Voorgesteld 9 april 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het RIVM in juni 2018 heeft aangetoond dat elf aandoeningen die zich voordoen bij het voormalige personeel van de POMS-depots veroorzaakt zijn door chroom-6;
constaterende dat de Staatssecretaris van Defensie een schaderegeling heeft opgesteld ter tegemoetkoming voor personeel die met chroom-6 hebben gewerkt;
constaterende dat er nog grote onduidelijkheid is over het effect van andere giftige stoffen waarmee is gewerkt in de POMS-depots en dat die stoffen nog niet zijn onderzocht;
constaterende dat de schaderegeling geen soelaas biedt aan de ex-werknemers die niet aan de elf vastgestelde aandoeningen lijden;
overwegende dat Defensie de volle verantwoordelijkheid moet nemen voor haar nalatigheid jegens het voormalig POMS-personeel omdat het verzaken in de zorgplicht voor een groot deel van de medewerkers heeft geleid tot gezondheidsschade;
voorts overwegende dat een werknemer van de luchtmacht in Twente in 2014 een schadevergoeding heeft gekregen van € 100.000 voor het werken met chroom-6;
verzoekt de regering, een schadefonds in te richten tot uitkering van schade aan slachtoffers van het werken met chroom-6 in POMS-depots en daarvoor een bedrag van € 100.000 per persoon te reserveren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Karabulut
Kerstens
Krol