Aan de leden
Den Haag, 17 april 2019
In 2013 heeft het presidium de werkgroep «Integriteit Leden van de Tweede Kamer » onder leiding van het toenmalige Kamerlid F. van Oosten in het leven geroepen om te adviseren over integriteitsregels voor de Tweede Kamer. Aanleiding destijds waren de aanbevelingen die de «Groep Staten Tegen Corruptie» (GRECO, orgaan van de Raad van Europa) in juni 2013 deed in haar Evaluatierapport Nederland. Dit leidde in oktober 2014 tot een rapport van de werkgroep met tien aanbevelingen1. Het presidium nam de aanbevelingen grotendeels over. In februari 2015 schreef de werkgroep, op verzoek van het presidium, een nadere toelichting op de toepassing van één van haar aanbevelingen: het registreren van nevenactiviteiten2.
In maart 2018 verscheen het «Tweede Nalevingsverslag Nederland» van GRECO. Hierover ontving de Tweede Kamer in juni 2018 een brief van het kabinet3, waarin GRECO Nederland verzocht om uiterlijk 31 december 2018 opnieuw te rapporteren over de voortgang van de implementatie van de nu nog openstaande aanbevelingen. Deze datum is inmiddels verschoven naar 2019. Naar aanleiding hiervan heeft het presidium in juni 2018 besloten opnieuw advies te vragen aan de werkgroep onder leiding van het voormalig Kamerlid Van Oosten. Zij heeft de werkgroep gevraagd zich «wederom te buigen over de bestaande integriteitsbepalingen, in het licht van de GRECO-aanbevelingen en aanstaande nieuwe regelgeving ten aanzien van personen die een publiek ambt vervullen». In de opdracht stelde het presidium dat GRECO op twee punten tekortkomingen signaleert: het ontbreken van een systeem van toezicht en handhaving en het ontbreken van een beleid ten aanzien van (contacten met) lobbyisten. De werkgroep heeft in het najaar van 2018 haar werkzaamheden afgerond en haar resultaten aan het presidium gepresenteerd.
De werkgroep heeft in zijn rapportage aan het presidium vier aanbevelingen gedaan.
1. Stel een leidraad met bijbehorende toelichting vast, waarin ook expliciet wordt ingegaan op de omgang met lobbyisten.
2. Verander en versterk het model van de huidige vertrouwenspersoon in de richting van een onafhankelijk adviseur die Kamerleden ondersteunt bij de uitleg van de leidraad en de Kamerleden schriftelijk adviseert.
3. Laat de onafhankelijke adviseur jaarlijks een geanonimiseerd jaarverslag uitbrengen, waarmee een bijdrage kan worden geleverd aan een eenduidige en openbare uitleg van de leidraad en aan voorstellen tot verbetering van de leidraad en de toelichting.
4. Beschouw de mogelijkheden om in het bestaande stelsel aanvullingen te doen ten aanzien van toezicht en eventueel ook ten aanzien van handhaving, die rusten op voldoende draagvlak in de Tweede Kamer. Overweeg daarbij welke rol de Kamervoorzitter en het presidium hierbij zouden kunnen spelen.
Het presidium biedt u bijgaand de rapportage van de werkgroep aan4 en stelt de Kamer voor de aanbevelingen één tot en met drie over te nemen en de «Leidraad leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal» vast te stellen. Het presidium neemt aanbeveling vier niet over.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal, Arib