Voorgesteld 9 april 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de schadeletselregeling voor POMS-arbeiders is gebaseerd op 100% bewezen causaliteit tussen het werken met chroom-6 en een aantal ziekten omdat deze regeling uitgaat van aantoonbaarheid;
van mening dat POMS-arbeiders onrecht wordt aangedaan omdat zeer veel voorkomende ziekten waaraan mensen in de groep lijden, buiten de schadeletselregeling vallen omdat de aantoonbaarheid op dit moment niet 100% is;
van mening dat de voorwaarde van aannemelijkheid van vaak voorkomende ziektebeelden onder de groep POMS-arbeiders meer recht doet aan hun situatie;
constaterende dat alle arbeiders in het Tilburgse chroom-6-dossier in aanmerking komen voor een schadevergoeding omdat ze in aanraking met chroom-6 zijn geweest of kunnen zijn geweest;
voorts van mening dat deze ongelijke situatie tussen personeel in Tilburg en POMS-arbeiders onrechtvaardig is;
verzoekt de regering, aannemelijkheid als voorwaarde te accepteren voor het toekennen van ziekten door het werken met chroom-6 en daarmee de kans te verhogen dat een grotere groep POMS-arbeiders voor een schadevergoeding in aanmerking komt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Karabulut
Kerstens
Krol