Ontvangen 11 september 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt in artikel 74, derde lid, na onderdeel b een onderdeel ingevoegd, luidende:
ba. Een beschrijving van de godsdienst of levensbeschouwing die ten grondslag ligt aan de school, tenzij geen godsdienst of levensbeschouwing aan die school ten grondslag ligt;.
II
In artikel I wordt in artikel 75 na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
3a. Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wijst Onze Minister de aanvraag, bedoeld in artikel 74, eerste lid, af indien de godsdienst of levensbeschouwing van een school afbreuk doet aan de beginselen van de democratische rechtsstaat en fundamentele rechten en vrijheden.
III
In artikel II wordt in artikel 67 na het vierde lid een lid ingevoegd, luidende:
4a. Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wijst Onze Minister de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, af indien de godsdienst of levensbeschouwing van een school afbreuk doet aan de beginselen van de democratische rechtsstaat en fundamentele rechten en vrijheden.
IV
In artikel II wordt in artikel 67a, derde lid, na onderdeel b een onderdeel ingevoegd, luidende:
ba. Een beschrijving van de godsdienst of levensbeschouwing die ten grondslag ligt aan de school, tenzij geen godsdienst of levensbeschouwing aan die school ten grondslag ligt;.
V
In artikel III wordt in artikel 72, vierde lid, na onderdeel b een onderdeel ingevoegd, luidende:
ba. Een beschrijving van de godsdienst of levensbeschouwing die ten grondslag ligt aan de school, tenzij geen godsdienst of levensbeschouwing aan die school ten grondslag ligt;.
VI
In artikel III wordt in artikel 75 na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
3a. Onze Minister wijst de aanvraag, bedoeld in artikel 72, tweede lid, af indien de godsdienst of levensbeschouwing van een school afbreuk doet aan de beginselen van de democratische rechtsstaat en fundamentele rechten en vrijheden.
VII
In artikel IV wordt in artikel 123 na het zevende lid een lid ingevoegd, luidende:
7a. Onze Minister wijst de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, af indien de godsdienst of levensbeschouwing van een school afbreuk doet aan de beginselen van de democratische rechtsstaat en fundamentele rechten en vrijheden.
VIII
In artikel IV wordt in artikel 124, derde lid, na onderdeel b een onderdeel ingevoegd, luidende:
ba. Een beschrijving van de godsdienst of levensbeschouwing die ten grondslag ligt aan de school, tenzij geen godsdienst of levensbeschouwing aan die school ten grondslag ligt;.
Dit amendement regelt dat de aanvraag voor de bekostiging van een nieuw op te richten school wordt geweigerd door de Minister als de onderliggende levensvisie zich niet verhoudt tot de uitgangspunten ten aanzien van de democratische rechtsstaat en fundamentele rechten en vrijheden zoals de gelijkwaardigheid van man en vrouw, van LHBTI+ en van andersdenkenden en -gelovigen zoals die in de Grondwet zijn verankerd.
Beertema