Voorgesteld 8 november 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, het zogenaamde Verdrag van Chicago uit 1944, is bepaald dat in luchtvaartuigen aanwezige brandstof gevrijwaard is van belastingen bij aankomst en vertrek in een andere verdragsluitende staat;
overwegende dat er hier geen prikkel van uitgaat naar luchtvaartmaatschappijen en vliegtuigfabrikanten om over te stappen naar meer klimaatvriendelijke alternatieven van kerosine;
verzoekt de regering, zich in te spannen voor het organiseren van een buitengewone zitting in Nederland van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie over accijns op kerosine en daartoe steun te vergaren onder niet minder dan een vijfde van het totale aantal bij het Verdrag van Chicago aangesloten staten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Paternotte
Stoffer