Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 20 juni 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat via de begroting Koninkrijksrelaties jaarlijks een aanzienlijke financiële bijdrage wordt geleverd aan de rechtshandhaving in de Caribische landen van het Koninkrijk;
overwegende dat de democratische controle op de besteding van deze middelen alleen adequaat kan plaatsvinden als de Kamer een goed beeld heeft van de besteding van deze middelen;
van mening dat de informatie over de besteding van die middelen thans onvoldoende is;
verzoekt de regering, om in samenspraak met de regeringen van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten niet alleen in de begroting en in het jaarverslag, maar ook gedurende het parlementaire jaar tussentijds de Kamer meer en actief te informeren over het effect van de besteding van de middelen die bestemd zijn voor «rechtshandhaving en deugdelijkheid van bestuur»,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bosman
Van Dam