Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren wenselijk is de Consulaire Wet, de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid en de Schepenwet aan te passen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Aan artikel 1 van de Consulaire Wet wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
6. De aan het hoofd van consulaire posten gestelde ambtenaren worden bij koninklijk besluit aangewezen voor de duur dat zij in die functie zijn gesteld. De aanwijzing eindigt met ingang van de datum dat de uitoefening van de functie van hoofd van een consulaire post geen onderdeel meer uitmaakt van de werkzaamheden van de betreffende ambtenaar.
Artikel 13 van de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid vervalt.
Artikel 10 van de Schepenwet wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «overeenkomstig de in het Rijksambtenarenreglement vervatte voorschriften te benoemen» vervangen door «door Onze Minister aangewezen ambtenaren» en wordt «door Ons» vervangen door «bij koninklijk besluit».
2. In het vierde lid wordt «benoemde» vervangen door «aangewezen».
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie en Veiligheid,