Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 september 2019
In mijn brief van 1 augustus 2019 waarin ik uw Kamer informeerde over het ontslag van een lid van het Commissariaat voor de Media (hierna: Commissariaat) (Kamerstuk 35 000 VIII, nr. 216) heb ik toegezegd terug te komen op de situatie bij het Commissariaat voor de Media.
Op 25 maart 2019 heb ik u het verslag van het door PWC uitgevoerde vijfjaarlijkse zbo-evaluatieonderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het Commissariaat in de periode 2012–2017 gestuurd1. Naar aanleiding daarvan heeft de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van uw Kamer op 24 april 2019 schriftelijke vragen gesteld.2 Ook zijn door diverse leden van uw Kamer nadere schriftelijke vragen gesteld over de situatie bij het Commissariaat, mede naar aanleiding van berichtgeving in de pers.3 De antwoorden op de vragen van de vaste commissie en op de nadere schriftelijke vragen ontvangt u separaat tegelijkertijd met deze brief.
Er is rond het Commissariaat een situatie ontstaan die de komende tijd extra aandacht en inspanningen vergt van zowel het Commissariaat als het ministerie. Naar aanleiding daarvan zijn diverse maatregelen in gang gezet om de doelmatigheid en doeltreffendheid van het Commissariaat te versterken. De berichtgeving van daarna bevestigt de noodzaak daartoe. Er is een gestructureerde aanpak nodig. Zoals uit mijn antwoorden op de gestelde vragen blijkt, bestaat die aanpak uit de volgende elementen:
– Het Commissariaat werkt aan de invoering van een nieuw zaaksysteem en personeelsadministratiesysteem om doorlooptijden te monitoren, doet onderzoek naar het personeelsverloop en de gewenste kwalitatieve en kwantitatieve personeelssamenstelling en zet zich in internationaal verband in voor de ontwikkeling van digitale toezichtsinstrumenten.
– ABDTOPConsult is inmiddels in mijn opdracht gestart met een onderzoek naar de governancestructuur van het Commissariaat. Ik verwacht uw Kamer daarover vóór het eind van dit jaar te informeren.
– Er komt een verkenning naar de wettelijke taken van het Commissariaat in het licht van de ontwikkelingen in de mediasector. Ik verwacht uw Kamer daarover in het voorjaar van 2020 te informeren.
– Samen met het Commissariaat werk ik aan de uitvoering van de aanbevelingen uit het evaluatierapport om tot meer transparantie en inzicht in de doelmatigheid van de organisatie te komen.
– De wervingsprocedure voor een nieuwe voorzitter is bijna afgerond en ik verwacht dat ik op korte termijn een nieuwe voorzitter kan benoemen zodat de bestuurlijke besluitvorming binnen het Commissariaat weer op gebruikelijke wijze kan plaatsvinden.
– Zodra een nieuwe voorzitter in functie is zal ik met het Commissariaat nader overleggen hoe optimale transparantie en toetsing van nevenfuncties bereikt kunnen worden.
– Op dit moment bezie ik de arbeidsvoorwaardenregeling voor leden van het Commissariaat. Over de uitkomsten verwacht ik u te informeren in mijn mediabegrotingsbrief 2020.
Met betrekking tot het ontslag van een lid van het Commissariaat bericht ik u dat betrokkene inmiddels juridische stappen heeft ondernomen. Hierdoor is een juridisch traject ingezet dat zijn eigen verloop zal hebben.
Ik hoop uw Kamer met deze brief en de antwoorden op de vragen van het schriftelijk overleg en de nadere schriftelijke vragen voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob