Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 mei 2020
Graag informeer ik uw Kamer over mijn advies ten aanzien van twee amendementen die na het wetgevingsoverleg van 11 mei jl. zijn ingediend op het wetsvoorstel Homologatie onderhands akkoord (WHOA). Dit betreft het nader gewijzigd amendement van het lid Van der Graaf c.s. gedrukt onder Kamerstuk 35 249, nr. 24 ter vervanging van het amendement gedrukt onder Kamerstuk 35 249, nr. 22 en het tweede nader gewijzigd amendement van het lid Van der Graaf c.s. gedrukt onder Kamerstuk 35 249, nr. 25 ter vervanging van het amendement gedrukt onder Kamerstuk 35 249, nr. 23.
De twee amendementen vervangen ook twee eerdere amendementen die voorafgaand aan het wetgevingsoverleg zijn ingediend en gedrukt waren onder Kamerstuk 35 249, nrs. 13 en 15. Tijdens het wetgevingsoverleg heb ik het amendement gedrukt onder Kamerstuk 35 249, nr. 15 ontraden. Ook heb ik gezegd dat ik grote aarzelingen had bij het amendement gedrukt onder nr. 13. De twee gewijzigde amendement gedrukt onder Kamerstuk 35 249, nrs. 24 en 25 en de toelichting daarbij nemen de bezwaren weg die ik tijdens het wetgevingsoverleg heb geuit bij de amendementen gedrukt onder Kamerstuk 35 249, nrs. 13 en 15. Gelet daarop laat ik de gewijzigde amendementen gedrukt onder Kamerstuk 35 249, nrs. 24 en 25 over aan het oordeel van uw Kamer.
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker