Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 oktober 2021
Op 13 september jongstleden heeft de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mij per brief verzocht om een brief met de stand van zaken ten aanzien van de aanvragen in het kader van de wet Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen (Kamerstuk 35 050). In deze brief ga ik in op dat verzoek. Ik zal eerst ingaan op waar we op dit moment in het proces staan, dan op de feiten en cijfers van de aanvragen. Tot slot heb ik ter vergelijking het aantal nieuwe scholen uit eerdere jaren weergeven.
Processtappen richting een nieuwe school
Tussen 1 juni en 1 juli jongstleden konden nieuwe initiatieven zich bij DUO melden. Alleen initiatieven die zich gemeld hebben bij DUO kunnen een aanvraag indienen. Op 1 juli jongstleden zijn alle initiatieven openbaar geworden op de website van DUO. Ouders kunnen van 1 juli tot 15 oktober hun belangstelling kenbaar maken voor een initiatief door middel van een ouderverklaring. Deze ouderverklaringen vormen, samen met de bevolkingsprognoses in het voedingsgebied van de beoogde school, de basis voor de belangstellingsmeting. Deze belangstellingsmeting is één van de onderdelen van de aanvraag voor een nieuwe school, die voor 1 november moet worden ingediend.
Ik heb besloten om de termijn, waarin ouders hun belangstelling voor een initiatief kenbaar kunnen maken, met twee weken te verlengen tot 29 oktober. Dit omdat ik vanuit meerdere initiatieven heb vernomen dat ouders er niet altijd in slaagden hun belangstelling kenbaar te maken op het moment dat zij dit wilden doen. Op deze manier krijgen alle ouders die hun belangstelling kenbaar willen maken de ruimte om een initiatief alsnog te steunen.
Vanaf 1 november zullen de aanvragen worden beoordeeld. Mijn verwachting is dat een deel van de initiatieven daarbij niet voldoende belangstelling zal kunnen aantonen of zal besluiten geen aanvraag in te dienen. Er zijn namelijk grote verschillen tussen het aantal ouderverklaringen dat per initiatief wordt afgegeven, in sommige gevallen is het aantal ouderverklaringen zelfs nog nul.
Naast het beoordelen van de belangstellingsmeting zal worden gekeken of er is voldaan aan de uitnodigingsplicht1 en of de bestuurders en intern toezichthouders een verklaring omtrent gedrag hebben. De Inspectie van het Onderwijs zal op basis van de aanvraag en een gesprek met de initiatiefnemers mij adviseren of de te verwachten onderwijskwaliteit voldoende is. Op deze manier zorgt de nieuwe systematiek voor de randvoorwaarden voor een toekomstbestendig, kwalitatief goed en gevarieerd onderwijsaanbod, dat aansluit bij de wensen van ouders en leerlingen.
Op 1 juni 2022 zal ik besluiten welke scholen voldoen aan de gestelde voorwaarden en kunnen starten op 1 augustus 2023.
Eerste cohort meldingen onder de nieuwe wet
• In totaal hebben 102 initiatiefnemers zich gemeld bij DUO.
• Het gaat om
○ 69 po-initiatieven, waarvan:
– 56 meldingen voor een nieuwe school en
– 13 meldingen voor de verzelfstandiging van een locatie.
○ 32 vo-initiatieven, waarvan:
– 26 meldingen voor een nieuwe school,
– 3 meldingen voor een nieuwe nevenvestiging
– 2 meldingen voor de uitbreiding van het vbo-aanbod en
– 1 melding voor de splitsing van een bestaande school.
○ 1 vo-initiatief voor een nieuwe school in Caribisch Nederland.
• Ongeveer 80% van de meldingen is gedaan door bestaande schoolbesturen, de rest betreft nieuwe besturen.
• Twee derde van de initiatieven in het voortgezet onderwijs bestaat uit drie of meer schoolsoorten, bijvoorbeeld mavo-havo-vwo. De rest van de initiatieven bestaat uit één of twee schoolsoorten.
Cijfers over eerdere jaren onder de oude systematiek
basisscholen |
vo-scholen |
nieuwe vo-nevenvestiging |
|
---|---|---|---|
2014/15 |
12 |
1 |
11 |
2015/16 |
9 |
0 |
26 |
2016/17 |
10 |
4 |
24 |
2017/18 |
7 |
5 |
7 |
2018/19 |
15 |
2 |
19 |
De afgelopen jaren is er een beperkt aantal nieuwe scholen gesticht. Met name in het voortgezet onderwijs is het aantal schoolstichtingen beperkt gebleven, hoewel er wel sprake is van een substantieel aantal nieuwe nevenvestigingen. Dit beperkte aantal schoolstichtingen sluit aan bij de probleemanalyse die ten grondslag ligt aan de nieuwe stichtingssystematiek. In het aantal gemelde initiatieven wordt zichtbaar dat er een behoefte is aan de mogelijkheid om een nieuwe school te stichten. Daarbij is de verwachting dat het aantal nieuwe
initiatieven dat zich meldt de eerste jaren onder de nieuwe wet hoger zal zijn dan erna. Dit komt door initiatieven die hebben gewacht tot de nieuwe wet er was, omdat zij onder de oude systematiek niet van start konden.
Tegelijkertijd zal, voor een goede analyse en duiding, afgewacht moeten worden hoeveel aanvragen er uiteindelijk worden ingediend en hoeveel daarvan voldoen aan de voorwaarden om voor bekostiging in aanmerking te komen. Dit wordt de komende jaren gemonitord en ik zal uw Kamer hiervan op de hoogte houden.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob