Nr. 1 GELEIDENDE BRIEF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 29 januari 2019

Hierbij doen wij u overeenkomstig het bepaalde in artikel 114 van het Reglement van Orde een voorstel van rijkswet toekomen houdende regels inzake het creëren van tijdelijke uitzonderingen op de Rijkswet op het Nederlanderschap (Rijkswet inperking gevolgen Brexit).

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

Met het oog op het feit dat na de stemming in het Britse parlement op 15 januari jongstleden over de uittredingsovereenkomst tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU de kans op het vertrek van het VK uit de EU zonder overeenkomst aanzienlijk vergroot is, wordt idealiter het wetgevingstraject van dit initiatiefwetsvoorstel voor 29 maart 2019 afgerond, gezien de onzekerheid waarin Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk en Britten in Nederland zich momenteel bevinden. Derhalve verzoeken wij u het wetsvoorstel voor een spoedadvies aan de Afdeling Advisering van de Raad van State te sturen.

Sjoerdsma Asscher Van Raan Van Rooijen Azarkan