Voorgesteld 18 oktober 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Nationale ombudsman alsook de vicevoorzitter van de Algemene Rekenkamer en de directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau gezamenlijk de noodklok hebben geluid over de gebrekkige toegang tot de zorg van kwetsbare mensen, als gevolg waarvan deze tussen wal en schip (dreigen te) vallen;
constaterende dat ondanks eerdere signalen (zoals het rapport Zorgen voor burgers van de Nationale ombudsman van 14 mei 2018) nog onvoldoende actie is ondernomen;
van mening dat dit wel noodzakelijk is;
verzoekt de regering, met de grootst mogelijke spoed concreet actie te ondernemen teneinde de hiervoor aangegeven problematiek effectief aan te pakken (daarbij rekening houdend met de onder meer door de Nationale ombudsman daartoe gedane aanbevelingen en suggesties), de Kamer voor het eind van dit jaar over de exacte inhoud daarvan te informeren en vervolgens elk halfjaar van de voortgang van een en ander op de hoogte te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kerstens
Ellemeet
Hijink
Sazias
Kuzu