Kamerstuk 35200-IIA-1

Jaarverslag Staten-Generaal 2018

Dossier: Jaarverslag en slotwet Staten-Generaal 2018

Gepubliceerd: 15 mei 2019
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35200-IIA-1.html
ID: 35200-IIA-1

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN DE STATEN-GENERAAL (IIA)

Aangeboden 15 mei 2019

Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.) Totaal € 153.855.000,–

Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.) Totaal € 153.855.000,–

Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.) Totaal € 3.958.000,–

Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.) Totaal € 3.958.000,–

Inhoudsopgave

A.

ALGEMEEN

4

 

1.

Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

4

 

2.

Leeswijzer

6

       

B.

BELEIDSVERSLAG

8

 

3.

Beleidsartikelen

8

   

Artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer

8

   

Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement

12

   

Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer

15

   

Artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

21

 

4.

Niet-beleidsartikel

23

   

Artikel 10. Nominaal en onvoorzien

23

 

5.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

24

       

C.

JAARREKENING

28

 

6.

Verantwoordingsstaat

28

 

7.

Saldibalans

29

 

8.

WNT verantwoording 2018 – Staten-Generaal

33

A. ALGEMEEN

1. AANBIEDING JAARVERSLAG EN VERZOEK TOT DECHARGEVERLENING

AAN de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik het jaarverslag van de begroting van de Staten-Generaal (IIA) over het jaar 2018 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2018 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport op. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Rekenkamer over:

  • a. het gevoerde financieel beheer en materieel beheer;

  • b. de bijgehouden administraties van het Rijk;

  • c. de financiële informatie in het jaarverslag;

  • d. de betrokken saldibalans;

  • e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

  • f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2018;

  • b. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2018 opgenomen rijksrekening van uitgaven en geraamde ontvangsten over 2018, alsmede over de saldibalans over 2018 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. LEESWIJZER

Algemeen

Voor u ligt het jaarverslag 2018 van de Staten-Generaal.

Het jaarverslag 2018 is als volgt opgebouwd:

  • A. een algemeen deel met de dechargeverlening;

  • B. het beleidsverslag met de artikelen en de Bedrijfsvoeringsparagraaf;

  • C. de jaarrekening met de verantwoordingsstaat; de saldibalans en de WNT-verantwoording 2018.

De begroting van de Staten-Generaal heeft geen apart centraal apparaatsartikel. Bij de toelichting onder de tabel budgettaire gevolgen van beleid is een uitsplitsing opgenomen van de apparaatsuitgaven.

Groeiparagraaf

Er zijn dit jaar geen nieuwe ontwikkelingen voor de groeiparagraaf te melden.

Focusonderwerp

De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording 2018 een focusonderwerp aangewezen: «de onderbouwing van de ramingen van inkomsten en uitgaven». Het focusonderwerp is onderdeel van het Financieel Jaarverslag van het Rijk (FJR). Dit focusonderwerp is niet relevant voor de Staten-Generaal.

Overgangsrecht Comptabiliteitswet

Op grond van het overgangsrecht in artikel 10.2 van de Comptabiliteitswet 2016 blijven voor de presentatie en inrichting van de jaarverslagen en slotwetten over 2018 de bepalingen uit de Comptabiliteitswet 2001 en de daarop berustende bepalingen van toepassing zoals deze golden voor de inwerkingtreding van de Comptabiliteitswet 2016 per 1 januari 2018. Voor de dechargeverlening inzake het jaar 2018 over het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer zijn de bepalingen van de Comptabiliteitswet 2016 en de daarop gebaseerde regelgeving van toepassing. Dit is conform de brief aan het parlement over het overgangsrecht in de Comptabiliteitswet 2016 (Vergaderjaar 2018–2019, 34 426, nr. 33). Om die reden moet telkens bij de verwijzingen naar de bepalingen van de Comptabiliteitswet worden gelezen de artikelen van de Comptabiliteitswet 2001 voor de presentatie en inrichting en voor de begrotingsuitvoering de artikelen van de Comptabiliteitswet 2016 conform de transponeringstabel bij de Comptabiliteitswet 2016, Stb. 2017, 139.

Art. in CW 2016

Art. in CW 2001

3.2 – 3.4

19, eerste lid; 21, eerste en tweede lid

3.5

22, eerste lid; 26, eerste lid

3.8

58, eerste lid, onderdeel a, en derde lid; 61, derde lid

3.9

58, eerste lid, onderdeel b en c

2.37

60, tweede en derde lid; 63, eerste en vierde lid

2.35

61, tweede tot en met vierde lid

2.40

64

7.12

82, eerste lid; 83, eerste lid

7.14

82, vijfde lid; 83, tweede tot en met vierde lid

Beleidsverslag

Beleidsartikelen

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

  • A. Algemene doelstelling

  • B. Rol en verantwoordelijkheid

  • C. Beleidsconclusies

  • D. Budgettaire gevolgen van beleid

  • E. Toelichting op de financiële instrumenten

Budgettaire gevolgen van beleid

In de toelichting op de artikelonderdelen wordt een toelichting gegeven bij verschillen tussen de vastgestelde begroting 2018 en de realisatie 2018.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

De Bedrijfsvoeringsparagraaf is onder een aparte paragraaf opgenomen.

B. BELEIDSVERSLAG

3. BELEIDSARTIKELEN

Artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer

A Algemene doelstelling

De Eerste Kamer vormt samen met de Tweede Kamer de Staten-Generaal. De voorzitter van de Eerste Kamer is tevens voorzitter van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal.

De kerntaken van de Eerste Kamer liggen in het, als sluitstuk van de wetgevingsketen, toetsen van voorgenomen wetgeving en het controleren van de regering. De Eerste Kamer besteedt daarbij bijzondere aandacht aan de beoordeling van de wetgevingskwaliteit. Voorts heeft de Eerste Kamer taken op het terrein van de Europese wetgeving en het Europese beleid. Deze zijn door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in omvang en intensiteit toegenomen.

De algemene doelstellingen van de Eerste Kamer liggen op het terrein van een adequate wetgeving en controle, hetgeen verder is te operationaliseren naar een adequate toetsing van de kwaliteit van wet- en regelgeving, een adequate controle van het regeringsbeleid, transparantie over de taken en de uitvoering daarvan, en toereikende voorzieningen in een effectieve en efficiënte organisatie.

Voorts participeert de Eerste Kamer in het kader van internationale samenwerking en parlementaire diplomatie in parlementaire assemblees van internationale organisaties en onderhoudt zij contacten met parlementen en regeringen van andere staten.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

De Eerste Kamer vormt de voorlaatste schakel in de keten van het wetgevingsproces. Mede-actoren in het proces zijn, voorafgaand aan de bekrachtiging van een aanvaard wetsvoorstel door het Staatshoofd, respectievelijk de ministerraad, de Raad van State en de Tweede Kamer. De controle op het regeringsbeleid voltrekt zich in interactie met de regering. Uit hoofde van het Verdrag van Lissabon is de Eerste Kamer betrokken bij de voorbereiding van Europese wetgevings- en beleidsvoorstellen. De taken van de Eerste- en Tweede Kamer op dit terrein zijn gelijk. Binnen de nationale context voert de Eerste Kamer overleg met de regering over de regeringsinzet bij de voorbereiding van Europese wetgeving.

C Beleidsconclusies

In 2018 heeft de Eerste Kamer, naast de reguliere werkzaamheden een aantal bijzondere aandachtspunten:

Ontvlechting ICT-organisatie van de Tweede Kamer

In jaar 2017 is een begin gemaakt met de loskoppeling van de Dienst Automatisering (DA) van de Tweede Kamer. Vanaf 2018 wordt de automatisering, op een paar parlementaire kritische zaken, zelf door de Eerste Kamer gedaan.

Implementatie dienstverlening aan Leden en griffie door P-Direkt

Vanaf 1 januari 2019 is de salaris- en verlof- en personeelsadministratie overgegaan naar P-Direkt. Voorheen deed de Eerste Kamer deze werkzaamheden geheel zelfstandig, in samenwerking met de Tweede Kamer. In P-Direkt wordt zeer veel door de medewerkers zelf gedaan, zoals verlof, diverse aanvragen o.a. (compensatie)verlof, IKAP, overige kosten etc.

Voorbereiding renovatie en tijdelijke huisvesting gedeelte Eerste Kamer

Tijdens de renovatie van het Binnenhof, vooralsnog voorzien in 2020 – zal de Eerste Kamer verhuizen naar het pand Lange Voorhout 34–36 / Kazernestraat. De Eerste Kamer heeft in 2018 een begin gemaakt met het inrichten van dit project. Rijksvastgoedbedrijf coördineert de renovatie. In 2018 is onder andere de tijdelijke huisvesting bezocht, zijn de wensen kenbaar gemaakt bij het RVB en is een vlekkenplan gemaakt ten behoeve van de medewerkers in de nieuwe locatie.

Implementatie aanbevelingen tijdelijke commissie werkwijze Eerste Kamer

De Tijdelijke Commissie Werkwijze Eerste Kamer heeft een rapport gepubliceerd met een aantal aanbevelingen over de eigen (interne) werkwijze, die in 2018 zijn geïmplementeerd. Dit heeft geresulteerd in meer verantwoordelijkheden bij medewerkers en herstructurering van de organisatie.

Organisatieontwikkeling

In samenhang met de voorbereiding renovatie en tijdelijke huisvesting van het gedeelte Eerste Kamer is besloten dat een lid van het MT zich primair gaat richten op de tijdelijke huisvesting en de renovatie.

D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 1 Wetgeving en controle Eerste Kamer (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Art.nr.

Verplichtingen:

9.915

11.047

11.732

11.711

14.424

12.212

2.212

                 
 

Uitgaven:

9.938

11.017

11.771

10.889

12.707

12.212

495

                 

1.1

Apparaat Eerste Kamer

6.528

7.086

8.317

7.363

9.035

8.438

597

                 

1.2

Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer

3.346

3.368

3.360

3.439

3.590

3.700

– 110

                 

1.3

Verenigde vergadering

64

563

94

87

82

74

8

                 
 

Ontvangsten:

101

213

198

169

193

140

53

E Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)

Apparaat

2018

   

Personeel

 

Eigen personeel

4.379

Externe inhuur

114

Overig personeel

140

   

Materieel

4.402

Overig (Leden EK)

3.590

Overig (Prinsjesdag)

82

Totaal apparaat

12.707

1.1 Apparaat Eerste Kamer

De Eerste Kamer stelt zich op het standpunt dat het zich als zelfstandige begrotingsautoriteit en de eerder op dat vlak tussen regering en Kamer gemaakte afspraken, niet gebonden acht aan een van regeringswege voor de Kamer vastgestelde taakstelling, maar zorgvuldig zal ramen, rekening houdend met de toestand van ’s Rijks financiën.

Personeel

In 2018 heeft er geen personeelsuitbreiding plaatsgevonden. De Overige personeelsuitgaven lagen ongeveer in lijn der verwachtingen.

Materieel

In 2018 is minder uitgegeven dan begroot. Dit komt onder andere door minder vergoedingen voor reis- en verblijfkosten buitenland, minder representatiekosten, minder publiciteitskosten, zoals websitekosten en relatiegeschenken en minder kosten voor Parlementaire documenten.

Beheer gebouwen

De renovatie en verhuizing, om de verbouwing ordentelijk te kunnen laten verlopen, is voorzien voor 2020. Hiervoor zijn in 2018 diverse voorbereidende werkzaamheden getroffen, Het betreft onder andere het bezoeken van de tijdelijke huisvesting, de wensen kenbaar maken bij het RVB en het maken van een vlekkenplan ten behoeve van de medewerkers in de nieuwe locatie

1.2 Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer

Ongeveer gelijk aan wat was begroot.

1.3 Verenigde vergadering

Deze post is lager dan begroot, in verband met nog te ontvangen facturen.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten zijn in 2018 o.a. beïnvloed door Restaurant Eerste Kamer, Fractie terugbetalingen en verkoop iPad's en telefoons. Tevens is er een medewerker voor 15 uur per week gedetacheerd bij BZK/Rijksvastgoedbedrijf.

Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement

A Algemene doelstelling

Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de Tweede Kamer, alsmede hun nagelaten betrekkingen, evenals de schadeloosstelling aan de Nederlandse leden van het Europees Parlement geraamd.

Zorgdragen voor uitbetalingen i.v.m. wettelijke regelingen

De Tweede Kamer draagt ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer (Stb. 1997, 250), de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Stb. 1969, 594) en de Wet schadeloosstelling leden Europees Parlement (Stb. 1979, 379) zorg voor de uitgaven uit hoofde van:

  • schadeloosstelling leden Tweede Kamer (artikel 2.1);

  • reis- en overige kostenvergoedingen leden Tweede Kamer (artikel 2.1);

  • wachtgelden oud-leden Tweede Kamer (artikel 2.2);

  • pensioenen oud-leden en hun nabestaanden (artikel 2.2);

  • schadeloosstelling Nederlandse leden van het Europees Parlement (die niet door het Europees Parlement betaald worden) (artikel 2.3).

Aan deze activiteiten zijn de volgende kengetallen (aantallen gerechtigden) verbonden.

Tabel: Aantallen deelgerechtigden pensioenen en wachtgelden oud-leden
 

2014

2015

2016

2017

2018

Pensioenen oud-leden

455

460

455

448

442

Wachtgelden oud-leden

55

36

15

69

62

Totaal

510

496

470

517

504

Tabel: Gemiddelde uitgaven per Kamerzetel
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2.1 schadeloosstelling

18.700

18.801

19.304

22.583

22.180

23.461

gemiddeld per lid TK

125

125

129

152

148

156

2.2 pensioenen en wachtgelden

10.999

8.859

8.775

8.606

11.296

10.943

– totaal 1 en 2

26.699

27.660

28.079

31.189

33.476

34.404

gemiddeld per lid TK

198

184

187

208

223

229

2.3 schadeloosstelling leden Europarlement

191

144

99

103

103

117

Gemiddeld per lid EP

96

96

99

103

103

117

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C Beleidsconclusies

Er zijn in 2018 geen beleidswijzigingen geweest.

D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 2 Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Art.nr.

Verplichtingen:

27.804

28.227

31.243

33.580

34.521

31.346

3.175

                 
 

Uitgaven:

27.804

28.178

31.292

33.580

34.521

31.346

3.175

                 

2.1

Schadeloosstelling

18.801

19.304

22.583

22.181

23.461

20.438

3.023

                 

2.2

Pensioenen en wachtgelden

8.859

8.775

8.606

11.296

10.943

10.802

141

                 

2.3

Schadeloosstelling Europarlementariërs incl. tegemoetkoming ziektekosten

144

99

103

103

117

106

11

                 
 

Ontvangsten:

34

51

33

25

14

86

– 72

E Toelichting op de financiële instrumenten

Vanaf de verkiezingen voor het Europees Parlement in mei 2014 worden er geen Europarlementariërs meer betaald door de Tweede Kamer, met uitzondering van één herkozen lid. Deze blijft tot de volgende Europese Verkiezingen (mei 2019) op de begroting van de Tweede Kamer drukken, tenzij dit lid wederom herkozen wordt.

Uitgaven

In de loop van 2018 heeft een ophoging van de begroting plaatsgevonden als gevolg van compensatie voor gestegen lonen en prijzen (loon- en prijsbijstelling 2018). Het opgenomen verschil betreft het verschil tussen de vastgestelde begroting en de uitgaven per ultimo december.

2.1 Schadeloosstelling

Op dit artikel is sprake van een overschrijding van € 3,02 mln. als gevolg van een eindheffing in 2018 over het jaar 2017 voor de werkkostenregeling.

2.2 Pensioenen en wachtgelden

De vastgestelde begroting bedraagt € 10,80 mln., de bijgestelde begroting € 11,05 mln.

De realisatie bedraagt € 10,94 mln. Dit betreft de uitgaven aan:

pensioenen (442 oud-leden; € 6,27 mln.);

wachtgelden (62 oud-leden; € 3,84 mln.);

outplacementregelingen (€ 0,49 mln.);

apparaatskosten van de uitvoeringsinstantie (€ 0,34 mln.).

2.3 Schadeloosstelling Europarlementariërs

Op dit moment wordt de schadeloosstelling van één Europarlementariër verantwoord op dit artikel. De uitgaven bedragen € 0,12 mln.

Ontvangsten

De ontvangsten hebben betrekking op de verrekening van neveninkomsten van de leden. De raming betreft € 0,086 mln., de ontvangsten € 0,014 mln. In het verleden werden hier ook de ontvangen pensioenpremies van de leden verantwoord. Nadat deze premie in mindering van bezwaar werd geboekt op de uitgaven in plaats van verantwoording bij de ontvangsten is het ramingstotaal niet bijgesteld. Dit verklaart het niet behalen van de geraamde ontvangsten.

Artikel 3: Wetgeving en controle Tweede Kamer

A Algemene doelstelling

Als volksvertegenwoordiging heeft de Tweede Kamer twee hoofdtaken: controle van de regering en (mede)wetgeving. Deze taken vloeien voort uit de grondwetsartikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetgeving), 105 (begrotingen), 137 en 138 (grondwetgeving) en enkele andere (grond)wetsartikelen.

De ambtelijke diensten

De ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer heeft als missie het ondersteunen van het constitutioneel proces. Dit wil zij verder versterken door middel van het bieden van een politiek neutrale, adequate en innovatieve ondersteuning van de Kamerleden in alle facetten van hun werk als volksvertegenwoordiger. De politieke prioriteiten, zoals door de Kamer bepaald, zijn daarbij leidend.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C Beleidsconclusies

Transparantie Kamerwerk

De Kamer ontvangt dagelijks een groot aantal scholieren om tekst en uitleg te geven aan de werkwijze van de Kamer. Dit om invulling te geven aan het kabinetsbesluit om alle scholieren minstens één keer een bezoek aan de Kamer te laten brengen. Daarnaast organiseert de Kamer diverse activiteiten om burgers én scholieren kennis te laten maken met de werkwijze van de Kamer.

Activiteit

2017

2018

Open Monumentendag

3.000

4.000

Museumnacht Kids

2.000

1.500

Museumnacht

2.000

1.500

5 mei

2.500

2.500

Openstelling kerstreces

3.600

Aandachtspunt informatiepositie Kamer

Op 1 september 2017 is de nieuwe werkwijze formeel ingevoerd. De vaste Kamercommissies hebben de beschikking over een staf die multidisciplinair is samengesteld en opereert volgens de principes integraal, herkenbaar en nabij. Ter ondersteuning van de commissies en de individuele Kamerleden zijn tevens de Dienst Analyse en Onderzoek en de Dienst Informatie en Archief opgericht. De ondersteuning van de Kamercommissies heeft in 2018 onder andere een aantal professionaliseringbijeenkomsten georganiseerd.

Om de rol van de commissies en commissievoorzitters te versterken, is in december 2016 de quick scan naar het verbeteren van de facilitering van de commissievoorzitters uitgevoerd. De scan ging onder andere in op aspecten als scholing, zichtbaarheid en bevoegdheden. De maatregelen zijn voor een groot deel geïmplementeerd. Voorbeelden hiervan zijn het educatieprogramma, filmpjes van commissievoorzitters op de website van de betreffende commissie en de taakomschrijving van commissievoorzitters is in het RvO opgenomen. Ook is een speciale masterclass verzorgd voor commissievoorzitters over hun taken, bevoegdheden en positie in december 2017.

In januari 2018 is artikel 26 van het Reglement van Orde toegevoegd. De commissievoorzitter is verantwoordelijk voor het opstellen van een jaarplan en het evalueren van de uitvoering daarvan. Alle commissies hebben in 2018 een jaarplan opgesteld en hebben een begin gemaakt met de uitvoering daarvan. In het najaar 2018 zijn de voorbereidingen voor het updaten van deze jaarplannen ten behoeve van de kennisagenda’s van de Kamercommissie door alle commissies ter hand genomen.

In 2018 heeft een pilot plaatsgevonden met een andere opstelling in de Troelstrazaal. Het eindrapport hiervan is op 18 september 2018 vastgesteld.

Eind 2018 is een onderzoek uitgevoerd naar de eerste ervaringen met de nieuwe werkwijze van (de ondersteuning van) de Kamercommissies. De resultaten van dit onderzoek worden begin 2019 verwacht.

Aandachtspunt Programma Tijdelijke Huisvesting en Renovatie Binnenhof

Het doel is om een gebruiksklare en toekomst vaste huisvesting van de Tweede Kamer aan het Binnenhof te realiseren met alle daarbij behorende systemen. Hiermee worden de maximale ruimtelijke condities geschapen voor het parlementaire proces en de gebruikers tot tevredenheid daar gedurende lange tijd hun werkzaamheden kunnen ontplooien. Dezelfde eisen gelden voor de tijdelijke huisvesting gedurende de afwezigheid van het Binnenhof.

Het programma Tijdelijke Huisvesting en Renovatie Binnenhof heeft in 2018 belangrijke stappen gezet in de technische vooruitgang. Het technisch ontwerp van de Tijdelijke Huisvesting is voor 100% gerealiseerd en voor de Renovatie Binnenhof is het voorlopig ontwerp 90% gereed. Het gebouw voor de tijdelijke huisvesting gelegen op de Bezuidenhoutseweg 67, is in 2018 leeggeruimd. De benodigde bouwwerkzaamheden vinden daar nu plaats. De functionaliteit zal zo veel mogelijk gelijk zijn aan die van de huisvesting op het Binnenhof. Waar dit niet mogelijk is worden passende maatregelen getroffen.

Tevens zijn er in 2018 belangrijke stappen gezet met de personele vulling van het Programmabureau. Het programmabureau is per eind december 2018 grotendeels bemenst.

Om aan te sluiten bij het (toenemende) belang dat de maatschappij aan audiovisuele communicatie hecht, zijn de audiovisuele faciliteiten verder doorontwikkeld. Voor de website www.tweedekamer.nl geldt dat de nieuwe vormgeving is doorgevoerd. Daarbij zijn ook enkele structuurwijzigingen die de toegankelijkheid vergroten, meegenomen. Verder is het project Debat Direct voor Kamerleden succesvol afgerond.

Door de inzet van de mobiele regieset, in combinatie met de inhuur van een regisseur, kan invulling worden gegeven aan de mogelijkheid om bij het uitzenden en streamen van de debatten in de commissiezaken over te gaan van robotregie naar mobiele regie.

De primaire focus lag, ook in 2018 op een verdere versterking van de informatiepositie van de Kamer en het zichtbaar en inzichtelijk maken van het Kamerwerk. Daarnaast is bij het aantreden van een nieuw kabinet en een nieuwe Kamer gezorgd voor extra aanvullende ondersteuning door onder andere het aanbieden van cursussen/masterclasses. Verder is voor de ondersteuning een «flexibele schil» toegevoegd bij de Griffie Commissies om in geval van piekbelasting tijdelijk extra capaciteit aan te kunnen trekken.

Daarnaast is de ontwikkeling van de ambtelijke organisatie naar een professionele en zakelijke dienstverlenende organisatie verder vormgegeven. De reorganisatietrajecten van de DAO, DIA, stafdienst Communicatie en stafdienst HR zijn afgerond. Voor de Beveiligingsdienst en de stafdienst FEZ is in 2018 een contourennota/globale beschrijving opgesteld. De organisatiewijzigingen die hieruit voortvloeien worden in 2019 gerealiseerd. De overige diensten zijn in 2018 gestart met een organisatiedoorlichting of gaan daarmee starten in 2019. De verwachting is dat in 2020 de gehele ambtelijke organisatie is gereorganiseerd dan wel op enig andere wijze aan de hand van een evaluatie en doorlichting is veranderd.

Tenslotte is de veiligheid van de Kamer, zowel de fysieke veiligheid als de informatieveiligheid, een blijvend speerpunt. Dit thema is opgepakt met de aanstelling van een Chief Information Security Officer (CISO) en de doorlichting van de Beveiligingsdienst.

In 2018 heeft de Tweede Kamer een Chief Information Security Officer (CISO) aangesteld. De CISO is belast met het waarborgen van de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van de informatie binnen de Tweede Kamer. In 2018 is hard gewerkt aan de invoering van de maatregelen uit de Baseline Informatiebeveiliging Tweede Kamer, met name via realisering van een aantal grote projecten. Hiermee is de informatiebeveiliging van de Tweede Kamer aanzienlijk vergroot, met name als het gaat om de monitoring en bescherming van het fysieke netwerk en mobiele apparaten.

D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 3 Wetgeving en controle Tweede Kamer (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Art.nr.

Verplichtingen:

99.047

100.320

96.927

108.035

104.748

100.818

3.930

 

Waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

1.129

952

0

952

 

waarvan overig

     

106.906

103.796

100.818

2.978

                 
 

Uitgaven:

92.524

100.615

99.309

105.349

105.456

100.818

4.638

                 

3.1

Apparaat Tweede Kamer

61.759

68.292

68.639

68.177

73.756

67.548

6.208

                 

3.2

Onderzoeksbudget

719

180

160

164

192

2.226

– 2.034

                 

3.3

Drukwerk

1.768

1.512

1.528

1.525

1.209

1.803

– 594

                 

3.4

Fractiekosten

25.730

27.431

26.813

33.601

28.007

26.868

1.139

                 

3.5

Uitzending leden

333

298

187

131

316

435

– 119

                 

3.6

Parlementaire enquêtes

2.215

1.230

115

0

0

0

0

                 

3.7

Bijdrage ProDemos

0

1.672

1.867

1.751

1.976

1.938

38

                 
 

Ontvangsten:

4.385

5.845

5.001

3.669

3.751

3.966

– 215

E Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)

Apparaat

2018

   

Personeel

 

Eigen personeel

39.282

(ambtelijke) Detacheringen

1.235

Externe inhuur

3.068

Overige personele kosten (o.a. vorming en opleiding)

1.825

   

Materieel

 

Overig materieel

28.346

Totaal apparaat

73.756

3.1 Apparaat Tweede Kamer

De vastgestelde begroting van artikelonderdeel 3.1 bedraagt € 67.548.000, na suppletoire bijstellingen € 73.413.000. Ten opzichte van de suppletoire bijstellingen is sprake van een overschrijding van € 342.461; een overschrijding van afgerond 0,5%. De overschrijding kan worden verklaard door niet geraamde uitgaven die betrekking hebben op de voorbereiding van de verhuizing naar B67 (o.a. de inrichting en bemensing van het Programmabureau).

Roemernorm

In de motie-Roemer (Kamerstukken 32 360, nr. 5) worden de uitgaven binnen het Rijk aan niet-formatief personeel begrensd op 10% van de gezamenlijke uitgaven op alle artikelen voor formatief en niet-formatief personeel. Hoewel de motie-Roemer betrekking heeft op de departementale begrotingen is de Tweede Kamer van mening dat zij op dit gebied een voorbeeldfunctie heeft en zich daardoor ook aan deze norm gehouden voelt.

Concreet betekent dit dat de Tweede Kamer in een begrotingsjaar ongeveer € 4,0 mln. mag uitgeven aan niet-formatief personeel. In 2018 heeft de Tweede Kamer aan deze norm voldaan.

Bedragen x € 1.000,–

uitgaven aan formatief personeel

39.282

 

uitgaven aan detacheringen

1.235

 

totaal

40.516

A

Niet-formatief personeel

3.068

B

Roemernorm (B als % van A)

7,6

 

In 2017 is in totaal € 3,33 mln. uitgegeven aan externe inhuur. Het percentage volgens de Roemernorm in 2017 bedroeg 8,0.

3.2 Kennis en onderzoek

Met ingang van 2018 is een deel van de begroting van het artikelonderdeel «Kennis en onderzoek» verdeeld over 14 Kamercommissies. In de 2e helft van 2018 heeft een aantal van deze Kamercommissies een onderzoek opgestart. De uitgaven in 2018 zijn beperkt en zijn € 2,08 mln. minder dan begroot ten opzichte van de suppletoir bijgestelde begroting. Door de nieuwe werkwijze, de samenwerking tussen de Kamercommissies en de kenniscoördinatoren (kennismaking, procedures vaststellen, teambuilding e.d.), is het daadwerkelijk onderzoek pas later in 2018 op gang gekomen (mede door aanbestedingsprocedures) en heeft geresulteerd tot de genoemde onderuitputting.

3.3 Publicatie officiële documenten

Deze begrotingspost betreft de uitgaven voor de publicatie van de handelingen en Officiële publicaties op Overheid.nl. De uitgaven in 2018 zijn € 0,62 mln. lager dan begroot, omdat zowel de tarieven van de SDU als het aantal geproduceerde pagina’s lager zijn uitgevallen.

3.4 Fractiekosten

De fracties ontvangen op grond van de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer een vergoeding per Kamerzetel. De regeling kent bijzondere bepalingen met betrekking tot wijzigingen als gevolg van de uitslag bij verkiezingen. Nieuwe of gegroeide fracties ontvangen per direct een hogere bijdrage. Fracties die afnemen in omvang houden nog twaalf maanden de oude, hogere, bijdrage. De Tweede Kamerverkiezingen van maart 2017 hebben effect gehad op de uitgaven in het eerste kwartaal van 2018.

Er is hierdoor sprake van een overschrijding van € 0,48 mln.

3.5 Uitzending Leden

Er zijn in 2018 minder reizen gemaakt dan voorzien. Dit resulteert in een onderbenutting van € 0,13 mln.

3.7 Bijdrage aan ProDemos

Dit artikel is nagenoeg volledig uitgeput.

Ontvangsten

In 2018 is € 3,75 mln. ontvangen. De ontvangsten bestaan uit diverse posten. Zoals de omzet van het restaurantbedrijf, doorbelastingen aan derden en inhoudingen op lonen en salaris en ontvangsten voor zwangerschap- en bevallingsuitkeringen. De totale ontvangsten zijn € 0,22 mln. lager dan begroot. Het niet realiseren van de volledige raming heeft nog te maken met de «nieuwe» fractiekostenregeling uit 2014 waardoor er geen sprake meer is van afrekening met de fracties, waarbij in sommige situaties door de fracties – na afsluiting van het begrotingsjaar – werd teruggestort.

Artikel 4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

A Algemene doelstelling

Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer betreft de kosten van interparlementaire activiteiten.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C Beleidsconclusies

Voor wat betreft de uitvoering deden zich geen bijzonderheden voor.

D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Art.nr.

Verplichtingen:

1.589

944

1.070

1.098

1.090

1.479

– 389

                 
 

Uitgaven:

1.799

1.357

1.070

1.008

1.171

1.479

– 308

                 

4.3

Interparlementaire betrekkingen

1.799

1.357

1.070

1.008

1.171

1.479

– 308

                 
 

Ontvangsten:

0

0

0

0

0

23

– 23

E Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

4.3 Interparlementaire betrekkingen

Artikel 4 Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer kent één artikelonderdeel, namelijk «interparlementaire betrekkingen». Dit artikelonderdeel heeft een vijftal subcategorieën. Twee daarvan hebben betrekking op contributies aan internationale organisaties en één op de ontvangst van buitenlandse parlementaire delegaties en vertegenwoordigers van internationale organisaties. De twee overige categorieën betreffen reizen naar de Overzeese gebiedsdelen en het reizen naar internationale organisaties. De onderbenutting 2018 bevindt zich voor het overgrote deel op het onderdeel uitzending leden en ambtenaren van de Staten-Generaal naar internationale organisaties (€ 0,12 mln.) en voor een deel op de ontvangst van buitenlandse parlementaire delegaties (€ 0,11 mln.).

In onderstaand overzicht zijn in meerjarig perspectief (2014–2018) de uitgaven per artikelonderdeel binnen dit artikel als totaal en als gemiddelde per Kamerzetel opgenomen.

Gemiddelde uitgaven per Kamerzetel

2014

2015

2016

2017

2018

– apparaatskosten

61.759

68.292

68.639

68.177

73.756

– kennis en onderzoek

719

180

160

165

192

– publicatie officiële documenten

1.768

1.512

1.528

1.525

1.209

– fractiekosten

25.730

27.431

26.813

33.601

28.007

– uitzending leden

333

298

187

131

316

– enquêtes

2.215

1.230

115

0

0

– bijdrage ProDemos

1.672

1.867

1.751

1.976

totaal artikel 3

92.524

100.615

99.309

105.348

105.456

gemiddeld per zetel

617

671

662

702

703

4. NIET-BELEIDSARTIKEL

Artikel 10. Nominaal en onvoorzien

Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Art.nr.

Verplichtingen:

0

0

0

0

0

– 1.957

1.957

                 
 

Uitgaven:

0

0

0

0

0

– 1.957

1.957

                 

10.1

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

 

– waarvan programma

   

0

0

   

0

 

– waarvan apparaat

   

0

0

   

0

                 

10.2

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

 

– waarvan programma

   

0

0

   

0

 

– waarvan apparaat

   

0

0

   

0

                 

10.3

Onvoorzien

0

0

0

0

0

– 1.957

1.957

                 
 

Ontvangsten:

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

10.3 Onvoorzien

Dit bedrag heeft betrekking op een deel van de taakstellingen van Rutte I en II die betrekking heeft op de Eerste Kamer en de Tweede Kamer.

De Eerste Kamer stelt zich op het standpunt dat het zich als zelfstandige begrotingsautoriteit en de eerder op dat vlak tussen regering en Kamer gemaakte afspraken, niet gebonden acht aan een van regeringswege voor de Kamer vastgestelde taakstelling.

Voor de Tweede Kamer geldt dat dit gaat om het deel van de ombuigingstaakstelling van Rutte I dat niet wordt geaccepteerd omdat het hier gaat om niet beïnvloedbaar artikel.

5. BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF

Bedrijfsvoeringsparagraaf Eerste Kamer

Paragraaf 1. – Uitzonderingsparagraaf
1. Rechtmatigheid

In 2018 is uitsluitend betaald na levering van een product of dienst. Voor alle leveringen die groter zijn dan € 5.000,00 excl. BTW worden er meerdere offertes aangevraagd en wordt in ieder geval een opdrachtbrief gemaakt, waarin bij derden (niet zijnde onderdelen van de Staat der Nederlanden) wordt verwezen naar de ARVODI 2018 (zie www.rijksoverheid.nl). Bovendien wordt bij bedragen groter dan € 5.000,00 excl. btw de verplichting aangemaakt. Alle facturen worden eerst gecontroleerd en getekend door de financieel medewerker, daarna door het Hoofd van betreffende afdeling. Facturen met een bedrag groter dan € 1.500,00 incl. btw worden ook nog door de Griffier getekend, voordat deze facturen betaald kunnen worden.

Catering en Internet – diensten zijn aanbesteed, resp. nationaal meervoudig onderhands en niet-openbaar Europees.

De salarisadministratie via Centric heeft een ISAE-3402 verklaring.

Prestatie-indicator: rechtmatig financieel beheer.

Streefniveau 2018: een goedkeurende controleverklaring.

2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Doorontwikkeling van de ondersteuning aan leden en commissies.

Het betreft hier de doorontwikkeling van de kerntaak van de ambtelijke organisatie: het leveren van een effectieve en optimale ondersteuning aan haar leden en commissies op velerlei gebied: inhoudelijk, organisatorisch en publicitair. Hier vormt het «werkplan 2017 en 2018» de basis, alsmede de «tijdelijke commissie werkwijze».

Prestatie-indicator: tevredenheid van de leden over het geheel van de dienstverlening.

Streefniveau 2018: kwalificatie «goed».

3. Financieel en materieelbeheer

Er wordt gewerkt met het financieel systeem «Oracle». Alle documenten, van zowel P&O, Salaris als Financiën en Inkoop worden beoordeeld vanuit minstens het vier-ogenprincipe. Dit om fraude en omissies te voorkomen.

Prestatie-indicator: ordentelijk financieel en materieel beheer.

Streefniveau 2018: een goedkeurende controleverklaring.

4. Overige aspecten van bedrijfsvoering

Administratie

Er is een beschrijving van de AO op financieel administratief terrein, waaronder valt de financiële-, de salaris- en de personeelsadministratie. In 2018 is dit verder uitgebouwd in Visio.

De Managementrapportage is in samenhang met het financiële systeem «Oracle».

De contracten worden beheerd door de financiële administratie en bijgehouden in een apart Excel bestand.

De Werkkostenregeling (WKR) is ingevoerd per 1 januari 2013.

Overig

Het betaalgedrag is zodanig, dat in 2018 minstens 95% van de facturen binnen 30 dagen is betaald.

Er is een inventarisatie aanwezig van alle in het gebouw zijnde Kunst, Schilderijen, etc. de Keuken inventaris, TV’s, ICT Hardware met procesverbalen, Meubiliair en Apparatuur voor live uitzenden.

De abonnementen van Leden en ambtenaren worden bijgehouden door de afdeling Inhoudelijke Ondersteuning, specifiek het CIP. Dit zal blijvend worden geactualiseerd.

Streefniveau punt 4 2018: kwalificatie «goed».

Bedrijfsvoeringsparagraaf Tweede Kamer

Paragraaf 1 –  Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid

In 2018 geeft het rapport van de Auditdienst Rijk geen aanleiding tot opmerkingen. De tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid zijn niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.

2. Totstandkoming beleidsinformatie

Er hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan. De Tweede Kamer heeft voor de totstandkoming van de niet-financiële informatie de procedure gevolgd.

3. Financieel en materieelbeheer

Het financieel en materieel beheer is op orde en geeft geen aanleiding tot opmerkingen. In 2018 heeft de Tweede Kamer met alle externe partijen die zijn betrokken bij het functioneel, technisch en databasebeheer van het financiële systeem afspraken gemaakt over het voldoen aan ISO 27001 certificering. Daarnaast zijn verwerkersovereenkomsten afgesloten. De Auditdienst Rijk bevestigt dat de Tweede Kamer deze stappen heeft gezet. Met ingang van juli 2018 is de stafdienst FEZ proceseigenaar van het beheerproces en zijn concrete afspraken gemaakt over de vereiste controles en de informatie die moet worden opgeleverd in de vorm van een beheerrapportage door betreffende externe partijen.

4. Overige aspecten van bedrijfsvoering

In het kader van de samenwerking met de Hoge Colleges van Staat is in 2018 een beheerrapportage ingevoerd die periodiek aan de HCvS wordt toegestuurd. Deze beheerrapportage bevat informatie over wijzigingen, onderhoud en incidenten ten aanzien van het financiële informatiesysteem.

In het kader van Assurance is met een tweetal externe partijen, betrokken bij het technisch en databasebeheer, afgesproken dat een ISAE of SOC verklaring wordt afgeven. Voor een partij vindt dat voor het eerst plaats over 2019.

De wijzigingen in de grondslag voor het berekenen van het zetelbedrag voor de bijdrage aan fractie, die voor 2017 en 2018 zijn vastgesteld door het presidium, wordt in 2019 verwerkt in de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer.

Paragraaf 2 – Rijksbrede bedrijfsonderwerpen

Het Audit Committee is in 2018 driemaal bijeengekomen. De samenstelling is uitgebreid met een extern lid, gespecialiseerd in ICT onderwerpen. Daarnaast wordt de Algemene Rekenkamer afhankelijk van de agenda uitgenodigd.

Paragraaf 3 – Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

De Tweede Kamer heeft geen bijzonderheden te melden.

C. JAARREKENING

6. DE VERANTWOORDINGSSTAAT 2018

   

1

2

3=(2–1)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

143.898

143.898

4.215

154.783

153.855

3.958

10.885

9.957

– 257

                     
 

Beleidsartikelen

                 

1

Wetgeving en controle EK

12.212

12.212

140

14.424

12.707

193

2.212

495

53

2

Uitgaven tbv van (oud) leden Tweede Kamer en leden EP

31.346

31.346

86

34.521

34.521

14

3.175

3.175

– 72

3

Wetgeving/controle TK

100.818

100.818

3.966

104.748

105.456

3.751

3.930

4.638

– 215

4

Wetgeving/controle EK en TK

1.479

1.479

23

1.090

1.171

0

– 389

– 308

– 23

                     
 

Niet beleidsartikelen

                 

10

Nominaal en onvoorzien

– 1.957

– 1.957

0

0

0

0

1.957

1.957

0

7. SALDIBALANS

Saldibalans per 31 december 2018 van de Staten-Generaal (HIIA) (Bedragen x € 1.000,–)

Activa

31-12-2018

31-12-2017

 

Passiva

31-12-2018

31-12-2017

 

Intra-comptabele posten

             

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

153.855

   

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

3.958

 
                 
 

Uitgaven ten laste van de begroting

0

150.826

   

Ontvangsten ten gunste van de begroting

0

3.863

                 

3)

Liquide middelen

12

14

         
                 

4)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

0

0

 

4a)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

147.721

144.608

                 

5a)

Rekening-courant RHB begrotingsreserves

0

0

 

5)

Begrotingsreserves

0

0

                 

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

254

230

 

7)

Schulden buiten begrotingsverband

2.442

2.599

                 

8)

Kas-transverschillen

0

0

         
                 
 

Subtotaal intra-comptabel

154.121

151.070

   

Subtotaal intra-comptabel

154.121

151.070

 

Extra-comptabele posten

             

9)

Openstaande rechten

0

0

 

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

0

                 

10)

Vorderingen

0

0

 

10a)

Tegenrekening vorderingen

0

0

                 

11a

Tegenrekening schulden

0

0

 

11)

Schulden

0

0

                 

12)

Voorschotten

58.994

62.428

 

12a)

Tegenrekening voorschotten

58.994

62.428

                 

13a

Tegenrekening garantieverplichtingen

8.913

7.960

 

13)

Garantieverplichtingen

8.913

7.960

                 

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

12.603

12.626

 

14)

Andere verplichtingen

12.603

12.626

                 

15)

Deelnemingen

0

0

 

15a)

Tegenrekening deelnemingen

0

0

                 
 

Subtotaal extra-comptabel

80.510

83.014

   

Subtotaal extra-comptabel

80.510

83.014

                 
 

Overall Totaal

234.631

234.084

   

Overall Totaal

234.631

234.084

TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2018 HIIA

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2018 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders. Het totaalbedrag is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

a) Eerste Kamer

154

b) Tweede Kamer

11.159

Totaal

11.313

Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform rekening-courant afschriften en het saldobiljet. De volgende rekening-courantverhouding is opgenomen in de balans:

(Bedragen in €)

a) Rekening-courant FIN/RHB

147.720.990

Totaal

147.720.990

Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband

(Bedragen in €)

a) Eerste Kamer

23.438

b) Tweede Kamer

230.316

Totaal

253.754

Ad a) Eerste Kamer

De vorderingen van de Eerste Kamer bestaan voornamelijk uit voorschotten in het kader van buitenlandse dienstreizen.

Ad b) Tweede Kamer

De vorderingen van de Tweede Kamer hebben voornamelijk betrekking op nog af te wikkelen reizen (€ 0,1 mln.) en nog openstaande facturen (€ 0,1 mln.).

Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband

Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

a) Eerste Kamer

173.559

b) Tweede Kamer

2.267.588

Totaal

2.441.147

Ad a) Eerste Kamer

De schulden van de Eerste Kamer bestaan grotendeels uit de in de maand december ingehouden loonheffing en sociale premies (€ 0,2 mln.) die in de maand januari 2019 zijn afgedragen.

Ad b) Tweede Kamer

De schulden van de Tweede Kamer bestaan volledig uit de in december 2018 ingehouden loonheffing en pensioenpremies die in de maand januari 2019 zijn afgedragen.

Ad 12. Voorschotten

Ad 12a. Tegenrekening voorschotten

De saldi van de per 31 december 2018 openstaande voorschotten kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Specificatie openstaande voorschotten in 2018 (Bedragen in €)

a) Eerste Kamer

861.256

b) Tweede Kamer

58.132.154

Totaal

58.993.410

Ad a) Eerste Kamer

Het saldo van de Eerste Kamer bestaat voornamelijk uit verstrekte voorschotten aan de fractie-ondersteuning (€ 0,6 mln.) en aan Loyalis (€ 0,3 mln.).

Ad b) Tweede Kamer

Het saldo van de Tweede Kamer bestaat o.a. uit verstrekte voorschotten aan de fracties (€ 29,7 mln.), voorschotten aan APG (€ 26,0 mln.) en voorschotten ProDemos (€ 1,8 mln.).

Specificatie afgerekende voorschotten in 2018 (Bedragen in €)

a) Eerste Kamer

504.889

b) Tweede Kamer

44.786.296

Totaal

45.291.186

Ad 13. Garantieverplichtingen

Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen

Het bedrag aan openstaande garantieverplichtingen is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

7.959.868

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar inclusief negatieve bijstellingen

970.000

+/+

 

8.929.868

 
     

Tot betaling gekomen in 2018

17.832

 

Garantieverplichtingen binnen begrotingsverband

8.912.036

–/–

De garanties van de Tweede Kamer vloeien voort uit het gestelde in de regeling «Tegemoetkoming in de kosten van de fracties».

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen

De opbouw van de stand openstaande verplichtingen BiBBV is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

12.625.661

 

Aangegane verplichtingen in 2018 inclusief negatieve bijstellingen

153.812.979

+/+

 

166.438.639

 
     

Tot betaling gekomen in 2018

153.836.417

 

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerder begrotingsjaren

0

–/–

Verplichtingen Binnen Begrotingsverband

12.602.222

 

8. WNT-VERANTWOORDING 2018 – STATEN-GENERAAL

Op www.topinkomens.nl (http://www.topinkomens.nl) vindt u het geldend normenkader voor 2018: de Wet normering topinkomens (WNT), het Uitvoeringsbesluit WNT, de Uitvoeringsregeling WNT, Beleidsregels WNT, QenA's en een overzicht van de geldende bezoldigingsmaxima. Tevens is er een verantwoordingsmodel opgenomen, waarin gedetailleerd is uitgewerkt op welke wijze de WNT-verantwoording kan worden opgesteld en ingevuld.

De geldende wet- en regelgeving is leidend.

De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen – al dan niet fictieve – dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstbetrekking echter vallen buiten de reikwijdte van de wet.

Voor de Hoge Colleges van Staat heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigingsmaximum bedraagt in 2018 € 189.000.

Nieuw in 2018 is het vervallen van het begrip gewezen topfunctionaris en de inwerkingtreding van de anticumulatiebepaling, die bepaalt dat indien een topfunctionaris met verschillende WNT-instellingen een dienstbetrekking aangaat als topfunctionaris, niet zijnde een toezichthoudende topfunctionaris, de som van de bezoldigingen niet meer mag bedragen dan het algemeen bezoldigingsmaximum (€ 189.000).

Naam instelling

Naam topfunctionaris

Functie

Datum aanvang dienstverband

(indien van toepassing)

Datum einde dienstverband (indien van toepassing)

Omvang dienstverband in fte

(+ tussen haakjes omvang in 2017)

Op externe inhuurbasis (nee; ≤ 12 kalendermnd; > 12 kalendermnd)

Beloning plus onkostenvergoedingen (belast)

(+ tussen haakjes bedrag in 2017)

Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn

(+ tussen haakjes bedrag in 2017)

Totale bezoldiging in 2018

(+ tussen haakjes bedrag in 2017)

Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum

Motivering (indien overschrijding)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Dhr. G.J.A. Hamilton

Griffier

 

1-12-2018

1 (1)

nee

143.503 (146.803)

17.280 (17.441)

160.783 (164.244)

172.948

 

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Dhr. R. Nehmelman

Griffier

1-10-2018

 

1

nee

28.662

4.536

33.198

47.368

 
                       

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Dhr. F.M.H. van Dijk1

waarnemend Griffier

 

11-6-2018

1 (1)

nee

62.674 (57.973)

8.483 (6.955)

71.157 (64.928)

83.367

 

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Mevr. S.M. Roos

Griffier

11-6-2018

 

1

nee

86.121

10.708

96.829

105.633

 
X Noot
1

de heer Van Dijk is niet uit dienst, maar niet meer als topfunctionaris werkzaam per 11-06-2018.

Naast de hierboven vermelde functionarissen zijn er geen andere functionarissen die in 2018 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2018 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd. Er zijn geen functies als leidinggevend topfunctionaris bij andere instellingen(en) die op grond van de WNT gemeld en openbaar gemaakt moeten worden.