Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het geldende wettelijke kader voor de publieke mediadienst op korte termijn te moderniseren, gelet op de snelle veranderingen van de wereld waarin de publieke mediadienst functioneert en ten behoeve van haar relevantie en toekomstbestendigheid, dat daarvoor aanpassing van de Mediawet 2008 nodig is en dat het in het licht van de voor de aanpassing benodigde tijd en de vereiste zorgvuldige invoering van de maatregelen nodig is het begin van de nieuwe concessie- en erkenningperiode met een jaar uit te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Na artikel 9.14c Mediawet 2008 wordt een afdeling ingevoegd, die luidt:
De concessie van de NPO, de concessieperiode en de tweede van de twee perioden van vijf jaar, bedoeld in artikel 2.19, derde lid, de tweede periode van vijf jaar, bedoeld in artikel 2.20, eerste lid, de erkenningen en de voorlopige erkenningen, bedoeld in artikel 2.23, eerste, respectievelijk tweede lid, en de erkenningperiode die gelden op het moment van inwerkingtreding van dit artikel worden, voor zover van toepassing in afwijking van deze wet, van rechtswege met een jaar verlengd.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,