Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 april 2019
Op 23 april jl. heeft het arbeidsvoorwaardenoverleg met de vakbonden opnieuw vertraging opgelopen. Tijdens de Regeling van Werkzaamheden d.d. 24 april 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 79, Regeling van Werkzaamheden) heeft het lid Jasper van Dijk (SP) hierover een brief gevraagd. Met deze brief geef ik invulling aan dit verzoek.
Ik betreur het dat het defensiepersoneel nog langer moet wachten op verbetering van de arbeidsvoorwaarden. De reden hiervoor is dat de bonden op 23 april de gesprekken hebben opgeschort, omdat ze op dit moment onvoldoende vertrouwen hebben dat we tot een akkoord kunnen komen.
Defensie en de vakbonden hebben bij de start van de onderhandelingen over de arbeidsvoorwaarden procesafspraken gemaakt over de vorm en het tijdpad van de gesprekken. Onder leiding van de onafhankelijke voorzitter, de heer Han Noten, lagen op 16 april jl. voor het eerst alle onderwerpen op tafel. Dit als eerste stap voor de verdere onderhandelingen om tot een nieuw akkoord te komen. Hierbij is er door Defensie financiële en beleidsmatige ruimte geboden om verder te onderhandelen. Helaas hebben de bonden daarop in het Sector Overleg Defensie van 23 april aangegeven die basis als onvoldoende te zien. Door het opschorten is het onduidelijk welk resultaat de vakbonden voor ogen hebben.
Partijen moeten de vrijheid en ruimte hebben om in vertrouwelijkheid te praten over een akkoord, zoals dat in onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden altijd gebeurt.
Ik wil het overleg met de vakbonden graag snel voortzetten in het belang van het personeel en hoop dan ook dat de bonden snel weer aan tafel komen.
De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser