Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 27 juni 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de landelijke vereniging verkeersslachtoffers ieder jaar een zwartboek publiceert waaruit blijkt dat de tijd die politie en justitie nodig hebben om een ernstige aanrijding af te handelen veel te lang is;
constaterende dat deze strafrechtelijke doorlooptijd in 2018 nog verder is opgelopen;
overwegende dat het voor slachtoffers – ook voor de civielrechtelijke afdoening – van groot belang is dat verkeersmisdrijven snel en adequaat worden afgedaan;
overwegende dat de Kalsbeeknorm een stimulerend effect heeft gehad op de doorlooptijden van jeugdzaken in het strafrecht;
verzoekt de regering, de doorlooptijden van ernstige verkeersmisdrijven aanzienlijk te verkorten en in dat kader een met de Kalsbeeknorm vergelijkbare norm te ontwikkelen en de Kamer daarover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Dam