Ontvangen 10 februari 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef vervalt «, eerste lid,».
2. Na de aanhef wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
3. In onderdeel 1 wordt de aanduiding «1.» vervangen door «a.».
4. In onderdeel 2 wordt de aanduiding «2.» vervangen door «b.».
5. In onderdeel 3 wordt de aanduiding «3.» vervangen door «c.».
6. In onderdeel 4 wordt de aanduiding «4.» vervangen door «d.».
7. Na onderdeel 1 (nieuw) wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
2. In het zesde lid wordt na «windenergie» ingevoegd «of zonne-energie».
Dit amendement betreft een aanvulling op het zesde lid van de Elektriciteitswet 1998. In deze aanvulling moet worden geregeld dat er een wettelijk opknipverbod komt voor zonneparken. Er zijn veel gerechtelijke procedures over het bewust door potentiële aangeslotenen opknippen van zonneparken ingeval meerdere kleinere aansluitingen voor de aanvrager tot lagere aansluitkosten leiden dan één grote. Kosten die normaliter bij de potentiële aangeslotene in rekening worden gebracht, komen aldus in de transporttarieven terecht (en worden dus ten onrechte gesocialiseerd). Verder heeft dit tot gevolg dat er op een lager netvlak verschillende kleinere aansluitingen gerealiseerd horen te worden, terwijl dat netvlak gelet op de totale invoeding daarvoor niet geschikt is.
Voor windparken is in artikel 1, zesde lid, van de Elektriciteitswet 1998 al expliciet een «opknipverbod» opgenomen. Voorgesteld wordt om in het zesde lid nu expliciet ook voor zonne-energie een dergelijk opknipverbod op te nemen.
Van der Lee