Voorgesteld 14 november 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat bij dit Belastingplan acht wetsvoorstellen in volle omvang zijn behandeld;
overwegende dat de Tweede Kamer medewetgever is en het recht van amendement zorgvuldig uitgeoefend moet kunnen worden;
overwegende dat ook de Raad van State erop wijst dat het wenselijk is zo veel mogelijk fiscale wetten apart en eerder in het jaar te behandelen;
verzoekt het kabinet, met ingang van volgend jaar fiscale wetten zo veel mogelijk verspreid over het jaar in te dienen, zodat alleen de op dat moment echt noodzakelijke wetgeving bij het Belastingplan wordt behandeld,
en gaat over tot de orde van de dag.
Nijboer