Ontvangen 11 september 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel II, wordt het voorgestelde artikel 64a als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid, onderdeel b, wordt na «eerste en derde lid,» ingevoegd «of door de inspectie ingevolge artikel 11 van de Wet op het onderwijstoezicht als onvoldoende is beoordeeld.
2. Aan het tweede lid, onderdeel b wordt na «eerste en derde lid,» ingevoegd «of door de inspectie ingevolge artikel 11 van de Wet op het onderwijstoezicht als onvoldoende is beoordeeld.
In het wetsvoorstel wordt onder meer geregeld dat het bevoegd gezag van een zeer zwakke school geen nieuwe nevenvestiging mag starten. Met dit amendement wil de indiener regelen dat scholen die onvoldoende scoren volgens de onderwijsinspectie eerst alle inzet plegen om in ieder geval te voldoen aan de basiskwaliteitsnormen voordat er energie gestopt kan worden in het openen van een nieuwe nevenvestiging. De indiener vindt het onverstandig als scholen noodzakelijke aandacht en energie in de hoofdvestiging ten koste laten gaan van de inzet die nodig is om een nieuwe nevenvestiging te openen.
Rudmer Heerema