Voorgesteld 31 januari 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat payrollwerknemers straks recht hebben op een adequaat pensioen waarbij, als niet wordt aangesloten bij de pensioenregeling van de opdrachtgever, de payrollwerkgever wel moet voldoen aan de voorwaarden die bij algemene maatregel van bestuur worden gesteld;
van oordeel dat pensioen een belangrijke arbeidsvoorwaarde is en dat bij het uitwerken van de algemene maatregel van bestuur het voorkomen van concurrentie op arbeidsvoorwaarden en het zorg dragen voor een adequate pensioenregeling voorop moet staan;
verzoekt de regering, deze doelstellingen leidend te laten zijn bij de uitwerking van de algemene maatregel van bestuur en te zorgen dat een payrollwerkgever bij de adequate pensioenregeling verplicht is om:
• ten minste de gemiddelde werkgeverspremie in Nederland af te dragen;
• zorg te dragen voor een ouderdoms- en nabestaandenpensioen;
• geen wachttijd te hanteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Weyenberg
Pieter Heerma
Gijs van Dijk
Van Kent
Smeulders
Wiersma
Bruins