Vastgesteld 17 december 2018
De vaste commissie voor Defensie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 6 december 2018 voorgelegd aan de Minister van Defensie. Bij brief van 13 december 2018 zijn ze door de Minister van Defensie beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Aukje de Vries
De griffier van de commissie, De Lange
1
Is er naast de onderuitputting bij het CLAS en DMO nog meer onderuitputting opgetreden?
2
Hoeveel extra onderuitputting is er in totaal opgetreden sinds de ontwerpbegroting 2019 en waaraan worden de onvoorzien vrijgekomen middelen precies besteed?
Bij een aantal artikelen zal minder worden uitgegeven dan ten tijde van de ontwerpbegroting 2019 werd verwacht. Bij eerste suppletoire begroting hebben defensieonderdelen extra (Regeerakkoord)middelen gekregen voor instandhouding. Het is niet gelukt de (verhoogde) budgetten volledig te besteden. Personele (onder)vulling is een voorname oorzaak. Bij tweede suppletoire begroting zijn daarom de volgende aanpassingen gedaan:
• artikel 2 CZSK: € 16,0 miljoen minder uitgaven;
• artikel 3 CLAS: € 46,8 miljoen minder uitgaven;
• artikel 4 CLSK: € 7,7 miljoen minder uitgaven;
Voorts is artikel 9 Algemeen met € 19,1 miljoen verlaagd met als voornaamste oorzaak voor € 17 miljoen vertraagde uitgaven voor de Regeling Uitkering chroom-6 Defensie.
De vrijval is bij tweede suppletoire begroting herbelegd bij artikel 7 DMO voor hogere uitgaven aan IT en bij artikel 10 Centraal apparaat voor de aflossing van het financieringsarrangement met het ABP. Dit laatste is een tijdelijke regeling voor de overgang van het omslagstelsel naar het kapitaaldekkingsstelsel van de pensioenen van militairen. Door de herbelegging is bij de tweede suppletoire begroting 2018 dus per saldo geen sprake van onderuitputting.
3
Bent u, nu de reserve voor valutaschommelingen volledig wordt uitgegeven, voornemens om deze reserve sneller aan te vullen dan gepland bij de begroting voor 2019?
6
Kunt u toelichten aan welke projecten de onttrekking van € 43,5 miljoen uit de reserve voor valutaschommelingen wordt besteed? Waarom is dit niet toegelicht?
7
Is de inzet van de reserve voor valutaschommelingen voldoende om alle wisselkoerstegenvallers in 2018 op te vangen? Zo nee, welke verliezen worden niet gecompenseerd?
8
Welk deel van de onttrekking uit de reserve voor valutaschommelingen wordt besteed aan de F-35?
Er heeft in 2018 geen onttrekking plaatsgevonden uit de reserve voor valutaschommelingen, dus ook niet voor de F-35. Het budget wordt doorgeschoven naar 2019, waarmee het totale budget, dat dient als reserve voor valutaschommelingen, verspreid over de komende jaren uitkomt op € 115 miljoen. De reserve blijft dus beschikbaar voor eventuele toekomstige valutategenvallers.
4
Kunt u ingaan op de vertragingen in de verwervingsketen, als gevolg waarvan de extra middelen voor instandhouding bij zowel CLAS als CLSK niet tot realisatie zijn gekomen? Wat zijn de consequenties? Wat gaat u hieraan doen? Wat gebeurt er bovendien met de onderuitputting?
Defensie ondervindt over de totale verwervingsketen – van behoeftestelling tot het betalen van de factuur – vertragingen. Een van de oorzaken is lage personele vulling in de hele keten. Daarnaast zijn er achterstanden bij het betalen van facturen. Ook zijn leveringen door leveranciers in een aantal gevallen vertraagd. De vertragingen hebben tot gevolg dat betalingen later plaatsvinden. De hierdoor ontstane ruimte in 2018 is onder meer ingezet voor de vervroegde aflossing van het financieringsarrangement met het ABP (zie het antwoord op vraag 1).
Defensie ontplooit activiteiten om vertragingen tegen te gaan. Naast inspanningen om de personele vulling te verbeteren en de personele capaciteit in de verwervingsketen te vergroten wordt ingezet op de totstandkoming van meer raamovereenkomsten en betere samenwerking met leveranciers.
5
Kunt u nader toelichten voor welke projecten het extra verplichtingenbudget van circa een miljard euro in 2018 bestemd is? Welke verplichtingen hoopt u met dit extra miljard aan te gaan?
Het verplichtingenbudget is opgehoogd om de komende jaren invulling te kunnen geven aan alle voorgenomen uitgaven die volgen uit de Defensienota. De grootste verplichtingen die reeds zijn aangegaan in 2018 zijn verplichtingen voor de F-35 (ruim € 1 miljard), Apache remanufacture (€ 940 miljoen) en Male UAV (€ 181 miljoen).
6
Kunt u toelichten aan welke projecten de onttrekking van € 43,5 miljoen uit de reserve voor valutaschommelingen wordt besteed? Waarom is dit niet toegelicht?
Zie het antwoord op vraag 3.
7
Is de inzet van de reserve voor valutaschommelingen voldoende om alle wisselkoerstegenvallers in 2018 op te vangen? Zo nee, welke verliezen worden niet gecompenseerd?
Zie het antwoord op vraag 3.
8
Welk deel van de onttrekking uit de reserve voor valutaschommelingen wordt besteed aan de F-35?
Zie het antwoord op vraag 3.
9
Kunt u toelichten waarom het investeringsbudget voor infrastructuur met € 101 miljoen en voor IT met € 98 miljoen worden verlaagd? Wat zijn de gevolgen hiervan?
De doorgeschoven investeringsmiddelen voor zowel infrastructuur als IT betreffen middelen uit het Regeerakkoord die met de eerste suppletoire begroting 2018 zijn toegevoegd aan de Defensiebegroting. Zoals bekend is het – vanwege het karakter van de investeringen (doorlooptijden voor de verwerving van defensieproducten kunnen oplopen tot tien jaar) – niet altijd mogelijk om de intensiveringen uit het Regeerakkoord op korte termijn te realiseren. In alle gevallen gaat het om verschuivingen; de middelen blijven nodig en zijn belegd.
10
Kunt u toelichten waarom het investeringsbudget voor het voorzien in nieuw materieel met € 199 miljoen wordt verhoogd, terwijl dit in de ontwerpbegroting 2019 nog met 1,2 miljard werd verlaagd?
In eerste instantie is bij Miljoenennota – vooruitlopend op de verwachte onderrealisatie van 2018 – het budget voor voorzien in nieuw materieel verlaagd met € 1,2 miljard. Na verzending van de begroting 2019 bleek de verwachte onderrealisatie niet alleen bij «voorzien in nieuw materieel», maar ook bij «voorzien in infrastructuur» en «voorzien in ICT» neer te slaan. Daarom is in de tweede suppletoire begroting een herschikking doorgevoerd tussen de budgetten voor voorzien in nieuw materieel, voorzien in infrastructuur en voorzien in ICT.
11
Kunt u nader toelichten wat de vertraging van het reguliere proces bij het KPU-bedrijf behelst en wat hiervan de consequenties zijn? Zijn er meer problemen bij het KPU-bedrijf dan u tot nu toe heeft doen voorkomen aan de Kamer? Zo ja, welke, waarom en wat gaat u eraan doen om ze zo snel mogelijk op te lossen?
13
Kunt u nader toelichten wat de vertraging van het reguliere proces bij het KPU-bedrijf behelst en wat hiervan de consequenties zijn?
Het reguliere proces bij het KPU-bedrijf is om verschillende redenen vertraagd. Ten eerste is sprake van een aantal grote projecten die door uiteenlopende redenen (o.a. door toegenomen juridische procedures over gunningen) langer duren dan verwacht, waardoor extra acties van het KPU-bedrijf nodig zijn om tekorten in de huidige voorraad te voorkomen. Ook is sprake van achterblijvende personele vulling bij het KPU-bedrijf. Daarbij komt dat het aantal artikelen in het assortiment van het KPU-bedrijf is toegenomen van 2.000 naar 3.000 stuks. Dit geeft extra druk op de organisatie.
Als gevolg van de vertraging in het reguliere proces neemt het aantal naleveringen toe. Om de consequenties te beperken is een aantal maatregelen getroffen: de bedrijfsvoering van het KPU-bedrijf is herzien, het vraag- en aanbodmanagement is opnieuw ingericht en er wordt gewerkt aan betere voorspellingen van de toekomstige vraag. Als een gevraagd artikel niet kan worden geleverd, wordt veelal een equivalent verstrekt of wordt incidenteel toestemming verleend voor zelfstandige aankopen door medewerkers (op kosten van Defensie).
12
Kunt u de «hogere retourstromen» bij het KPU-bedrijf toelichten?
Defensie is al langer bezig om gebruikte kleding te recyclen. Recent is besloten om ingeleverde kleding vaker opnieuw op te nemen in de voorraad, waardoor het aantal bestellingen van nieuwe producten is gedaald. Defensie doet dit in samenwerking met het sociaal werkbedrijf de Biga groep.
13
Kunt u nader toelichten wat de vertraging van het reguliere proces bij het KPU-bedrijf behelst en wat hiervan de consequenties zijn?
Zie het antwoord op vraag 11.
14
Wordt het budget voor opdrachten, dat met € 16,3 miljoen neerwaarts wordt bijgesteld, bewaard voor 2019 of gaat het verloren voor de Chroom-6 slachtoffers? Kunt u dat toelichten?
Het budget dat in 2018 overblijft voor de Regeling Uitkering chroom-6 Defensie blijft beschikbaar voor latere jaren.
15
Kunt u uitgebreider ingaan op het later betalen van de schadevergoedingen Chroom-6? Om welke afdracht aan de Belastingdienst, die nog niet is afgerond, gaat het? Waarom kunnen de meeste dossiers met onderzoekskosten niet meer in 2018 tot uitbetaling komen?
De afhandeling van de schadevergoedingen voor chroom-6 bij het ABP wordt voortvarend uitgevoerd. De uitbetaling van uitkeringen in het geval waarbij eenduidig vast staat dat de claimant recht heeft op een uitkering ligt op schema en deze uitkeringen zullen grotendeels in 2018 uitbetaald zijn. In het geval van een eerste afwijzing van een aanvraag waarbij bezwaar wordt gemaakt tegen het besluit moet meer tijd worden genomen om een zorgvuldig besluit te kunnen nemen over het wel of niet toekennen van een uitkering. Ook indien een nader medisch individueel onderzoek moet plaatsvinden duurt het langer voordat een besluit over het toekennen van een uitkering mogelijk is. De verwachting is dat de meeste zaken in relatie tot (oud-)medewerkers van de Prepositioned Organizational Material Storage (POMS)-locaties, waarop de regeling van toepassing is, in 2019 tot uitbetaling zullen komen. Voor chroom-6 is op dit moment in de raming rekening gehouden met loonheffing. Op dit moment zijn we echter nog in gesprek met de Belastingdienst over de regeling.
16
Kunt u toelichten wat uw belang is bij het vervroegd aflossen van € 100 miljoen van het financieringsarrangement met het ABP? Waarom wordt dit geld niet ingezet voor verbetering van de arbeidsvoorwaarden van het personeel?
Defensie is met het ABP een financieringsconstructie overeen gekomen omdat de overgang van het omslagstelsel naar het kapitaaldekkingsstelsel gepaard ging met (tijdelijk) hogere kosten. De hogere kosten werden veroorzaakt doordat gelijktijdig twee pensioenstelsels bekostigd moesten worden. Met het in 2018 aflossen van een groot deel van de financieringsconstructie komt vervroegde beëindiging een stap dichterbij. De aflossing betreft incidentele middelen. Deze kunnen niet structureel worden ingezet voor arbeidsvoorwaarden.
17
Waaraan komt het door het vervroegd aflossen aan het ABP vrijgevallen bedrag in de komende jaren tot 2024 aan ten goede?
Volgens de laatste inzichten zal de vrijval als gevolg van het eerder aflossen niet per 2024, maar per 2023 optreden. Tot en met 2022 is er dus geen sprake van vrijval die wordt ingezet.
18
Kunt u toelichten waar het resterende bedrag van € 55 miljoen euro op artikel 12 Nominaal en onvoorzien voor is bedoeld?
Dit bedrag is aangewend voor de eenmalige uitkering van € 750 bruto. Hierover bent u onlangs per brief geïnformeerd.
19
Hoe verhoudt het overhouden van een saldo van € 55 miljoen op artikel 12 (Nominaal en onvoorzien) en het via de eindejaarsmarge meenemen ervan naar volgend jaar, zich tot artikel 2.32 van de Comptabiliteitswet?
Klopt het dat in de Comptabiliteitswet is opgenomen dat dit artikel een «administratief» artikel is ten laste waarvan geen uitgaven mogen worden gedaan en dat het geld eerst moet worden overgeheveld naar een ander begrotingsartikel? En dat dat al het budget gedurende het jaar moet worden uitgedeeld naar andere artikelen, en niet op dit artikel mag blijven staan?
Dit bedrag zal niet via de eindejaarsmarge naar 2019 worden doorgeschoven. Dit bedrag is reeds uitgekeerd aan het personeel ten behoeve van de eenmalige uitkering van € 750 bruto.