Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 13 juni 2019

In het voorstel van wet wordt in artikel I het voorgestelde artikel 1.49a als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «personeel» ingevoegd «in enigerlei vorm».

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Voor zover handelen overeenkomstig het eerste lid het maken van indirect onderscheid op grond van godsdienst of levensovertuiging met zich meebrengt is dat gerechtvaardigd in de zin van artikel 2, eerste lid, van de Algemene wet gelijke behandeling.

Toelichting

1.

Met deze wijziging wordt beoogd om duidelijk te maken dat het hier gaat om een ruimere kring van personen dan alleen zij die een arbeidsovereenkomst met het kindercentrum hebben. Onder de omschrijving van personeel dat in enigerlei vorm in dienst is – die ontleend is aan artikel 1 van de Wet kinderopvang – kunnen ook stagiaires, zzp’ers en uitzendkrachten vallen.

2.

De toevoeging van dit lid beoogt buiten twijfel te stellen dat het in het eerste lid bedoelde toelatingsbeleid, voor zover dat indirect onderscheid op grond van godsdienst of levensovertuiging met zich mee brengt, gerechtvaardigd is in de zin van artikel 2, eerste lid, van de Algemene wet gelijke behandeling. Dat impliceert dat de wetgever ervan uit gaat dat sprake is van een legitiem doel en van een middel voor het bereiken daarvan dat passend en noodzakelijk is.

Raemakers