Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 12 juni 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering in 2015 heeft besloten om vanaf 2016 schoonmaakdiensten door de rijksoverheid zelf te laten uitvoeren;
constaterende dat hiertoe de Rijksschoonmaakorganisatie is opgericht;
overwegende dat het doel van deze inbesteding was het creëren van «zo veel mogelijk echte banen» en het verbeteren van de positie van werknemers in de schoonmaakbranche;
verzoekt de regering de Rijksschoonmaakorganisatie komend jaar te evalueren en daarbij expliciet aandacht te besteden aan de vraag of haar werknemers het in overheidsdienst, in vergelijking met de commerciële schoonmaakbranche, daadwerkelijk beter hebben gekregen en hoe de Rijksschoonmaakorganisatie daaraan heeft bijgedragen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Peters