Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2019
Afgelopen jaar heb ik uw Kamer bij brief van 15 juni 2018 (Kamerstuk 34 775 XIII, nr. 143) geïnformeerd over mijn voornemen om de informatievoorziening in de LNV-begroting te verbeteren, dit mede naar aanleiding van de motie-Weverling (Kamerstuk 34 725 XIII, nr. 10). Aanvullend hebben wij hierover gesproken in het Wetgevingsoverleg over de jaarverantwoording 2017 van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) op 21 juni 2018 (Kamerstuk 34 950 XIII, nr. 19). Ik heb toen het voornemen uitgesproken om in de LNV-ontwerpbegroting 2020 de huidige opzet van de LNV-begroting tegen het licht te houden. In deze brief informeer ik u over de stand van zaken.
Opdracht en afbakening
Bij het uitvoeren van de opdracht om de informatievoorziening in de LNV-begroting te verbeteren, gaat het er in de kern om de transparantie over financiële aspecten van beleidsvoornemens te verbeteren en om uw Kamer beter te bedienen met informatie over de relatie tussen de doelen van beleid en de inzet van (financiële) middelen. Ik hecht er daarnaast aan om in de begroting de LNV-visie herkenbaar terug te laten komen.
Tegelijkertijd speelt ook het tijdloze karakter van de begrotingsstructuur een rol. Een begrotingsstructuur moet een zekere bestendigheid en consistentie in zich herbergen, om ook voor mijn en uw opvolgers een herkenbaar vertrekpunt te zijn bij het formuleren en toetsen van het (voorgenomen) beleid.
Hierna zal ik u voor een aantal onderdelen van de begroting schetsen wat u kunt verwachten in de LNV-ontwerpbegroting 2020.
Herziening beleidsartikel 11
De LNV-begroting heeft twee beleidsartikelen.
Artikel 11 wordt op een aantal andere punten wel herzien. De nieuwe titel van het artikel luidt vanaf de begroting 2020: Een weerbaar, veerkrachtig en veilig agro-, voedsel- en visserijsysteem, met als algemene doelstelling:
LNV streeft naar een landbouw- en voedselsysteem dat zorgvuldig omgaat met inputs en natuurlijke hulpbronnen, opbrengsten zo efficiënt en hoogwaardig mogelijk benut, daarmee internationaal toonaangevend en concurrerend is en waarin sociaal verantwoord, veilig, dier- en milieu en omgevingsvriendelijk wordt geproduceerd en geconsumeerd.
Deze naam en doelstelling sluiten beter aan bij het LNV-visie en bij de uitgaven waarover ik mij in uw Kamer verantwoord. In het verlengde hiervan worden ook benamingen waaronder diverse budgettaire instrumenten in het artikel zijn geclusterd herzien. Enkele voorbeelden: waar voorheen werd gesproken over Plantgezondheid, wordt dat nu Weerbare planten en teeltsystemen. De term Agrarisch ondernemerschap wordt vervangen door Sociaal economische positie boeren.
Een laatste aanpassing zult u treffen in de toelichtingen bij de budgettaire tabel. Ik zal daarbij – in lijn met de motie-Weverling – scherper aangeven met welk doel de betreffende middelen worden begroot en daarbij de relatie tussen doelen, activiteiten en gewenste resultaten en uitkomsten zo transparant mogelijk beschrijven.
De niet-financiële informatie (kengetallen en indicatoren)
Naast de financiële informatie in de budgettaire tabellen is er in de begroting ruimte voor het opnemen van kengetallen en indicatoren die helpen bij het duiden van de relatie tussen beleidsdoelen, activiteiten en maatschappelijke effecten. De huidige set indicatoren en kengetallen behoeft aanpassing. Ik ben van plan om bij het opstellen van nieuwe indicatoren de resultaten van onderzoek naar de monitoring van de LNV-visie, de uitkomsten van de beleidsdoorlichting van artikel 11, de natuurverkenning 2020 en afspraken over de monitoring van het Klimaatakkoord mee te nemen. Hierbij wordt samengewerkt met het CBS en het PBL. Zo kan ik uw Kamer uiterlijk in het voorjaar van 2020 een integraal voorstel doen voor een (compacte) set indicatoren die in de ontwerpbegroting 2021 kan worden opgenomen. Zie ook de beantwoording van de vragen over het jaarverslag 2018 (Kamerstuk 35 200 XIII, nr. 6, vraag 25).
Ik streef ernaar om bovenstaande maatregelen vanaf de ontwerpbegroting 2020 te kunnen implementeren.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten