Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 19 november 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering werkt aan een nieuwe Wet inburgering;
constaterende dat op basis van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Turkije (de standstill clause) Turkse nieuwkomers niet inburgeringsplichtig zijn;
overwegende dat het aantal Turkse asielzoekers aan het toenemen is;
overwegende dat het Hof van Justitie in de afgelopen jaren kwalificaties heeft geschetst voor het kunnen stellen van eisen aan Turkse nieuwkomers wanneer er dwingende redenen toe zijn, waaronder begrepen bevordering van integratie en het tegengaan van gedwongen huwelijken;
overwegende dat de nieuwe Wet inburgering erop gericht zal zijn voor elke inburgeraar tot maatwerk middels een persoonlijk integratieplan te komen;
verzoekt de regering, om aan de hand van jurisprudentie en de praktijk in andere lidstaten te verkennen hoe het inburgeringsbeleid ook kan gaan gelden voor individuele Turkse nieuwkomers, en hierover aan de Kamer te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Paternotte
Pieter Heerma