kort na het zomerreces met uw Kamer de behandeling van het wetsvoorstel te kunnen voortzetten, zodat we op tijd duidelijkheid kunnen bieden aan scheidende partijen en overige belanghebbenden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees