Voorgesteld 29 november 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau de groep werkende armen in aantal toeneemt;
voorts constaterende dat deze werkende armen, waaronder veel zelfstandigen, niet vertegenwoordigd worden door vakbonden en brancheorganisaties;
constaterende dat we best een ingewikkeld systeem van toeslagen en sociale zekerheid hebben;
van oordeel dat werkende armen aandacht en representatie verdienen en dat naar oplossingen moet worden gezocht voor reële problemen als pensioen, verzekeringen en inkomen;
verzoekt de regering om:
• met de polder over deze groeiende groep werkende armen in gesprek te gaan;
• de SER om een verkenning rondom identificatie van werkende armen in de polder te vragen;
• en de inkomenspositie van definieerbare groepen als alleenstaanden, eenverdieners met en zonder kinderen, alleenstaande ouders en ouderen, in relatie tot het sociaal minimum, specifiek in beeld te brengen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Peters
Van Brenk