Voorgesteld 18 oktober 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat borstvoeding een scala aan ziektes en gezondheidsklachten voorkomt bij kind én moeder, op korte en lange termijn;
constaterende dat het Nationaal Platform Borstvoeding en de Landelijke Borstvoedingsraad concluderen dat tijdige lactatiekundige hulp ervoor zorgt dat vrouwen niet vroegtijdig stoppen met het geven van borstvoeding, zoals nu bij 65% van de moeders het geval is;
overwegende dat lactatiekundige zorg na de kraamperiode is ingebed in de jeugdgezondheidszorg, maar dat de mogelijkheden van lactatiekundige zorg onvoldoende aan bod komen in de gesprekken met de jeugdverpleegkundige;
overwegende dat lactatiekundige zorg in de kraamperiode niet vergoed wordt vanuit de basisverzekering, terwijl lactatiekundige zorg als onderdeel van de jeugdgezondheidszorg gratis is;
verzoekt de regering, lactatiekundige zorg beter in te bedden in de jeugdgezondheidszorg met als doel dat moeders betere ondersteuning krijgen bij het geven van borstvoeding;
verzoekt de regering tevens, samen met VNG te kijken naar de mogelijkheden om lactatiekundige zorg als onderdeel van de jeugdgezondheidszorg vanaf de geboorte van het kind beschikbaar te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dik-Faber