Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de berekeningswijze van de maximale huursomstijging te wijzigen en het mogelijk te maken lokaal een hoger percentage af te spreken;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Woningwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 49, eerste lid, derde zin, wordt «bedoeld in artikel 54, eerste lid» vervangen door «bedoeld in artikel 54, eerste lid, eerste zin».
B
Artikel 54 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende:
In de afspraken, bedoeld in artikel 44, tweede lid, kan voor de in de betrokken gemeente gelegen woningen ten hoogste een bij ministeriële regeling bepaald hoger percentage worden overeengekomen.
2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel b wordt na «toegelaten instelling» ingevoegd «of aan een opvolgende huurder».
b. In onderdeel c vervalt «en die woningverbetering maximaal een jaar voordat op basis van die woningverbetering de huurprijs is verhoogd, is gerealiseerd».
c. Aan het slot van onderdeel d wordt toegevoegd «, of is verlaagd naar aanleiding van een voorstel daartoe als bedoeld in artikel 252b lid 1 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek».
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,