Aangeboden 15 mei 2019
Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.) Totaal € 124.482.000,–
Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.) Totaal € 6.398.000,–
A. |
ALGEMEEN |
4 |
|
1. |
Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening |
4 |
|
2. |
Leeswijzer |
7 |
|
B. |
BELEIDSVERSLAG |
9 |
|
3. |
Beleidsartikelen |
9 |
|
Artikel 1. Raad van State |
9 |
||
Artikel 2. Algemene Rekenkamer |
13 |
||
Artikel 3. De Nationale ombudsman |
17 |
||
Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden |
22 |
||
Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba |
25 |
||
Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao |
29 |
||
Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten |
33 |
||
Artikel 9. Kiesraad |
37 |
||
4. |
Niet-beleidsartikel |
40 |
|
Artikel 10. Nominaal en onvoorzien |
40 |
||
5. |
Bedrijfsvoeringsparagraaf |
41 |
|
C. |
JAARREKENING |
53 |
|
6. |
Verantwoordingsstaat |
53 |
|
7. |
Saldibalans |
54 |
|
8. |
WNT-verantwoording 2018 – Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad |
60 |
|
D. |
BIJLAGEN |
62 |
|
Bijlage 1 Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen |
62 |
AAN de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Hierbij bied ik het jaarverslag van de begroting van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het Kabinet van de Gouverneur van Aruba, het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao en het Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten en de Kiesraad (IIB) over het jaar 2018 aan.
Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2018 gevoerde financiële beheer.
Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport op. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Rekenkamer over:
a. het gevoerde financieel beheer en materieel beheer;
b. de bijgehouden administraties van het Rijk;
c. de financiële informatie in het jaarverslag;
d. de betrokken saldibalans;
e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;
f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.
Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:
a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2018;
b. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2018 opgenomen rijksrekening van uitgaven en geraamde ontvangsten over 2018, alsmede over de saldibalans over 2018 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).
Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Dechargeverlening door de Tweede Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De voorzitter van de Tweede Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.
Dechargeverlening door de Eerste Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De voorzitter van de Eerste Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.
Algemeen
Voor u ligt het jaarverslag 2018 van de overig Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.
Het jaarverslag 2018 is als volgt opgebouwd:
A. een algemeen deel met de dechargeverlening;
B. het beleidsverslag met de artikelen en de Bedrijfsvoeringsparagraaf;
C. de jaarrekening met de verantwoordingsstaat; de saldibalans en de WNT verantwoording 2018.
De begroting van de overig Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad HIIB heeft geen apart centraal apparaatsartikel. Bij de toelichting onder de tabel budgettaire gevolgen van beleid is een uitsplitsing opgenomen van de apparaatsuitgaven.
Groeiparagraaf
Kiesraad
Met ingang van de begroting 2018 is, naar aanleiding van de wijziging in de Comptabiliteitswet 2016 (CW 2016 artikel 2.1, vierde lid) waarin de Kiesraad de status van «college» heeft gekregen, artikel 9. Kiesraad aan HIIB toegevoegd (Kamerstukken II 2016–2017 34 550, nr. 8). Door de overheveling van de Kiesraad naar HIIB wordt tevens de bijlage Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen toegevoegd.
Focusonderwerp
De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording 2018 een focusonderwerp aangewezen: «de onderbouwing van de ramingen van inkomsten en uitgaven». Het focusonderwerp is onderdeel van het Financieel Jaarverslag van het Rijk (FJR). Dit focusonderwerp is niet relevant voor de overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.
Overgangsrecht Comptabiliteitswet
Op grond van het overgangsrecht in artikel 10.2 van de Comptabiliteitswet 2016 blijven voor de presentatie en inrichting van de jaarverslagen en slotwetten over 2018 de bepalingen uit de Comptabiliteitswet 2001 en de daarop berustende bepalingen van toepassing zoals deze golden voor de inwerkingtreding van de Comptabiliteitswet 2016 per 1 januari 2018. Voor de dechargeverlening inzake het jaar 2018 over het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer zijn de bepalingen van de Comptabiliteitswet 2016 en de daarop gebaseerde regelgeving van toepassing. Dit is conform de brief aan het parlement over het overgangsrecht in de Comptabiliteitswet 2016 (Vergaderjaar 2018–2019, 34 426, nr. 33). Om die reden moet telkens bij de verwijzingen naar de bepalingen van de Comptabiliteitswet worden gelezen de artikelen van de Comptabiliteitswet 2001 voor de presentatie en inrichting en voor de begrotingsuitvoering de artikelen van de Comptabiliteitswet 2016 conform de transponeringstabel bij de Comptabiliteitswet 2016, Stb. 2017, 139.
Art. in CW 2016 |
Art. in CW 2001 |
---|---|
3.2 – 3.4 |
19, eerste lid; 21, eerste en tweede lid |
3.5 |
22, eerste lid; 26, eerste lid |
3.8 |
58, eerste lid, onderdeel a, en derde lid; 61, derde lid |
3.9 |
58, eerste lid, onderdeel b en c |
2.37 |
60, tweede en derde lid; 63, eerste en vierde lid |
2.35 |
61, tweede tot en met vierde lid |
2.40 |
64 |
7.12 |
82, eerste lid; 83, eerste lid |
7.14 |
82, vijfde lid; 83, tweede tot en met vierde lid |
Beleidsverslag
Beleidsartikelen
Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:
A. Algemene doelstelling
B. Rol en verantwoordelijkheid
C. Beleidsconclusies
D. Budgettaire gevolgen van beleid
E. Toelichting op het artikelonderdeel
Budgettaire gevolgen van beleid
In de toelichting op de artikelonderdelen wordt een toelichting gegeven bij verschillen tussen de vastgestelde begroting 2018 en de realisatie 2018.
Bedrijfsvoeringsparagraaf
De Bedrijfsvoeringsparagraaf is onder een aparte paragraaf opgenomen.
De Raad van State heeft de taak om als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bij te dragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.
De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.
Met ingang van 1 januari 2014 is de Afdeling advisering als instantie aangewezen die in Nederland is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de begrotingsregels die in Europa zijn afgesproken. Deze functie vloeit voort uit het Stabiliteitsverdrag dat de lidstaten van de Europese Unie (EU) in 2012 hebben gesloten.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie1.
De Afdeling advisering
Taak van de Afdeling advisering is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen adviesaanvragen. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen.
In de onderstaande tabel zijn de realisaties voor de jaren 2015–2018 weergegeven. Voor het jaar 2018 is een vergelijking gemaakt tussen ontwerpbegroting en de realisatie (afgedaan).
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2018 |
|
---|---|---|---|---|---|
Ontwerpbegroting |
Realisatie |
||||
Instroom |
465 |
447 |
416 |
475 |
410 |
Afhandeling |
452 |
430 |
442 |
475 |
392 |
Toelichting
De aantallen instroom en afhandeling voor het jaar 2018 zijn in lijn met de trend uit de voorgaande jaren. De in de ontwerpbegroting opgenomen aantallen voor instroom en afhandeling zijn, mede door de afhankelijkheid van externe factoren, indicatief.
De externe positionering van de Afdeling advisering als grondwettelijk gewaarborgd onafhankelijk adviesorgaan van regering en parlement vraagt bijzondere aandacht. Onder meer in het licht van de ontwikkeling dat het zwaartepunt van de besluitvorming steeds vroeger in het proces van voorbereiding komt te liggen, bestaat er behoefte aan advisering door de Afdeling op verschillende momenten in het wetgevingsproces. Daarbij past een differentiatie in het soort adviezen dat wordt gegeven, waarbij de Afdeling zich niet beperkt tot adviezen over concrete wetsvoorstellen. Voor alle typen advisering geldt overigens dat meer interdisciplinair werken de kwaliteit van de advisering waarschijnlijk zal verhogen. In 2018 is er toegewerkt naar een andere en bredere inzet van zowel medewerkers als staatsraden die dit op kunnen vangen
De Afdeling bestuursrechtspraak
Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid en bruikbare rechtsvorming zijn daarbij belangrijke aspecten. De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Ruimtelijke-ordeningskamer, de Algemene kamer en de Vreemdelingenkamer.
In de onderstaande tabel is de realisatie van de afhandeling van zaken door de Afdeling bestuursrechtspraak weergegeven. De gemiddelde doorlooptijden van alle afdoeningen (hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen) zijn weergegeven.
Norm doorlooptijd |
Realisatie 2017 gemiddelde doorlooptijd |
Realisatie 2018 gemiddelde doorlooptijd |
|
---|---|---|---|
Ruimtelijke-ordeningskamer |
52 |
28 |
31 |
Algemene kamer |
40 |
37 |
38 |
Vreemdelingenkamer |
23 |
8 |
9 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2018 |
2018 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Afgedaan |
Afgedaan |
Afgedaan |
Ontwerpbegroting |
Ingekomen |
Afgedaan |
|
Ruimtelijke-ordeningskamer |
2.258 |
1.409 |
1.327 |
1.600 |
1.186 |
1.107 |
Algemene kamer |
3.688 |
3.161 |
3.295 |
3.800 |
3.368 |
3.816 |
Vreemdelingenkamer |
5.853 |
6.402 |
8.216 |
6.290 |
8.845 |
8.558 |
Totaal bestuursrechtspraak |
11.799 |
10.972 |
12.838 |
11.690 |
13.399 |
13.481 |
Toelichting
De in de ontwerpbegroting opgenomen instroomverwachtingen van de Ruimtelijke-ordeningskamer en de Algemene kamer zijn gebaseerd op ervaringsgegevens en een verondersteld ongewijzigd beleid bij de wetgever en de bestuursorganen. In 2018 was het totaalaantal ingekomen zaken lager dan verwacht. Het aantal afgedane zaken in de Algemene kamer kwam onder het actuele (jaar)aanbod uit, maar lag boven de afdoening in voorgaande jaren.
De Afdeling bestuursrechtspraak is na de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de rechtbanken de laatste schakel in de vreemdelingenketen. De instroom van zaken binnen de Vreemdelingenkamer is grotendeels de uitkomst van de instroom, doorstroom en uitstroom bij de genoemde ketenpartners.
De verwachtingen ten aanzien van de instroom en productie van de Vreemdelingenkamer worden in samenwerking met de partners binnen de vreemdelingenketen jaarlijks vastgesteld. De verwerking van de budgettaire gevolgen van deze actualisatie vindt plaats bij gelegenheid van de Voorjaarnota en in de suppletoire begrotingen.
Realisatie |
Vastgestelde begroting |
Verschil |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2018 |
2018 |
||
Art.nr. |
Verplichtingen: |
58.577 |
59.570 |
58.906 |
54.691 |
63.633 |
54.934 |
8.699 |
Uitgaven: |
58.521 |
59.502 |
57.616 |
56.173 |
60.428 |
54.934 |
5.494 |
|
1.1 |
Advisering |
0 |
0 |
7.375 |
7.519 |
5.193 |
5.923 |
– 730 |
1.2 |
Bestuursrechtspraak |
0 |
0 |
50.241 |
24.832 |
28.598 |
27.525 |
1.073 |
1.4 |
Raad van State gemeenschappelijke diensten |
58.521 |
59.502 |
0 |
23.822 |
26.637 |
21.486 |
5.151 |
Ontvangsten: |
2.560 |
2.017 |
1.725 |
1.899 |
1.704 |
1.950 |
– 246 |
Uitgaven
1.1 Advisering
In 2018 was de externe mobiliteit hoger dan gebruikelijk. Onder meer door marktomstandigheden bleken vacatures lastig te vervullen. De realisatie van de personele uitgaven was hierdoor € 0,7 mln. lager dan geraamd in de ontwerpbegroting.
1.2 Bestuursrechtspraak
De vastgestelde begroting is tijdens de begrotingsuitvoering enkele malen verhoogd. De wijzigingen betroffen het programma digitaal procederen, om onder meer aan de wettelijke eisen van digitale toegang tot de rechtspraak te kunnen voldoen, een voorziening voor de beheerslasten van het programma en verhoging van de uitgavenraming die het gevolg was van een opwaartse bijstelling van de instroom- en productieraming in het Hoger Beroep Vreemdelingen. Ook is het bedrag van de loon- en prijsbijstelling toegevoegd aan de begroting.
Naar aanleiding van de taak- en middelen analyse zijn voor borging van de uitvoering van de wettelijke taken van de Hoge Colleges van Staat (Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman) in deze kabinetsperiode, bij voorjaarsnotabesluitvorming 2018, extra middelen aan de begroting toegevoegd. De Raad van State ontving € 0,8 mln. in 2018. (Kamerstukken II, 34 775, nr. 5)
Ook binnen de bestuursrechtspraak was in 2018 de externe mobiliteit van personeel hoger dan gebruikelijk en bleken vacatures lastig te vervullen. De beschikbare begrotingsgelden voor het programma digitaal procederen zijn in 2018 volledig besteed. De realisatie op het artikelonderdeel was € 1,0 mln. hoger dan geraamd in de ontwerpbegroting.
1.3 Gemeenschappelijke diensten
De vastgestelde begroting is bij gelegenheid van de tweede suppletoire begroting met € 1,6 mln. verlaagd. Deze verlaging betrof voor een belangrijk deel de verdeling van € 3,6 mln. (bekostiging project digitaal procederen) in een kasritme over de jaren 2018 t/m 2022. Daarnaast leidden lagere personele uitgaven in 2018 ook op dit artikelonderdeel tot een wijziging bij tweede suppletoire begroting 2018.
Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
Apparaat |
2018 |
---|---|
Personeel |
52.706 |
Eigen personeel |
48.070 |
Externe inhuur |
3.630 |
Overig personeel |
1.006 |
Materieel |
7.722 |
Overig materieel |
7.722 |
Totaal apparaat |
60.428 |
Ontvangsten
De ontvangsten uit hoofde van de griffierechten zijn lager dan begroot. Dit is het gevolg van jurisprudentie inzake «betalingsonmacht» die onder voorwaarden on- en minvermogenden vrijstelling van het tarief van griffierechten verleent.
De Algemene Rekenkamer is belast met het onderzoek van de ontvangsten en uitgaven van het Rijk. Zij heeft als doel het rechtmatig, doelmatig, doeltreffend en integer functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te verbeteren. Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal verband is aangegaan.
De Grondwet en de Comptabiliteitswet 2001 vormen het wettelijke kader voor het onderzoek van de Algemene Rekenkamer.
De wettelijke taak van de Algemene Rekenkamer als Hoog College van Staat is vastgelegd in de Grondwet (artikel 76 en artikel 105.3) en in de Comptabiliteitswet 2001. Hierin ligt enerzijds de basis van de klassieke wettelijke taak om jaarlijks de rechtmatigheid te onderzoeken van het financieel beheer van het Rijk en een goedkeurende verklaring te geven bij de Rijksrekening. Het wettelijk kader bevat naast controle op rechtmatigheid ook de opdracht om de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid te onderzoeken. De wettelijke taken van de Algemene Rekenkamer vereisen een grondwettelijk geborgde, onafhankelijke positie ten opzichte van de regering en het parlement. Het vereist niet alleen een degelijke wettelijke basis, maar ook een bestendige financiële basis, die de ruimte om in vrijheid keuzes te kunnen maken ondersteunt.
De Algemene Rekenkamer heeft daarmee een grondwettelijk geborgde, onafhankelijke positie ten opzichte van de regering en het parlement. Zij dient geen ander belang dan het goed en integer functioneren en presteren van het openbaar bestuur. De Algemene Rekenkamer laat op onpartijdige wijze zien hoe de rijksoverheid, inclusief de daaraan verbonden organen, in de praktijk functioneert en presteert en welke verbeteringen mogelijk zijn, ongeacht de samenstelling van het parlement en het kabinet. Daarmee wil zij ook een bijdrage leveren aan het vertrouwen van burgers dat de overheid zorgvuldig, zuinig en zinnig omgaat met publiek geld.
Twee keer per jaar actualiseert en publiceert de Algemene Rekenkamer haar lopende onderzoeksagenda. De Algemene Rekenkamer voorziet de regering, de Staten-Generaal en degenen die verantwoordelijk zijn voor de aan het Rijk verbonden organen van bruikbare en relevante informatie, aan de hand waarvan zij kunnen bepalen of het beleid van een Minister rechtmatig, doelmatig en doeltreffend is uitgevoerd. Deze informatie bestaat uit onderzoeksbevindingen, oordelen en aanbevelingen over organisatie, beheer en beleid en is in beginsel voor het publiek toegankelijk. De Algemene Rekenkamer bepaalt zelf welke onderzoeken zij openbaar maakt.
De Algemene Rekenkamer doet onderzoek bij de rijksoverheid, bij zelfstandige organisaties die met publiek geld een publieke taak uitvoeren en bij particulieren, bedrijven en overheden die Europese subsidies ontvangen. Daarnaast rekent zij het tot haar verantwoordelijkheden om een bijdrage te leveren aan goed openbaar bestuur door kennisuitwisseling en samenwerking in binnen- en buitenland.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie2.
Strategie en onderzoeksprogramma’s
Op grond van de strategie «Inzicht als basis voor vertrouwen» kiest de Algemene Rekenkamer er nadrukkelijk voor publiek geld scherp te volgen. Daarbij ligt de focus op terreinen waar de functie van de Rekenkamer de meeste toegevoegde waarde heeft.
Dit heeft de laatste jaren geresulteerd in twee Rekenkamerbrede regieprogramma’s en drie thematische programma’s, namelijk:
– Doorontwikkeling Verantwoordingsonderzoek; «Uitbouwen moderne en adequate verantwoording»
– DOEN; «Investeren in methoden & technieken»
– Premiesectoren Zorg en Sociale Zekerheid (ZSZ)
– Toekomstbestendige Overheidsfinanciën (TOF)
– Ontvangsten ontcijferd
De programma’s «Ontvangsten», «Toekomstbestendige overheidsfinanciën» en «DOEN» zijn in 2018 geëvalueerd. Besloten is dat deze programma’s voorlopig doorlopen, de inbedding ervan binnen lopend onderzoek wordt geborgd en dat er voorstellen voor nieuwe onderzoeksprogramma’s worden geformuleerd.
Organisatieverandering
In 2018 is aansluitend op de reorganisatie in 2017 gewerkt aan een verdere organisatievernieuwing, met een cultuur en gedrag passend bij een moderne organisatie. In 2018 zijn diverse initiatieven genomen, zowel binnen de directies als Rekenkamerbreed om beter in verbinding te staan met onze omgeving, meer in gesprek te zijn met elkaar en meer helderheid en duidelijkheid te creëren in onze interne werkafspraken en regels. Tevens is er gewerkt aan verdere professionalisering van de ondersteunende functies (staf) en is er in 2018 geïnvesteerd in kwaliteit en innovatie. Zo is er geïnvesteerd in expertise op het terrein van beeld- en data-analyse en op het terrein van de overheidsfinanciën.
Beleidsdoelen
Door de reorganisatie in 2017 en de aanzienlijke gevolgen van de personeelsreductie en onderzoekscapaciteit was 2018 een transitiejaar. Tegen deze achtergrond is de Algemene Rekenkamer er grotendeels in geslaagd haar beleidsdoelen voor 2018 te realiseren. In 2018 heeft de Algemene Rekenkamer in totaal 58 publicaties opgeleverd3:
• 36 rapporten waarvan 21 verantwoordingsonderzoeken;
• 1 update van een webdossier
• 21 brieven aan de Tweede Kamer, waarvan 13 brieven aan de Tweede Kamer met aandachtspunten bij de begroting 2018 (Begrotingsbrieven).
Verder is de toetsing van de kwaliteit van het onderzoek geïntensiveerd, onder andere door meer externe toetsing van onderzoeken. Ook is een peer review door buitenlandse rekenkamers in voorbereiding genomen. Voorts is de beheersing van de planning en doorlooptijd van projecten verbeterd. De formatie-opbouw voor de komende jaren is op hoofdlijnen vastgesteld en de P&C-cyclus is verder ontwikkeld. Ook is een organisatieontwikkelingstraject in gang gezet voor het realiseren van meer «wendbaarheid», «zakelijkheid» en «kwaliteit» in de praktijk.
Realisatie |
Vastgestelde begroting |
Verschil |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2018 |
2018 |
||
Art.nr |
Verplichtingen: |
29.947 |
28.531 |
29.159 |
28.555 |
31.088 |
28.541 |
2.547 |
Uitgaven: |
30.028 |
28.714 |
28.868 |
28.576 |
30.574 |
28.541 |
2.033 |
|
2.1 |
Recht- en doelmatigheidsbevordering |
30.028 |
28.714 |
28.868 |
28.576 |
30.574 |
28.541 |
2.033 |
Ontvangsten: |
977 |
1.137 |
802 |
1.153 |
1.592 |
1.217 |
375 |
Uitgaven
2.1 Recht- en doelmatigheidsbevordering
De oorspronkelijke begroting 2018 bedroeg € 28,5 mln. Bij eerste- en tweede suppletoire begroting 2018 is extra budget toegevoegd voor reorganisatiekosten in 2018. Daarnaast is de loon- en prijsbijstelling toegevoegd. De stand na de 2e suppletoire begroting bedroeg € 31,1 mln.
Het begrotingsartikel van de Algemene Rekenkamer bevat alleen apparaatsuitgaven. In de volgende tabel zijn deze gespecificeerd.
Apparaat |
2018 |
---|---|
Personeel |
|
Eigen personeel |
23.054 |
Externe inhuur1 |
3.158 |
Overig personeel |
|
Materieel |
|
Materieel |
4.362 |
Totaal apparaat |
30.574 |
De financiële onderuitputting van € 684.000 is vooral het gevolg van de hiervoor genoemde personele onderbezetting in 2018 (ca. 4 à 5 fte). Verder komen middelen voor een aantal aan huisvesting gerelateerde posten pas in 2019 tot besteding.
Door de forse uitstroom van medewerkers tijdens de reorganisatie (ook doorwerkend naar 2018) is er bij de start van het jaar sprake geweest van een aanzienlijke onderbezetting.
Deze onderbezetting is door forse wervingsinspanningen tijdens het jaar (instroom van meer dan 50 medewerkers) gedeeltelijk ingelopen. De werving van grote aantallen medewerkers kost echter tijd, terwijl ook het absorptievermogen van de organisatie begrensd is. De onderbezetting is deels gecompenseerd door externe inhuur van medewerkers. In de loop van 2018 zijn de wervingsinspanningen verder geïntensiveerd.
Ontvangsten
De ontvangstenbegroting voor 2018 bedroeg € 1.217.000. De gerealiseerde ontvangsten waren € 375.000 hoger dan begroot. Dit kwam vooral door het realiseren van meer ontvangsten voor internationale projecten en voor de detachering van medewerkers.
De burger heeft recht op behoorlijke behandeling door de overheid. Meestal gebeurt dat ook, maar het lukt niet altijd. Dan kan de burger terecht bij de Nationale ombudsman. De missie van de Nationale ombudsman is: Wij geloven dat het perspectief van burgers geborgd moet worden in alles wat de overheid doet.
Door burgers (op weg) te helpen als het misgaat tussen hen en de overheid.
Door burgers de weg te wijzen naar het juiste loket. Door ze te empoweren met adviezen en tools. En door op een effectieve manier onderzoek te doen (reactief).
Door overheden uit te dagen anders te kijken naar diensten, processen en innovaties.
Door met een team van specialisten te kijken naar alles wat de overheid doet. Door na te denken over manieren waarop het anders en beter kan. Met meer oog voor het perspectief van de burger. Om overheden hier vervolgens op aan te spreken. En ze uit te dagen om zaken te verbeteren (proactief).
De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman hebben tot doel te bevorderen dat de rechten van respectievelijk jeugdigen en veteranen worden geëerbiedigd door bestuursorganen en door privaatrechtelijke organisaties. De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman zijn onderdeel van de Nationale ombudsman.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie4.
De transitie die de Nationale ombudsman doormaakt, heeft in 2018 verder vorm gekregen. De Nationale ombudsman heeft zich ook dit jaar gericht op professionele klachtbehandeling. Daarnaast heeft de ombudsman zich gericht op het bereiken van mensen die de ombudsman lastig weten te vinden en de beïnvloeding van overheidsorganisaties daar waar dat nodig is.
Eén van de instrumenten die hiervoor is ingezet is het uitvoeren van onderzoek uit eigen beweging. Meer dan voorheen is de nadruk gelegd op de proactieve kant van het werk. Hierdoor is het werk veranderd. Voor het ontwikkelen van de daarvoor benodigde kennis en vaardigheden bij medewerkers zijn trainingen ingezet. Deze transitie krijgt de komende jaren verder vorm en inhoud.
De organisatie is anders ingericht en verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn lager in de organisatie belegd en integraal management is uitgerold.
Het ontwikkelen van een permanent educatieprogramma loopt, maar heeft meer tijd nodig. Het afgelopen jaar heeft zich vooral geconcentreerd op inzicht in benodigde educatie per functie binnen het primair proces.
Portaal voor burgers en overheden
De doorontwikkeling van de website naar een portaal voor zowel burgers als overheden, een zogenaamd «business platform», verloopt voorspoedig. Het afgelopen jaar is gewerkt aan een nieuw uiterlijk en gebruiksgemak van de website, wat aansluit bij de missie en visie van de organisatie. Ook is een doelgroepenaanpak ontwikkeld die gebruikt wordt bij de inrichting van het portaal. Door deze doelgroepenaanpak zijn we in staat de communicatieaanpak en inzet van middelen goed op elkaar af te stemmen. Een voorbeeld is het onderdeel «Kunnen wij u helpen?» waarin mensen (op weg) worden geholpen met concrete oplossingen voor veel voorkomende vragen en problemen. Hierdoor wordt de website meer dan alleen een communicatiemiddel en is het van toegevoegde waarde bij het bereiken van onze doelstellingen en kunnen we meer burgers en professionals op gepaste en efficiënte wijze helpen als zij in de knel komen met de overheid. De uitrol van het portaal staat gepland in 2019. Het tot stand brengen van deze migratie (en het continue actueel houden van het portaal van functionaliteiten en contentmanagement wordt de komende jaren geleidelijk uitgerold.
Locatieonafhankelijk werken
In 2018 is de verbouwing gestart die ervoor zorgt dat de hele organisatie weer in één pand kan werken. De dependance kan hierdoor in 2019 worden afgestoten. Deze aanpassing in de huisvesting is een bezuinigingsmaatregel. De verbouwing is vertraagd en hierdoor is de verbouwing niet in 2018 afgerond, maar wordt deze medio 2019 afgerond.
Om medewerkers beter uit te rusten om hun werk in te delen en uit te voeren waar zij dit willen is het afgelopen jaar de kantoorautomatisering en de telefonie vernieuwd. Hierbij is aangehaakt bij de reguliere vervangingstermijnen. De aanschaffingen hebben volledig plaatsgevonden in 2018, door de vertraging in de verbouwing wordt een deel van deze uitrol doorgeschoven naar 2019.
Wettelijke taken Caribisch Nederland
Om zichtbaar te zijn voor de burgers in Caribisch Nederland en hen op weg te helpen, om bij te dragen aan goed bestuur op de eilanden door de beginselen van het klachtrecht onder de aandacht te brengen bij de overheid zijn in de jaren 2011 tot en met 2016 jaarlijks middelen beschikbaar gesteld door het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties. In de loop van 2016 is opnieuw het gesprek over financiering gevoerd. Dit heeft geleid tot een structurele toekenning van middelen vanaf 2018 (0,4 mln.). Deze middelen worden ingezet voor het geven van voorlichting, bereikbaarheid, spreekuren, workshops en gesprekken met de overheid ter plaatse en klachtbehandeling door professionele medewerkers. In 2018 is het aantal klachten (198) verder toegenomen ten opzichte van het jaar daarvoor. Burgers weten ons vaker online te vinden, door onze aanwezigheid op de radio, het houden van inbelspreekuren, het plaatsen van columns in kranten en doordat de periode tussen de bezoeken korter is.
Wetsevaluatie Kinderombudsman
De Wetsevaluatie is in 2017 uitgevoerd. In 2018 hebben de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman dit uitgebreid besproken met het Ministerie van VWS. Hierbij is gesproken over de visie van de Kinderombudsman op de invulling van haar wettelijke taken en de hiervoor benodigde middelen. Over de benodigde middelen zijn nadere afspraken gemaakt voor 2019 en verder.
Realisatie |
Vastgestelde begroting |
Verschil |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2018 |
2018 |
||
Art.nr. |
Verplichtingen: |
16.676 |
17.674 |
16.662 |
16.131 |
17.949 |
16.311 |
1.638 |
Uitgaven: |
16.361 |
17.016 |
16.306 |
16.266 |
18.339 |
16.311 |
2.028 |
|
3.1 |
Reguliere klachten |
13.982 |
14.472 |
14.035 |
14.112 |
16.089 |
14.138 |
1.951 |
3.2 |
Klachten van lagere overheden |
2.379 |
2.544 |
2.271 |
2.154 |
2.250 |
2.173 |
77 |
Ontvangsten: |
2.765 |
3.192 |
2.775 |
2.580 |
2.357 |
2.189 |
168 |
Uitgaven
Apparaat |
2018 |
---|---|
Personeel |
|
Eigen personeel |
12.247 |
Externe inhuur |
179 |
Overig personeel |
316 |
Materieel |
|
Overig materieel |
5.597 |
Totaal apparaat |
18.339 |
3.1 Reguliere klachten
Dit betreft de uitgaven voor klachtbehandeling door de Nationale ombudsman waaronder ook het onderzoek op eigen initiatief. Daarnaast ook uitgaven voor de uitvoering van taken van de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman.
Bij Voorjaarsnota 2018 is € 2,5 mln. aan het budget toegekend. Dit naar aanleiding van de uitgevoerde taken en middelen analyse m.b.t. de bedrijfsvoering, zoals is opgenomen in de Kamerbrief van Minister van BZK over de uitkomst van deze analyse5.
• Incidenteel is budget toegekend om locatie onafhankelijk werken mogelijk te maken, zoals het aanschaffen van nieuwe kantoorautomatisering en telefonie (1 mln.)
• In verband met vertraging van de transitie van de organisatie naar een toekomstbestendige organisatie is meer tijd nodig dan voorzien. Daarom is een deel van de incidentele middelen, die in 2017 zijn toegekend, doorgeschoven naar 2018 (0,55 mln.).
• Vanaf 2018 is structureel budget toegekend voor de uitvoering van taken voor Caribisch Nederland (0,4 mln.) en Veteranenombudsman (0,1 mln.)
• Het overige budget dat beschikbaar is gekomen heeft betrekking op de EJM (0,152 mln.) en Loon- en prijsbijstelling (0,331 mln.)
Klachten |
realisatie 2015 |
realisatie 2016 |
realisatie 2017 |
realisatie 2018 |
---|---|---|---|---|
Per post |
3.750 |
3.860 |
3.140 |
3.250 |
Digitaal |
9.420 |
6.810 |
6.490 |
7.230 |
Totaal schriftelijk |
13.170 |
10.670 |
9.630 |
10.480 |
Mondeling |
24.980 |
24.160 |
19.750 |
15.190 |
Inschatting niet geregistreerde klachten1 |
2.800 |
|||
Totaal mondeling |
24.980 |
24.160 |
19.750 |
17.990 |
Totaal |
38.150 |
34.830 |
29.380 |
28.470 |
Bron klachtbehandeling: DOS: overzicht algemeen (18-1-2019)
Bron inschatting niet geregistreerde klachten: BI: overzicht telefonische bereikbaarheid (17-1-2019)
Ongeveer 10% van de mondeling ontvangen klachten zijn onterecht niet ingevoerd in het registratiesysteem
Het aantal behandelde klachten door de Nationale ombudsman is in 2018 afgenomen met 13% t.o.v. 2017. Dit ligt genuanceerder dan aan de hand van het percentage kan worden afgeleid. Enerzijds hebben we, omdat de maatschappij in een rap tempo verandert, te maken met een verschuiving van ons werk van reactief naar proactief. Een werkwijze gericht op een (duurzame) verandering in het handelen van de overheid. Anderzijds komt dit doordat de registratie niet altijd consequent is uitgevoerd.
De toegenomen online zichtbaarheid, leidt tot meer inspanningen op dat terrein. Deze inspanningen kunnen we tot nu toe nog onvoldoende kwantitatief in beeld brengen.
Als we rekening houden met de aantallen klachten die niet zijn geregistreerd en de toegenomen online inspanningen, dan is het beeld dat de ontvangen verzoeken in 2018 t.o.v. 2017 vrijwel gelijk gebleven zijn. Wel zien we dat de manier waarop burgers ons bereiken, langzaam verschuift.
De klachtbehandeling van de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman zijn niet opgenomen in bovenstaande tabel.
• De Kinderombudsman heeft 2000 verzoeken ontvangen. Dit is een daling van 460 (2017: 2460) klachten t.o.v. het jaar daarvoor.
• De Veteranenombudsman heeft 200 klachten ontvangen. Dat is een toename van 50 (2017: 150) klachten t.o.v. het jaar daarvoor.
3.2 Klachten van lagere overheden
Op artikel 3.2 worden alle uitgaven van de klachtbehandeling voor de decentrale overheden zichtbaar.
Ook het aantal klachten voor de decentrale overheden is in 2018 afgenomen ten opzichte van 2017.Ook hier komt dit doordat de organisatie haar werk verschuift van reactief naar proactief.
Ontvangen klachten |
realisatie 2015 |
realisatie 2016 |
realisatie 2017 |
realisatie 2018 |
---|---|---|---|---|
Totaal |
5.425 |
6.740 |
6.145 |
5.239 |
In het jaarverslag van de Nationale ombudsman over 2018 wordt ingegaan op alle activiteiten van zowel de Nationale ombudsman, Kinderombudsman als de Veteranenombudsman.
Ontvangsten
De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de klachtbehandeling voor de decentrale overheden, zoals is vastgelegd in het Vergoedingenbesluit Wet Nationale ombudsman 20066.
De Kanselarij der Nederlandse Orden (KNO) is bij Koninklijk Besluit (KB) van 3 juni 1844 ingesteld. De Kanselarij der Nederlandse Orden is de organisatie die:
• het Kapittel voor de Civiele Orden en het Kapittel der Militaire Willems-Orde huisvest en ambtelijk ondersteunt in hun advisering over de voorstellen tot decoratieverlening;
• zorg draagt voor het beheer van de versierselen van de onderscheidingen en voor de correcte verzending ervan aan de betrokken Ministeries;
• zorgt dat registers worden aangehouden van in het Koninkrijk der Nederlanden onderscheiden personen.
Kapittel der Militaire Willems-Orde
De taken van het Kapittel der Militaire Willems-Orde behelzen:
• het adviseren van het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur over de voordrachten voor benoeming of bevordering in en ontslag uit de Orde dan wel over aanvragen om in de Orde te worden opgenomen of bevorderd;
• het verstrekken van inlichtingen aan het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur alsmede het geven van inzage in alle zakelijke gegevens en bescheiden aan deze departementen;
• het aanhouden van registers voor elk der vier klassen van ridders;
• het houden van aantekening van verlening van het ordeteken aan onderdelen van de krijgsmacht.
Kapittel voor de Civiele Orden
Het Kapittel voor de Civiele Orden heeft als adviescollege op landelijk niveau tot taak Onze Minister wie het aangaat te adviseren over het verlenen van onderscheidingen in één van de Civiele Orden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie7.
De KNO en al haar ketenpartners maken voor de aanvraag en behandeling van Koninklijke onderscheidingen gebruik van een in 2001 gebouwd ICT-systeem, genaamd DAISY. Dit systeem dient dringend te worden vervangen uit hoofde van continuïteit en zekerheid. Het nieuwe systeem, genaamd LINT, heeft in 2018 vertraging opgelopen, omdat de leverancier van het systeem meer tijd nodig heeft gehad om een goed werkbare en betrouwbare versie beschikbaar te stellen voor gebruik. Inmiddels heeft de Kanselarij een 1e versie ontvangen en is zij gestart met de acceptatie.
Realisatie |
Vastgestelde begroting |
Verschil |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2018 |
2018 |
||
Art.nr. |
Verplichtingen: |
3.954 |
3.933 |
6.178 |
3.315 |
5.291 |
4.730 |
561 |
Uitgaven: |
3.583 |
4.170 |
4.409 |
4.807 |
5.392 |
4.730 |
662 |
|
4.1 |
Apparaat |
2.462 |
2.906 |
3.187 |
3.326 |
4.364 |
3.188 |
1.176 |
4.2 |
Decoraties |
1.120 |
1.262 |
1.221 |
1.480 |
1.027 |
1.537 |
– 510 |
4.3 |
Riddertoelagen |
1 |
2 |
1 |
1 |
1 |
5 |
– 4 |
Ontvangsten: |
154 |
241 |
294 |
308 |
335 |
29 |
306 |
Uitgaven
Apparaat |
2018 |
---|---|
Personeel |
2.665 |
Eigen personeel |
1.453 |
Externe inhuur |
997 |
Overig personeel |
215 |
Materieel |
1.699 |
Overig materieel |
1.699 |
Totaal apparaat |
4.364 |
4.1 Apparaat
De vastgestelde begroting 2018 houdt geen rekening met de kasschuif die in 2018 heeft plaatsgevonden vanwege vertraging die de leverancier van het nieuwe ICT-systeem in 2017 heeft opgelopen. In totaal was er voor de vervanging van ICT-systeem DAISY in 2018 € 2,1 mln. beschikbaar waarvan € 1,1 mln. daadwerkelijk is opgenomen in de begroting voor 2018. Bij de Najaarsnota is tevens éénmalig € 0,2 mln. extra budget toegekend voor de invoering van de AVG.
4.2 Decoraties
De gerealiseerde uitgaven van decoraties op de begroting heeft onder andere te maken met de jaarlijkse bestelling van versierselen.
4.3 Riddertoelagen
Aan de in leven zijnde Ridders Militaire Willems-Orde, de weduwen/weduwnaren van Ridders Militaire Willems-Orde of de minderjarige kinderen van Ridders Militaire Willems-Orde wordt van rechtswege een jaarlijkse riddertoelage uitgekeerd.
Ontvangsten
Jaarlijks ontvangt de KNO een vergoeding van de Nationale Politie voor afgenomen politiemedailles, jaartekens en batons. Deze vergoeding wordt niet in de begroting verwerkt maar hiervoor dient de KNO een rekening te sturen naar de Politie. Verder zijn er iets meer borgsommen ontvangen dan was begroot voor het voor onbepaalde tijd in bruikleen houden van Koninklijke onderscheidingen door gedecoreerden of erven van gedecoreerden.
De missie van het kabinet is het optimaal ondersteunen van de Gouverneur in de uitoefening van zijn taken. Gezien deze ondersteunende rol zijn de taken van het kabinet een afgeleide van de wettelijke taken en bevoegdheden van de Gouverneur. De belangrijkste taken en bevoegdheden zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk, de Staatsregeling van Aruba en het Reglement van de Gouverneur. Verder is de regelgeving voor naturalisatie, paspoorten en visa van belang (de rijkswet op het Nederlanderschap, de Paspoortwet, de Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba en de visuminstructies van de Minister van Buitenlandse zaken en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie). De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, alsmede een organisatie en formatieplan.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie8.
De bestuurlijke rol van de Gouverneur zowel binnen Aruba als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat op het hele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden, ook door het kabinet ten behoeve van de Gouverneur met de Staten van Aruba, met Ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Aruba en Nederland. De relaties met de Gouverneurs van Sint-Maarten en van Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.
Met name bij de uitvoering van rijkswetgeving werkt het kabinet samen met verschillende Ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Aruba heeft het kabinet intensief contact met de Staten, de Raad van Ministers, de Hoge Colleges van Staat en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Aruba heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten aan ingezetenen van Aruba deels gemandateerd aan de Dienst Bevolking en Burgerzaken (Censo).
Er zijn in 2018 geen beleidswijzigingen geweest.
Realisatie |
Vastgestelde begroting |
Verschil |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2018 |
2018 |
||
Art.nr. |
Verplichtingen: |
1.742 |
2.000 |
1.978 |
2.006 |
1.876 |
1.814 |
62 |
Uitgaven: |
1.759 |
2.000 |
1.978 |
2.006 |
1.876 |
1.814 |
62 |
|
6.1 |
Apparaat van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba |
1.759 |
2.000 |
1.978 |
2.006 |
1.876 |
1.814 |
62 |
Ontvangsten: |
78 |
66 |
97 |
100 |
89 |
60 |
29 |
Uitgaven
Apparaat |
2018 |
---|---|
Personeel |
1.200 |
Eigen personeel |
954 |
Externe inhuur |
85 |
Overig personeel |
161 |
Materieel |
690 |
Overig materieel |
690 |
Totaal apparaat1 |
1.891 |
Afwijking ten opzichte van de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» betreft koersverschillen
6.1 Apparaat van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba
Onder Eigen personeelskosten zijn opgenomen de loonkosten. Onder Overig personeel zijn de opleidingskosten en de kosten voor postactieven opgenomen. Eind 2018 had nog geen volledige doorbelasting aan het Kabinet plaatsgevonden van een deel van de salariskosten en de toelagen op grond van het Voorzieningenstelsel Uitzendingen Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VUBZK), van de uitgezonden medewerkers die werkzaam waren of zijn op het Kabinet. De doorbelasting van o.a. de loonkosten over de periode sep 2017 tot maart 2018 van de voormalige directeur alsmede o.a. de loonkosten over de periode jan t/m juli/aug 2018 van twee andere in het derde kwartaal vertrokken uitgezonden medewerkers zijn achtergebleven. De personeelskosten en daarmee de totale uitputting zou anders hoger zijn geweest. Daartegenover staat dat in 2018 wel al een deel van de verplaatsingskosten van de twee, in 2018 nieuw aangetreden uitgezonden medewerkers, is doorbelast.
In 2018 heeft het Kabinet onvoorziene uitgaven ten behoeve van externe inhuur moeten doen i.v.m. langdurige arbeidsongeschiktheid.
In 2018 heeft een deel van de medewerkers van het Kabinet een EHBO en een BHV-cursus met goed gevolg afgerond en zijn kosten gemaakt voor teambuilding activiteiten.
De verrekening van onderwijskosten m.b.t. de in 2018 vertrokken directeur heeft niet plaats kunnen vinden.
In 2018 bestond het voornemen om groot onderhoud c.q. verbouwing/aanpassing van het Kabinetsgebouw te realiseren. Ook zou de sinds 2017 voorziene inrichting van de bovenverdieping van de Cas Ceremonial van de Gouverneur (voormalige Gouverneurswoning) gerealiseerd worden. Zoals aangekondigd bij de tweede suppletoire begroting was het Kabinet voornemens om deze plannen in 2018 ten uitvoer te brengen, maar door verschillende omstandigheden (zoals wisseling van de directie, het ontbreken van een Hoofd Bedrijfsvoering en de verhuizing van de Gouverneur naar zijn eigen woning) zal uitvoering van deze plannen noodzakelijkerwijs pas op een later tijdstip plaatsvinden. In 2018 zijn extra kosten gemaakt voor de verhuizing van de Gouverneur en voor de beveiliging van de eigen woning van de Gouverneur, overeenkomstig het advies van de veiligheidsdienst.
In 2018 zijn belangrijke stappen genomen i.v.m. het nieuwe kassasysteem voor de consulaire afdeling, maar zijn de daarmee samenhangende uitgaven nog niet gerealiseerd.
Er is eind 2018 geïnvesteerd in de verbetering en het upgraden van het bestaande beveiligings- en camerasysteem van het Kabinet.
De restantgelden van de twee Stichtingen die voor goede doelen bestemd zijn, zijn in 2018 nog niet uitgegeven.
Ontvangsten
In 2018 is sprake geweest van een sterke toename van het aantal door de Gouverneur vastgestelde landsbesluiten, landsbesluit houdende algemene maatregelen en landsverordeningen. Dit houdt waarschijnlijk verband met het feit dat 2017 een verkiezingsjaar was en in november 2017 een nieuwe regering is aangetreden. De aantallen ingekomen naturalisatieverzoeken en aangevraagde reisdocumenten en visa zijn licht gedaald. De daling van het aantal optieverzoeken is significanter. In 2018 was er een grote stijging van het aantal binnengekomen voorstellen voor een Koninklijke onderscheiding. Dit houdt zowel verband met extra inspanning van de Arubaanse Decoratiecommissie, die de voorstellen voorbereidt, en de voorlichting die de commissie heeft gekregen van de Kanselarij der Nederlandse Orden tijdens hun bezoek aan Aruba in 2018.
Prestaties en productgegevens |
2017 |
2018 |
---|---|---|
Landsbesluiten |
1.987 |
3.263 |
Landsverordeningen en Landsbesluiten h.a.m. |
45 |
51 |
Doorgeleiden rijkswetten en verdragen |
32 |
37 |
Naturalisatieverzoeken |
396 |
381 |
Naturalisatieceremonies |
4 |
4 |
Optieverzoeken |
281 |
245 |
Ingediende bezwaarschriften afwijzing optieverzoeken |
13 |
2 |
Aangevraagde reisdocumenten |
433 |
415 |
Aangevraagde visa Schengengebied |
121 |
116 |
Gratieverzoeken |
4 |
6 |
Uitleveringen |
0 |
0 |
Verlenen toestemming voor overvliegen, landen, havenbezoeken etc. |
21 |
23 |
Adviseren en doorgeleiden voorstellen Koninklijke onderscheidingen |
11 |
51 |
De missie van het kabinet is het optimaal ondersteunen van de Gouverneur in de uitoefening van zijn taken in zijn beide hoedanigheden: als het onschendbare hoofd van de regering van het land Curaçao en als orgaan van het Koninkrijk. De taken van het kabinet zijn afgeleid van de wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Curaçao zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk, de Staatsregeling van Curaçao, verschillende (organieke) Curaçaose landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement van de Gouverneur van Curaçao. Aan het feit dat de Gouverneur bevoegd orgaan is in de uitvoeringsregelingen van de rijkswet op het Nederlanderschap en van de rijkswet Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden. Daarnaast zijn de taken en inrichting van het kabinet vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges en kabinetten voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie9.
De bestuurlijke rol van de Gouverneur zowel binnen Curaçao als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden, ook door het kabinet ten behoeve van de Gouverneur met de Staten van Curaçao, met Ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Curaçao en Nederland. De relaties met de collega Gouverneurs van Aruba en Sint-Maarten zijn verder geïnstitutionaliseerd.
Met name bij de uitvoering van rijkswetgeving werkt het kabinet samen met verschillende Ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Curaçao werkt het kabinet intensief samen met de Staten, de Raad van Ministers, het Openbaar Ministerie en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Curaçao heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten gemandateerd aan de landsdienst voor Burgerzaken (Kranchi).
De bestuurlijke rol van de Gouverneur zowel binnen Curaçao als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden. Ook onderhoudt het Kabinet ten behoeve van de Gouverneur contacten met de Staten van Curaçao, met ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Curaçao en Nederland. Verder zijn de relaties met de collega Gouverneurs van Aruba en Sint-Maarten geïnstitutionaliseerd.
Met name bij de uitvoering van rijkswetgeving werkt het kabinet samen met verschillende Nederlandse ministeries, en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Curaçao werkt het kabinet intensief samen met de Staten, de Raad van Ministers en met diverse landsdiensten.
De meest relevante omgevingsfactor is de omvang van de externe vraag naar dienstverlening door het Kabinet (consulaire zaken, waaronder de verlening van visa voor Nederland, de BES-eilanden en het Schengengebied, reisdocumentenverstrekking en aanvragen voor verlening van het Nederlanderschap door naturalisatie en optie) en het beroep op de Gouverneur van Curaçao om als orgaan van het Koninkrijk toezicht te houden op bestuursdaden in de diverse werkterreinen van de overheid.
De beperkte omvang van het Kabinet brengt met zich mee dat de vereiste expertise en adviescapaciteit niet altijd beschikbaar is. Enige flexibiliteit bij de inzet van derden is daarom aangewezen.
Bij een aantal uitvoerende processen is het kabinet afhankelijk van de informatie die door landsdiensten wordt verstrekt. De kwaliteit en de bereidheid tot en de mate van samenwerking is daarom bepalend voor het resultaat.
Realisatie |
Vastgestelde begroting |
Verschil |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2018 |
2018 |
||
Art.nr. |
Verplichtingen: |
3.371 |
3.196 |
3.227 |
3.052 |
3.008 |
2.758 |
250 |
Uitgaven: |
3.062 |
3.497 |
3.227 |
3.052 |
3.008 |
2.758 |
250 |
|
7.1 |
Apparaat van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao |
3.062 |
3.497 |
3.227 |
3.052 |
3.008 |
2.758 |
250 |
Ontvangsten: |
51 |
106 |
158 |
163 |
186 |
200 |
– 14 |
Uitgaven
Apparaat |
2018 |
---|---|
Bedragen x € 1.000 |
|
Personeel |
|
Eigen personeel |
1.582 |
Externe inhuur |
53 |
Overig personeel |
163 |
Materieel |
|
Overig materieel |
1.149 |
Totaal apparaat |
2.947 |
Afwijking ten opzichte van de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» betreft koersverschillen
7.1 Apparaat van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
Ondersteunen van de Gouverneur
Het Kabinet analyseert maatschappelijke, politieke, juridische, bestuurlijke, economische, sociale en financiële ontwikkelingen en adviseert de Gouverneur hierover. Het gaat hierbij om een veelheid aan onderwerpen, van belastingwetgeving tot constitutionele verhoudingen, van armoedebeleid tot budgetdiscipline, van privatisering tot non-gouvernementele organisatie (NGO)-beleid. Het Kabinet is geen beleidsvormend orgaan. De informatieverwerving en analyses zijn uitsluitend bedoeld ter advisering aan de Gouverneur. De ambtelijke ondersteuning van de Gouverneur is erop gericht dat de Gouverneur zijn taken als Lands- en Koninkrijksorgaan op adequate wijze kan vervullen.
Bekrachtiging Landsverordeningen en Landsbesluiten
De Gouverneur is belast met het toezicht op de naleving van rijkswetten, algemene maatregelen van rijksbestuur en verdragen. In verband hiermee bereidt het Kabinet de toetsing voor van de aan de Gouverneur voorgelegde Curaçaose (concept-) regelgeving aan het hoger wettelijk kader, Koninkrijksbelangen en algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Aangeboden stukken worden tijdig en in correcte vorm aan de Gouverneur ter tekening of ter goedkeuring voorgelegd.
Uitvoeringstaken
Uit enkele verdragen en rijkswetten vloeit voort, dat de Gouverneur de uitvoering (van delen daarvan) daarvan verzorgt. Hierbij gaat het met name om de rijkswet op het Nederlanderschap, en de Paspoortwet en de vigerende visumregelgeving. Het Kabinet bereidt de afkondiging van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur voor, behandelt de aanvragen voor overvliegvergunningen en havenbezoeken, verzoekschriften en voorstellen voor Koninklijke onderscheidingen. Aanvragen voor naturalisatie en/of optie, paspoorten en visa worden volgens de geldende voorschriften behandeld. Op de – deels gemandateerde – uitgifte van paspoorten door het land Curaçao wordt actief toezicht gehouden
Producten |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
---|---|---|---|---|
Landbesluiten/-verordeningen/-personeel |
5.265 |
3.865 |
3.898 |
3.620 |
Reisdocumenten |
658 |
767 |
812 |
735 |
Visa |
262 |
258 |
254 |
389 |
Naturalisaties (ingenomen verzoeken) |
190 |
178 |
195 |
152 |
Naturalisatieceremonies |
3 |
5 |
5 |
5 |
Opties (ingenomen verzoeken) |
99 |
80 |
105 |
151 |
Gratieverzoeken |
6 |
6 |
6 |
25 |
Uitleveringen |
4 |
6 |
3 |
2 |
Paspoortsignaleringen |
0 |
0 |
0 |
1 |
Audits afgifte reisdocumenten |
1 |
1 |
1 |
1 |
Overvliegvergunningen en havenbezoeken |
117 |
113 |
181 |
126 |
Adviseren en doorgeleiden voorstellen Koninklijke onderscheidingen (aantal toegekende Koninklijke onderscheidingen) |
15 |
17 |
10 |
11 |
Totaal |
6.620 |
5.296 |
5.470 |
5.218 |
Ontvangsten
Het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao heeft behalve de ontvangsten uit consulaire producten, geen eigen inkomsten. De consulaire producten die een opbrengst (leges) genereren zijn naturalisaties en opties, nationale paspoorten en nooddocumenten en visa.
Het kabinet draagt zorg voor de ambtelijke ondersteuning van de Gouverneur in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van het land Sint-Maarten en als vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk.
De taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Sint-Maarten zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk, de Staatsregeling van Sint-Maarten, verschillende (organieke) Sint-Maartense landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement voor de Gouverneur van Sint-Maarten.
Aan het feit dat de Gouverneur bevoegd orgaan is tot uitvoering van de rijkswet op het Nederlanderschap en van de rijkswet Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie10.
De bestuurlijke rol van de Gouverneur zowel binnen Sint-Maarten als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat door het kabinet ten behoeve van de Gouverneur op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden met de Staten van Sint-Maarten, met Ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Sint-Maarten en Nederland. De relaties met de Gouverneurs van Aruba en van Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.
Met name bij de uitvoering van (rijks-)wetgeving werkt het kabinet samen met verschillende Ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Sint-Maarten heeft het kabinet intensief contact met de Staten, de Raad van Ministers, de Hoge Colleges van Staat en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Sint-Maarten heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten aan ingezetenen van Sint-Maarten deels gemandateerd aan de landsdienst voor Burgerzaken (Census Office).
Voor de uitvoering van de werkzaamheden hebben zich weinig bijzonderheden voorgedaan. Naast een afname van in de afgifte van de reisdocumenten en de optieverzoeken is een kleine toename waarneembaar in de behandeling van de naturalisatieverzoeken ten opzichte van het jaar 2017. De afname van de reisdocumenten en optieverzoeken in 2018 ten opzichte van het jaar 2017 is verklaarbaar, voornamelijk gelet op de gevolgen van orkaan IRMA in het jaar 2017 ten aanzien van de afgifte van reisdocumenten.
Realisatie |
Vastgestelde begroting |
Verschil |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2018 |
2018 |
||
Art.nr. |
Verplichtingen: |
2.803 |
2.338 |
2.299 |
2.168 |
2.472 |
1.980 |
492 |
Uitgaven: |
2.831 |
2.365 |
2.321 |
2.194 |
2.472 |
1.980 |
492 |
|
8.1 |
Apparaat van het Kabinet van de Gouverneur van St. Maarten |
2.831 |
2.365 |
2.321 |
2.194 |
2.472 |
1.980 |
492 |
Ontvangsten: |
80 |
67 |
113 |
114 |
135 |
50 |
85 |
Uitgaven
Apparaat |
2018 |
---|---|
Personeel |
|
Eigen personeel |
1.462 |
Externe inhuur |
14 |
Overig personeel |
334 |
Materieel |
|
Overig materieel |
631 |
Totaal apparaat |
2.441 |
Afwijking ten opzichte van de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» betreft koersverschillen
8.1 Apparaat van het Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten
Ondersteunen van de Gouverneur
Het Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten verzamelt informatie aangaande politieke, juridische, bestuurlijke, economische, financiële en (sociaal)maatschappelijke ontwikkelingen en informeert de Gouverneur hierover. Het Kabinet is geen beleidsvormend orgaan. Het Kabinet voert de correspondentie namens de Gouverneur en begeleidt deze bij binnenlandse en buitenlandse bezoeken. Voorts behandelt en geleidt het Kabinet de aan de Gouverneur verrichte verzoekschriften door De ambtelijke ondersteuning van de Gouverneur is erop gericht dat de Gouverneur zijn taken als Lands- en Koninkrijksorgaan op adequate wijze kan vervullen.
Bekrachtigen landsverordeningen en Landsbesluiten
De Gouverneur is belast met het toezicht op de naleving van rijkswetten, algemene maatregelen van rijksbestuur en verdragen. In verband hiermee toetst het Kabinet de aan de Gouverneur voorgelegde Maartense (concept-) landsregelgeving en landsbesluiten aan het hoger wettelijk kader, Koninkrijksbelangen en algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Uitvoeringstaken
Het Kabinet draagt zorgt voor afkondiging van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur. In diverse verdragen en rijkswetten is bepaald dat de Gouverneur belast is met de uitvoering daarvan. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de Paspoortwet, het Verdrag van Schengen en de rijkswet op het Nederlanderschap. Zo geeft het Kabinet paspoorten, laissez-passers en visa uit, beoordeelt en besluit op optieverklaringen, registreert en geleidt naturalisatieverzoeken door en organiseert de naturalisatieceremonies. Ook behandelt het Kabinet aanvragen voor militaire bijstand van de landsregering en aanvragen voor toestemming van vreemde militaire schepen en militaire luchtvaartuigen die de Sint-Maartense wateren respectievelijk het luchtruim willen bezoeken dan wel willen doorkruisen.
Paspoortuitgifte aan ingezetenen Sint-Maarten
De Gouverneur heeft de uitgifte van paspoorten aan ingezeten van Sint-Maarten met ingang van 10 oktober 2011 gemandateerd aan het Hoofd van de Burgeradministratie (Census). Tegelijkertijd blijft het op 10–10–’10 gesloten convenant – en het daarin opgenomen toezichtsinstrument – onverkort van kracht. Op basis daarvan vindt, aan de hand van maandrapportages, maandelijks overleg plaats tussen het hoofd Burgeradministratie en de directeur van het Kabinet van de Gouverneur.
Bedrijfsvoering
De zorg voor de medewerkers en het beheer van de huisvesting, het secretariaat, de (financiële) administratie, de ICT en het archief maken het gezamenlijk mogelijk dat het Kabinet zijn inhoudelijke taken naar behoren kan uitoefenen. Toezicht op doelmatigheid en rechtmatigheid van de ontvangsten en uitgaven vormen eveneens een belangrijk onderdeel van het bedrijfsvoeringsproces.
Ontvangsten
Het Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten heeft behalve de ontvangsten uit consulaire producten, geen eigen inkomsten. De consulaire producten die een opbrengst (leges) genereren zijn naturalisaties en opties, nationale paspoorten en nooddocumenten en visa.
Opbrengsten |
2018 |
---|---|
Opties en Naturalisaties |
47 |
Paspoortgelden |
11 |
VISA |
21 |
Overige ontvangsten consulair |
0 |
Totaal apparaat |
79 |
Afwijking ten opzichte van de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» betreft koersverschillen
Producten |
Aantal 2017 |
Aantal 2018 |
Aantal t.o.v. 2017 |
---|---|---|---|
Reisdocumenten Kabinet (incl. nooddocumenten) |
472 |
303 |
– 169 |
Reisdocumenten BSBV Sint-Maarten |
5.391 |
5.400 |
+ 9 |
Visa |
391 |
319 |
– 72 |
Naturalisatieverzoeken |
153 |
171 |
+ 18 |
Optieverzoeken |
141 |
125 |
– 16 |
Doorgeleide Landsbesluiten |
752 |
945 |
+ 193 |
Doorgeleide landsverordeningen |
18 |
17 |
– 1 |
Beëdigingen |
32 |
62 |
+ 30 |
Adviseren en doorgeleiden voorstellen Koninklijke onderscheidingen |
0 |
4 |
+ 4 |
Overvliegvergunningen en havenbezoeken |
37 |
21 |
– 16 |
Uitleveringen |
2 |
6 |
+ 4 |
Gratieverzoeken |
7 |
2 |
– 5 |
De Kiesraad fungeert als centraal stembureau voor de verkiezingen van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en het Europese parlement. De Kiesraad registreert partijaanduidingen, nummert kandidatenlijsten en stelt de officiële verkiezingsuitslagen voor deze verkiezingen vast. Daarnaast is de Kiesraad het adviesorgaan voor het kabinet en parlement op het terrein van het kiesrecht en de organisatie en uitvoering van verkiezingen. Verder verschaft de Kiesraad informatie aan gemeenten, provincies, politieke partijen, burgers en media over kiesrecht en verkiezingen.
De Kiesraad heeft sinds de inwerkingtreding van de Wet raadgevend referendum in 2015 een aanvullende taak voor het verzamelen, tellen en controleren van inleidende verzoeken en ondersteuningsverklaringen voor het raadgevend referendum, en het vaststellen van de uitslag ervan.
De Kiesraad treedt het gehele jaar door op als kennis- en informatiepunt over kiesrecht en verkiezingen voor gemeenten, provinciale griffies, politieke partijen, kiezers en media. Voorts adviseert de Kiesraad de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over kiesrechtelijke geschillen waarbij de Kiesraad niet zelf partij is.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie11.
De Kiesraad heeft in 2018 namen (aanduidingen) en logo’s geregistreerd van politieke partijen die willen deelnemen aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en het Europees Parlement. Het register voor de Tweede Kamerverkiezing is in 2018 uitgebreid met drie aanduidingen en één logo; het register voor Europese Parlementsverkiezingen is uitgebreid met twee aanduidingen en één logo.
De Kiesraad benoemt nieuwe leden in (tijdelijke) vacatures in de Eerste Kamer en Tweede Kamer en in vacatures (Nederlandse leden) in het Europees Parlement.
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
|
---|---|---|---|---|---|
Tweede Kamer |
12 |
15 |
13 |
15 |
16 |
Eerste Kamer |
3 |
2 |
4 |
9 |
11 |
Europees Parlement |
1 |
2 |
0 |
3 |
0 |
Op 21 maart 2018 vonden gemeenteraadsverkiezingen plaats in combinatie met een raadgevend referendum over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv). Het referendum van 21 maart was het tweede en laatste referendum dat plaatsvond op basis van de Wet raadgevend referendum. Op 10 juli 2018 stemde de Eerste Kamer in met intrekking van de Wet raadgevend referendum (Wrr). Sinds 1 juli 2015 konden kiezers verzoeken indienen om een raadgevend referendum te houden over een verdrag dat of wet die was goedgekeurd of aangenomen, maar nog niet in werking was getreden. In de periode 1 juli 2015 tot 10 juli 2018 zijn in totaal 323 wetten referendabel geweest. Tijdens de looptijd van de Wrr zijn twee referenda gehouden. In de periode 2015–2018 waren er twee wetten die wel de drempel van 10.000 geldige verzoeken in de inleidende fase haalden, maar waarvoor in de definitieve fase niet de benodigde 300.000 geldige verzoeken werden ingediend (beiden in 2018).
Op 21 november 2018 vonden herindelingsverkiezingen in 37 gemeenten plaats. De herindelingen gingen in op 1 januari 2019.
Bij verkiezingen kunnen politieke partijen, gemeenten en hoofdstembureaus en centrale stembureaus gebruikmaken van Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV). In aanloop naar de verkiezing en het referendum op 21 maart heeft Software Quality Systems (SQS) de OSV-programma’s 4 en 5, die de vaststelling van de uitslag en de zetelberekening ondersteunen, getoetst. Het toetsingsrapport werd eind januari opgeleverd en beschikbaar gesteld op de website van de Kiesraad. Zowel voor het referendum als de gemeenteraadsverkiezingen werden de OSV-programma’s ter beschikking gesteld aan politieke partijen en gemeenten.
De Kiesraad bracht in 2018 tien adviezen uit, waarvan negen adviezen werden uitgebracht op verzoek van en gericht aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Het evaluatieadvies over de gemeenteraadsverkiezingen en het raadgevend referendum van 21 maart 2018 bracht de Kiesraad op eigen initiatief uit.
Het in november 2017 ingestelde Informatiepunt Verkiezingen t.b.v. gemeenteraadsverkiezingen 2018 en het referendum over de Wiv was actief tot mei 2018. In 2018 handelde dit informatiepunt 3.470 vragen af. In oktober 2018 werd t.b.v. gecombineerde provinciale statenverkiezingen/ waterschapsverkiezingen, eilandsraadsverkiezingen, kiescollegeverkiezingen, de Eerste Kamerverkiezing én de verkiezing van de Nederlandse leden van het Europees Parlement die in 2019 worden gehouden een nieuw Informatiepunt Verkiezingen ingesteld, wat actief blijft tot medio juni 2019. In 2018 behandelde dit Informatiepunt 671 vragen.
De Kiesraad was als extern deskundige betrokken bij zesentwintig rechtszaken. Hierbij verstrekte de Kiesraad op verzoek van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inlichtingen.
Realisatie |
Vastgestelde begroting |
Verschil |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2018 |
2018 |
||
Art.nr. |
Verplichtingen: |
2.526 |
2.295 |
231 |
||||
Uitgaven: |
2.393 |
2.295 |
98 |
|||||
9.1 |
Kiesraad |
2.393 |
2.295 |
98 |
||||
Ontvangsten: |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven
Apparaat |
2018 |
---|---|
Personeel |
|
Eigen personeel |
1.389 |
Externe inhuur |
100 |
Overig personeel |
436 |
Materieel |
|
Overig materieel |
468 |
Totaal apparaat* |
2.393 |
9.1 Kiesraad
Bij gelegenheid van de 2e suppletoire begroting 2018 heeft een ophoging van de begroting met € 0,117 mln. plaatsgevonden als gevolg van compensatie voor gestegen lonen en prijzen (loon- en prijsbijstelling 2018).
Het opgenomen verschil betreft het verschil tussen de vastgestelde begroting en de uitgaven per ultimo december.
Verbetering verkiezingssoftware
In 2018 werden technische verbeteringen doorgevoerd in de OSV-programma’s 4 en 5 in verband met de beveiliging van deze programma’s. De bij de 2e suppletoire begroting 2018 ontvangen financiële middelen zijn voor een belangrijk deel hiervoor gebruikt.
Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie |
Vastgestelde begroting |
Verschil |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2018 |
2018 |
||
Art.nr. |
Verplichtingen: |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven: |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
10.1 |
Loonbijstelling |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan: Programma |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
waarvan: Apparaat |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
10.2 |
Prijsbijstelling |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
waarvan: Programma |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
waarvan: Apparaat |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
10.3 |
Onvoorzien |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten: |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Bij miljoenennota 2019 is de tranche 2018 van de loon- en prijsbijstelling verdeeld over de artikelen.
De Raad van State besteedt op een gestructureerde wijze aandacht aan het primair proces, aan de ondersteunende processen en aan de hiermee samenhangende beheerstaken. De Raad beschikt over een planning en controlcyclus, die voorziet in momenten waarop (financiële) managementinformatie wordt beoordeeld.
Paragraaf 1 – uitzonderingsrapportage
In 2018 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Er is spraken van een getrouwe weergave.
Paragraaf 2 – Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
Misbruik en oneigenlijk gebruik
De Raad van State heeft geen regelingen die vallen binnen het kader van misbruik en oneigenlijk gebruik.
Grote lopende ICT-projecten
De Raad van State is geen ministerie en valt derhalve niet onder de rapportageplicht voor grote ICT-projecten.
De Raad van State kent geen projecten met een kasbeslag in 2018 dat de € 5 mln. overstijgt.
Gebruik open standaarden en open source software
In 2018 zijn geen nieuwe projecten gestart die hieronder vallen, vandaar niet van toepassing.
Betaalgedrag
In 2018 wordt gemiddeld 99,2% van de facturen binnen dertig dagen betaald.
Dit onderdeel is derhalve niet van toepassing voor de Raad van State.
Audit Comittees
Dit punt is niet van toepassing aangezien de Raad van State geen Audit Comittee kent.
Paragraaf 3 – Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
In control verklaring
De Raad van State heeft zijn beleid ten aanzien van informatiebeveiliging in 2018 geactualiseerd. Over de informatiebeveiliging is een in control verklaring opgesteld. De interne beheersing heeft zodanig gefunctioneerd dat er voldoende zekerheid is verkregen dat de bedrijfsvoering voldoet aan het VIR 2007 / BIR:2012 en – waar nodig – aanvullende maatregelen zijn of zullen worden getroffen.
Bedrijfsvoeringsparagraaf
De Algemene Rekenkamer besteedt op een gestructureerde wijze aandacht aan het primaire proces, aan de ondersteunende processen en aan de hiermee samenhangende beheerstaken. De Algemene Rekenkamer beschikt over een planning- en controlcyclus, die voorziet in momenten waarop (financiële) managementinformatie wordt beoordeeld. In deze paragraaf worden opvallende zaken in de bedrijfsvoering toegelicht.
Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid
In 2018 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. De financiële overzichten geven een getrouw beeld van de uitkomsten van de begrotingsuitvoering.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
De managementinformatiesystemen hebben voldaan aan de kwaliteitseisen. Er hebben zich in 2018 geen zodanige verstoringen voorgedaan dat de juistheid, volledigheid, tijdigheid, continuïteit en vertrouwelijkheid in gevaar zijn gebracht. De managementinformatie is reproduceerbaar.
3. Financieel en materieelbeheer
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
4. Overige aspecten van bedrijfsvoering
Informatiebeveiliging
De Algemene Rekenkamer heeft de beheersing van informatiebeveiliging zodanig ingericht, dat op basis van risicobeheer gestuurd wordt op maatregelen ter borging van de vertrouwelijkheid, integriteit en de beschikbaarheid van informatie. De implementatie van maatregelen is gebaseerd op de Baseline Informatiebeveiliging Rijksdienst 2017. Als uitvloeisel daarvan is besloten een CISO te werven. De risico analyse is in 2018 geactualiseerd. De belangrijkste aanpassing is dat met de overgang van het datacenter naar Overheids Data Centrum heeft geleid tot een hoger volwassenheidsniveau van met name het kwaliteitsaspect Beschikbaarheid.
In 2018 hebben zich 11 beveiligingsincidenten voorgedaan. Daarbij is het beveiligingsbeleid effectief gebleken in de zin dat de incidenten tijdig zijn gedetecteerd, gemeld en door de getroffen maatregelen niet tot ernstig nadelige gevolgen hebben geleid.
Reorganisatiekosten
De reorganisatie heeft geleid tot een substantieel lagere personeelsformatie en -bezetting. Om de beoogde personeelsreductie te bereiken is in 2017 het Van Werk Naar Werk-beleid van het rijk toegepast. De kosten van de reorganisatie in 2018 kunnen als volgt worden weergegeven:
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Totaal |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stimuleringspremies |
455.451 |
208.940 |
0 |
0 |
0 |
664.391 |
Buitengewoon verlof |
271.852 |
1.231.701 |
300.000 |
65.000 |
0 |
1.868.553 |
Begeleiding en inhuur deskundigheid |
603.579 |
108.438 |
0 |
0 |
0 |
712.017 |
Totaal |
1.330.882 |
1.549.079 |
300.000 |
65.000 |
0 |
3.244.961 |
Externe inhuur
In 2018 was er 3,1 miljoen euro gemoeid met externe inhuur. Afgezet tegen het personeelsbudget ging het om ongeveer 12%. Daarmee overschrijdt de Algemene Rekenkamer de voor departementen geldende beleidsregel dat 10% van de loonkosten aan inhuur mag worden besteed.
Er is vooral ingehuurd om de onderbezetting bij de start van 2018 op te vangen en voor de verdere doorontwikkeling van de organisatie. Daarbij ging het onder meer om expertise op het gebied van onderzoek, accountancy, financiën en administratieve organisatie. Daarnaast worden er uitzendkrachten ingehuurd (waaronder secretaresses), bijvoorbeeld in de vakantieperioden.
2018 |
|
---|---|
Accountancy, financiën, AO |
54 |
interim-management |
111 |
organisatieadvies |
106 |
juridisch advies |
4 |
uitzendkrachten |
234 |
advisering ICT |
95 |
beleidsadvies |
99 |
onderzoeksopdrachten |
2.455 |
communicatieadvies |
0 |
3.158 |
Specificatie uitgaven externe inhuur 2018 (x € 1.000)
De doelstelling is dat de kosten voor externe inhuur de komende jaren minder dan 10% van het personeelsbudget zullen bedragen.
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
Tijdigheid betaling crediteuren
91 procent van de uitgaven is binnen dertig dagen na factuurdatum betaald. Dat is een lichte verbetering ten opzichte van 2017, waarmee de Algemene Rekenkamer echter nog niet voldoet aan de rijksbrede doelstelling om ten minste 95 procent binnen dertig dagen te betalen. De belangrijkste oorzaak was een technische fout in het betaalsysteem, waardoor facturen niet zichtbaar waren voor uitbetaling. Dit probleem is na constatering direct opgelost.
Audit Advisory Committee (AAC)
In 2018 is het AAC zes maal bijeengekomen, vijf maal voor een reguliere vergadering en één extra vergadering. Het Audit Advisory Committee legt zich voornamelijk toe op advisering over de «brede bedrijfsvoering» van de Algemene Rekenkamer. Onder brede bedrijfsvoering wordt verstaan de wijze waarop de Algemene Rekenkamer met haar organisatie en bedrijfsvoering is toegesneden op haar mandaat en op de daaruit voortvloeiende missie en strategie. Onderwerpen die zijn besproken, zijn onder meer de planning en control cyclus en het strategisch personeelsbeleid.
Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
De inrichting van de accountantscontrole bij de Algemene Rekenkamer
Het outsourcen van de P-administratie en het gebruik maken van systemen van derden had gevolgen voor de controlesituatie: de openbare accountant controleerde de materiële uitgaven en de ADR de personele uitgaven. Bovendien ontstonden er over en weer steeds meer onderlinge afhankelijkheden.
Daarom is begin 2018 gekozen voor een controlemodel waarbij aanvullend op de controleverklaring van de ADR bij Hoofdstuk IIB Hoge Colleges van Staat (controle op 10% materialiteitsniveau) de ADR bij de Rekenkamer verdergaand controleert op 2% materialiteitsniveau. In aanvulling hierop reviewt de openbare accountant (conform COS 610) de werkzaamheden van de ADR (zoals risico-analyse, systeemgerichte werkzaamheden, gegevensgerichte werkzaamheden) en geeft de openbare accountant een controleverklaring af bij de financiële verantwoording van de Algemene Rekenkamer.
Interne Controle (IC)
De interne controle is in 2018 versterkt. Er is een intern controleplan opgesteld en er zijn steekproefsgewijs controles uitgevoerd. Ook zijn er spendanalyses uitgevoerd waarbij betalingen die meerjarig boven een bepaald bedrag uitkomen zijn gecontroleerd. Daarbij zijn geen belangrijke afwijkingen geconstateerd. Bevindingen hebben wel geleid tot het aanbrengen van procesverbeteringen, bijv. bij het contractbeheer.
Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid
Er zijn geen overschrijdingen en bijzonderheden te melden.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Bij het tot stand komen van de niet-financiële informatie is geconstateerd dat niet alle mondeling ontvangen klachten zijn geregistreerd. Hiervan is een inschatting gemaakt en dit is herkenbaar opgenomen in de verantwoording.
3. Financieel en materieelbeheer
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
4. Overige aspecten van bedrijfsvoering
Het is de organisatie niet gelukt om in het kader van de informatiebeveiliging een in control statement af te geven. Wel is een nulmeting uitgevoerd door de ADR en is de organisatie aan de slag met de mogelijke verbeteringen. Ook zijn er maatregelen getroffen om vanaf 2019 informatiebeveiliging meer aandacht te geven. Het Bureau Nationale ombudsman hoeft niet te voldoen aan de BIR, maar wil hier wel aan voldoen, maar heeft hier tijd voor nodig.
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
Er zijn geen bijzonderheden te melden
Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Vanaf 2018 is er structureel budget beschikbaar gekomen voor de versterking van bedrijfsvoeringstaken. Hierdoor is gestart met het doorvoeren van verbeteringen op het gebied van inkoop, kwaliteit, privacy en informatiebeveiliging. De komende jaren wordt dit verder uitgewerkt.
Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid
Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.
3. Financieel en materieelbeheer
Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.
4. Overige aspecten van bedrijfsvoering
Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid
Vanuit de bij BZK bekende informatie zijn er geen fouten en onzekerheden op de artikelen van hoofdstuk IIB Overige Hoge Colleges van Staat en kabinetten die gerapporteerd moeten worden.
In 2018 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Gegevens over naturalisatieverzoeken, reisdocumenten, visa en optieverzoeken worden ontleend aan de wettelijke registratie, tezamen met de verplichting tot archiveren van de bijbehorende documenten. Voornoemde registraties worden ondersteund door geautomatiseerde gegevensbestanden (zoals RAAS en NVIS). Voorts worden gegevens voor de andere categorieën ontleend aan het Document Management System, waarin alle inkomende en uitgaande stukken waarop een archiveringsverplichting ligt worden geregistreerd.
3. Financieel en materieelbeheer
Het financieel beheer voldoet aan de eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid en wordt zo doelmatig mogelijk ingericht. In 2018 zijn belangrijke stappen gezet voor de integratie van de consulaire kas binnen het gehanteerde financiële administratiesysteem. Door betere controleerbaarheid en het verkorten van processen wordt een verdere verbetering van het beheer van deze gelden beoogd en wordt de kans op onjuistheden nog verder verkleind. In het geval deze zich toch voordoen kunnen zij sneller en eenvoudiger geconstateerd en gecorrigeerd worden.
In 2018 is verder gewerkt aan de verbetering van zowel de beveiliging als de bedrijfshulpverlening bij het Kabinet. Er is eind 2018 geïnvesteerd in de verbetering en het upgraden van het bestaande beveiligings- en camerasysteem van het Kabinet.
Op het gebied van bedrijfshulpverlening zijn o.a. 3 AED-apparaten aangeschaft, waarvan 1 voor de dienstauto van de Gouverneur.
4. Overige aspecten van bedrijfsvoering
Organisatie
In 2018 heeft het Kabinet te kampen gehad met langdurige arbeidsongeschiktheid van één van haar medewerkers. Gezien het belang van de functie, de onzekerheid betreffende de duur van de arbeidsongeschiktheid en de personele omvang van het Kabinet, is in het eerste kwartaal besloten tot inhuur van een tijdelijke medewerker. Gedurende het jaar is echter – na onderzoek door de bedrijfsarts – gebleken dat re-integratie onmogelijk is. Eind 2018 zijn de eerste stappen gezet om te komen tot beëindiging van de arbeidsrelatie.
Per eind maart is de detachering van de voormalige directeur beëindigd en per 1 april is een nieuwe directeur aangetreden. De plaatsvervangend directeur is per september vertrokken naar Nederland en de nieuwe plaatsvervangend directeur is per half augustus aangetreden.
Medio juli is de uitgezonden senior consulair medewerker teruggekeerd naar Nederland en zijn haar werkzaamheden belegd bij de andere medewerkers van de consulaire afdeling.
In 2018 is geconstateerd dat de behoefte aan een Hoofd Bedrijfsvoering voor het Kabinet groot is. Eind 2018 is daarom de sollicitatieprocedure gestart teneinde te komen tot invulling van die functie medio 2019. De aanstelling van een Hoofd Bedrijfsvoering zal bijdragen aan de verdere verbetering en optimalisering van de bedrijfsvoering binnen het Kabinet.
Huisvesting
Geringe en ad-hoc onderhoudswerkzaamheden aan het Kabinet van de Gouverneur zijn uitgevoerd. In 2018 zijn stappen gezet richting groot onderhoud c.q. verbouwing van het Kabinet.
De verschillende scenario’s, waaronder een eventuele toekomstige verhuizing, worden in 2019 verder onderzocht en uitgewerkt.
De (her)inrichting van de bovenverdieping van het Cas Ceremonial di Gobernador heeft door verschillende omstandigheden niet kunnen plaatsvinden in 2018 en zal worden uitgevoerd in 2019.
De Gouverneur is medio november 2018 verhuisd naar zijn eigen woning die hij had verlaten en verhuurd toen hij een aantal jaren geleden naar Den Haag vertrok om daar de functie van Gevolmachtigde Minister te bekleden. De laatste werkzaamheden ten behoeve van de beveiliging van zijn woning – op advies van de veiligheidsdienst – worden thans uitgevoerd.
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 1 Uitzonderingsrapportage
1. Financiële rechtmatigheid
Begrotingsuitvoering wordt regulier door Auditdienst van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gecontroleerd.
2. Totstandkoming (niet financiële) informatie
Gegevens over naturalisatieverzoeken, reisdocumenten, visa en optieverzoeken worden ontleend aan de wettelijke registratie, tezamen met de verplichting tot archiveren van de bijbehorende documenten. Voornoemde registraties worden ondersteund door geautomatiseerde gegevensbestanden (zoals RAAS en NVIS). Voorts worden gegevens voor de andere categorieën ontleend aan het Document Management System, waarin alle inkomende en uitgaande stukken waarop en archiveringsverplichting ligt, worden geregistreerd.
3. Financieel en materieel beheer
Sturing van het financieel beheer verloopt op basis van maandelijks vergelijk tussen begroting, het maandelijks gegenereerde uitputtingsoverzicht en de voorgenomen uitgaven.
4. Overige aspecten
Uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)
Hierbij verklaart het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao dat er in 2018 op grond van de WNT geen functionarissen met een bezoldiging c.q. uitkering wegens beëindiging dienstverband vermeldt behoeven te worden.
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid
In 2018 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
De totstandkoming van de beleidsinformatie in het jaarverslag voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld in de Rijksbegrotingvoorschriften van het Ministerie van Financiën. Processen en informatie worden beheerd in een Document Management Systeem (DMS). Aanvraag en uitgifte van paspoorten en visa worden in beheersystemen van Buitenlandse Zaken verwerkt. Ook organisatie- en personeelsinformatie is gedocumenteerd. Het per 1 juli 2015 geactualiseerde O&F-rapport wordt gehanteerd en hierin zijn in 2018 geen aanpassingen doorgevoerd.
3. Financieel en materieelbeheer
Het financieel beheer voldoet aan de eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid en wordt overigens zo doelmatig mogelijk ingericht.
4. Overige aspecten van bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid
In 2018 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. De financiële overzichten geven een getrouw beeld van de uitkomsten van de begrotingsuitvoering.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Financieel en materieelbeheer
De Kiesraad maakt sinds 1 januari 2018 onderdeel uit van begrotingshoofdstuk IIB.
De Kiesraad voert zelf het beheer over de budgetten die zijn vastgesteld in de begroting IIB en draagt onder meer zorg voor:
• De doelmatigheid van de bedrijfsvoering;
• Een rechtmatig, ordelijk, controleerbaar en doelmatig financieel en materieel beheer, met inachtneming van de binnen de rijksdienst geldende regelgeving.
De Kiesraad blijft met de overgang naar begrotingshoofdstuk IIB een ZBO zonder eigen rechtspersoonlijkheid. Het secretariaat van de Kiesraad ondersteunt de Kiesraad.
Voor de inhoudelijke werkzaamheden m.b.t. benoemingen, vaststellen verkiezingsuitslag, advisering, etc. is het secretariaat van de Kiesraad onafhankelijk van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zgn. beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
De financiële administratie van de Kiesraad werd onder begrotingshoofdstuk VII gevoerd door het Financieel Dienstencentrum (FDC); onder begrotingshoofdstuk IIB wordt dat gecontinueerd.
Daartoe is tussen het Ministerie van BZK en het FDC een overeenkomst gesloten waarin in hoofdlijnen wordt beschreven wat de Kiesraad en BZK via het FDC van elkaar mogen verwachten op het gebied van de financiële administratie. Het betreft een samenspel om de rechtmatigheid, ordelijkheid, controleerbaarheid en doelmatigheid van de gevoerde administraties te borgen.
4. Overige aspecten van bedrijfsvoering
Grote lopende ICT-projecten
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Gebruik openstandaarden en open source software
Naast dat gebruik wordt gemaakt van gangbare open standaarden en open source software, is bij de ontwikkeling en realisatie van de website verkiezingsuitslagen.nl door de Kiesraad nadrukkelijk aandacht besteed aan het gebruik van openstandaarden en open source software. Daarnaast beheert de Kiesraad de EML_NL-standaard welke is opgenomen op de «pas toe of leg uit» lijst van het Forum Standaardisatie. De EML_NL-standaard wordt toegepast bij de uitwisseling van gegevens binnen het verkiezingsproces van de kandidaatstelling en uitslagvaststelling. De voornaamste gebruikers van de standaard zijn politieke partijen, gemeenten, hoofdstembureaus en centraal stembureaus.
Betaalgedrag
In 2018 werd 94 procent van de facturen binnen 30 dagen betaald. Dat is een verbetering van 12 procent ten opzichte van 2017. Met 94 procent wordt nog niet voldaan aan de rijksbrede doelstelling om ten minste 95 procent van alle ontvangen facturen binnen 30 dagen te betalen. Oorzaak van niet-tijdig betalen van facturen is voornamelijk gelegen in facturen die niet overeenkomstig de contractuele afspraken zijn.
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
Audit Committee
De Kiesraad maakt geen gebruik van een Audit Committee.
Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
De Kiesraad is voornemens in 2019 de uitvoering van het gemeenschappelijk normenkader voor de beveiliging van informatie(systemen) te actualiseren.
1 |
2 |
3=(2–1) |
|||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving |
Vastgestelde begroting |
Realisatie |
Verschil realisatie en vastgestelde begroting |
||||||
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
|
Totaal |
113.363 |
113.363 |
5.695 |
127.843 |
124.482 |
6.398 |
14.480 |
11.119 |
703 |
Beleidsartikelen |
|||||||||
Raad van State |
54.934 |
54.934 |
1.950 |
63.633 |
60.428 |
1.704 |
8.699 |
5.494 |
– 246 |
Algemene Rekenkamer |
28.541 |
28.541 |
1.217 |
31.088 |
30.574 |
1.592 |
2.547 |
2.033 |
375 |
De Nationale ombudsman |
16.311 |
16.311 |
2.189 |
17.949 |
18.339 |
2.357 |
1.638 |
2.028 |
168 |
Kanselarij Nederlandse Orden |
4.730 |
4.730 |
29 |
5.291 |
5.392 |
335 |
561 |
662 |
306 |
Kabinet Gouverneur Aruba |
1.814 |
1.814 |
60 |
1.876 |
1.876 |
89 |
62 |
62 |
29 |
Kabinet Gouverneur Curaçao |
2.758 |
2.758 |
200 |
3.008 |
3.008 |
186 |
250 |
250 |
– 14 |
Kabinet Gouverneur St. Maarten |
1.980 |
1.980 |
50 |
2.472 |
2.472 |
135 |
492 |
492 |
85 |
Kiesraad |
2.295 |
2.295 |
0 |
2.526 |
2.393 |
0 |
231 |
98 |
0 |
Niet beleidsartikelen |
|||||||||
Nominaal en onvoorzien |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Activa |
31-12-2018 |
31-12-2017 |
Passiva |
31-12-2018 |
31-12-2017 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Intra-comptabele posten |
||||||||
1) |
Uitgaven ten laste van de begroting |
124.482 |
113.074 |
2) |
Ontvangsten ten gunste van de begroting |
6.398 |
6.317 |
|
3) |
Liquide middelen |
490 |
595 |
|||||
4) |
Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding |
0 |
0 |
4a) |
Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding |
116.385 |
105.635 |
|
5a) |
Rekening-courant RHB begrotingsreserves |
0 |
0 |
5) |
Begrotingsreserves |
0 |
0 |
|
6) |
Vorderingen buiten begrotingsverband |
368 |
871 |
7) |
Schulden buiten Begrotingsverband |
2.557 |
2.588 |
|
8) |
Kas-transverschillen |
0 |
0 |
|||||
Subtotaal intra-comptabel |
125.340 |
114.540 |
Subtotaal intra-comptabel |
125.340 |
114.540 |
|||
Extra-comptabele posten |
||||||||
9) |
Openstaande rechten |
0 |
0 |
9a) |
Tegenrekening openstaande rechten |
0 |
0 |
|
10) |
Vorderingen |
638 |
137 |
10a) |
Tegenrekening vorderingen |
638 |
137 |
|
11a) |
Tegenrekening schulden |
0 |
0 |
11) |
Schulden |
0 |
0 |
|
12) |
Voorschotten |
1.350 |
1.404 |
12a) |
Tegenrekening voorschotten |
1.350 |
1.404 |
|
13a) |
Tegenrekening garantieverplichtingen |
0 |
0 |
13) |
Garantieverplichtingen |
0 |
0 |
|
14a) |
Tegenrekening andere verplichtingen |
8.749 |
4.786 |
14) |
Andere verplichtingen |
8.749 |
4.786 |
|
15) |
Deelnemingen |
0 |
0 |
15a) |
Tegenrekening deelnemingen |
0 |
0 |
|
Subtotaal extra-comptabel |
10.737 |
6.327 |
Subtotaal extra-comptabel |
10.737 |
6.327 |
|||
Overall Totaal |
136.077 |
120.867 |
Overall Totaal |
136.077 |
120.867 |
TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2018 (IIB)
Waardesprong 01-01-2018
Er heeft een waardesprong plaatsgevonden op 01-01-2018 door de invlechting van de Kiesraad vanuit Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) naar de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB). De waardesprong betreft een bedrag van € 418 (x 1.000) op balanspost 14 Andere verplichtingen en is verwerkt in deze saldibalans.
Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten
Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2018 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
Ad 3. Liquide middelen
De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders.
Het totaalbedrag is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €) |
|
---|---|
Raad van State |
6.891 |
Algemene Rekenkamer |
1.492 |
Nationale ombudsman |
435 |
Kanselarij der Nederlandse Orden |
567 |
Kabinet van de Gouverneur van Aruba |
260.568 |
Kabinet van de Gouverneur van Curaçao |
46.139 |
Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten |
173.887 |
Totaal |
489.979 |
Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform rekening-courant afschriften en het saldobiljet. De volgende rekening-courantverhouding is opgenomen in de balans:
(Bedragen in €) |
|
---|---|
a) Rekening-courant Financiën/Rijkshoofdboekhouding (RHB) |
116.384.970 |
Totaal |
116.384.970 |
Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband
Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €) |
||
---|---|---|
a) |
Vorderingen kasbeheerders: |
|
Raad van State |
111.728 |
|
Algemene Rekenkamer |
28.092 |
|
Nationale ombudsman |
26.974 |
|
Kabinet van de Gouverneur van Aruba |
28.305 |
|
Kabinet van de Gouverneur van Curaçao |
66.952 |
|
Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten |
84.235 |
|
b) |
Overige intra-comptabele vorderingen |
21.041 |
Totaal |
367.327 |
Ad a) Vorderingen kasbeheerders
De vorderingen van de Raad van State hebben voornamelijk betrekking op detacheringen (€ 49.938) en nog af te wikkelen vergoedingen SchadebewaringsZaken (€ 47.535).
De vorderingen van de Algemene Rekenkamer hebben grotendeels betrekking op vorderingen op het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de aangiften loonbelasting (€ 12.382), alsmede vorderingen in het kader van de levensloopregeling (€ 8.004).
De vorderingen van de Nationale ombudsman betreffen levensloop van personeel.
De vorderingen van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba betreffen voornamelijk verstrekte voorschotten aan eigen personeel.
De vorderingen van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao bestaat uit een tussenrekening bankafschrijvingen (€ 56.096) en diverse debiteuren (€ 10.856).
De vorderingen van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten betreffen voornamelijk paspoortgelden en paspoortleges (€ 79.495).
Ad b) Overige intra-comptabele vorderingen
De overige posten bestaan voornamelijk uit vorderingen op eigen personeel (€ 20.329).
Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband
Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €) |
||
---|---|---|
a) |
Schulden kasbeheerders: |
|
Raad van State |
232.009 |
|
Algemene Rekenkamer |
4.019 |
|
Nationale ombudsman |
26.202 |
|
Kabinet van de Gouverneur van Aruba |
50.720 |
|
Kabinet van de Gouverneur van Curaçao |
284.567 |
|
Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten |
65.113 |
|
b) |
Overige intra-comptabele schulden |
1.893.793 |
Totaal |
2.556.423 |
Ad a) Schulden kasbeheerders
De schuld van de Raad van State bestaat voornamelijk de permanente bevoorschotting van griffierechten (€ 181.958) en een aantal posten in onderzoek (€ 49.304).
De schuld van de Algemene Rekenkamer betreft voornamelijk een nog af te wikkelen post betreffende een overplaatsing.
De vorderingen van de Nationale ombudsman betreffen levensloop van personeel.
De schuld van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba bestaat grotendeels uit te betalen paspoortgelden, nooddocumenten en naturalisatiegelden (€ 38.148). Het overige bedrag bestaat uit stortingen van restant gelden Stichtingen.
De schuld van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao bestaat uit diverse crediteuren.
De schuld van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten bestaat uit af te dragen naturalisatiegelden en paspoortgelden.
Ad b) Overige intra-comptabele schulden
De overige posten bestaan onder andere uit nog af te dragen loonheffing en sociale premies (€ 1.365.626) en een schuld aan Binnenlandse Zaken (VII) (€ 508.702).
Ad 10. Vorderingen
Ad 10a. Tegenrekening vorderingen
Het totaalbedrag is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €) |
|
---|---|
Vorderingen kasbeheerders: |
|
Algemene Rekenkamer |
605.687 |
Nationale ombudsman |
22.437 |
Overige vorderingen |
8.937 |
Totaal |
637.061 |
Het saldo van de Algemene Rekenkamer bestaat uit door te berekenen loonkosten in verband met detacheringen.
De vorderingen van de Nationale ombudsman bestaan uit vergoedingen aan decentrale overheden.
De overige vorderingen betreffen vergoedingen Kiesraad.
Ad 12. Voorschotten
Ad 12a. Tegenrekening voorschotten
Het saldo van de openstaande voorschotten per 31 december 2018 is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €) |
|
---|---|
Voorschotten kasbeheerders: |
|
Raad van State |
155.051 |
Algemene Rekenkamer |
204.338 |
Nationale ombudsman |
767.713 |
Kanselarij der Nederlandse Orden |
215.906 |
Overige voorschotten |
6.063 |
Totaal |
1.349.071 |
De voorschotten van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman en de Kanselarij der Nederlandse Orden bestaan voornamelijk uit aan APG Service Partners (voorheen Loyalis) verstrekte voorschotten vanaf 2016. Deze worden afgerekend na ontvangst van een goedkeurende accountantsverklaring.
De overige voorschotten betreffen reiskosten personeel.
Het saldo van de in 2018 afgerekende voorschotten is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €) |
|
---|---|
Afgerekende voorschotten kasbeheerders: |
|
Raad van State |
155.336 |
Algemene Rekenkamer |
28.361 |
Nationale ombudsman |
585.355 |
Kanselarij der Nederlandse Orden |
44.470 |
Totaal |
813.522 |
Ad 14. Andere verplichtingen
Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen
De stand van de openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €) |
||
---|---|---|
Verplichtingen per 01-01-2018 |
4.788.931 |
|
Correctie beginstand Algemene Rekenkamer |
180.343 |
|
Waardesprong Kiesraad per 01-01-2018 |
417.800 |
+/+ |
Gecorrigeerde stand per 01-01-2018 |
5.387.074 |
|
Aangegane verplichtingen |
127.842.549 |
+/+ |
133.229.623 |
||
Tot betaling gekomen in 2018 |
124.481.592 |
|
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerder begrotingsjaren |
0 |
–/– |
Openstaande verplichtingen |
8.748.031 |
Op www.topinkomens.nl (http://www.topinkomens.nl) vindt u het geldend normenkader voor 2018: de Wet normering topinkomens (WNT), het Uitvoeringsbesluit WNT, de Uitvoeringsregeling WNT, Beleidsregels WNT, QenA's en een overzicht van de geldende bezoldigingsmaxima. Tevens is er een verantwoordingsmodel opgenomen, waarin gedetailleerd is uitgewerkt op welke wijze de WNT-verantwoording kan worden opgesteld en ingevuld.
De geldende wet- en regelgeving is leidend.
De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen – al dan niet fictieve – dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstbetrekking echter vallen buiten de reikwijdte van de wet.
Voor de Hoge Colleges van Staat heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigingsmaximum bedraagt in 2018 € 189.000.
Nieuw in 2018 is het vervallen van het begrip gewezen topfunctionaris en de inwerkingtreding van de anticumulatiebepaling, die bepaalt dat indien een topfunctionaris met verschillende WNT-instellingen een dienstbetrekking aangaat als topfunctionaris, niet zijnde een toezichthoudende topfunctionaris, de som van de bezoldigingen niet meer mag bedragen dan het algemeen bezoldigingsmaximum (€ 189.000).
Naam instelling |
Naam topfunctionaris |
Functie |
Datum aanvang dienstverband (indien van toepassing) |
Datum einde dienstverband (indien van toepassing) |
Omvang dienstverband in fte (+ tussen haakjes omvang in 2017) |
Op externe inhuurbasis (nee; ≤ 12 kalendermnd; > 12 kalendermnd) |
Beloning plus onkostenvergoedingen (belast) (+ tussen haakjes bedrag in 2017) |
Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (+ tussen haakjes bedrag in 2017) |
Totale bezoldiging in 2018 (+ tussen haakjes bedrag in 2017) |
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum |
Motivering (indien overschrijding) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Algemene Rekenkamer |
Dhr. C. van der Werf |
Secretaris |
1 (1) |
nee |
137.185 (27.782) |
18.383 (4.223) |
155.568 (32.005) |
189.000 |
|||
Kanselarij der Nederlandse Orden |
Mevr. M.A.K. van Grieken |
Directeur |
0,94 (0,94) |
nee |
108.479 (116.045) |
17.190 (15.999) |
125.669 (132.044) |
178.500 |
|||
Kiesraad |
Dhr. M. Bakker |
Secretaris-directeur |
1 (1) |
nee |
113.953 (110.347) |
17.893 (16.611) |
131.846 (126.958) |
189.000 |
|||
Kiesraad |
Dhr. J.G.C. Wiebenga |
Voorzitter |
0,3 (0,3) |
nee |
24.731 (34.362) |
24.731 (34.362) |
56.700 |
||||
Kiesraad |
Dhr. R.B. Andeweg |
Lid |
0,05 (0,05) |
nee |
4.397 (5.084) |
4.397 (5.084) |
9.450 |
||||
Kiesraad |
Mevr. G.M.M. Blokdijk |
Lid |
1-10-2018 |
0,06 (0,05) |
nee |
5.929 (4.428) |
5.929 (4.428) |
8.482 |
|||
Kiesraad |
Mevr. J.E. van den Brink |
Lid |
0,05 (0,03) |
nee |
4.161 (3.454) |
4.161 (3.454) |
9.450 |
||||
Kiesraad |
Dhr. P. Castenmiller |
Lid |
0,05 (0,05) |
nee |
4.397 (4.397) |
4.397 (4.397) |
9.450 |
||||
Kiesraad |
Dhr. R. Nehmelman |
Lid |
1-10-2018 |
0,06 (0,05) |
nee |
4.907 (4.632) |
4.907 (4.632) |
8.482 |
|||
Kiesraad |
Dhr. R.J. Prins |
Lid |
1-10-2018 |
0,05 |
nee |
1.099 |
1.099 |
2.382 |
|||
Kiesraad |
Mevr. H.E. Reukema-Gevers |
Lid |
1-10-2018 |
0,05 |
nee |
1.132 |
1.132 |
2.382 |
|||
Kiesraad |
Dhr. W.M.B. Stoker |
Lid |
1-10-2018 |
0,06 (0,05) |
nee |
4.152 (5.200) |
4.152 (5.200) |
8.482 |
|||
Nationale ombudsman |
Mevr. H. van Essen |
Directeur |
8-11-2018 |
1 |
nee |
15.279 |
2.637 |
17.916 |
27.962 |
||
Nationale ombudsman |
Dhr. P. Tunnisen1 |
Directeur |
8-11-2018 |
0,78 (0,72) |
nee |
84.422 (86.736) |
12.061 (12.201) |
96.483 (98.937) |
125.252 |
||
Raad van State |
Dhr. R.K. Visser |
Secretaris |
1 (1) |
nee |
163.111 (160.786) |
19.241 (17.892) |
182.352 (178.678) |
189.000 |
de heer Tunnisen is niet uit dienst, maar niet meer als topfunctionaris werkzaam per 8-11-2018.
Naast de hierboven vermelde functionarissen zijn er geen andere functionarissen die in 2018 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2018 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd. Er zijn geen functies als leidinggevend topfunctionaris bij andere instellingen(en) die op grond van de WNT gemeld en openbaar gemaakt moeten worden.
Naam van het ZBO of RWT |
(1) Vastgestelde begroting |
(2) Realisatie 2018 |
(3) = (2) – (1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting |
(4) Realisatie 2017 |
Bijzonderheden (Ja/Nee) |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Kiesraad |
Nee |
|||||
Totale uitgaven |
2.295 |
2.392 |
97 |
2.238 |
||
Totale ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Saldo uitgaven en ontvangsten |
2.295 |
2.392 |
97 |
2.238 |