Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 februari 2019
Bij de behandeling van het wetsvoorstel Wet arbeidsmarkt in balans (Kamerstuk 35 074) op 31 januari jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 48, items 3 en 8) heb ik toegezegd dat ik u zal informeren over het ontwerpbesluit waarin de voorwaarden voor een adequate pensioenregeling voor payrollwerknemers zijn opgenomen. Het ontwerpbesluit is bij deze brief gevoegd1.
Het ontwerpbesluit staat vanaf heden tot 15 maart open voor internetconsulatie. Na verwerking van de uitkomsten van de consultatie zal het ontwerpbesluit voor advies worden voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. De beoogde inwerkingtredingsdatum is 1 januari 2020.
Tijdens het debat is verzocht om informatie over de werkgeverspremies in sectoren waar bovengemiddeld gebruik wordt gemaakt van de inhuur van payrollwerknemers. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de werkgeverspremies voor de jaren 2017 en 2018 in sectoren waarin dat gebruik relatief hoog is, dan wel sterk is toegenomen.
Pensioenfonds |
Werkgeverspremie 2017 |
Werkgeverspremie 2018 |
Franchise 2018 |
---|---|---|---|
ABP |
14,8% |
16,0% |
€ 13.350 |
BPF Bouw |
12,8573% |
12,8573% |
€ 13.343 |
BPF Horeca |
8,4% |
8,4% |
€ 10.655 |
BPF Vervoer (goederenvervoer) |
19,84% |
19,84% |
€ 12.028 |
BPF Recreatie |
9,8% (minimum)1 |
9,8% (idem) |
€ 10.655 |
BPF Landbouw |
17,09 |
17,09% |
€ 13.451 |
BPF Beveiliging |
19,32% |
21,18% |
€ 19.980 |
Werkgeverspremie in ontwerpAMvB |
13,58% |
PM2 |
€ 13.343 |
De bij BPL Recreatie aangesloten werkgever mag van de totale premie (19,6% van de pensioengrondslag) maximaal de helft inhouden op het loon van de werknemer.
Het premiepercentage zal worden bepaald op basis van data over werkgeverspremies van DNB en over loonsom van het CBS over 2018.
Werkgeverspremies zijn weergegeven als percentage van de pensioengrondslag (het pensioengevend loon minus de franchise). De hoogte van de franchise, waarover geen aanvullend pensioen wordt opgebouwd, verschilt tussen fondsen. Vergelijkbare werkgeverspremies kunnen hierdoor een verschillend percentage van de pensioengrondslag opleveren. In de tabel zijn daarom ook de franchises opgenomen die de betreffende fondsen in 2018 hebben toegepast.
De hoogte van de werkgeverspremie in het besluit zal worden gebaseerd op de gemiddelde werkgeverspremie in alle pensioenfondsen. Dit gemiddelde wordt berekend aan de hand van de meest recente data van De Nederlandsche Bank (gerealiseerde werkgeverspremies) en van het Centraal Bureau voor de Statistiek over de loonsom. Het Centraal Planbureau acht de methode waarmee de gemiddelde werkgeverspremie wordt berekend valide.
Bestaande pensioenregeling payrollwerknemers
Een deel van de payrollwerknemers bouwt pensioen op in het pensioenfonds waarbij de inlener is aangesloten. Er is dan geen concurrentie op pensioenkosten. Deze situatie wordt op grond van de WAB als adequaat aangemerkt.
Het merendeel van de overige payrollwerknemers bouwt pensioen op bij het pensioenfonds voor de uitzendsector, StiPP. Deze regeling kent in beginsel een wachttijd van 26 weken, maar de payrollwerkgever kan hiervan afzien. Na de wachttijd neemt de payrollwerknemer deel aan de basisregeling van StiPP. Na (uiterlijk) 52 weken deelname aan de basisregeling vindt de pensioenopbouw plaats in de Plusregeling van StiPP. Beide pensioenregelingen zijn beschikbare premieregelingen. De werkgeverspremies en de franchise van de basis- en Plusregeling voor 2019 zijn hieronder weergegeven.
StiPP |
Werkgeverspremie 2019 |
Franchise 2019 |
---|---|---|
Basisregeling |
2,6% (van bruto loon) |
geen |
Plusregeling |
8% |
€ 6,64/uur |
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees