Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

1

Vraag:

Wie betaalt in 2019 de bijstand die door de Nederlandse politie wordt geleverd aan het Korps Politie Sint Maarten?

Antwoord:

De kosten van de bijstand door de Nederlandse politie aan het Korps Politie Sint Maarten in de periode 1 september 2018 tot 1 juli 2019 worden betaald via het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Het budget hiervoor komt uit artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden van Hoofdstuk IV Koninkrijksrelaties.

2

Vraag:

In hoeverre bieden de extra investeringen in het programma BES(t) 4 kids (op termijn) de mogelijkheid dat kinderopvang breder en minder op kosten van individuele ouders beschikbaar wordt gesteld, juist om bij te dragen aan het verminderen van de kosten van levensonderhoud voor specifieke kwetsbare groepen?

Antwoord:

Het kabinet zal voor het zomerreces een brief aan de Tweede Kamer zenden waarin het programma BES(t) 4 kids op hoofdlijnen wordt toegelicht.

Het, samen met de openbare lichamen, realiseren van financiële toegankelijkheid voor ouders is een van de speerpunten van BES(t) 4 kids. Dit betekent dat de overheid (Rijk en Openbare Lichamen) een forse financiële bijdrage zal moeten leveren om, naast het verhogen van de kwaliteit, de kinderopvang financieel toegankelijk voor iedereen te maken. In de brief aan uw Kamer zal hierop concreet worden ingegaan.

3

Vraag:

Ten koste van welke uitgaven dan wel beleidsinspanningen wordt er € 2,7 miljoen bezuinigd op het beleidsartikel «versterken rechtsstaat»?

Antwoord:

Het verlagen van het budget met € 2,7 mln. is geen bezuiniging op het beleidsartikel van «Versterken rechtstaat». Dit betreft een interdepartementale overboeking en reallocatie.

De bijdrage aan het Team Bestrijding Ondermijning (TBO) van € 1,8 mln. voor het Parket Procureur Generaal en het Gemeenschappelijke Hof van Justitie verloopt via het Ministerie van Justitie en Veiligheid. De middelen zijn hiervoor nu overgeboekt.

4

Vraag:

Kunt u een overzicht geven van de leningen (inclusief omvang, looptijden en rentepercentages) die reeds gegeven zijn aan de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten? In hoeverre kunnen ook de BES-eilanden leningen aangaan bij Nederland?

Antwoord:

Aan Curaçao, Sint Maarten en Aruba zijn de in het onderstaande overzicht opgenomen leningen verstrekt. In de Ontwerpbegroting Koninkrijksrelaties 2020 zal in paragraaf 2.5 Overzicht van risicoregelingen ook een dergelijk overzicht worden opgenomen.

Op basis van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (artikel 89 lid 1) kan een ministerie een renteloze lening verschaffen aan een openbaar lichaam, ten behoeve van het doen van een investering ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. Dit is de afgelopen jaren een aantal keren gebeurd. De aflossing vindt plaats door middel van inhouding op de jaarlijkse vrije uitkering. In bijlage 9 van de Ontwerpbegroting Koninkrijksrelaties (IV) wordt jaarlijks een overzicht gegeven van de renteloze leningen van Caribisch Nederland.