Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 maart 2019
Op 13 februari jl. berichtten verschillende media dat sommige Dutchbat-veteranen zich zorgen maken over de aanwezigheid van asbest en radioactief materiaal rond de toenmalige compound in Potocari (1995). Gelijktijdig meldde Het Algemeen Dagblad dat een groep Nederlandse militairen zich nu zorgen maakt over hun gezondheid vanwege asbest op de kazerne in Litouwen.
In het ordedebat van 14 februari jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 54, item 8) heeft u verzocht om een brief waarin aandacht wordt geschonken aan de onderzoeken en de wijze waarop het personeel is geïnformeerd. Aanvullend heeft u in uw schrijven van 21 februari jl. gevraagd om een reactie op het bericht op AD.nl van 13 februari 2019 «Dutchbat-militairen doen aangifte wegens mishandeling». Tot slot heb ik schriftelijke vragen ontvangen van het lid Karabulut (SP) over het artikel in Het Algemeen Dagblad van 14 februari jl. «Militairen op missie in Litouwen klagen over asbest». Met deze brief geef ik mede namens de Staatssecretaris invulling aan deze verzoeken.
Potocari
Defensie was in 1994 bekend met de aanwezigheid van asbest in de batterij- en accufabriek die zich bevond naast de compound van Dutchbat. Om die reden was het het personeel destijds niet toegestaan dit gebouw te betreden. Op 28 mei 1995 heeft zich ter plekke een overstroming voorgedaan waardoor water en modder via het gebouw op de compound terecht kwam. Omdat het personeel vreesde dat asbest zich over de compound had verspreid, heeft Defensie destijds metingen verricht. Uit de genomen monsters bleek dat de asbest zich niet over de compound van Dutchbat had verspreid. De conclusie van het onderzoek was dat militairen geen onverantwoord gezondheidsrisico hebben gelopen. Deze conclusie is destijds echter niet gecommuniceerd. Het personeel is hierover in 2002 alsnog geïnformeerd.
In 2000 is de Kamer geïnformeerd over de blootstelling aan ioniserende straling op de compound (Kamerstuk 27 580, nr. 3). Op basis van aanvullend onafhankelijk onderzoek door de Nucleair Research & Consultant Groep (NRG) in 2000 is destijds geconcludeerd dat «er geen reden is te veronderstellen dat uitgezonden militairen zijn blootgesteld aan significante doses ioniserende straling door rookmelders of andere radioactieve bronnen.»
Overigens kan personeel dat op de compound Potocari is geweest, zich sinds het jaar 2000 bij Defensie laten registreren in verband met de zorgen die zij hebben over de mogelijke aanwezigheid van asbest op de locatie Potocari.
In het artikel op AD.nl van 13 februari 2019 wordt gemeld dat Dutchbat-militairen aangifte doen tegen Defensie wegens mishandeling. Het is de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie om een aangifte te beoordelen en te bepalen of zij daarin aanleiding ziet voor een strafrechtelijk onderzoek. Defensie wacht deze beslissing af.
Litouwen
In het algemeen kan worden gemeld dat Defensie aan de voorkant van missies een zogeheten site survey uitvoert. Hierbij worden de specifieke lokale en infrastructurele omstandigheden in kaart gebracht en worden zoveel als mogelijk de veiligheids- en gezondheidsrisico's geïnventariseerd. Ook voorafgaand aan de NAVO-inzet in Litouwen is een dergelijke site survey uitgevoerd.
Het Nederlandse detachement maakt deel uit van de Multinational Battle Group (MNBG) die onder Duitse leiding staat. De Nederlandse militairen in Rukla werken onder meer in een Temporary Logistic Support Area (TLSA), oefenen voornamelijk in Pabrade Training Area, en zijn, samen met meerdere NAVO-eenheden, gehuisvest in de nabijgelegen Rukla Barracks.
TLSA
Duitsland heeft vanaf de start van de NAVO-presentie in 2017 de risico’s en blootstelling aan asbest onderzocht. Mede door klachten van een Duitse militair in april 2017 heeft Duitsland, in 2017 maandelijks en in 2018 ieder kwartaal, op de TLSA metingen uitgevoerd1. Duitsland heeft onder meer luchtmetingen uitgevoerd en kleefmonsters genomen om te beoordelen of er door de aanwezigheid van de asbest een gevaar bestaat voor de gezondheid. De resultaten van de metingen lieten geen verhogingen zien met betrekking tot de achtergrondconcentratie van het aantal van nature in de buitenlucht aanwezige asbestvezels. Ook de resultaten van de kleefmonsters lieten geen verhoogde concentratie zien van asbestvezels in het stof. Duitsland heeft sinds de eerste metingen geconcludeerd dat er, ondanks de aanwezigheid van hecht-gebonden asbest, geen gevaar is voor de gezondheid. Het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG) van Defensie heeft het Duitse onderzoek gevalideerd en de conclusie bevestigd.
Rukla Barracks
Eind april 2017 is op de locatie Rukla Barracks tijdens een Nederlands werkbezoek op drie plaatsen asbest aangetroffen. Deze locaties zijn gemarkeerd, afgedekt of gesaneerd.
Beheersmaatregelen
Defensie bereidt het personeel goed voor op hun verblijf in Litouwen. Tijdens de Missiegerichte Opleiding (MGO) krijgen de militairen onder meer les in hygiëne en preventieve gezondheidszorg (HPG). Tijdens deze HPG-lessen worden de militairen gewezen op de risico’s en de zaken die ze wel en niet moeten doen om veilig te werken. In deze opleiding is er ook specifiek aandacht voor de aanwezigheid van asbest op het kampement. Daarnaast wijzen we de militairen op het speciaal ontwikkelde «Informatieblad asbest voor eFP BG».
Sinds de ontstane onrust bij het personeel wordt bij aankomst in Litouwen, nogmaals de aandacht gevestigd op de aanwezige asbest. Daarbij worden de militairen tevens gewezen op de mogelijkheid zich te registreren door middel van het formulier «Persoonsregistratie blootstelling gevaarlijke stoffen en fysische processen».
Op het kampement te Rukla zijn de locaties waar asbest is aangetroffen gemarkeerd, afgedekt of gesaneerd. Daar waar op de oefenterreinen asbest wordt aangetroffen, wordt deze verwijderd, afgedekt, gemarkeerd of wordt dit deel van de oefenlocatie gemeden.
Naar aanleiding van de recente ontstane onrust is het aanwezige personeel in Litouwen nogmaals gewezen op de locaties waar asbest is aangetroffen. Ook zijn de militairen nogmaals geïnformeerd over de risico’s van asbest en de regels waar zij zich op het kamp aan moeten houden.
Afsluitend
Defensie stuurt haar personeel met regelmaat uit naar landen waar de bestaande lokale infrastructuur is beschadigd of niet vergelijkbaar is met onze standaarden. Dit doet zij pas nadat er een grondig onderzoek is uitgevoerd naar onder andere de gezondheidsrisico’s. Deze gezondheidsrisico’s en de beschermende maatregelen die Defensie kan nemen, spelen nadrukkelijk een rol in de besluitvorming om onze mensen in deze gebieden te laten optreden. Defensie neemt hierin haar verantwoordelijkheid en zal indien hier aanleiding toe is, gericht onderzoek doen naar potentiële gezondheidsrisico’s.
De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten