Ontvangen 9 november 2018
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel VII, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. Na onderdeel 1 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
1a. Het in het eerste lid, onderdeel a, vierde aandachtsstreepje, opgenomen tarief wordt verhoogd met € 0,08252.
2. Na onderdeel 2 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
2a. Het in het eerste lid, onderdeel c, vierde aandachtsstreepje, als eerste opgenomen tarief wordt verhoogd met € 0,04666 en het als tweede opgenomen tarief wordt verhoogd met € 0,02333.
II
Artikel VII, onderdeel C, komt te luiden:
C
Artikel 60, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Het in het eerste aandachtsstreepje opgenomen tarief wordt verhoogd met € 0,00482.
2. Het in het vierde aandachtsstreepje opgenomen tarief wordt verhoogd met € 0,08252.
III
Artikel VII, onderdeel D, vervalt.
Dit amendement draait de verlaging van de belastingvrije voet van de energiebelasting terug. Indieners zijn van mening dat door de verlaging de laagste inkomens onevenredig hard geraakt worden door de stijging van hun energierekening. Omdat er draagvlak moet zijn en blijven voor klimaatmaatregelen, vinden indieners het onverstandig om gewone huishoudens fors op kosten te jagen zonder dat zij iets kunnen ondernemen om hun energierekening omlaag te brengen.
Dekking voor de gederfde inkomsten van 410 miljoen euro wordt gevonden in het taakstellend verhogen van de energiebelasting (voor bedrijven) in de vierde schijf. Dit past goed in het principe de vervuiler betaalt en draagt bij aan klimaatrechtvaardigheid.
Leijten Beckerman