Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 19 november 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat veel atelierruimte tot stand is gekomen met betrokkenheid van woningcorporaties;
constaterende dat sinds de Woningwet 2015, dit maatschappelijk vastgoed veelal is afgestoten als zijnde niet-DAEB;
overwegende dat steden en dorpen gebaat zijn bij creatieve broedplekken;
verzoekt de regering, een quick scan uit te voeren naar de behoefte aan atelierruimte en creatieve broedplekken;
verzoekt de regering tevens, samen met gemeenten en het culturele veld te bekijken welke andere partijen ateliers als maatschappelijk vastgoed kunnen beheren en hierbij ook het leegstaande vastgoed te betrekken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dik-Faber
Ellemeet
Kwint
Asscher
Teunissen