Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 20 juni 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat herhaaldelijk is verzocht om (directe) openbaarmaking van de brieven over Mali, die de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking reeds vertrouwelijk met de Kamer heeft gedeeld;
overwegende dat artikel 68 Grondwet bepaalt dat ministers en staatssecretarissen de Kamers elk afzonderlijk en in verenigde vergadering mondeling of schriftelijk de door een of meer leden verlangde inlichtingen verstrekken waarvan het verstrekken niet in strijd is met het belang van de Staat;
verzoekt de regering, de brieven over Mali (brieven d.d. respectievelijk 11 maart 2019 (35 000-XVII, nr. 62), 13 mei 2019 (35 000-XVII, nr. 66) en 18 juni 2019 (35 000-XVII, nr. 69) per direct openbaar te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Weerdenburg