Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 17 juni 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de kansengelijkheid in het basisonderwijs wordt ondermijnd door een groeiend lerarentekort, dat naar verwachting oploopt tot 4.200 voltijdvacatures in 2023;
van mening dat werken in het primair onderwijs even belangrijk is als werken in het voortgezet onderwijs;
overwegende dat het voor het tegengaan van het lerarentekort in het primair onderwijs, naast het verlichten van de werkdruk, cruciaal is om de salariskloof tussen leraren in het primair en voortgezet onderwijs te dichten;
verzoekt de regering, er bij de rijksbegroting voor 2020 zorg voor te dragen dat bij de cao-onderhandelingen in het primair onderwijs van datzelfde jaar de salarissen in het primair onderwijs gelijk kunnen worden gesteld met die in het voortgezet onderwijs, zonder dat dit ten koste gaat van het onderwijs,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van den Hul