Vastgesteld 1 juli 2019
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 11 juni 2019 voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken. Bij brief van 24 juni 2019 zijn ze door de Minister van Buitenlandse Zaken beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De adjunct-griffier van de commissie, Konings
1
Welke extra inzet ter ondersteuning van de Chinastrategie wordt bedoeld?
Antwoord:
Het Nederlandse Chinabeleid raakt een groot aantal ministeries, onder andere op het terrein van internationale rechtsorde, mensenrechten, handel, klimaat, energie, ontwikkelingssamenwerking en veiligheid. Voor de uitvoering van de Chinastrategie worden extra middelen (EUR 24 miljoen) vanuit de HGIS ter beschikking gesteld voor de periode 2019–2023. Deze middelen worden verdeeld over een aantal departementen en hoofdzakelijk ingezet om extra capaciteit vrij te maken ten behoeve van een effectieve implementatie, maar ook voor onderzoek en bewustwording.
2
Hoe wordt vanuit de Homogene Groep Internationale Samenwerking extra bijgedragen om de Chinastrategie kracht bij te zetten?
Antwoord:
Het merendeel van de HGIS-middelen is verdeeld over de departementen die buitenlandactiviteiten ontplooien. Daarnaast staat, als onderdeel van het budget voor de Homogene Groep Internationale Samenwerking, op de BZ-begroting een -nog onverdeeld- bedrag opgenomen» (artikel 6). Dit bedrag ontstaat omdat de ontwikkeling van de HGIS gekoppeld is aan de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product (BBP) en doordat jaarlijks eventuele onderuitputting via de eindejaarsmarge hieraan wordt toegevoegd. Hieruit wordt jaarlijks de loon- en prijscompensatie voor de HGIS betaald en wordt de eindejaarsmarge verrekend. Daarnaast kunnen, afhankelijk van de budgettaire ontwikkeling, in beperkte mate tegenvallers of nieuwe initiatieven worden gefinancierd. Dit voorjaar is ervoor gekozen om budget in te zetten ten behoeve van de Chinastrategie. Het gaat in totaal om EUR 24 miljoen extra vanuit de HGIS onverdeeld voor de periode 2019–2023. Hierbij wordt een deel van de middelen gebruikt voor programmatische activiteiten en het resterende deel om extra personeel in te zetten bij een aantal ministeries die betrokken zijn bij de implementatie van de strategie (zoals BZ, JenV, BZK, EZK, IenW en Defensie).
3
Hoe wordt de € 24 miljoen aan extra middelen ter uitvoering van de Chinastrategie over de verschillende ministeries en beleidsterreinen (internationale rechtsorde, mensenrechten, handel, klimaat, energie, ontwikkelingssamenwerking en veiligheid) verdeeld?
Antwoord:
De verdeling van de extra middelen over de verschillende ministeries voor de periode 2019–2023 is als volgt (bedragen in EUR 1.000):
• Buitenlandse Zaken: 10.280
• Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: 1.800
• Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking: 2.800
• Defensie: 2.850
• Economische Zaken en Klimaat: 3.325
• Infrastructuur en Waterstaat: 520
• Jusititie en Veiligheid: 1.650
• Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: 890
Bij de inzet van de extra middelen zal de nadruk liggen op de beleidsterreinen internationale rechtsorde, mensenrechten, handel, klimaat, energie, ontwikkelingssamenwerking en veiligheid.
4
Kunt u aangeven hoeveel de rijksoverheid in totaal heeft begroot voor de renovatie van het Vredespaleis?
Antwoord:
Voor de geplande renovatie van het Vredespaleis is een bedrag van EUR 150 miljoen gereserveerd.
5
Welk deel van het totaalbedrag dat de rijksoverheid besteedt aan de renovatie van het Vredespaleis wordt betaald vanuit de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken?
Antwoord:
Vanuit de BZ-begroting is een bedrag van EUR 1,5 miljoen per jaar voor een periode van 21 jaar gereserveerd voor de geplande renovatie van het Vredespaleis. Daarnaast is EUR 50 miljoen op de Aanvullende Post voor de renovatie gereserveerd (zie ook de Voorjaarsnota) en is door OCW EUR 6 miljoen toegezegd, waarvan EUR 3 miljoen afkomstig is uit de RA middelen voor erfgoed en EUR 3 miljoen binnen de reguliere erfgoed budgetten wordt gedekt. Tot slot is, zoals ook in de eerste suppletoire begroting van BZ aangegeven, binnen de HGIS EUR 66 miljoen verdeeld over 20 jaar gereserveerd.
6
Welke «stickerkosten» worden bedoeld?
Antwoord:
De autonome groei van het aantal verstrekte visa en de introductie van een nieuw model visumsticker leiden in 2019 tot extra kosten. De verwachte groei van het aantal visa in 2019 bedraagt circa negen procent en dat betekent dat ongeveer 57.000 extra visumstickers ad EUR 0,765 per stuk verbruikt zullen worden, totale kosten EUR 43.500.
De EU-lidstaten hebben per EU-verordening 2017/1370 besloten tot de introductie van een nieuw model visumsticker. De ingebruikname vindt gefaseerd plaats tussen 1 juli en 31 december 2019. De kosten per sticker blijven gelijk doch met het ontwerp, het ontwikkelen en het testen van de sticker zijn extra kosten gemoeid, te weten:
• 1.630 uur IT-kosten opdat het visumregistratiesysteem (NVIS) de nieuwe sticker kan verwerken en afdrukken, totaal EUR 163.000;
• proefdruk vijf duizend stickers om mee te kunnen testen, totaal EUR 66.900;
• ontwerp en druk van vier en een half duizend brochures bij introductie nieuwe visumstickers, totaal EUR 8.800.
7
Uit welke uitgaven bestaat de structurele bijdrage voor de bestrijding van huwelijksdwang in grote lijnen?
Antwoord:
Binnen de uitgaven voor consulaire dienstverlening is EUR 150.000 specifiek gereserveerd voor instrumenten in de bestrijding van huwelijksdwang en achterlating. Deze middelen staan los van de brede personeelsmatige inzet die plaatsvindt op het onderwerp huwelijksdwang en achterlating, dat als speerpunt breed is ingebed in de aanpak van het ministerie en posten in focuslanden. Deze specifieke middelen worden onder meer besteed aan:
• de jaarlijkse publiekscampagne huwelijksdwang en achterlating;
• de doorontwikkeling van concrete kennis- en leermaterialen voor (consulaire) medewerkers van Buitenlandse Zaken over deze problematiek («sensitiveren»);
• de financiële ondersteuning van lokale hulporganisaties (NGO’s) in het buitenland, die Nederlandse slachtoffers van huwelijksdwang en achterlating bij kunnen staan en/of noodopvang kunnen bieden.
• Een bijdrage van Buitenlandse Zaken aan het noodfonds van het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating (LKHA).
8
Welke «verplichte Nederlandse bijdrage[n] aan internationale organisaties op het gebied van asiel en migratie» worden bedoeld?
Antwoord:
Deze bijdragen betreffen de contributies aan de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), het Secretariaat van de Intergovernmental Consultations on Migration, Asylum and Refugees (IGC), en de bijdrage van het ministerie aan het Bureau Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.
9
Welke functie heeft de Informatie Ondersteunend Beslissen-software?
Antwoord:
De software ondersteunt de beslismedewerkers, die besluiten over het honoreren of weigeren van een visumaanvraag, met een advies voor snelle afhandeling of juist intensieve beoordeling van een kort verblijf visumaanvraag. Dit gebeurt op basis van een vergelijking van gegevens van het visum aanvraagformulier met informatie die Buitenlandse Zaken ter beschikking heeft ten behoeve van de uitvoering van deze taak. De voorwaarden die gesteld worden aan het verkrijgen van een visum zijn voor alle Schengenlanden dezelfde. Alleen de behandeling van de visumaanvragen (het beslisproces) wordt met behulp van de software gedifferentieerd. Hiermee kan BZ beter en sneller over visumaanvragen beslissen.
10
Wat wordt onder beleidsartikel 4.4 bedoeld met «Europese bewustwording»?
Antwoord:
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken ondersteunt de communicatie met Nederlandse doelgroepen over werking en belang van de Europese Unie. In het jaar 2019 worden deze middelen met onder andere ingezet voor communicatie en voorlichting over Brexit en voor ondersteuning van het gastlesprogramma EU Back to School.
11
Waar wordt de € 250.000 aan extra middelen voor «Europese bewustwording» aan besteed?
Antwoord:
De Eenheid Strategische Advisering van het Ministerie van Buitenlandse Zaken zal extra onderzoek laten uitvoeren op het terrein van de nexus interne-externe veiligheid naar aanleiding van de kabinetsreactie op het WRR rapport «Veiligheid in een wereld van verbindingen».
12
Hoeveel extra fte’s worden/zijn voor de implementatie van de Chinastrategie ingezet?
Antwoord:
Momenteel worden voor de Chinastrategie 6 fte ingezet. Voor 2020–23 zijn middelen beschikbaar voor verdere intensivering op prioritaire thema’s. De exacte invulling daarvan, inclusief extra fte, zal in een later stadium worden bezien.
13
Wordt met de implementatie van de Chinastrategie ook de totstandkoming bedoeld of gaat het werkelijk over de implementatie? Kunt u, indien het implementatie betreft, toelichten welke onderdelen specifiek om extra capaciteit vragen, aangezien dit niet direct blijkt uit de Chinastrategie zelf? Kunt u daarbij aangeven welk deel van de fte’s bedoeld is voor bijvoorbeeld de onderdelen mensenrechten, handel, klimaat, energie, ontwikkelingssamenwerking en veiligheid?
Antwoord:
Het betreft enkel de implementatie van de strategie, niet de totstandkoming ervan. Bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt op korte termijn (2019) extra capaciteit ingezet op de onderwerpen mensenrechten en het multilaterale systeem, (economische) veiligheid en handelspolitiek. Daarnaast wordt er een «kwartiermaker» voor het opzetten van een kennisnetwerk geworven. Er wordt tevens gekeken naar een strategische detachering bij de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO). Op de langere termijn (2021) zijn er middelen beschikbaar voor een extra capaciteit op de Nederlandse ambassade in Peking. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zet in op het vergroten van de economische informatiepositie ten aanzien van Chinese economische activiteiten, waaronder op het gebied van inkomende investeringen. Bij de Ministeries van Justitie en Veiligheid (inclusief de NCTV en het OM), Defensie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt geïntensiveerd op diverse aspecten van veiligheid, o.a. economische veiligheid, cyber, ongewenste buitenlandse inmenging en onderzoek ten behoeve van grensoverschrijdende criminaliteitsbestrijding en bijbehorende geldstromen. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zal een coördinator op het gebied van connectiviteit (in het kader van het Belt and Road Initiative) aanstellen. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onderzoekt de mogelijkheid om op korte termijn een onderwijsattache te plaatsen op ZM Ambassade te Peking.