Voorgesteld 7 februari 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat onafhankelijkheid en objectiviteit cruciale elementen zijn voor het slagen van het nieuw opgezette integriteitsbeleid, het MID, de COID en de IVD;
overwegende dat het een voorwaarde is dat de objectiviteit en de onafhankelijkheid van het onderzoek naar en de afhandeling van meldingen gewaarborgd moeten zijn;
overwegende dat die onafhankelijkheid van het Meldpunt Integriteit Defensie (MID) en de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) mede afhankelijk is van de onafhankelijkheid van personen die een rol spelen bij de afhandeling van meldingen en onderzoek;
overwegende dat een Inspectie Veiligheid Defensie met een Inspecteur-Generaal Veiligheid is ingesteld om onafhankelijk ongevallen- en incidentenonderzoek te kunnen verrichten en dat dit mede afhankelijk is van de onafhankelijkheid van personen die een rol spelen bij het doen van onderzoek naar ongevallen en incidenten;
verzoekt de regering, bij onderzoeken naar en bij de afhandeling van klachten door het MID, de COID en de Inspectie Veiligheid Defensie, de onafhankelijkheid en objectiviteit te waarborgen, door personen (niet zijnde de melder zelf en/of getuigen) die een rol hebben gespeeld waarover de melding gaat, niet te betrekken in het onderzoek en/of bij de afhandeling van klachten;
verzoekt de regering, bij gevraagde en ongevraagde onderzoeken van de Inspectie Veiligheid Defensie en de COID, de onafhankelijkheid en objectiviteit te waarborgen door personen die een rol hebben gespeeld in de totstandkoming van het te onderzoeken beleid niet te betrekken in het doen van onderzoek,
en gaat over tot de orde van de dag.
Belhaj