Voorgesteld 1 november 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de varkensrechten die worden opgekocht bij de geplande sanering van de varkenshouderij in Brabant, van de markt worden gehaald, maar dat de vrijkomende ruimte om mest te produceren, wordt behouden;
van mening dat wanneer er 200 miljoen aan belastinggeld wordt uitgegeven om de veehouderij te saneren, het niet zo kan zijn dat de mestproductie en de daarmee gepaard gaande gevolgen voor omwonenden, leefomgeving, natuur en milieu net zo groot mag blijven als vóór de sanering;
verzoekt de regering, om bij de geplande warme sanering van de varkenshouderij tevens het fosfaatplafond voor de varkenssector te verlagen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ouwehand