Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 mei 2022
In 2020 is voor het voortgezet onderwijs (hierna: vo) en in 2021 voor het primair onderwijs (hierna: po) de wet omtrent het stichten van nieuwe scholen gewijzigd.1 In de nieuwe stichtingssystematiek is niet langer de richting van de nieuw op te richten school leidend, maar de belangstelling van de ouders en leerlingen en de verwachte kwaliteit van het onderwijs. Op deze manier kunnen scholen die voorheen niet in aanmerking kwamen voor bekostiging, omdat zij niet behoorden tot een erkende richting of omdat er binnen hun richting geen stichtingsruimte leek te zijn, wél een plek in het onderwijslandschap krijgen. Zo wordt tegemoet gekomen aan de veranderende behoeftes van ouders en leerlingen, en recht gedaan aan de realiteit dat voor schoolkeuze vaak niet langer de richting, maar het onderwijsconcept doorslaggevend is. Tegelijkertijd zijn de eisen die gesteld worden aan de nieuwe scholen op het gebied van onderwijskwaliteit aangescherpt. De aanvragen worden vooraf voorzien van een advies van de Inspectie van het Onderwijs. De plannen omtrent burgerschapsonderwijs zijn bijvoorbeeld expliciet onderdeel van de beoordeling door de inspectie. Zo wordt een goede balans gezocht tussen ruimte bieden en regels stellen.
Middels deze brief licht ik uw Kamer in over de uitkomsten van de eerste aanvraagronde.
Aantal aanvragen
Vóór 1 juli 2021 hebben 102 initiatiefnemers hun voornemen een nieuwe school te stichten bij DUO gemeld. Vervolgens had men tot uiterlijk 29 oktober 2021 om ouderverklaringen te verzamelen of om, in bijzondere gevallen, middels een marktonderzoek voldoende belangstelling voor de nieuwe school aan te tonen. Op 1 november 2021 moesten de formele aanvragen tot bekostiging binnen zijn.
In totaal zijn er 56 aanvragen ingediend, welke zijn getoetst door DUO. De meeste aanvragen zijn gedaan door bestaande besturen. De Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) heeft de aanvragen beoordeeld op de te verwachten onderwijskwaliteit, en daarover advies uitgebracht. Het betrof 40 aanvragen voor po-scholen, en 16 aanvragen voor vo-scholen. Van de 40 aanvragen voor po-scholen gaat het bij 29 aanvragen om een nieuw te stichten school, waarvan 27 voor bijzonder en 2 voor openbaar onderwijs. Bij 11 aanvragen ging het om verzelfstandigingen van nevenlocaties: 4 openbare en 7 bijzondere scholen.
4 aanvragen zijn ingetrokken door de indieners: 1 in het po, en 3 in het vo.
Toekenningen, intrekkingen en afwijzingen
De binnengekomen aanvragen tot bekostiging zijn met de grootst mogelijke zorgvuldigheid beoordeeld door DUO en de inspectie. Aanvragen moeten om goedgekeurd te kunnen worden voldoende belangstelling aantonen via ouderverklaringen of een marktonderzoek, én een positief advies van de inspectie krijgen. In alle gevallen heeft DUO het advies van de inspectie overgenomen. Hieronder vindt u een overzicht van de aantallen goedgekeurde en afgewezen aanvragen.
Nieuw te stichten po-scholen
Van de 29 aanvragen voor nieuw te stichten po-scholen zijn er 2 ingetrokken door de aanvragers zelf. Van de resterende 27 aanvragen werd in 3 gevallen door de aanvragers te weinig belangstelling aangetoond. Op nog eens 2 aanvragen is negatief geadviseerd door de inspectie, omdat zij de te verwachten onderwijskwaliteit als onvoldoende beoordelen. Dit betekent dat in het po 22 aanvragen tot bekostiging van nieuwe scholen worden gehonoreerd.
Verzelfstandigingen po-scholen
Van de 11 aanvragen is er 1 ingetrokken door de aanvrager. Op de overige 10 aanvragen voor de verzelfstandiging van een po-school is positief geadviseerd door de inspectie. Zij voldoen tevens aan de geldende stichtingsnormen. Dit betekent dat deze 10 aanvragen worden gehonoreerd.
Nieuw te stichten vo-scholen
Van de 16 aanvragen voor bekostiging van scholen in het vo konden 7 niet voldoende belangstelling aantonen. Voorts heeft de inspectie, gebaseerd op de te verwachten onderwijskwaliteit, negatief geadviseerd op 11 aanvragen. Er zijn dus ook scholen die zowel niet voldoende belangstelling konden aantonen als geen positief oordeel van de inspectie ontvingen. 2 aanvragen zijn ingetrokken door de indieners. Dit resulteert in twee gehonoreerde aanvragen.
Hieronder staan de cijfers in een beknopte tabel weergegeven. Voor een uitgebreider overzicht van de ingediende aanvragen per gemeente verwijs ik u naar de website van DUO: https://duo.nl/apps/initiatief-nieuwe-scholen/index.html#/
PO |
VO |
|
---|---|---|
Aantal aanvragen |
40 |
16 |
Aantal ingetrokken |
3 |
2 |
Aantal afgewezen |
5 |
12 |
Aantal goedgekeurd |
32 |
2 |
Zoals u ziet, voldoet niet elke aanvraag aan de wettelijke normen en kunnen zodoende lang niet alle aanvragen worden gehonoreerd. In de nieuwe stichtingssystematiek worden aanvragen beoordeeld aan de hand van de te verwachten onderwijskwaliteit en de levensvatbaarheid van de school. Het gegeven dat aanvragen zijn afgewezen op basis van de beoordeling door en advies van de inspectie laat zien dat deze beoordeling niet slechts een formaliteit is, maar dat initiatieven aan de deugdelijkheidseisen moeten voldoen. Zo kunnen we beter borgen dat kinderen uitstekend onderwijs krijgen, en goed worden voorbereid op een volwaardige positie in de maatschappij.
Vergelijking met vorige jaren
Hieronder ziet u een overzicht van aantallen nieuw gestichte scholen onder de oude stichtingssystematiek, vanaf schooljaar 2014–2015 t/m 2021–2022.
Nieuwe po-scholen |
Nieuwe vo-scholen |
|
---|---|---|
2014/2015 |
12 |
1 |
2015/2016 |
9 |
0 |
2016/2017 |
10 |
4 |
2017/2018 |
7 |
5 |
2018/2019 |
15 |
2 |
2019/2020 |
22 |
5 |
2020/2021 |
9 |
0 |
2021/2022 |
13 |
2 |
In het primair onderwijs zien we een stijging van het aantal goedgekeurde aanvragen. Het gaat ongeveer om een verdubbeling. De stijging in het po is waarschijnlijk te verklaren door het grote aantal aanvragers dat gewacht heeft op de nieuwe stichtingsprocedure. Deze aanvragers kregen onder de ouder stichtingssystematiek geen voet aan de grond. In het verleden was de stichting van bijzondere scholen namelijk gebaseerd op een richting. Het stichten van een nieuwe school in de buurt van een school met dezelfde richting was erg lastig, ook al werd er een ander onderwijsconcept gehanteerd.
Binnen het vo zien we juist geen stijging. Bijna de helft van de initiatieven haalde niet voldoende ouderverklaringen. Daarnaast is een aanzienlijk deel van de aanvragen voor het vo afgewezen omdat de inspectie, gebaseerd op de verwachte kwaliteit van het burgerschapsonderwijs, niet tot een positief advies kon komen. Volgend jaar kunnen aanvragers voor hulp en ondersteuning bij het opstellen van hun plannen terecht bij het nieuwe expertisepunt burgerschapsonderwijs, dat per 1 juli aanstaande operationeel zal zijn.
Het totaal aantal gestichte scholen blijft binnen de verwachte bandbreedte van 20 tot 50. Ook verwacht ik dat in de komende jaren het aantal scholen dat voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht zal afnemen.
Vervolgproces
De beschikkingen op de aanvragen zijn uiterlijk 31 mei door de aanvragers ontvangen. De nieuwe scholen dienen over één jaar en twee maanden, dus in augustus 2023, van start te gaan. In uitzonderingsgevallen is een jaar uitstel mogelijk. Tegen de genomen besluiten kunnen de aanvragers op grond van de Algemene wet bestuursrecht in bezwaar- en beroep gaan.
De Inspectie van het Onderwijs zal, als de nieuwe scholen eenmaal gestart zijn, vanzelfsprekend sterk blijven toezien op de kwaliteit van het onderwijs in al haar facetten. Het eerste inspectiebezoek zal plaatsvinden in het eerste jaar na de start. Zo waarborgen we dat de leerlingen goed onderwijs krijgen, de basisvaardigheden, waaronder burgerschap, op orde zijn en de hoge lat wordt gehaald.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma