A. |
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL |
3 |
|
B. |
BEGROTINGSTOELICHTING |
4 |
|
1. |
LEESWIJZER |
4 |
|
2. |
BELEIDSAGENDA |
8 |
|
2.1 |
Beleidsprioriteiten |
8 |
|
2.2 |
Belangrijkste beleidsmatige mutaties |
19 |
|
2.3 |
Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven |
23 |
|
2.4 |
Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen |
24 |
|
2.5 |
Overzicht van risicoregelingen |
26 |
|
3. |
BELEIDSARTIKELEN |
29 |
|
3.1 |
Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie |
29 |
|
3.2 |
Artikel 2. Nationale veiligheid |
40 |
|
3.3 |
Artikel 3. Woningmarkt |
42 |
|
3.4 |
Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit |
54 |
|
3.5 |
Artikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet |
64 |
|
3.6 |
Artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving |
74 |
|
3.7 |
Artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid |
84 |
|
3.8 |
Artikel 8. Kwaliteit Rijksdienst |
90 |
|
3.9 |
Artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid |
92 |
|
4. |
NIET-BELEIDSARTIKELEN |
98 |
|
4.1 |
Artikel 11. Centraal apparaat |
98 |
|
4.2 |
Artikel 12. Algemeen |
101 |
|
4.3 |
Artikel 13. Nog onverdeeld |
103 |
|
5. |
BEGROTING AGENTSCHAPPEN |
104 |
|
5.1 |
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) |
104 |
|
5.2 |
Logius |
112 |
|
5.3 |
P-Direkt |
119 |
|
5.4 |
Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) |
125 |
|
5.5 |
FMHaaglanden (FMH) |
130 |
|
5.6 |
Shared Service Centrum ICT (SSC-ICT) |
135 |
|
5.7 |
Rijksvastgoedbedrijf (RVB) |
140 |
|
5.8 |
Dienst van de Huurcommissie (DHC) |
152 |
|
6. |
BIJLAGEN |
159 |
|
Bijlage 1: Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak |
159 |
||
Bijlage 2: Verdiepingsbijlage |
161 |
||
Bijlage 3: Moties en toezeggingen |
182 |
||
Bijlage 4: Subsidieoverzicht |
249 |
||
Bijlage 5: Evaluatie- en overig onderzoek |
254 |
||
Bijlage 6: Specifieke uitkeringen |
261 |
||
Bijlage 7: Was-Wordt tabel nieuwe begrotingsstructuur |
267 |
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3 eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
Wetsartikel 2
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de in de staat opgenomen baten-lastenagentschappen voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de agentschappen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Algemeen
Inleiding
Voor u ligt de begroting 2019 van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Groeiparagraaf
De begroting 2019 bevat een aantal wijzigingen ten opzichte van de begroting 2018, welke reeds zijn gepresenteerd in nota’s van wijziging voor de begroting 2018. Het betreft de integratie van de begroting Wonen en Rijksdienst (XVIII) in de begroting van BZK (VII) evenals de overkomst van het dossier digitale overheid voor bedrijven van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en de onderdelen ruimtelijke ordening en omgevingswet van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW).
Nieuwe begrotingsstructuur
Daarnaast wordt de ontwerpbegroting 2019 gepresenteerd in een nieuwe begrotingsstructuur. In het licht van de toevoeging van de begroting Wonen en Rijksdienst (XVIII) en de herverkavelingen uit het Regeerakkoord van het Kabinet Rutte-III, is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de begrotingsstructuur van de begroting van BZK (VII) vanaf 2019 te herzien en de begroting beter aan te laten sluiten bij inhoudelijke doelstellingen en de beleidspraktijk. De aanpassing van de begrotingsstructuur is een belangrijke stap om inzicht in kwaliteit te verbeteren, ook in relatie tot artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet (CW). Bovendien is na een aantal recente beleidsdoorlichtingen toegezegd om de begrotingsstructuur op onderdelen te wijzigen (Kamerstukken II 2017–2018, 30 985, nr. 25). Deze toezeggingen zijn eveneens meegenomen in de aanpassing van de begrotingsstructuur. Op hoofdlijnen blijft de artikelstructuur van de BZK-begroting intact. De onderstaande tabel bevat de structuurwijzigingen op artikelonderdeelniveau. De voornaamste wijzigingen vinden plaats bij beleidsartikelen 1, 4 en 6. Daarnaast wordt beleidsartikel 8 samengevoegd met beleidsartikel 7.
Artikel (onderdeel) |
WAS |
Artikel (onderdeel) |
WORDT |
---|---|---|---|
1 |
Openbaar bestuur en democratie |
1 |
Openbaar bestuur en democratie |
1.1 |
Bestuurlijke en financiële verhoudingen |
1.1 |
Bestuur en regio |
1.2 |
Participatie |
1.2 |
Democratie |
2 |
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) |
2 |
Nationale veiligheid |
2.1 |
Apparaat |
2.1 |
AIVD apparaat |
2.2 |
Geheim |
2.2 |
AIVD geheim |
3 |
Woningmarkt |
3 |
Woningmarkt |
3.1 |
Betaalbaarheid |
3.1 |
Woningmarkt |
3.2 |
Onderzoek en kennisoverdracht |
3.1 |
Woningmarkt |
4 |
Woonomgeving en Bouw |
4 |
Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit |
4.1 |
Energie en bouwkwaliteit |
4.1 4.2 |
Energietransitie en duurzaamheid Bouwregelgeving en bouwkwaliteit |
4.2 |
Woningbouwproductie |
3.1 4.1 |
Woningmarkt Energietransitie en duurzaamheid |
4.3 |
Kwaliteit woonomgeving |
1.1 1.2 3.1 4.1 |
Bestuur en regio Democratie Woningmarkt Energietransitie en duurzaamheid |
4.4 |
Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders |
4.1 |
Energietransitie en duurzaamheid |
5 |
Ruimte en omgeving |
5 |
Ruimtelijke ordening en omgevingswet |
5.1 |
Ruimtelijke ordening |
5.1 |
Ruimtelijke ordening |
5.2 |
Omgevingswet |
5.2 |
Omgevingswet |
6 |
Dienstverlenende en innovatieve overheid |
6 |
Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving |
6.2 |
Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen |
1.2 6.2 |
Democratie Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving |
6.3 |
Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen |
6.2 |
Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving |
6.4 |
Burgerschap |
1.2 |
Democratie |
6.5 |
Reisdocumenten en basisadministratie personen |
6.5 |
Identiteitsstelsel |
6.6 |
Investeringspost digitale overheid |
||
7 |
Arbeidszaken overheid |
7 |
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid |
7.1 |
Overheid als werkgever |
7.1 1.2 12 |
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid Democratie Algemeen |
7.2 |
Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen |
1.2 7.2 |
Democratie Pensioenen en uitkeringen |
8 |
Kwaliteit Rijksdienst |
7.1 11 |
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid Centraal apparaat |
9 |
Uitvoering Rijksvastgoedbeleid |
9 |
Uitvoering Rijksvastgoedbeleid |
9.1 |
Een doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting |
9.1 |
Doelmatige Rijkshuisvesting |
9.2 |
Beheer materiële activa |
9.2 |
Beheer materiële activa |
11 |
Centraal apparaat |
11 |
Centraal apparaat |
12 |
Algemeen |
12 |
Algemeen |
13 |
Nominaal en Onvoorzien |
13 |
Nog onverdeeld |
14 |
VUT-fonds |
Beleidsagenda
De beleidsagenda geeft een overzicht van de hoofdlijnen van het beleid. De beleidsagenda wordt afgesloten met de volgende vijf overzichten:
– Overzichtstabel belangrijkste beleidsmatige mutaties
In de beleidsagenda is een overzichtstabel opgenomen met de belangrijkste beleidsmatige mutaties;
– Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven
In dit overzicht zijn de niet-juridisch verplichte uitgaven opgenomen;
– Meerjarenplanning Beleidsdoorlichtingen
In de tabel meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen is per artikel voor de periode 2016–2022 opgenomen wanneer een beleidsdoorlichting is gerealiseerd of gepland. De aanvullende informatie wordt opgenomen in bijlage 5 «Evaluatie- en overig onderzoek»;
– Overzicht van Risicoregelingen
In de beleidsagenda zijn de tabellen «Garanties» en «Achterborgstellingen» opgenomen. Het betreft de rijkshypotheekgaranties en de achterborgstellingen voor het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW).
– Was/wordt tabel nieuwe begrotingsstructuur
De tabel bevat een overzicht van de wijzigingen op artikelonderdeelniveau.
Beleidsartikelen
In de beleidsartikelen staan de beleids- en de financiële informatie over de voorgenomen uitgaven. De begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) bevat acht beleidsartikelen: artikel 1 Openbaar bestuur en democratie, artikel 2 Nationale veiligheid, artikel 3 Woningmarkt, artikel 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit, artikel 5 Ruimtelijke ordening en omgevingswet, artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving, artikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid en artikel 9 Uitvoering Rijksvastgoedbeleid.
Een beleidsartikel bestaat uit de volgende elementen:
A. Algemene doelstelling
B. Rol en verantwoordelijkheid
C. Beleidswijzigingen
D1. D1. Budgettaire gevolgen van beleid
D2. D2. Budgetflexibiliteit
E. Toelichting op de instrumenten
Budgetflexibiliteit
De peildatum van de gepresenteerde budgetflexibiliteit (juridisch verplicht) is 1 januari 2019.
Niet-beleidsartikelen
De begroting van BZK bevat drie niet-beleidsartikelen: artikel 11 Centraal apparaat, artikel 12 Algemeen en artikel 13 Nog onverdeeld.
Begroting agentschappen
De begroting van BZK kent acht baten-lastenagentschappen, te weten de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG), Logius, P-Direkt, Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR), FMHaaglanden (FMH), Shared Service Centrum ICT (SSC-ICT), Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en Dienst van de Huurcommissie (DHC).
Bijlagen
De begroting van BZK bevat zes bijlagen: 1) ZBO/RWT’s, 2) Verdiepingsbijlage, 3) Moties en toezeggingen, 4) Subsidieoverzicht, 5) Evaluatie- en overig onderzoek en 6) Specifieke uitkeringen.
Het uitgangspunt is om in de verdiepingsbijlage de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2018 (RBV 2018) is opgenomen. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.
Begrotingsartikel |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € mln.) |
Technische mutaties (ondergrens in € mln.) |
---|---|---|
1. Openbaar bestuur en democratie |
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. |
Ontvangsten: 1 mln. |
Ontvangsten: 2 mln. |
|
2. Nationale Veiligheid |
Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. |
Ontvangsten: 1 mln. |
Ontvangsten: 2 mln. |
|
3. Woningmarkt |
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln. |
Ontvangsten: 5 mln. |
Ontvangsten: 10 mln. |
|
4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit |
Verplichtingen/Uitgaven: 2/5 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 4/10 mln. |
Ontvangsten: 1 mln. |
Ontvangsten: 2 mln. |
|
5. Ruimtelijke ordening en Omgevingswet |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. |
Ontvangsten: 1 mln. |
Ontvangsten: 2 mln. |
|
6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. |
Ontvangsten: 1 mln. |
Ontvangsten: 2 mln. |
|
7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid |
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. |
Ontvangsten: 1 mln. |
Ontvangsten: 2 mln. |
|
8. Kwaliteit Rijksdienst |
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. |
Ontvangsten: 1 mln. |
Ontvangsten: 2 mln. |
|
9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. |
Ontvangsten: 2 mln. |
Ontvangsten: 4 mln. |
|
11. Centraal apparaat |
Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. |
Ontvangsten: 1 mln. |
Ontvangsten: 2 mln. |
|
12. Algemeen |
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. |
Ontvangsten: 1 mln. |
Ontvangsten: 2 mln. |
|
13. Nog onverdeeld |
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. |
Ontvangsten: 1 mln. |
Ontvangsten: 2 mln. |
Duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s)
Het kabinet heeft zich verbonden aan het behalen van de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDGs) in 2030. In deze begroting is het daarvoor noodzakelijke beleid opgenomen. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) coördineert de Nederlandse inzet op de SDGs. Jaarlijks in het voorjaar rapporteert het kabinet over de voortgang; de meest recente SDG-rapportage is 18 mei 2018 naar de Tweede Kamer gestuurd.
Inleiding
BZK staat voor een sterke en levende democratie en een slagvaardig openbaar bestuur waar inwoners uit het hele Koninkrijk op kunnen vertrouwen. Nu en in de toekomst. Als één overheid zorgen we samen met medeoverheden dat mensen in hun dagelijks leven ervaren dat het beter gaat. Dat zij prettig samen kunnen wonen in betaalbare, veilige en energiezuinige woningen in een buurt waar iedereen meetelt en meedoet. We willen dat alle mensen het gevoel hebben dat de overheid er voor hen is.
We zorgen dat mensen samen initiatieven kunnen nemen en dat problemen dicht bij mensen aangepakt worden. Daarbij hebben we oog voor regionale verschillen en kijken over grenzen heen, ook over bestuurlijke grenzen. De grote opgaven van deze tijd pakken we slagvaardig en in samenhang aan, resultaatgericht en met ruimte om te experimenteren. We zoeken de verbinding tussen de lokale democratie en de opgaven in het ruimtelijk-fysieke domein waaronder de woningbouw, energietransitie, bereikbaarheid en natuur en waterveiligheid. Op die manier dragen we bij aan een evenwichtige ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland. De overkomst van de omgevingswet en ruimtelijke ordening naar BZK maakt het mogelijk de regionale ontwikkeling en de bouwopgave integraal aan te sturen.
De afgelopen jaren heeft BZK belangrijke stappen gezet om onze democratie en bestuur aan te passen aan deze tijd. De veranderende rol en inrichting van de overheid vraagt continue aandacht. De informatiesamenleving brengt nieuwe vraagstukken, uitdagingen en kansen voor onze democratie en ons openbaar bestuur. Die handschoen pakken we op, met een ambitieuze digitaliseringsagenda die oog heeft voor de kernwaarden van onze democratie. Tegelijkertijd hebben we aandacht voor de schaduwzijde van de technologie; voor mensen die niet mee kunnen komen, voor cybercrime en voor heimelijke beïnvloeding met valse informatie door statelijke actoren. Waarborgen van de publieke waarden en grondrechten staat aan de basis van het vertrouwen van mensen in de overheid en de democratie. Voor die opgave staat BZK.
Samen meer bereiken als één overheid
De start van het interbestuurlijk programma (IBP) betekent een nieuwe start in de gezamenlijke aanpak van maatschappelijke vraagstukken van nu. Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen werken samen aan de duurzame toekomst van Nederland. Samen pakken we problemen aan die mensen dagelijks ervaren, zoals eenzaamheid en problematische schulden. Het IBP markeert tevens de rol die BZK deze kabinetsperiode op zich neemt: zoeken naar samenhang, verbinding en onbenutte kansen. Het IBP biedt het platform om samen te werken en raakvlakken tussen de grote maatschappelijke opgaven te benutten.
Door de handen ineen te slaan en als één overheid te werken voor mensen in Nederland bereiken we meer. Op die manier moeten mensen weer ervaren dat de overheid er voor hen is. Voor mensen maakt het immers niet uit door welke overheid zij worden geholpen. We putten uit ervaringen die we hebben opgedaan met de decentralisaties in het sociaal domein.
Het idee dat we als één overheid meer kunnen bereiken, passen we ook toe in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI), waarin we de langetermijnvisie op de evenwichtige ontwikkeling van de leefomgeving voor Nederland vastleggen. In de NOVI werken we met medeoverheden uit hoe maatschappelijke opgaven de leefomgeving in Nederland veranderen en geven we richting aan de aanpak. We zoeken samenhang tussen ruimtelijke prioriteiten en beschermen en ontwikkelen wat we belangrijk vinden in het landschap.
In het IBP en de NOVI pakken we opgaven gebiedsgericht aan, want we zien regionaal en lokaal grote verschillen in opgaven, problemen en kansen. De woningmarkt in Amsterdam vraagt om andere oplossingen dan de woningmarkt in de Achterhoek. Tegelijkertijd beperken uitdagingen zich niet tot de grenzen van een gemeente of de regio. Zo vraagt de energietransitie aanpassing van landgebruik en van de gebouwde omgeving over grenzen van gemeenten en regio’s heen.
Verbindingen gaan we aan in partnerschap. Met coalities van overheden, zoals gemeenten en provincies, kennis- en onderwijsinstellingen en private partijen organiseren we de aanpak van prioritaire onderwerpen. Gezamenlijk stellen we omgevingsagenda’s op, waarin we de nationale doelen uit de NOVI en de regionale doelen uit provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies concreet op elkaar laten aansluiten. Daarmee hebben we een unieke kans om omgevingsvisies in co-creatie op te stellen en verbindingen tussen maatschappelijke opgaven te verzilveren.
In 2018 zijn Regio Deals gesloten die de regionale economische structuur en leefbaarheid van de BES-eilanden, Zeeland, Rotterdam-Zuid en Brainport Eindhoven en rondom ESTEC versterken. In 2019 voeren we deze deals uit en sluiten we nieuwe Regio Deals. De besluitvorming over de Regionale middelen uit het regeerakkoord wordt gecoördineerd door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in overleg met de Minister van BZK. Ook starten we in 2019 een aantal nieuwe City Deals, waarin steden ruimte krijgen om te experimenteren en te vernieuwen. Zo geven we een impuls aan de economische groei, leefbaarheid en innovatie in de steden.
In coalities van rijkspartijen, medeoverheden, marktpartijen en andere organisaties zetten we rijksvastgoed in om maatschappelijke opgaven te realiseren. Met dit Regionaal Ontwikkelprogramma werken we aan optimaal financieel én maatschappelijk rendement. Dit is ondersteunend aan de strategische opgaven van het regeerakkoord van dit kabinet. Als start hebben we zeven projecten in verschillende regio’s geselecteerd rondom de thema’s duurzaamheid, woningbouwproductie en sociaaleconomische kansen. De lijst met projecten is niet limitatief, maar dient als inspiratie en kan groeien. Op die manier zorgen we voor een brede verankering van de inzet van rijksvastgoed voor rijksdoelen in de regio en dat is goed voor de regio, voor de gebruikers en voor de waarde van het rijksvastgoed.
We stimuleren samenwerking over de landsgrenzen heen om economische groei en sociale en fysieke leefbaarheid te versterken, vooral in grensregio’s. Langs vier samenhangende lijnen doorbreken we barrières, creëren we randvoorwaarden en ondersteunen we kansen en initiatieven. We zorgen dat alle overheden aan beide kanten van de grens beter gebruik maken van de mogelijkheden die internationale organisaties bieden om de samenwerking te verbeteren. Met medeoverheden, koepels en kennisinstellingen én met onze buurlanden werken we aan nieuwe oplossingen. Daarbij hebben we oog voor culturele, economische en bestuurlijke overeenkomsten en verschillen.
Groningen heeft de bijzondere aandacht. Er komt een nieuwe versterkingsaanpak, zodat mensen veilig kunnen wonen in Groningen. Met de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de (waarnemend) Nationaal Coördinator Groningen en de regio werken we deze aanpak uit. We willen de regio een nieuw toekomstperspectief bieden, zodat mensen ervaren dat het beter gaat. Daarom zetten we een ambitieuze meerjarige aanpak van Rijk en regio op met passende investeringen gericht op ruimtelijke-economische structuurversterking en verbetering van de sociale en fysieke leefbaarheid. Daarbij hebben we aandacht voor de energietransitie en de demografische en economische ontwikkelingen.
Vernieuwing van de democratie en openbaar bestuur
Samen meer bereiken, heeft ook gevolgen voor de lokale democratie. De lokale politiek maakt steeds vaker belangrijke keuzes op het gebied van wonen, zorg, energie en leefomgeving. Die keuzes grijpen direct in op het dagelijks leven van de inwoners. In deze tijd willen mensen daarbij betrokken zijn, meepraten, en vooral ook mee doen.
We willen mensen meer mogelijkheden geven om mee te doen in de lokale democratie. We zijn gestart met het Plan van Aanpak Versterking Lokale Democratie en Bestuur (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 VII, nr. 69). Het bouwen van aardgasvrije woningen is de eerste nationale proeftuin waarbij inwoners kunnen meebesluiten over hoe dit vorm krijgt in hun wijk. Ook wil het kabinet het aantal gemeenten dat met Right to Challenge werkt verdubbelen. Bewoners kunnen dan taken van gemeenten overnemen als zij denken dat het anders, beter, slimmer of goedkoper kan. Nog in 2018 starten 10 experimenten waarbij inwoners de exploitatie en het beheer van vastgoed overnemen. We geven meer ruimte voor lokale keuzes en maatwerk in de Gemeentewet en mogelijk ook in aanvullende wet- en regelgeving.
We brengen overheid en het bestuur dichter bij mensen door te zoeken naar nieuwe verbindingen tussen inwoners en hun bestuur. Nu verantwoordelijkheden verschuiven naar het lokale niveau, verschuiven ook de verwachtingen van mensen over lokale politici en bestuurders. Zij vervullen een sleutelrol in de lokale democratie en verdienen goede ondersteuning. Daarom verbeteren we met het actieplan de ondersteuning van lokale politieke ambtsdragers, onder andere met een beter opleidingsaanbod. Met het actieplan vergroten we ook de weerbaarheid van het lokaal bestuur.
Het vertrouwen in de Nederlandse democratie is groot. Dat vertrouwen is geen gegeven. Daar moeten we hard aan blijven werken. De evaluatie van de verkiezingen in 2017 liet zien dat er ruimte voor verbetering is. Daarom voeren we vanaf 2019 een aantal vernieuwingen in het verkiezingsproces door (Kamerstuk 31 142, nr. 83, 33 829, nr. 83). Met deze vernieuwingen vergroten we de transparantie. Iedereen kan voortaan controleren hoe de verkiezingsuitslag is berekend. We maken het stemmen en het stembiljet toegankelijker. We kijken bovendien hoe we onze democratie kunnen aanpassen aan de eisen van deze tijd. We onderzoeken de impact van digitalisering op de nationale en lokale democratie. De Staatscommissie Parlementair Stelsel buigt zich over de vraag of het parlementaire stelsel nog beantwoordt aan de eisen van de tijd. Eind 2018 komt zij met haar rapport. In 2019 gaat het kabinet aan de slag met de uitkomsten van dit onderzoek.
Met een ambitieuze, brede agenda pakken we overheidsbreed onbenutte kansen op die de informatiesamenleving biedt voor vernieuwing van het openbaar bestuur en voor de aanpak van belangrijke maatschappelijke vraagstukken. Deze agenda digitale overheid, genaamd NL DIGIbeter, is onderdeel van de bredere digitaliseringsstrategie van dit kabinet. In NL DIGIbeter staan we een aanpak voor waarin technologische en sociale innovatie hand in hand gaan, met oog voor de kernwaarden van onze democratie. Zo is een belangrijk uitgangspunt dat iedereen mee kan doen. We voeren nationale en internationale dialogen en smeden coalities met medeoverheden, uitvoeringsorganisaties, bedrijven, kennisinstellingen en klankbordgroepen met inwoners en bedrijven. Omdat digitalisering zich niet aan landsgrenzen houdt, werken we nauw samen met andere Europese landen en organisaties.
We investeren in de mogelijkheden van nieuwe technologieën om overheidsdienstverlening en de inrichting van het openbaar bestuur te vernieuwen. We maken de dienstverlening persoonlijker en experimenteren samen met de markt, wetenschap en startups met creatieve oplossingen. Om innovatie te stimuleren, stellen we budget beschikbaar aan overheden en bedrijven voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken die meer dan één overheidsinstantie raken. Daarnaast stimuleren we het gebruik van open data, opensource toepassingen, standaarden en duurzame toegankelijkheid. Verder gaan we het gesprek aan met de initiatiefnemers van het wetsvoorstel Open Overheid om te onderzoeken hoe de verruiming van openheid gestalte kan krijgen zonder hoge kosten voor de organisatie en uitvoering.
We hebben een breed pakket aan digitale voorzieningen, standaarden en afspraken die veilig en betrouwbaar zijn, zoals DigiD en de basisregistraties. Hier zijn we trots op. Dit vormt de solide basis waarop we verder bouwen. Veel voorzieningen vergen een moderniseringsslag, zoals de voorzieningen voor digitaal machtigen en MijnOverheid. We gaan MijnOverheid verbeteren. Mensen en bedrijven moeten op MijnOverheid regie op hun eigen gegevens kunnen voeren, digitale identiteitsmiddelen en machtigingen kunnen regelen en berichten kunnen ontvangen van de overheid én ook kunnen sturen naar de overheid.
Overheden krijgen door de stelselherziening van het omgevingsrecht meer afwegingsruimte om doelen in de leefomgeving te bereiken. Hierdoor wordt de leefomgeving centraal gesteld in beleid, besluitvorming en regelgeving. Regels worden eenvoudiger en inzichtelijker voor mensen en bedrijven en besluitvorming over projecten in de leefomgeving versnelt en verbetert. Daarmee versterken we bovendien de verbinding tussen mensen en overheden. Samen met de Unie van Waterschappen (UvW), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) implementeren we de Omgevingswet. Het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) maakt het contact tussen mensen of bedrijven met overheden eenvoudiger en eenduidiger. Uitgangspunt is toegankelijkheid van informatie voor iedereen. Inwoners, bedrijven en professionals kunnen met hun vragen over omgevingsrecht bij het Informatiepunt terecht. We bereiden alle overheden voor om aan de slag te gaan met het nieuwe stelsel door uitgebreide invoeringsondersteuning.
Het gebruik van bodem- en ondergrondgegevens bij de overheid en particuliere organisaties is de laatste decennia sterk toegenomen, zowel kwalitatief als kwantitatief. Deze gegevens spelen een cruciale rol op uitvoerend niveau, maar zijn ook van belang bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Zo zijn deze gegevens nodig om de gevolgen van klimaatverandering te bepalen. BZK is verantwoordelijk voor de grote basisregistraties op dit terrein. De nationale geo-informatieinfrastractuur (NGII) brengen we verder met de realisatie van de Basisregistratie Ondergrond (BRO) en met meer integratie van de geografische (basis)registraties (zoals Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG), Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT), Basisregistratie Waardering Onroerende Zaken (WOZ)). Dit vormt een complexe operatie waarbij de inzet van de uitvoeringsorganisaties, zoals het Kadaster, essentieel is.
In 2017 is de operatie Basisregistratie Personen (BRP) gestopt. Het huidige technische systeem (GBA-V) blijft daardoor langer in gebruik dan voorzien. Gezamenlijk met de stakeholders, gemeenten en andere gebruikers ontwikkelen we een visie op het BRP-stelsel in de toekomst. De eerste beelden zijn hiervoor opgehaald. Volgende stap is het vastleggen van richtinggevende principes op het toekomstige model van de BRP. Deze visiebrief zal in 2020 naar de Tweede Kamer worden gestuurd, waarna we een gezamenlijke ontwikkelagenda formuleren om de visie technisch te realiseren. Daarbij houden we rekening met het BIT-advies en de lessen van de Commissie BRP (Kamerstukken II 2017–2018, 27 859 nr. 124).
Bescherming van de democratie en grondrechten
Onze democratie verdient bescherming tegen ondermijnende invloeden, dreigingen van buitenaf en tegen onbedoelde gevolgen van de informatiesamenleving. De dreiging voor de democratie en nationale veiligheid zal, onder meer door het ontstaan en voortduren van wereldwijde conflicten, de komende jaren niet afnemen. Met de digitalisering nemen ook dreigingen en kwetsbaarheden toe. De cyberdreiging is meervoudig, er is namelijk sprake van digitale spionage, sabotage en van ongewenste buitenlandse inmenging.
Daarnaast blijft de jihadistische-terroristische dreiging aanhouden, die wel van aard verandert en voorlopig niet minder wordt. Vanaf 2019 wordt de nieuwe Geïntegreerde Aanwijzing Inlichtingen en Veiligheid (GA I&V) van kracht. In de nieuwe GA I&V geeft het kabinet aan wat noodzakelijk wordt geacht voor een veilig Nederland, voor een goed geïnformeerde regering en voor de internationale veiligheid. Daarin worden deze en andere relevante dreigingen geadresseerd en bepalen daarmee de inhoudelijke taakuitvoering van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). De GA I&V wordt ieder jaar geëvalueerd.
Cyberdreiging is de dreiging van vandaag en morgen. We constateren dat steeds meer landen heimelijke offensieve digitale operaties uitvoeren. De complexiteit van dergelijke operaties neemt toe. Deze operaties zijn onder andere gericht op het volgen en intimideren van diasporagemeenschappen in Nederland («de lange arm»), de aantasting en ondermijning van politiek-bestuurlijke en democratische besluitvorming en ontvreemding van strategische bedrijfsinformatie of hoogwaardige (technologische) kennis. Met name dit laatste tast het economisch verdienvermogen van Nederland aan. De toename van waargenomen digitale aanvallen op vitale infrastructuur in West-Europa om digitale sabotage mogelijk te maken, is een zorgelijke ontwikkeling. De AIVD werkt nauw samen met de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) om de rijksoverheid en publieke en private organisaties inzicht te kunnen verstrekken over het cyberdreigingsbeeld en (mogelijke) concrete digitale aanvallen. Ook wordt advies verstrekt op het gebied van informatiebeveiliging en schadeherstel.
Om de dreiging van ondermijning en ondemocratische beïnvloeding van het democratisch proces tegen te gaan en om te zorgen voor de veiligheid en integriteit van politieke ambtsdragers, werken we in een gezamenlijke aanpak aan bewustwording, versterking van de informatiepositie en het handelingsperspectief van het lokaal bestuur. Dat doen we onder andere met het Netwerk Weerbaar Bestuur (Kamerstukken II 2017–2018, 28 684, nr. 536), het programma Versterking Lokale Democratie en Bestuur (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 VII, nr. 69) en het Strategisch beraad Ondermijning (Kamerstukken II 2017–2018, 29 911, nr. 207).
Het is vanzelfsprekend dat ook in het digitale tijdperk waarden en grondrechten als veiligheid, privacybescherming, zelfbeschikking en solidariteit voorop staan. Daarom willen we de rechten van mensen en ondernemers beschermen én versterken als die onder druk komen te staan door nieuwe ontwikkelingen, zoals Artificial Intelligence (AI) en toepassing van algoritmen. Hiertoe voeren we het maatschappelijk debat over rechten in de informatiesamenleving en maken we een nationale data agenda waarin staat wat de overheid in zijn geheel gaat doen om (nog) beter om te gaan met persoonsgegevens, open data en big data.
Een samenleving waarin iedereen mee kan doen
BZK staat voor een samenleving waarin iedereen mee kan doen. Dat geldt voor mensen met een beperking, voor mensen die digitaal minder vaardig zijn en mensen die moeite hebben om berichten van diensten van de overheid te begrijpen. Voor die mensen willen we samen met andere betrokken departementen een merkbare verbetering realiseren met het actieprogramma «Onbeperkt meedoen! Implementatie VN-Verdrag inzake de rechten van mensen met een handicap». Zo maken we bijvoorbeeld het verkiezingsproces toegankelijker. Vanaf volgend jaar moeten alle stemlokalen toegankelijk zijn voor kiezers met een lichamelijke beperking. En we voeren gesprekken met relevante organisaties om te kijken of hulp in het stemhokje is toe te staan aan kiezers met een verstandelijke beperking.
We stimuleren overheidswerkgevers een maximale inspanning te leveren om meer mensen met een arbeidsbeperking bij de overheid te behouden en in te laten stromen en zo het ingestelde wettelijk quotum te halen. Alle ministeries hebben een meerjarig plan van aanpak opgesteld om meer banen voor mensen met een arbeidsbeperking te realiseren. We werken samen om de instroom van mensen met een arbeidsbeperking op hbo- of wo-niveau bij het Rijk te versnellen en efficiënter te maken. De Rijkdienst kan haar inkoopkracht benutten om, bijvoorbeeld via Social Return eisen voor leveranciers, de bedrijven waar het mee samenwerkt aan te zetten om mee te doen.
Om mee te kunnen doen, moeten publieke gebouwen goed toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. In de praktijk is dat nu niet altijd het geval. Het Rijksvastgoedbedrijf neemt daarom maatregelen in een aantal grote rijkskantoren (ministeriegebouwen) in Den Haag. Andere maatregelen worden de komende tijd bij regulier onderhoud, verbouwingen of grote renovaties meegenomen. Het Rijksvastgoedbedrijf onderzoekt ook of maatregelen in de rest van de vastgoedportefeuille van het Rijk nodig zijn.
Maar de verantwoordelijkheid van BZK gaat verder dan alleen publieke gebouwen. In 2019 voeren we het actieplan uit dat gezamenlijk met de bouwsector, cliëntorganisaties en mensen met een beperking is opgezet om de toegankelijkheid van gebouwen (waaronder woningen) voor mensen met een beperking te verbeteren. Er komen eenduidige richtlijnen voor toegankelijk (ver)bouwen, met het doel om partijen concrete handvatten te bieden voor de vraag wanneer gebouwen voldoende toegankelijk zijn en welke maatregelen zij daartoe kunnen nemen. Ook onderzoeken we of knelpunten in de praktijk moeten leiden tot aanvullende eisen in het Bouwbesluit. We volgen nadrukkelijk de afgesproken acties en de effecten daarvan en sturen waar nodig en mogelijk bij.
Op die manier bevorderen we de rechten van mensen met een beperking die volgen uit het VN-verdrag voor de rechten van personen met een handicap. BZK is als hoeder van de Grondwet breder verantwoordelijk voor mensenrechten. Eind 2019 brengt BZK een Nationaal Actieplan Mensenrechten uit, waarin het kabinet aangeeft hoe het de mensenrechten in Nederland wil beschermen en bevorderen.
Via cursussen en ondersteuning helpen we mensen die moeite hebben met digitalisering. Inwoners en ondernemers krijgen meer mogelijkheden om anderen digitaal te machtigen, zodat anderen namens hen bepaalde zaken met de overheid kunnen regelen. Diensten en communicatie van de overheid moeten zo goed mogelijk aansluiten bij de wensen, verwachtingen en situatie van inwoners en ondernemers. Daarom worden zij actief betrokken bij het verbeteren en ontwikkelen van de overheidsdienstverlening.
Wonen in energiezuinige woningen en in een prettige leefomgeving
De tijd van de dip in de woningmarkt ligt inmiddels achter ons. Sinds het einde van de crisis is het verschil tussen de vraag naar en het aanbod van woningen enorm toegenomen. De woningmarkt wordt steeds krapper, al zijn regionale verschillen nog steeds groot. Tegelijkertijd worden meer bouwvergunningen afgegeven en worden weer meer woningen opgeleverd. Maar het is nog niet genoeg: tot 2025 moeten jaarlijks zo’n 75 duizend woningen van de juiste kwaliteit en passend bij de behoefte worden bijgebouwd.
In Nederland is het altijd passen en meten geweest om ruimte te vinden om te wonen, werken, bewegen en recreëren. De kwalitatieve en kwantitatieve woningbouwopgave is dan ook een belangrijk onderdeel van de NOVI waarin we evenwicht zoeken met ruimtelijke prioriteiten rond energie, mobiliteit, natuur en water. We houden rekening met duurzame landbouw en beschermen open ruimten zoals het Groene Hart, de Waddenzee en de Veluwe. Bovendien verankeren we in de NOVI het ruimtelijk perspectief op vitaal en leefbaar houden van krimpregio’s inclusief het Groninger aardbevingsgebied.
We zijn in gesprek met de regio’s over woningbouw, doorstroming op de woningmarkt, mobiliteit, de leefbaarheid van wijken en vraagstukken gerelateerd aan krimp. Met de regio’s stellen we een ruimtelijk kwaliteitskader op voor woningbouwlocaties. In de Nationale woonagenda hebben we met een breed spectrum aan maatschappelijke partijen afspraken gemaakt om de bouwproductie te versnellen en te vergroten en om de woningvoorraad beter te benutten en betaalbaar te houden (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 365). Partijen willen deze prioriteiten samen oppakken, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid en expertise.
Als rijksoverheid nemen we belemmeringen zoveel mogelijk weg en maken we ruimte om te experimenteren. We kijken hoe we onderbenutte binnenstedelijke locaties versneld kunnen transformeren voor woningbouw. We passen de Crisis- en herstelwet aan om ruimtelijke plannen sneller uit te voeren en geplande bouwprojecten naar voren te halen door bijvoorbeeld kortere (aanvraag)procedures (Kamerstukken II 2017–2018, 33 118 nr. 102). Verder beschermen we mensen tegen risico’s van de spanning op de woningmarkt. We kijken naar de kwaliteit van woningtaxaties en wijzen consumenten nadrukkelijker op de mogelijkheid om een voorbehoud van financiering of bouwkundige keuring op te nemen in de koopovereenkomst.
De opgave om sneller en meer te bouwen en de bestaande woningvoorraad beter te benutten, ligt primair bij medeoverheden en andere regionale partijen. In de meest gespannen regio’s brengen we in kaart wat we kunnen doen om het aantal bouwplannen te vergroten. Aan andere regio’s bieden we ondersteuning met het expertteam woningbouw. In de regio’s moet ook de vraag beantwoord worden of de woningvoorraad wel past bij de vraag van huishoudens, nu en in de toekomst.
Op het lokale schaalniveau manifesteren problematische situaties en excessen op de woningmarkt zich het eerst. Het gaat dan om discriminatie, malafide verhuurders, excessen als gevolg van toeristische verhuur of bewoning van vakantieparken. Met de betrokken sectoren kijken we hoe dergelijke excessen aangepakt en voorkomen kunnen worden en of gemeenten voldoende sturingsmogelijkheden hebben.
Er zijn nog steeds te weinig huurwoningen in het middensegment. Het is aan de lokale partijen om gezamenlijk afspraken te maken om middenhuur te bouwen, te bestemmen en te behouden. Ook hier ondersteunen we de lokale samenwerkingstafels via het Expertteam Woningbouw. Waar nodig halen we belemmeringen weg. Zo komt er een wetsvoorstel Maatregelen middenhuur met daarin de vereenvoudiging van de markttoets en verduidelijken we de Huisvestingswet. Met lokaal maatwerk kunnen gemeenten specifieke oplossingen voor knelpunten uitwerken.
Sommige huishoudens op de woningmarkt hebben een extra steuntje nodig om geschikte woonruimte te vinden. Binnen het Platform hypotheken bespreken we met de sector knelpunten en oplossingen in de hypotheekverstrekking voor senioren en koopstarters. Met maatschappelijke partners hebben we het Pact voor de Ouderenzorg ondertekend, om ervoor te zorgen dat ouderen en mensen met een beperking in de juiste woning op de juiste plaats wonen (Kamerstukken II 2017–2018, 31 765, nr. 299). Daarnaast willen we de doorstroming vanuit beschermd wonen en maatschappelijke opvang richting zelfstandig(er) wonen bevorderen.
We verbeteren de veiligheid van woningen door de kwaliteit van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties te verbeteren en versterken de positie van de consument als opdrachtgever in de bouw. In het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen (Kamerstukken II 2015–2016, 34 453, nr. 2) vergroten we de aansprakelijkheid van de aannemer na de oplevering van bouwwerken. Belangrijk onderdeel van de wet is dat de gemeente niet langer de kwaliteit van het bouwwerk toetst. Hiervoor komt een onafhankelijke private kwaliteitsborger. Naar aanleiding van de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer bezien we hoe we aan nog levende zorgpunten over het wetsvoorstel tegemoet kunnen komen.
De woningopgave is niet los te zien van de noodzakelijke energie- en klimaattransitie en vraagt een integrale aanpak. Woningcorporaties hebben een belangrijke rol in het verwezenlijken van de ambities voor een betaalbare woningmarkt en de energietransitie. Voor de gereguleerde huursector hebben we aan partijen gevraagd om per 1 oktober 2018 een nieuw akkoord af te sluiten. Hierbij betrekken we ook de Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed, Nederland (IVBN) en Vastgoed Belang. Om huurwoningen in de sociale sector te verduurzamen kunnen woningcorporaties gebruik maken van de vermindering van de verhuurderheffing, waarvoor het kabinet structureel € 100 mln. heeft vrijgemaakt. Daarnaast krijgen woningcorporaties een tegemoetkoming in het kader van de toegenomen fiscale lasten van woningcorporaties en de woningmarktambities van dit kabinet. Vanaf 2019 verlagen we de verhuurderheffing structureel met € 100 mln., door het tarief te verlagen.
De klimaat- en energietransitie is één van de grootste opgaven voor de ruimtelijke ordening van de komende decennia. Duurzame energie heeft veelal een groter ruimtelijk beslag dan fossiele energie. De transitie heeft daarom een ruimtelijke impact, zowel op land als op zee, boven en onder de grond. Voor het Klimaatakkoord zetten we daarom ruimtelijke expertise in om de ruimtelijke impact van de transitie vroegtijdig in beeld te krijgen en deze mee te wegen in de te nemen beslissingen. De uitkomsten hiervan dienen ook als onderbouwing voor de te maken keuzes in de NOVI. Aansluitend werken medeoverheden en Rijk samen aan Regionale Energiestrategieën, waarin we middels een programmatische aanpak samenwerken om de klimaat- en energietransitie regionaal vorm te geven.
In het regeerakkoord is de ambitie opgenomen om broeikasgassen met 49% te verminderen in 2030 ten opzichte van 1990. Het kabinet heeft dit vertaald naar indicatieve opgaven voor de vijf sectoren: gebouwde omgeving, mobiliteit, landbouw en landgebruik, elektriciteit en industrie. De gebouwde omgeving is goed voor ruim 30% van het totale energieverbruik in Nederland en gebruikt hiervoor circa 90% aardgas. De indicatieve reductieopgave voor 2030 die door de gebouwde omgeving ingevuld moet worden, bedraagt 3,4 megaton koolstofdioxide (CO2). Onze ambitie is om 30.000 – 50.000 woningen per jaar aardgasvrij of aardgasvrij-ready te maken voor het einde van de kabinetsperiode. In het Klimaatakkoord worden in 2018 nadere afspraken gemaakt over de maatregelen die hiervoor nodig zijn. Onderdeel hiervan is een wijkgerichte aanpak die in 2018 reeds gestart is met grootschalige proeftuinen gericht op opschaling en het opdoen van kennis en ervaring. Goede betrokkenheid van bewoners en gebouweigenaren is van groot belang.
Ook woningeigenaren stimuleren we om maatregelen te nemen. Zij kunnen gebruik maken van laagrentende leningen voor energiebesparing uit Het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF). Het Rijk zet extra middelen in om geld van banken aan te trekken en aantrekkelijke leningen aan te bieden met name gericht op Verenigingen van Eigenaren (VvE’s). We onderzoeken de mogelijkheden om het NEF verder te verbeteren, onder meer met langere looptijden voor leningen aan VvE’s om zo grote energiezuinige renovaties mogelijk te maken.
In 2019 zetten we verder in om kantoren, scholen, zorginstellingen, sporthallen en andere utiliteitsgebouwen te verduurzamen. Vanaf 2023 mogen kantoren met een oppervlakte van 100m2 of meer, met uitzondering van monumentale panden en enkele andere categorieën, alleen nog gebruikt worden als zij minstens energielabel C hebben (Kamerstukken II, 2016–2017, 30 196, nr. 485). Verdere maatregelen werken we uit in het Klimaatakkoord. We verkennen hoe toekomstig beleid voor de utiliteitsbouw succesvol is in te richten, hoe expertise is op te bouwen en proefprojecten zijn uit te voeren.
Samen met medeoverheden en maatschappelijke partners versnellen we de verduurzaming van het maatschappelijk vastgoed inclusief gebouwen in bezit van het Rijk. Een voorbeeld hiervan is het Innovatieprogramma aardgasvrije en frisse basisscholen. In circa tien pilots worden energie-onzuinige schoolgebouwen verduurzaamd tot aardgasvrije scholen met een goed binnenklimaat. Daarmee doen we ervaring op om de verduurzaming van schoolgebouwen verder op te schalen. We maken het voor aanbieders, scholen en gemeenten makkelijker om te kiezen voor verduurzaming via eenvoudig toe te passen verduurzamingsconcepten. Ook investeren we de komende jaren in de duurzaamheid van het rijksvastgoed. In het project EnergieRijk Den Haag verduurzamen we samen met de gemeente, provincie en marktpartijen de overheidsgebouwen in het centrumgebied van Den Haag.
Een aardgasvrije gebouwde omgeving is een grote opgave en voldoende tempo is nodig om deze doelstelling tijdig te halen. Beschikbare oplossingen zijn vaak nog duur en passen onvoldoende bij de verschillende gebouwtypen en de wensen van de bewoners. Om oplossingen te verbeteren is in 2018 gestart met een innovatieprogramma in samenwerking met het Topconsortium voor Kennis en Innovatie Urban Energy en de Bouwagenda. Naast een innovatieprogramma gericht op onderzoek en ontwikkeling is er ook ruimte voor pilots met eerste prototypes, als voorbereiding op bredere opschaling via de aardgasvrije wijken aanpak.
Een Rijksdienst die met de tijd meegaat vraagt continue aandacht
De opgaven van deze tijd vragen om een sterke Rijksdienst die meegaat met de tijd. Effectiviteit staat daarbij voorop, niet de departementale grenzen. BZK is zowel kadersteller, opdrachtgever als uitvoerder. We pakken kansen op om de bedrijfsvoering te verbeteren en tegelijkertijd kabinetsambities rond verduurzaming en diversiteit te realiseren.
Moderne cao’s met moderne arbeidsvoorwaarden zijn essentieel voor een goed functionerende, toekomstbestendige arbeidsmarkt in de publieke sector. Dit betekent méér ruimte voor maatwerk en keuzevrijheid in de verdeling tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden en investeren in duurzame inzetbaarheid. Onderdeel van de modernisering is de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren. Voor het Rijk als werkgever staat 2019 in het teken van de implementatie van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) en de eerste privaatrechtelijke Rijkscao. De implementatie van de Wnra geeft een impuls om binnen de Rijksdienst de samenwerking over departementsgrenzen heen te versterken.
We stimuleren integriteit door in te zetten op een veilige werkcultuur. Daarvoor versterken we de positie van vertrouwenspersonen en doen we onderzoek naar ongewenste omgangsvormen. De samenwerking met andere overheidswerkgevers en relevante partners wordt hierbij voortgezet. De Gedragscode Integriteit Rijk wordt onder andere aangepast aan de invoering van de Wet normalisering ambtelijke rechtspositie.
Voor ons werk is kennis van ICT onmisbaar geworden. Daarom richten we een academie op waar ambtenaren hun kennis en kunde op het terrein van ICT kunnen vergroten. De nieuwe RijksAcademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO) is begin 2018 begonnen met het eerste aanbod voor beleidsambtenaren. De komende jaren zetten we de organisatie op en breiden we het aanbod uit voor de doelgroepen beleid, uitvoering, toezicht en bedrijfsvoering voor het Rijk en medeoverheden. De Algemene Bestuursdienst (ABD) heeft het voortouw genomen met scholing aan onze topambtenaren. Vanaf 2019 komen daar ook de midden-managers bij.
Maar we werken niet alleen aan moderne arbeidsvoorwaarden. Bij vrijwel alle betrokken partijen groeit het besef dat het huidige overlegmodel van het bovensectorale overleg in de publieke sector aan vernieuwing toe is. Het gesprek over onderwerpen als een krapper wordende arbeidsmarkt en banen voor mensen met een arbeidsbeperking wordt gemist. Aan de Sociaal Economische Raad is gevraagd te verkennen hoe decentrale overheidswerkgevers en onderwijswerkgevers beter zijn te betrekken bij besluitvorming over wetgeving. In 2019 zet het kabinet de gesprekken over de bovensectorale arbeidsverhoudingen met de betrokken sociale partners voort.
Meegaan met deze tijd betekent dat de informatiehuishouding en informatiebeveiliging op orde zijn. Met het programma Rijk aan Informatie (RAI) brengen we de basis voor vindbare en duurzaam toegankelijke overheidsinformatie op orde en maken we overheidsinformatie toekomstbestendig. Waar mogelijk lossen we knelpunten in de informatiehuishouding geautomatiseerd op. In 2019 versterken we de informatiehuishouding en richten we onze aandacht op het overbrengen, bewaren, archiveren of vernietigen van digitale informatie. We verbeteren de samenwerking en het versterken rol van de medewerker in de informatiehuishouding.
De Algemene Rekenkamer heeft rijksbreed een aanzienlijk aantal onvolkomenheden vastgesteld op het gebied van informatiebeveiliging over de laatste jaren. We werken uit hoe we de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer over het versterken van de centrale rol voor BZK/CIO Rijk vorm kunnen geven, als systeemverantwoordelijke en als vormgever van architectuur en infrastructuur op het gebied van informatiebeveiliging. In het najaar van 2018 sturen we een kamerbrief met de nadere uitwerking.
In de afgelopen jaren is gebouwd aan een gemeenschappelijke rijksbrede bedrijfsvoering. De vorming van shared service organisaties (SSO’s) was hiervan onderdeel, vooral ingegeven vanuit kostenbesparingen. Steeds meer springt in het oog dat de bedrijfsvoering op afstand van het primaire proces is geplaatst. Dit heeft consequenties voor de ervaren kwaliteit van dienstverlening. We werken aan het structureel op orde krijgen van de basis per SSO. In dit kader is een quickscan uitgevoerd bij UBR, met SSO-breed toepasbare aanbevelingen, en is opdracht gegeven voor een doorlichting van SSC-ICT. Gelijktijdig gaat het ook om resultaten te halen in onderlinge samenwerking tussen SSO’s, opdrachtgevers en in wisselwerking met beleid. We werken aan meer voorspelbare en transparante tarieven en integrale dienstverlening in klantnabijheid. Waar mogelijk met inzet van bewezen innovatieve technieken en aanpakken.
De eisen die aan het rijksvastgoed worden gesteld zijn de afgelopen jaren flink toegenomen. Dit zal de komende jaren niet minder worden. Er staan investeringen gepland in de kantorenportefeuille in Utrecht, Enschede, Zwolle, Leeuwarden, Rotterdam en Eindhoven en aan de rechtbanken Arnhem, Den Bosch, Den Haag en Amsterdam. Andere grote projecten zijn de nieuwbouw voor het European Medicines Agency (EMA) en de renovatie van het Binnenhof. Naast de reguliere verkoop- en onderhoudsopdracht zetten we rijksvastgoed in voor maatschappelijke opgaven. De verwachting van onze omgeving (opdrachtgevers en beleidsbepalers) is groot. Met het integraal programma brengen we de vraag voor de komende jaren in kaart en brengen we deze meer in balans met de capaciteit van het Rijksvastgoedbedrijf en de toenemende spanning op de bouw- en vastgoedmarkt. Hiervoor maken we meerjarige afspraken met de grote klanten van het Rijksvastgoedbedrijf en ontwikkelen we met marktpartijen tijdig een gezamenlijke aanpak voor de uitvoering.
In 2019 starten we met de uitvoering van de geactualiseerde masterplannen. Bij de actualisatie zijn rijksbrede thema’s, onder meer op het terrein van verduurzaming van de gebouwde omgeving, maatschappelijk gewenste gebiedsontwikkeling, en herbestemming en herontwikkeling van het rijksvastgoed voor maatschappelijke doeleinden meegenomen. Hierbij wordt een optimaal financieel en maatschappelijk rendement in het oog gehouden. De masterplannen worden daarbij meer vanuit een integraal bedrijfsvoeringperspectief ingericht met aandacht voor facilitair management, beveiliging en ICT-voorzieningen.
Belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar (ontvangsten, uitgaven en niet-belastingontvangsten)
Uitgaven
art. nr. |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 (inclusief NvW) |
5.455.381 |
5.456.705 |
5.417.979 |
5.515.872 |
5.649.652 |
0 |
|
Stand ontwerpbegroting 2018 (na ISB) |
5.550.381 |
5.456.705 |
5.417.979 |
5.515.872 |
5.649.652 |
0 |
|
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
224.925 |
47.104 |
18.061 |
22.057 |
– 36.492 |
0 |
|
Belangrijkste mutaties |
|||||||
1) Afdracht NHG 2017 |
3 |
30.608 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2) Kasschuif STEP |
4 |
– 75.000 |
– 69.000 |
144.000 |
0 |
0 |
0 |
3) Kasschuif SEEH |
4 |
– 13.000 |
13.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
4) Kasschuif NEF |
4 |
0 |
10.000 |
– 10.000 |
0 |
0 |
0 |
5) Kasschuif Energielabel |
4 |
– 3.500 |
3.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
6) Kasschuif BRO |
5 |
– 4.917 |
1.121 |
882 |
1.869 |
1.045 |
0 |
7) Kasschuif projecten BIRK en Nota Ruimte |
5 |
– 9.650 |
– 1.070 |
5.789 |
400 |
3.360 |
1.171 |
8) Kasschuif omgevingswet (bijdrage medeoverheden) |
5 |
– 9.177 |
9.177 |
0 |
0 |
0 |
0 |
9) Bijdrage eID OCW |
6 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
10) Klimaatenvelop |
8 |
2.250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
11) Evaluatie FMHaaglanden |
11 |
4.453 |
4.752 |
4.943 |
4.943 |
4.943 |
4.943 |
12) Kasschuif vennootschapsbelasting (VPB) |
12 |
0 |
– 2.500 |
2.500 |
0 |
0 |
0 |
Overige mutaties |
3.723 |
6.717 |
238 |
2.651 |
4.901 |
5.769.267 |
|
Stand ontwerpbegroting 2019 |
5.703.096 |
5.481.506 |
5.586.392 |
5.549.792 |
5.629.409 |
5.777.381 |
Toelichting
1) Afdracht NHG 2017
De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) betaalt jaarlijks een achtervangvergoeding voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). De jaarlijkse vergoeding wordt gestort in de daarvoor bestemde risicovoorziening NHG. De afdracht over het boekjaar 2017 bedraagt € 30,6 mln.
2) Kasschuif STEP
Eerder is de aanvraagperiode voor subsidie binnen de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) verlengd tot en met 2018. Een vastgestelde subsidie wordt pas uitbetaald als het energielabel in het register is aangepast. Dit moet uiterlijk binnen twee jaar geschieden. Het kasritme is aangepast naar de verwachte uitbetalingen in de periode 2018–2020.
3) Kasschuif SEEH
Binnen de middelen voor de Subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) wordt het deel voor verenigingen van eigenaren op basis van de meest recente prognoses van het aantal aanvragen doorgeschoven naar 2019.
4) Kasschuif NEF
De geplande bijdrage aan het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) voor 2020 wordt een jaar eerder beschikbaar gesteld.
5) Kasschuif Energielabel
Op 1 januari 2020 worden de eisen voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG) van kracht. In het kader daarvan wordt momenteel gewerkt aan de nieuwe bepalingsmethode energieprestatie. Hierdoor zijn de aanpassingen aan het energielabel in de tijd zijn verschoven en wordt een deel van de beschikbare middelen doorgeschoven naar 2019.
6) Kasschuif BRO
Bij 1e suppletoire begroting 2018 zijn middelen voor Basisregistratie ondergrond (BRO)overgeheveld vanuit het Deltafonds naar de begroting van BZK. Op basis van de vier voorziene tranches in de periode 2018–2022 zijn de beschikbare middelen in het verwachte kasritme gezet.
7) Kasschuif projecten BIRK en Nota Ruimte
De middelen voor de projecten BIRK en Nota Ruimte zijn op basis van recente inzichten in het verwachte kasritme gezet. De voortgang van deze langlopende projecten laat zien dat de volgtijdelijkheid van werkzaamheden, in verband met bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid in het gebied, niet meer binnen de overeengekomen einddatum zullen worden afgerond. De resterende subsidiebedragen komen hiermee ook later tot betaling.
8) Kasschuif omgevingswet (bijdrage medeoverheden)
Bij 1e suppletoire begroting 2018 zijn middelen voor de omgevingswet overgeheveld vanuit het Infrastructuurfonds. Op basis van de verwachte bijdragen aan ontwikkelpartners is een deel van het budget doorgeschoven naar 2019.
9) Bijdrage eID OCW
Dit betreft de structurele bijdrage van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) aan de stelselkosten eID.
10) Klimaatenvelop
Vanuit de klimaatenvelop uit het regeerakkoord is er voor klimaat (CO2-reductie) en de circulaire transitie in 2018 € 2,25 mln. beschikbaar voor de Rijksinkoop. Een deel daarvan wordt nu aangewend voor CO-2 meting en grootschalig onderhoud inkoopcriteria.
11) Evaluatie FMHaaglanden
Dit betreft overboekingen van/naar diverse departementen, als uitvloeisel van de evaluatie centrale bekostiging FMHaaglanden zoals besloten in de Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijksdienst (ICBR).
12) Kasschuif vennootschapsbelasting (VPB)
Dit betreft een kasschuif die samenhangt met de kasschuif van de veiling van locaties van benzinestations (zie ontvangsten). Door een verschuiving in de ontvangsten uit de veiling van benzinestation locaties, vindt er ook een verschuiving plaats in het kasritme van de verschuldigde VPB.
Ontvangsten
art. nr. |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 (inclusief NvW) |
668.894 |
716.513 |
706.924 |
655.538 |
642.538 |
0 |
|
Stand ontwerpbegroting 2018 (na ISB) |
668.894 |
716.513 |
706.924 |
655.538 |
642.538 |
0 |
|
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
140.974 |
– 13.962 |
– 5.656 |
17.228 |
12.936 |
0 |
|
Belangrijkste mutaties |
|||||||
1) Afdracht NHG 2017 |
3 |
30.608 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2) Kasschuif veiling locaties benzinestations |
9 |
0 |
– 10.000 |
10.000 |
0 |
0 |
0 |
3) Desaldering ontvangsten GDI |
12 |
0 |
– 15.000 |
– 15.000 |
– 15.000 |
– 15.000 |
0 |
Overige mutaties |
311 |
1.886 |
0 |
0 |
0 |
634.474 |
|
Stand ontwerpbegroting 2019 |
840.787 |
679.437 |
696.268 |
657.766 |
640.474 |
634.474 |
Toelichting
1) Afdracht NHG 2017
De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) betaalt jaarlijks een achtervangvergoeding voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). De jaarlijkse vergoeding wordt gestort in de daarvoor bestemde risicovoorziening NHG. De afdracht over het boekjaar 2017 bedraagt € 30,6 mln.
2) Kasschuif veiling locaties benzinestations
De veiling van ieder afzonderlijke locatie voor een benzinestation langs een rijksweg geschiedt één keer per 15 jaar. Vanwege een temporisering in eerdere jaren wordt de ontvangstenraming voor 2019 verlaagd en voor 2020 verhoogd.
3) Desaldering ontvangsten GDI
Bij het samenstellen van de aanvullende post GDI in 2015 is besloten € 15 mln. structureel op de begroting van BZK als ontvangst te boeken. Dit had als doel deze middelen via een doorbelasting op te halen bij belanghebbenden. Inmiddels is de doorbelasting georganiseerd middels facturatie vanuit de uitvoerder. Hiermee is de ontvangstenreeks op de begroting BZK niet meer nodig.
Art.nr. |
Naam artikel (totale uitgaven per artikel) |
Juridisch verplichte uitgaven |
Niet-Juridisch verplichte uitgaven |
Bestemming van de niet-juridisch verplichte uitgaven |
|
---|---|---|---|---|---|
1 |
Openbaar bestuur en democratie (59.323) |
48.939 (82%) |
10.384 (18%) |
– |
Verbinding inwoner en overheid (5.231) |
– |
Bestuur en regio (2.532) |
||||
– |
Politieke partijen (891) |
||||
– |
Overig (1.730) |
||||
4 |
Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit (209.008) |
206.585 (99%) |
2.423 (1%) |
– |
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit (1.637) |
– |
Energietransitie en duurzaamheid (550) |
||||
– |
Overig (236) |
||||
5 |
Ruimtelijke ordening en omgevingswet (102.919) |
86.638 (84%) |
16.281 (16%) |
– |
Aan de slag (9.136) |
– |
Programma Ruimtelijk Ontwerp (1.189) |
||||
– |
Ruimtelijk instrumentarium (933) |
||||
– |
Eenvoudig Beter (950) |
||||
– |
Basis Registratie Ondergrond (826) |
||||
– |
Overig (3.247) |
||||
6 |
Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving (174.479) |
83.960 (48%) |
90.519 (52%) |
– |
Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid (56.943) |
– |
Overheidsdienstverlening (10.191) |
||||
– |
Identiteitsstelsel (8.838) |
||||
– |
Informatiebeleid en -samenleving (6.458) |
||||
– |
Overig (8.089) |
||||
7 |
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid (33.427) |
24.853 (74%) |
8.574 (26%) |
– |
Betreft contracten Kandidatenprogramma opleidingen, DG-abelen en ABD doelgroepopleidingen, informatiesysteem doelgroepen, professionalisering MD Rijk en kosten profesionalisering Interim-managers (2.284) |
– |
Werkgeversbeleid (2.532) |
||||
– |
Bedrijfsvoeringsbeleid (2.198) |
||||
– |
FMHaaglanden (kwaliteitsverbetering) (1.528) |
||||
9 |
Uitvoering Rijksvastgoedbeleid (117.329) |
107.839 (92%) |
9.490 (8%) |
– |
Een deel van de middelen voor onderhoud- en beheerskosten is juridisch verplicht a.g.v. afspraken met de markt. Het niet verplichte deel zal worden ingezet voor onderhoud en beheer (3.825) |
– |
Het overgrote deel van de overige middelen is juridisch verplicht a.g.v. afspraken met de markt. Het restant is niet vrij beschikbaar omdat hiermee wordt bijgedragen aan het apparaat van het Rijksvastgoedbedrijf (o.a. Atelier Rijksbouwmeester) (5.665) |
||||
Totaal aan niet verplichte uitgaven |
137.671 |
(realisatie) |
(planning) |
Geheel artikel-onderdeel? |
|||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel |
Naam artikel |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
1 |
Openbaar bestuur en democratie |
||||||||
1.1 |
Bestuur en regio |
✓ |
✓ |
Ja |
|||||
1.2 |
Democratie |
✓ |
✓ |
Nee |
|||||
2 |
Nationale veiligheid |
NVT |
|||||||
3 |
Woningmarkt |
||||||||
3.1 |
Woningmarkt |
✓ |
Ja |
||||||
4 |
Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit |
||||||||
4.1 |
Energietransitie en duurzaamheid |
✓ |
Ja |
||||||
4.2 |
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit |
✓ |
Ja |
||||||
5 |
Ruimtelijke ordening en omgevingswet |
||||||||
5.1 |
Ruimtelijke ordening |
✓ |
Ja |
||||||
5.2 |
Omgevingswet |
✓ |
Ja |
||||||
6 |
Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving |
||||||||
6.2 |
Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving |
✓ |
Ja |
||||||
6.5 |
Identiteitsstelsel |
✓ |
Ja |
||||||
6.6 |
Investeringspost digitale overheid |
✓ |
Ja |
||||||
7 |
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid |
||||||||
7.1 |
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid |
✓ |
✓ |
✓ |
Ja |
||||
7.2 |
Pensioenen en uitkeringen |
✓ |
Nee |
||||||
9 |
Uitvoering Rijksvastgoedbeleid |
||||||||
9.1 |
Doelmatige Rijkshuisvesting |
✓ |
Nee |
||||||
9.2 |
Beheer materiële activa |
✓ |
Nee |
Toelichting:
1.2 Democratie
De Kiesraad en de (subsidie) Politieke partijen worden niet door het ministerie geëvalueerd vanwege hun onafhankelijke positie.
2. Nationale veiligheid
Met ingang van 1 mei 2018 is de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WiV 2017) van kracht geworden. Een beleidsdoorlichting is voor begrotingsartikel 2 (Rijksbegroting, hoofdstuk VII) op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WiV 2017) niet mogelijk. In dit kader wordt ook verwezen naar de artikelen 12, lid 3 en artikel 23 van de WiV 2017.
3.1 Woningmarkt
In dit artikel zitten ook de uitgaven voor onderzoek en kennisoverdracht besloten die niet specifiek gericht zijn op een bepaald beleidsdossier maar die ook betrekking hebben op zowel beleidsartikel 3 als 4
4.1 Energietransitie en duurzaamheid
De beleidsdoorlichting van het onderdeel Energietransitie gebouwde omgeving is gepland in 2021 en zal onder meer betrekking hebben op de realisatie van de doelen voor 2020 van het Energieakkoord. In deze beleidsdoorlichting worden de evaluaties van de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP), het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF), de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH) en het Revolverend fonds energiebesparing verhuurders (met betrekking tot de leningen en de uitvoeringskosten) meegenomen.
4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
De beleidsdoorlichting van het onderdeel Bouwkwaliteit is gepland in 2021. Hierin zal onder meer gekeken worden naar het proces van de incorporatie van de bouwregelgeving in de Omgevingswet, waarvan inwerkingtreding is voorzien voor 2021.
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen – waarvan het voorstel op 11 juli 2017 op verzoek van de Minister is aangehouden door de Eerste Kamer – zal drie jaar na inwerkingtreding geëvalueerd worden. Deze evaluatie kan niet worden meegenomen in de voorziene beleidsdoorlichting voor Bouwkwaliteit in 2021.
6.6 Investeringspost digitale overheid
Artikel 6.6 betreft de Investeringspost voor doorontwikkeling en innovatie van de digitale overheid. De besluitvorming over besteding van deze middelen is onderdeel van de governance voor de digitale overheid. Het Instellingsbesluit sturing digitale overheid, waaronder de bepaling van de gezamenlijke middelen, wordt na één jaar geëvalueerd. De uitkomsten van deze evaluatie worden meegenomen in de evaluatie in 2020 over de besteding van de middelen. Deze resultaten zijn input voor de beleidsdoorlichting van artikelonderdeel 6.6 op basis waarvan zal worden besloten over continuering van de Investeringspost als apart artikelonderdeel.
7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid
Vanaf 2019 bestaat artikel 7 uit een aantal onderdelen die in vorige begrotingen nog separaat zijn gepresenteerd. Voor 2018 wordt het onderdeel Overheid als werkgever geëvalueerd. Terwijl voor 2019 het aspect Kwaliteit Rijksdienst wordt doorgelicht. Hierbij worden de subsidies Fysieke Werkomgeving Rijk en het A&O-fonds betrokken. Verder zal ingegaan worden op de budgetten op deze begroting voor de aspecten Bedrijfsvoering Rijk en Arbeidsmarkt Communicatie. Omdat het Bureau ICT Toetsing (BIT) pas sinds 2016 operationeel is, wordt deze pas in 2020 voor het eerst doorgelicht. In 2018 staat voor het BIT een tussenevaluatie gepland die wordt meegenomen in de beleidsdoorlichting in 2019. Een volgende doorlichting zal een integraal beeld geven van dit nieuwe artikel.
7.2 Pensioenen en uitkeringen
Voor beleidsartikel 7.2 geldt dat pensioenen en uitkeringen zich niet laten toetsen op doeltreffendheid en ten dele op doelmatigheid.
9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid
De instrumenten op dit artikel hebben betrekking op de ondersteuning voor Rijkshuisvesting en het onroerend goed van en voor het Rijk. Voor de moederbijdrage geldt dat dit geen beleidsmatige doelstellingen kent en zich daarom niet leent voor een doorlichting in de zin van doelmatigheid en doeltreffendheid. Verder geldt dat voor artikelonderdelen 9.1 en 9.2 nu verscheidene evaluaties staan gepland in 2018 t/m 2020 welke dienen als basis voor de doorlichtingen die in respectievelijk 2020 en 2021 in de planning zijn opgenomen. Tenslotte is het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV) bij verkoop geïntroduceerd in (medio) 2014 en wordt in 2020 doorgelicht. Deze doorlichting stond aanvankelijk in 2019 gepland, maar wordt thans gecombineerd met de doorlichting van artikelonderdeel 9.2
Voor een overzicht van de gerealiseerde beleidsdoorlichtingen en evaluaties wordt verwezen naar de meest recente jaarverslagen en/of de site van het Ministerie van Financiën: http://www.rijksbegroting.nl/beleidsevaluaties.
Voor de meerjarenplanning van de beleidsdoorlichtingen en evaluaties wordt verwezen naar de bijlage bij deze begroting: «Evaluatie- en overig onderzoek». Voor de gerealiseerde beleidsdoorlichtingen en overige evaluaties zijn hyperlinks opgenomen die meteen verwijzen naar de betreffende documenten.
Artikel |
Omschrijving |
Uitstaande garanties 2017 |
Geraamd te verlenen 2018 |
Geraamd te vervallen 2018 |
Uitstaande garanties 2018 |
Geraamd te verlenen 2019 |
Geraamd te vervallen 2019 |
Uitstaande garanties 2019 |
Totaal plafond |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 71 (Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid) |
Rijkshypotheekgaranties |
29 |
0 |
6 |
23 |
0 |
6 |
17 |
170 |
Totaal |
29 |
0 |
6 |
23 |
0 |
6 |
17 |
170 |
Tot en met 2017 viel dit onder artikel 3 van begrotingshoofdstuk 18 – Wonen en Rijksdienst. In 2018 viel dit onder artikel 8 van begrotingshoofdstuk 7 – Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Toelichting
Het betreft de aflopende regeling Rijkshypotheekgaranties. Bij beschikking van 23 augustus 1974, nr. AB74/U1271, van de Minister van Binnenlandse Zaken, is de mogelijkheid gecreëerd om onder bepaalde voorwaarden een hypotheekgarantie te verlenen voor tijdige betaling van rente en aflossing op een hypothecaire geldlening, die in verband met de aankoop van een woning is afgesloten. Er zijn nog 2 garanties geldig. De laatste garantie vervalt in 2024. Het theoretische risico bedraagt € 17.000. Voor deze garantie is geen begrotingsreserve aanwezig en wordt geen premie afgedragen als vergoeding voor de afgegeven garantie.
Overzicht achterborgstellingen
Omschrijving |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|
Achterborgstelling |
81.000 |
82.800 |
85.700 |
Bufferkapitaal (Fondsvermogen) |
407 |
351 |
290 |
Obligo |
3,1 mld. |
3,1 mld. |
3,1 mld. |
Stand risicovoorziening |
n.v.t. |
n.v.t. |
n.v.t. |
Bron: WSW
Toelichting
Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) staat borg voor de leningen die deelnemende woningcorporaties aantrekken voor de bouw van sociale huurwoningen. Het WSW zorgt er op die manier voor dat deelnemende woningcorporaties toegang hebben tot de kapitaalmarkt tegen zo optimaal mogelijke financieringskosten.
De borgstelling is ingebed in een zekerheidsstructuur waarbij verliezen opgevangen worden door de sector zelf (sanering, obligo of eigen risicovermogen van het WSW). Indien deze zekerheden niet toereikend zijn, dan kan het WSW aanspraak doen op het Rijk en de gemeenten – als achterborg – voor renteloze leningen (ieder voor 50%). Deze situatie heeft zich nog nooit voorgedaan en wordt op basis van de huidige prognose ook niet verwacht. Het WSW betaalt geen achtervangvergoeding aan het Rijk en gemeenten.
Het WSW stuurt op een zekerheidsniveau van 99%. Dit betekent dat het WSW in een bepaald jaar met 99% zekerheid geen beroep hoeft te doen op de achtervang. Uit de prognoses volgt dat het obligo de komende jaren ongeveer op hetzelfde niveau blijft. De achterborgstelling neem iets toe. Voor het bufferkapitaal wordt in 2019 net als in 2018 een daling voorzien. Dit heeft te maken met de uitgaven die WSW voorziet op basis van de verplichtingen die zij is aangegaan voor woningcorporaties die niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen.
De cijfers in de tabel betreffen voorlopige cijfers die (nog) geen onderdeel uitmaken van de jaarrekeningverantwoording van het WSW.
Omschrijving |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|
Gegarandeerd vermogen |
198.000 |
202.350* |
208.600* |
Risicodragend gegarandeerd vermogen |
10.300 |
Geen prognose beschikbaar |
Geen prognose beschikbaar |
Bufferkapitaal (Fondsvermogen) |
1.104 |
1.248* |
1.381* |
Obligo |
n.v.t. |
n.v.t |
n.v.t. |
Stand risicovoorziening |
106,9 |
137,6* |
164,6* |
Bron: WEW Jaarverslag 2017, WEW Liquiditeitsprognose 2018–2023 en gegevens WEW en BZK (* = prognose)
Toelichting
Het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) staat borg voor hypothecaire leningen afgesloten met een Nationale Hypotheekgarantie (NHG). Het Rijk is de achtervanger bij het WEW. Dit betekent dat het Rijk zich verplicht heeft gesteld om zodra het fondsvermogen van het WEW onder de grens van 1,5 keer het vijfjaarsgemiddelde van het verliesniveau valt, een achtergestelde renteloze lening te verschaffen. Voor gevallen tot 2011 is het Rijk samen met de gemeenten voor 50% achtervanger, vanaf 1 januari 2011 is alleen het Rijk achtervanger. Een geldnemer betaalt voor een hypothecaire lening met NHG een eenmalige premie aan het WEW, waarvan het WEW een deel afdraagt aan het Rijk als vergoeding voor diens rol als achtervanger. Deze achtervangvergoeding wordt gestort in de in de tabel genoemde risicovoorziening waaruit een eventuele aanspraak op de achtervang allereerst zal worden opgevangen.
Het gegarandeerd vermogen is het bedrag aan hypotheken waarop een NHG-garantie is afgegeven verminderd met het bedrag aan garanties dat is vervallen door volledige aflossing, oversluiting of gedwongen verkoop en verminderd met de annuïtaire daling van de garantie. Het door WEW gegarandeerde vermogen groeit de komende jaren. Deze toename komt door het hoge aantal transacties en de stijgende prijzen op de koopmarkt en de hieruit volgende groei van het aantal nieuwe NHG garanties. Het gegarandeerd vermogen is geen weergave van het risico dat het WEW en de overheid (als achtervang van het fonds) lopen. Tegenover de hypothecaire leningen staat de actuele waarde van de desbetreffende woningen. Ook heeft de borgstelling enkel betrekking op een eventuele restschuld bij gedwongen verkoop. Het risicodragend gegarandeerd vermogen is het vermogen gecorrigeerd voor deze factoren en is daarmee een inschatting van de maximale schadelast voor het WEW als alle lopende hypotheekgaranties uitmonden in een gedwongen verkoop. Eind 2017 bedroeg het risicodragend gegarandeerd vermogen € 10,3 mld.
Het bufferkapitaal van het WEW neemt de komende jaren naar verwachting toe en verbetert zo de solvabiliteit van het fonds. Hierdoor ontstaat een buffer voor toekomstige aanspraken op het waarborgfonds.
A Algemene doelstelling
Een goed functionerende democratie en een slagvaardig en weerbaar openbaar bestuur waar inwoners op kunnen vertrouwen.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het functioneren van het stelsel van het openbaar bestuur. Die verantwoordelijkheid richt zich op de bestuurlijke verhoudingen, het medebeheer van het Gemeentefonds en het Provinciefonds en interbestuurlijk toezicht. De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de bestuurlijke organisatie (de Grondwet, de Gemeente- en Provinciewet, de Financiële verhoudingswet en de Wet gemeenschappelijke regelingen). In het regeerakkoord van het kabinet Rutte-III zijn op dit vlak ambitieuze beleidsvoornemens geformuleerd. Maatschappelijke opgaven spelen steeds vaker op meerdere schaalniveaus tegelijk en oplossingen liggen niet binnen het bereik van één overheidslaag. Een toenemend aantal maatschappelijke opgaven is alleen op te lossen wanneer gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk als één overheid samenwerken richting partners. Samenwerking vindt ook in toenemende mate plaats op regionaal niveau. Vrijwel overal in Nederland zijn regionale coalities van overheden en andere partijen op zoek naar passende governance arrangementen om aan te sluiten op hun regionale opgaven. De Minister van BZK draagt er samen met medeoverheden zorg voor dat het openbaar bestuur in staat is om op deze veranderingen in te spelen. BZK biedt ruimte voor maatwerk in de werkwijze en inrichting van het openbaar bestuur. Dit komt onder andere tot uiting in de ontwikkeling en uitvoering van Agenda Stad. Dit programma richt zich op het (bevorderen van) groei, leefbaarheid en innovatie in Nederlandse steden door middel van City Deals.
Een belangrijke pijler van de legitimiteit van het Nederlandse openbaar bestuur is het democratische en rechtsstatelijke gehalte van de publieke besluitvorming en beleidsvoering. De Minister van BZK waarborgt het functioneren van het constitutionele bestel, waaronder het stelsel van de representatieve democratie. Daarbij gaat het in de eerste plaats om de verkiezingen (de Kieswet) voor vertegenwoordigende lichamen op de verschillende bestuurlijke niveaus.
De Minister van BZK werkt verder aan het versterken van de (lokale) democratie. De Minister van BZK voert daarbij de regie, stimuleert en faciliteert betrokken partijen en draagt zorg voor kennisontwikkeling en -verspreiding langs drie lijnen:
1. Versterking van de verbinding tussen inwoners en hun overheid.
2. Betere toerusting en ondersteuning van politieke ambtsdragers.
3. Een weerbaar bestuur.
C Beleidswijzigingen
Interbestuurlijk programma
Het kabinet Rutte-III heeft in het Regeerakkoord op verschillende thema’s ambities geformuleerd voor samenwerking tussen het kabinet en de medeoverheden. Daarom is onder regie van de Minister van BZK een interbestuurlijk programma (IBP) gestart (Kamerstukken II 2017–2018, 29 362, nr. 266). Met de ondertekening van de programmastart IBP hebben het Rijk en de medeoverheden een brede basis gelegd voor de samenwerking op urgente maatschappelijke opgaven in deze kabinetsperiode. Departementen en medeoverheden werken met het IBP met verschillende snelheden aan uitwerkingsafspraken en mijlpalen. Per maatschappelijke opgave komen er verschillende akkoorden, afspraken en acties. Met het IBP bevordert BZK dat de bestuurlijke afspraken ook daadwerkelijk leiden tot concrete resultaten op lokaal niveau en in de regio. BZK is verantwoordelijk voor het bewaken van de voortgang van de maatschappelijke opgaven (monitoring), het signaleren en agenderen van knelpunten, onbenutte kansen en raakvlakken tussen de opgaven. Dit gebeurt op integrale wijze doordat er periodiek een kabinetsdelegatie met de koepels samenkomt om de voortgang te bespreken. Ook bij onvoorziene omstandigheden gaan het Rijk en medeoverheden met elkaar in gesprek.
Gebiedspecifieke aanpak
Het is belangrijk dat de uitwerking van de maatschappelijke opgaven die zijn beschreven in het IBP gebiedsgericht vorm krijgt. De samenhang van opgaven in gebieden en hun specifieke context (gebieden verschillen in toenemende mate van elkaar) vraagt om een aanpak, waarbij sectorale belangen, instrumenten en effecten samenkomen. Het gaat om het bieden van maatwerk en meerjarig partnerschap van het Rijk.
Daarnaast is in deze regeerperiode een Regio Envelop beschikbaar gesteld. Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) coördineert, in overleg met het Ministerie van BZK en de betrokken vakdepartementen, de zorg voor de begeleiding van de proposities van gebieden, de weging en besluitvorming van voorstellen alsmede de uitwerking daarvan in Regio Deals. Voorts heeft BZK een rol bij de uitvoering en monitoring van de nieuwe Regio Deals, zoals ook voor de gebieden waar in 2018 een deal overeengekomen is (o.a. Zeeland, Rotterdam Zuid en Eindhoven).
Toekomst Toezicht
In het IBP is met het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) afgesproken te werken aan vernieuwing van het interbestuurlijk en financieel toezicht, zodat het toezicht zo effectief mogelijk is en passend is bij een gezamenlijke aanpak van maatschappelijke opgaven. In 2018 is gestart met de uitwerking van deze afspraak en in goede samenspraak werken het Rijk, provincies en gemeenten aan een strategische agenda voor de toekomst van het toezicht. De acties die nodig zijn om tot de modernisering van het toezicht te komen worden in 2019 verder opgepakt.
Wet Raadgevend Referendum
In december 2017 is conform het regeerakkoord het wetsvoorstel tot intrekking van de Wet raadgevend referendum ingediend. In februari 2018 is dit wetsvoorstel aangenomen door de Tweede Kamer, waarna in juli 2018 het wetsvoorstel is aangenomen door de Eerste Kamer (Handelingen I 2017–2018, nr. 38).
Versterking lokale democratie
In het Regeerakkoord van het kabinet Rutte III en het IBP staat dat BZK deze kabinetsperiode met interbestuurlijke en maatschappelijke partners werk maakt van de versterking van de lokale democratie. Dit wordt gedaan met het meerjarig samenwerkingsprogramma Democratie in Actie (DiA), dat is vormgegeven langs de drie lijnen die onder rol en verantwoordelijkheid beschreven staan (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 VII, nr. 69). Er wordt toegewerkt naar een meer responsieve politiek en bestuur en een grotere directe invloed van inwoners op de beleids- en besluitvorming, waarbij zij meer medeverantwoordelijkheid kunnen nemen voor maatschappelijke voorzieningen (lijn 1). Daarnaast wordt voor alle decentrale politieke ambtsdragers een zodanig duurzaam ondersteuningsaanbod ontwikkeld, dat zij zich voldoende toegerust en ondersteund weten om taken en verantwoordelijkheden op adequate wijze in te vullen (lijn 2). Verder wordt de integriteit en veiligheid van politieke ambtsdragers bevorderd en een preventieve bestuurlijke aanpak van ondermijning versterkt en de maatschappelijke weerbaarheid en leefbaarheid in ondermijningsgevoelige gebieden vergroot. Ook worden ondemocratische tendensen tegengegaan en wordt de controlerende rol van gemeenteraadsleden versterkt (lijn 3).
D1 Budgettaire gevolgen van beleid
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. |
Verplichtingen: |
30.876 |
51.851 |
59.323 |
56.261 |
52.216 |
48.160 |
48.160 |
Waarvan garantieverplichtingen |
||||||||
Uitgaven: |
34.147 |
51.851 |
59.323 |
56.261 |
52.216 |
48.160 |
48.160 |
|
Waarvan juridisch verplicht (percentage) |
82% |
|||||||
1.1 |
Bestuur en regio |
12.159 |
17.737 |
12.772 |
10.727 |
9.754 |
8.554 |
8.693 |
Subsidies |
6.492 |
5.033 |
5.411 |
4.470 |
4.176 |
4.176 |
4.315 |
|
Bestuur en regio |
0 |
0 |
2.073 |
1.132 |
838 |
838 |
977 |
|
Diverse subsidies |
2.922 |
1.695 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Oorlogsgravenstichting (OGS) |
3.570 |
3.338 |
3.338 |
3.338 |
3.338 |
3.338 |
3.338 |
|
Opdrachten |
3.321 |
5.342 |
5.161 |
4.597 |
5.121 |
4.121 |
4.121 |
|
Bestuur en regio |
0 |
0 |
5.161 |
4.597 |
5.121 |
4.121 |
4.121 |
|
Communicatie, kennisdeling en onderzoek |
3.321 |
5.342 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
2.282 |
7.260 |
2.200 |
1.660 |
457 |
257 |
257 |
|
Diverse bijdragen |
2.282 |
7.260 |
2.200 |
1.660 |
457 |
257 |
257 |
|
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
64 |
102 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen internationaal |
64 |
102 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
1.2 |
Democratie |
21.988 |
34.114 |
46.551 |
45.534 |
42.462 |
39.606 |
39.467 |
Subsidies |
17.996 |
17.235 |
26.356 |
26.356 |
23.408 |
22.708 |
22.569 |
|
Verbinding inwoner en overheid |
0 |
0 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
|
Toerusting en ondersteuning Politieke Ambtsdragers |
0 |
0 |
3.059 |
3.059 |
2.709 |
2.009 |
2.009 |
|
Weerbaar bestuur |
0 |
0 |
464 |
464 |
466 |
466 |
327 |
|
Politieke partijen |
17.992 |
17.235 |
17.820 |
17.820 |
15.220 |
15.220 |
15.220 |
|
ProDemos |
0 |
0 |
4.403 |
4.403 |
4.403 |
4.403 |
4.403 |
|
Comité 4/5 mei |
0 |
0 |
110 |
110 |
110 |
110 |
110 |
|
Raadgevend referendum |
4 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Opdrachten |
2.390 |
4.169 |
12.346 |
11.330 |
11.205 |
9.049 |
9.049 |
|
Verbinding inwoner en overheid |
0 |
0 |
10.462 |
9.784 |
9.803 |
8.303 |
8.303 |
|
Toerusting en ondersteuning Politieke Ambtsdragers |
0 |
0 |
1.123 |
1.123 |
973 |
673 |
673 |
|
Weerbaar bestuur |
0 |
0 |
761 |
423 |
429 |
73 |
73 |
|
Kiesraad |
711 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Raadgevend referendum |
62 |
2.049 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Verkiezingen |
1.617 |
2.120 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Inkomensoverdracht |
0 |
0 |
7.782 |
7.781 |
7.782 |
7.782 |
7.782 |
|
Toerusting en ondersteuning Politieke Ambtsdragers |
0 |
0 |
7.782 |
7.781 |
7.782 |
7.782 |
7.782 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
0 |
2.130 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Raadgevend referendum |
0 |
2.130 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
1.602 |
10.580 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Experiment centrale stemopneming |
1.203 |
580 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Raadgevend referendum |
399 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Vergoeding raadsleden |
0 |
10.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
0 |
0 |
67 |
67 |
67 |
67 |
67 |
|
Bijdragen internationaal |
0 |
0 |
67 |
67 |
67 |
67 |
67 |
|
Ontvangsten |
26.952 |
22.423 |
21.965 |
21.965 |
21.965 |
21.965 |
21.965 |
D2 Budgetflexibiliteit
Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 82% juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:
Subsidies
De subsidies zijn voor 96% juridisch verplicht. Het betreft onder andere subsidies aan de politieke partijen, de Oorlogsgravenstichting (OGS) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Opdrachten
Het budget voor opdrachten is voor 50% juridisch verplicht. Het betreft hier middelen voor onder andere verkiezingen, kenniscentra en onderzoeken door derden, de ondersteuning van de aanpak van ondermijning en het bevorderen van de leefbaarheid en de Monitor Sociaal Domein.
Inkomensoverdracht
Het budget is voor 95% juridisch verplicht. Het betreft onder andere pensioenen en uitkeringen aan voormalige ministers en staatssecretarissen en uitkeringen aan voormalige burgemeesters.
Bijdragen aan ZBO/RWT’s
Het budget is voor 95% juridisch verplicht. Aan ICTU wordt een bijdrage verstrekt voor de ondersteuning van het Interbestuurlijk Programma (IBP), het doorontwikkelen van een Webscrape tool voor de IBP-opgaven, het doorontwikkelen van een webbased tool voor de regioadviseurs en het ontwikkelen van een tool ter meting van de kwaliteit en tevredenheid bij de inzet van de expertpool.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
De bijdrage aan (inter)nationale organisaties is voor 100% juridisch verplicht. Dit betreft financiële ondersteuning aan organisaties die actief Europees burgerschap bevorderen.
E Toelichting op de instrumenten
1.1 Bestuur en Regio
Subsidies
Bestuur en regio
COELO
Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) ontvangt een subsidie voor het doen van onderzoek naar en laagdrempelige informatievoorziening over economische en financiële aspecten van medeoverheden.
OTAV
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) ontvangt de laatste termijnbetaling van de subsidie voor de activiteiten van het Ondersteuningsteam Asielzoekers Vergunninghouders (OTAV) voor het project «lokale preventieve aanpak gezondheidsbevordering statushouders».
Kenniscentrum Europa Decentraal
Het Kenniscentrum Europa Decentraal ontvangt een subsidie. Dit is een gezamenlijk initiatief van het Ministerie van BZK, het Interprovinciaal Overleg (IPO), de VNG en de Unie van Waterschappen, dat zich richt op toepassing en verspreiding van kennis en expertise over Europees recht bij de medeoverheden.
Bevolkingsdaling
BZK zet in 2019 in op kennisdeling en regionale integrale gebiedsontwikkeling in krimp- en anticipeerregio’s. Voor alle krimp- en anticipeerregio’s kent BZK een ondersteuningsaanbod dat bestaat uit beschikbare kennis en instrumentarium toe te passen in de regionale maatwerkaanpak. Middelen uit het programma bevolkingsdaling worden ingezet voor kennisdeling en ondersteuning van regio deals specifiek gericht op krimpproblematiek. Daarnaast kunnen krimp- en anticipeerregio’s aanspraak maken op middelen voor het ontwikkelen van deals in de regio.
Oorlogsgravenstichting (OGS)
Namens de Nederlandse overheid onderhoudt de Oorlogsgravenstichting wereldwijd ongeveer 50.000 graven van Nederlandse oorlogsslachtoffers. Deze graven liggen in meer dan vijftig landen, verspreid over vijf continenten. Het zwaartepunt ligt daarbij in Indonesië. Tevens verzorgt de Stichting ruim 10.000 graven van militairen van de geallieerde strijdkrachten in Nederland. De Oorlogsgravenstichting ontvangt een subsidie voor de uitvoering hiervan.
In 2016 is de subsidieregeling Oorlogsgravenstichting 2013 geëvalueerd. De resultaten van de gesprekken met de oorlogsgravenstichting over de uitkomsten van deze evaluatie worden verwerkt in de nieuwe Subsidieregeling die naar verwachting per 1 januari 2019 in werking treedt.
Opdrachten
Bestuur en regio
In het openbaar bestuur wordt de komende jaren veel gevraagd van het effectief en democratisch gelegitimeerd organiseren van samenwerking. Het Ministerie van BZK wil (samenwerkende) overheden hierbij ondersteunen en zal actief betrokken zijn bij regio’s in Nederland.
De Minister van BZK zet zich in voor kennisdeling en kennisvermeerdering ten behoeve van een goed functionerend openbaar bestuur. Verschillende publicaties, congressen en onderzoeken op het terrein van het functioneren van het openbaar bestuur worden gefinancierd.
Sociaal Domein
Tot de maatschappelijke opgaven die het Rijk en de medeoverheden in het IBP hebben opgenomen, behoort ook de opgave in het sociaal domein. Onder de opgave «Merkbaar beter in het sociaal domein» wordt ingezet op twaalf programmatische thema’s zoals: mensen die te maken hebben met eenzaamheid, mensen met afstand tot de arbeidsmarkt perspectief op werk bieden, mensen die zich met het Nederlands niet goed kunnen redden en recidive na detentie voorkomen door meer aansluiting tussen detentie en gemeenten.
De Minister van BZK zet de coördinerende rol voort aan Rijkskant en tussen overheden en draagt bij aan goede randvoorwaarden, zoals op het gebied van opdrachtgeverschap en privacy. In het Programma Sociaal Domein wordt verder samengewerkt om knelpunten in de praktijk in gezamenlijkheid – Rijk, gemeenten, instellingen en inwoners – op te pakken.
In 2019 zal een rapportage naar de Tweede Kamer gestuurd worden dat verdiepend inzicht geeft in de werking van het gedecentraliseerde sociaal domein. In het interbestuurlijke programma sociaal domein wordt met Rijkspartners, gemeenten en kennisinstellingen verder gewerkt aan andere manieren van meten, spiegelen en leren. Met deze informatie zal het beeld van de transformatie in het sociaal domein verder worden aangevuld, met als doel het lokale transformatieproces te ondersteunen.
Er blijft aandacht voor de verantwoording over de besteding van middelen in het sociaal domein. Enerzijds is er een (steeds kleiner wordende) groep van gemeenten die nog geen goedkeurende controleverklaring hebben gekregen van hun accountant. Anderzijds zijn er gemeenten die zoeken naar mogelijkheden om de verantwoording dienstbaar te maken aan de transformatie gedachte in het sociaal domein. Voor beide groepen van gemeenten zijn er initiatieven ontwikkeld.
Bevolkingsdaling
2019 is het laatste lopende jaar voor het huidige programma Bevolkingsdaling. Het programma wordt daarom eind 2019 geëvalueerd, uitmondend in een plan van aanpak voor voortgang van de Rijksinzet gericht op krimpproblematiek.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Diverse bijdragen
Aan ICTU wordt een bijdrage verstrekt voor de ondersteuning van het IBP, het doorontwikkelen van een Webscrape tool voor de IBP-opgaven, doorontwikkelen van een webbased tool voor de regioadviseurs en het ontwikkelen van een tool ter meting van de kwaliteit en tevredenheid bij de inzet van de expertpool. Daarnaast ontvangt ICTU een bijdrage voor de continuering en afronding van activiteiten in het sociaal domein.
1.2 Democratie
Subsidies
Verbinding inwoner en overheid
In het kader van het samenwerkingsprogramma Democratie in Actie ontvangt de VNG een subsidie. Democratie in Actie heeft tot doel gemeenten én gemeentelijke spelers gericht te stimuleren en te ondersteunen ten aanzien van responsief bestuur en democratische initiatieven, onder meer met ruimte voor bewonersinitiatief, Right to Challenge en Right to Bid.
Het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA) ontvangt in 2019 een subsidie voor het in algemene zin bevorderen van bewonersparticipatie. LSA is voor BZK de gesprekspartner over bewonersinitiatieven, waaronder Right to Challenge, bewonersorganisatie en de verbinding tussen bewoners en overheid.
Ook de Landelijke Vereniging van Kleine Kernen (LVKK) ontvangt in 2019 subsidie. Deze subsidie is gericht op activiteiten met als oogmerk het versterken van de zelforganisatie en burgerbetrokkenheid in dorpskernen.
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers
Op decentraal niveau zijn er in Nederland ongeveer 12.000 politieke ambtsdragers actief in gemeenten, provincies en waterschappen. Om te zorgen dat er voldoende goed toegeruste politieke ambtsdragers beschikbaar zijn en beschikbaar blijven, verstrekt de Minister van BZK subsidies aan de beroepsgroepen van politieke ambtsdragers en griffiers, o.a. de beroepsverenigingen van politieke ambtsdragers (Nederlands Genootschap van Burgemeesters, Wethoudersvereniging, Statenlid.nu, Nederlandse vereniging van raadsleden), de Vereniging van Griffiers en koepels van medeoverheden. Samen met de beroepsgroepen, de koepels van medeoverheden en (bestuurdersverenigingen van) politieke partijen wordt via deze subsidies zorggedragen voor passende eigentijdse inwerk- en opleidingsprogramma’s voor de verschillende beroepsgroepen. Daarnaast wordt via de subsidies in 2019 ook bijzondere inzet gepleegd om de aantrekkelijkheid van het politieke ambt te vergroten, een brede, diverse instroom in het ambt te bevorderen en te zorgen dat mensen na het ambt weer goed landen op de arbeidsmarkt.
In aanloop naar de Provinciale Staten en Waterschapsverkiezingen in maart 2019 wordt incidenteel subsidie verstrekt ten behoeve van inwerk- en opleidingsprogramma’s voor Statenleden en leden van het Algemeen Bestuur.
Daarnaast wordt in 2019 subsidie verstrekt ten behoeve van (bestuurdersverenigingen van) politieke partijen om leren en reflecteren in het ambt en onderlinge kennisdeling te stimuleren. Ook wordt er een subsidie verstrekt ter ondersteuning en toerusting van (een kenniscentrum voor) lokale politieke partijen.
Naast individuele ondersteuning wordt vanuit het samenwerkingsprogramma Democratie in Actie, waarvoor de VNG subsidie ontvangt, een collectief aanbod aan gemeenteraden en provinciale staten gedaan om leren en reflecteren in het hoogste bestuursorgaan te bevorderen.
Weerbaar bestuur
In het Netwerk Weerbaar Bestuur wordt door het Ministerie van BZK samengewerkt met andere departementen, beroepsverenigingen van politieke ambtsdragers, bestuurdersverenigingen van landelijke politieke partijen, koepels van medeoverheden en diverse andere relevante partners. De gezamenlijke aanpak richt zich op het bevorderen van de integriteit en veiligheid van politieke ambtsdragers, het tegengaan van ondermijning van het openbaar bestuur en ondemocratische beïnvloeding van de democratie. Daarbij wordt ingezet op bewustwording, vroeg signalering, versterking van de informatiepositie en op het vergroten van het handelingsperspectief van het lokaal bestuur. BZK verstrekt daartoe subsidies aan de netwerkpartners voor (gezamenlijke) activiteiten, waaronder de invoering van een basistoets integriteit en een basisscan persoonlijke veiligheid (o.a. in de woning), trainingen en leermodules met handelingsperspectieven en een goede 1ste en 2de– lijnsondersteuning voor politieke ambtsdragers bij incidenten.
De Nederlandse Vereniging voor Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) ontvangt subsidie voor de versterking van de lokale rekenkamers en de ondersteuning van het kwaliteitsbeleid. Het doel van de subsidie is een situatie te bereiken en in stand te houden waarin de gemeentelijke rekenkamer de gemeenteraad in hun gemeente op een adequate wijze ondersteunt.
Politieke partijen
Politieke partijen ontvangen subsidie op grond van de Wet financiering politieke partijen (Wfpp). Een politieke partij komt voor subsidie in aanmerking als zij voldoet aan de in deze wet genoemde voorwaarden. De Wfpp is in 2017 geëvalueerd door een onafhankelijke commissie en de Minister van BZK heeft het rapport begin 2018 ontvangen (Kamerstukken II 2017–2018, 32 752, nr. 50). De kabinetsreactie wordt naar verwachting in het najaar van 2018 aangeboden aan de Tweede Kamer.
Partij |
Waarde 2015 |
Waarde 2016 |
Waarde 2018 |
|
---|---|---|---|---|
VVD |
3.702.152 |
3.565.054 |
3.336.506 |
3.100.663 |
PvdA |
3.558.735 |
3.437.283 |
2.361.386 |
1.368.197 |
SP |
1.524.176 |
1.601.846 |
1.576.132 |
1.496.922 |
CDA |
1.648.734 |
1.651.300 |
1.852.561 |
2.057.472 |
D66 |
1.570.213 |
1.561.302 |
1.826.685 |
2.077.049 |
CU |
938.383 |
948.044 |
937.595 |
921.182 |
GL |
820.801 |
840.522 |
1.197.475 |
1.657.287 |
SGP |
908.654 |
905.595 |
908.830 |
864.740 |
PvdD |
621.330 |
632.359 |
742.723 |
886.447 |
50PLUS |
458.533 |
399.277 |
491.292 |
567.935 |
OSF |
333.942 |
233.002 |
368.440 |
375.581 |
VNL |
0 |
349.831 |
215.238 |
0 |
DENK |
0 |
157.231 |
356.293 |
535.373 |
FvD |
0 |
0 |
590.860 |
718.650 |
Totaal |
16.085.652 |
16.282.645 |
16.762.016 |
16.627.499 |
Het betreft hier voorlopige bedragen voor de jaren 2017 en 2018. 80% daarvan is inmiddels uitgekeerd. Uiterlijk 1 juli van het jaar volgend op het subsidiejaar moeten partijen een definitieve subsidieaanvraag indienen. Als bij de beoordeling daarvan blijkt dat de partijen voldoen aan de voorwaarden, wordt de resterende 20% uitgekeerd.
De reeks loopt nu van 2015 tot en met 2018. Bij de subsidiebedragen uit 2017 en 2018 gaat het om voorlopige bedragen. De Minister van BZK beslist voor 1 november 2018 over de aanvragen tot vaststelling over 2017, die de politieke partijen uiterlijk 1 juli 2018 moesten aanleveren.
ProDemos
ProDemos, Huis voor de Democratie en Rechtstaat ontvangt subsidie voor het vergroten van de betrokkenheid en kennis van de democratische rechtstaat. Bij de activiteiten rondom het bevorderen van democratisch burgerschap behoort onder andere het bezoek van scholieren aan het parlement.
Comité 4/5 mei
Het Nationaal Comité 4 en 5 mei besteedt de subsidie in het kader van bevordering van kennis en bewustzijn over burgerschap, democratie en rechtsstaat op de bevrijdingsfestivals tijdens de jaarlijkse Nationale Viering van de Vrijheid op 5 mei.
Opdrachten
Verbinding inwoner en overheid
Verkiezingen
De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de uitvoering van de landelijke informerende verkiezingscampagne en het faciliteren van de gemeenten bij de uitvoering van de verkiezingen die in Nederland worden gehouden (inclusief de verkiezingen in Caribisch Nederland). In maart 2019 worden de Provinciale Statenverkiezingen en de Waterschapsverkiezingen gehouden en in mei 2019 de verkiezingen voor het Europese Parlement.
Samenwerkingsprogramma Democratie in Actie
De gemeente is voor burgers de meest nabije overheid. Daar liggen grote kansen op verbinding. Veel activiteiten vanuit Democratie in Actie in 2019 zijn gericht op het ondersteunen van gemeenten. Bijvoorbeeld in de vorm van kennisuitwisseling en kennisvermeerdering. Het Ministerie van BZK financiert hiertoe de ontwikkeling van verschillende instrumenten, publicaties, (regio)bijeenkomsten, congressen en onderzoeken (door derden).
Vanuit Democratie in Actie wordt daarnaast ingezet op proeftuinen en pilots met manieren om inwoners meer invloed te geven op besluitvorming. Zo wordt met digitale participatiemiddelen ervaring opgedaan en bezien hoe de digitale democratie van de toekomst gestalte kan krijgen en welke randvoorwaarden hiervoor vanuit BZK dienen te worden gecreëerd. Hiervoor worden diverse opdrachten verstrekt, waaronder van het ICTU.
In Democratie in Actie is de agenda Open Overheid geïntegreerd. In de zomer van 2018 is de derde agenda Open Overheid van start gegaan. Het loopt van 1 juli 2018 tot 1 juli 2020. De focus van de agenda Open Overheid ligt op de volgende drie punten:
1. Het vergroten en verbeteren van open besluitvorming bij gemeenten en provincies;
2. Het versterken van de transparantie van de financiering van politieke partijen in het decentraal bestuur;
3. Het aanjagen van openheid in de lokale politiek door het uitbreiden van het Pioniersnetwerk Open Overheid voor Gemeenten.
Verminderen regeldruk
Het kabinet wil de door burgers ervaren regeldruk merkbaar verminderen. Samen met vertegenwoordigers van doelgroepen en betrokken organisaties worden knelpunten in kaart gebracht en wordt geprioriteerd naar welke knelpunten als eerste opgelost dienen te worden. Door middel van een landelijk panelonderzoek wordt op verschillende momenten van de kabinetsperiode de tevredenheid van burgers over de overheidsdienstverlening gemeten. Mogelijke verbeteringen worden doorgevoerd en geëvalueerd.
Overig
Het adviesorgaan voor de Friese taal DINGtiid ontvangt een jaarlijkse bijdrage.
Toerusting en ondersteuning Politieke Ambtsdragers
Om te zorgen dat er voldoende goed toegeruste politieke ambtsdragers beschikbaar zijn en beschikbaar blijven, verstrekt de Minister van BZK – naast de beroeps- en belangenverenigingen van politieke ambtsdragers, de griffiers en de koepels van medeoverheden – samen met bestuurdersverenigingen van politieke partijen en andere relevante organisaties opdrachten om te komen tot een duurzaam ondersteuningsaanbod voor politieke ambtsdragers. Hiervoor worden inwerkprogramma’s en opleidingen en leermodules mogelijk gemaakt. Daarnaast wordt de rolneming van raden, staten en algemene besturen versterkt.
Weerbaar Bestuur
Via het Netwerk Weerbaar Bestuur worden opdrachten verstrekt ter versterking van de integriteit en veiligheid van het openbaar bestuur. Ter ondersteuning van de lokale aanpak van ondermijning en leefbaarheid (maatschappelijke weerbaarheid) verstrekt BZK opdrachten voor de ondersteuning van kennisbijeenkomsten en leerkringen, voor de uitvoering van de Leefbaarometer, de CityDeal Zicht op ondermijning en de pilot Burgers Alert Real Time (BART!). Ook verstrekt BZK opdrachten ter verbetering van het handelingsperspectief van het lokaal bestuur voor het tegengaan van ondemocratische beïnvloeding van de lokale besluitvorming. Om de kennisontwikkeling en -verspreiding op dit terrein te vergroten, worden de resultaten van een in 2018 opgezette kenniswerkplaats en bij een aantal gemeenten uitgevoerde pilots in 2019 verder verspreid.
Ter bevordering van de leefbaarheid, handhaving en toezicht, het tegengaan van ondemocratische beïnvloeding van de lokale besluitvorming en het wegnemen van voedingsbodems in ondermijningsgevoelige gebieden ondersteunt BZK een aantal gemeenten waarin nieuwe aanpakken worden toegepast. In 2019 verstrekt BZK ook opdrachten ter ondersteuning van de kennisdeling tussen gemeenten bij de inzet van het versterkte handhavingsinstrumentarium op grond van de Woningwet (aanpak malafide pandeigenaren), bij de inzet van de Wet aanpak woonoverlast (gedragsaanwijzing burgemeester) en bij de implementatie van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp).
Inkomensoverdracht
Toerusting en ondersteuning Politieke Ambtsdragers
Uit deze middelen worden de rechtspositionele regelingen van (voormalige) politieke ambtsdragers gefinancierd. Het betreft pensioenen en uitkeringen aan voormalige ministers en staatssecretarissen en uitkeringen aan voormalige burgemeesters.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Bijdragen internationaal
Dit betreft een jaarlijkse bijdrage ten behoeve van het Europe for Citizens Point (ECP) voor de uitvoering van het programma «Europa voor de burger» dat actief Europees burgerschap bevordert, om zo het proces van Europese integratie te stimuleren en de kloof tussen de burger en de Europese Unie te verkleinen.
Ontvangsten
De ontvangsten betreffen de bijdragen van de waterschappen ten behoeve van de Waarderingskamer.
A Algemene doelstelling
De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) beschermt de nationale veiligheid. Dit doet de AIVD door tijdig dreigingen, internationale politieke ontwikkelingen en risico’s te onderkennen, die niet direct zichtbaar zijn en doet daartoe onderzoek in binnen- en buitenland. De AIVD signaleert, adviseert en deelt gericht informatie met zijn samenwerkingspartners zodat deze de dreiging en risico’s kunnen reduceren. Waar nodig reduceert de AIVD zelfstandig risico’s.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor de taakuitvoering van de AIVD. De AIVD verricht onderzoek in binnen- en buitenland met behulp van inlichtingenmiddelen. Op basis van de bevindingen informeert en adviseert de AIVD de samenwerkingspartners met ambtsberichten en analyses (waaronder openbare publicaties). De Minister van BZK legt zo veel als mogelijk in het openbaar verantwoording af aan de Tweede Kamer. Waar dat niet kan, vanwege geheimhoudings-noodzaak, gebeurt dit via de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) van de Tweede Kamer.
C Beleidswijzigingen
(Jihadistisch) terrorisme
Het Regeerakkoord van het kabinet Rutte-III stelt dat terrorismebestrijding onverminderde aandacht vergt. De AIVD constateert dat de jihadistische dreiging van aard verandert, maar voorlopig niet minder wordt. De afgelopen jaren is in aanslagen tegen westerse doelwitten het accent verschoven van centraal aangestuurde, gecoördineerde aanslagen naar gestimuleerde of gecoachte aanslagen en vooral naar tactisch minder complexe en kleinschaliger geïnspireerde aanslagen.
Dit heeft onder meer te maken met het verlies aan slagkracht en organisatievermogen van ISIS, niet met de intenties van deze organisatie of de wil van (aspirant) jihadisten om aanslagen te plegen, waar ook ter wereld. Al Qa’ida heeft de ambitie om zich opnieuw te manifesteren als de nummer één van de mondiale jihadistisch-terroristische beweging. De AIVD richt zich op het tijdig onderkennen van deze jihadistisch-terroristische dreiging maar richt zich ook op het verzwakken van de jihadistische dreiging met inzet van inlichtingenmiddelen conform de WiV 2017.
Om hier nadere invulling aan te geven heeft de AIVD met ingang van 2018 structureel € 3 mln. aan de begroting toegevoegd gekregen, vanuit de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). De middelen worden ingezet teneinde de operationele onderzoekscapaciteit van de AIVD op het gebied van contra-terrorisme te versterken, zoals de duiding van de dreiging die uitgaat van potentiële terugkeerders. Ook is de AIVD beter in staat om handelingsperspectief te bieden aan de partners in de veiligheidsketen.
De AIVD werkt onder meer nauw samen met de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), de Nationale Politie, het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ), het Openbaar Ministerie (OM) en gemeenten. De AIVD werkt ook internationaal samen op operationeel gebied met de Europese veiligheidsdiensten, onder meer in de Counter Terrorism Group (CTG).
Cybersecurity
In het Regeerakkoord van het kabinet Rutte-III zijn tevens extra middelen uitgetrokken voor de intensivering van cybersecurity. Voor 2019, 2020 en 2021 e.v. wordt respectievelijk € 8 mln., € 9 mln. en € 12 mln. (structureel) toegevoegd aan de begroting van de AIVD met als doel uitbreiding van de personele capaciteit en ICT-voorzieningen. Door het inlichtingenmatige cyberonderzoek van de AIVD, in nauwe samenwerking met de MIVD, kan het zicht op – en inzicht in – digitale dreigingen voor de nationale veiligheid worden versterkt. Juist ook het heimelijke en zeer geavanceerde karakter van deze dreigingen maakt dat daar in beperkte mate met inlichtingenmatig cyberonderzoek door de AIVD zicht op – en inzicht in – verkregen kan worden. De realisatie van adequate informatiebeveiliging door aan de nationale veiligheid gerelateerde publieke, vitale en private organisaties, is een verantwoordelijkheid van die organisaties zelf. Daar waar de beveiliging (mede) gebaseerd is en moet zijn op inlichtingenmatig (staatsgeheim gerubriceerd) verkregen inzicht door de AIVD, is de dienstverlening van de AIVD op het gebied van preventie (informatiebeveiligingsadvies), detectie en incident-respons, vaak nodig en soms onvermijdelijk.
D1 Budgettaire gevolgen van beleid
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. |
Verplichtingen: |
241.762 |
258.795 |
274.253 |
276.438 |
281.779 |
279.423 |
278.952 |
Waarvan garantieverplichtingen |
||||||||
Uitgaven: |
233.767 |
258.795 |
274.253 |
276.438 |
281.779 |
279.423 |
278.952 |
|
Waarvan juridisch verplicht (percentage) |
100% |
|||||||
2.1 |
AIVD apparaat |
216.917 |
247.445 |
262.958 |
265.143 |
270.484 |
268.128 |
267.657 |
2.2 |
AIVD geheim |
16.850 |
11.350 |
11.295 |
11.295 |
11.295 |
11.295 |
11.295 |
Ontvangsten: |
14.646 |
13.214 |
13.214 |
13.214 |
13.214 |
13.214 |
13.214 |
D2 Budgetflexibiliteit
Omdat het budget als apparaat wordt aangemerkt, is het gehele budget juridisch verplicht verondersteld.
E Toelichting op de instrumenten
Vanwege het bijzondere karakter van dit begrotingsartikel en de gedeeltelijk geheime uitgaven zijn de uitgaven niet nader uitgesplitst en zijn de apparaatsuitgaven niet opgenomen in het centraal apparaatsartikel.
Ontvangsten
De AIVD verricht veiligheidsonderzoeken voor andere (overheids-)organisaties en brengt daarvoor een tarief in rekening. De ontvangsten hebben hier voornamelijk betrekking op.
A Algemene doelstelling
Een vrij toegankelijke, vraaggerichte woningmarkt met steun voor degenen die dat nodig hebben.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) voert de regie over een heldere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende partijen op het terrein van wonen. Tevens voert de Minister van BZK de regie ten aanzien van het bevorderen van een evenwichtige omvang en verdeling van de woningvoorraad.
De Minister van BZK is verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving met betrekking tot de betaalbaarheid van het wonen, onder meer via de Wet op de huurtoeslag, de huur(prijs)regulering en maatregelen ten aanzien van de koopwoningmarkt.
De Minister van BZK is medeverantwoordelijk voor regelgeving met betrekking tot de fiscale behandeling van de eigen woning en de hypothecaire leennormen. Tevens draagt de Minister van BZK zorg voor het kapitaalmarktbeleid betreffende investeringen in de woningmarkt, bijvoorbeeld via het beleid ten aanzien van de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).
De Minister van BZK is verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving inzake de verhuurderheffing en de huurtoeslag. Tevens is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het budgettair beheer van de huurtoeslag op grond van de Wet op de huurtoeslag. De uitvoering van de verhuurderheffing en de huurtoeslag is onder verantwoordelijkheid van de Minister van Financiën belegd bij de Belastingdienst/Toeslagen. De Belastingdienst is ook verantwoordelijk voor de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de verhuurderheffing en huurtoeslag.
De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de regelgeving ten aanzien van (het stelsel van) woningcorporaties. Woningcorporaties zijn via de Woningwet gebonden aan een begrensd werkdomein waarbinnen zij werkzaamheden met staatssteun mogen uitvoeren. Deze zijn het bouwen, verhuren en beheren van woningen met een lage huur voor huishoudens met een laag inkomen en andere doelgroepen die op de reguliere woningmarkt moeilijk een woning kunnen vinden.
De Minister van BZK draagt zorg voor een adequate uitvoering van een laagdrempelige beslechting van huurgeschillen. In het Burgerlijk Wetboek (art. 7:249 t/m 7:261) is vastgelegd dat huurders en verhuurders een beroep kunnen doen op de Huurcommissie. De organisatie en werkwijze van de Huurcommissie, evenals de administratieve ondersteuning door de Dienst van de Huurcommissie (DHC), is vastgelegd in de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Uhw).
C Beleidswijzigingen
Administratieve lastenvermindering corporaties
In 2019 worden maatregelen geïmplementeerd om de administratieve lasten van corporaties te verminderen. Zo werken vanaf 1 januari 2019 de Autoriteit woningcorporaties en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw met één gezamenlijk beoordelingskader voor corporaties en gaan zij gebruik maken van elkaars inzichten over corporaties. Het toezicht en de borging worden daarnaast meer risicogericht vormgegeven met een onderscheid in een basisbeoordeling en verdiepende beoordeling alleen wanneer daar vanuit risico-optiek aanleiding toe is. Ook vindt in het kader van het convenant «Verbeteren Informatievoorziening Woningcorporaties» een verdere verlaging plaats van de informatie-uitvraag aan corporaties (Stcrt. 2017, 72199).
Herziening Woningwet
Mede op basis van de uitkomsten van de evaluatie van de herziene Woningwet zal in 2019 worden gewerkt aan een wetsvoorstel en verdere beleidsmaatregelen. Onderdeel hiervan is hoe de woningwet toekomstbestendig kan worden gehouden gelet op de maatschappelijke opgaves die corporaties in de komende jaren moeten oppakken.
Fiscale regels eigenwoningbezit
In 2019 vindt een aantal wijzigingen plaats in de fiscale regels rondom eigenwoningbezit. Het maximale percentage waartegen rente en kosten met betrekking tot de eigen woning mogen worden afgetrokken daalt met 0,5 procentpunt naar 49%. Vanaf 2020 zal dit percentage in stappen van 3 procentpunt verder dalen totdat het basistarief van ongeveer 37% in 2023 bereikt is. Verder is eind 2017 besloten de aftrek die eigenwoningbezitters hebben wanneer zij geen of een geringe eigenwoningschuld hebben in 30 jaar geleidelijk uit te faseren. In 2019 vindt de eerste stap plaats. De aftrek daalt naar 96 2/3% van de oorspronkelijke aftrek.
Wet maatregelen middenhuur
Om het aanbod middenhuurwoningen in de vrije sector te vergroten, wordt er naar gestreefd om per 1 juli 2019 de Wet maatregelen middenhuur in werking te laten treden. Met dit wetsvoorstel wordt de markttoets voor woningcorporaties vereenvoudigd door onnodige processtappen weg te nemen en door over te gaan van rendementstoetsing op projectniveau naar toetsing op portefeuilleniveau. De wijzigingen blijven binnen de bestaande uitgangspunten achter de markttoets en de scheiding tussen DAEB en niet-DAEB. Investeringen moeten bijvoorbeeld nog steeds ten dienste staan van de kerntaak en mogen niet worden gefinancierd met voor de DAEB bedoelde staatssteun. Verder wordt de Huisvestingswet 2014 verduidelijkt zodat gemeenten middenhuurwoningen als schaars kunnen markeren. Dit wetsvoorstel is één van de maatregelen om aanbod van middenhuurwoningen te vergroten, zoals aangekondigd in de kabinetsreactie op het rapport «Samen bouwen aan middenhuur» (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 333).
Nationale woonagenda
Op 23 mei 2018 heeft de Minister van BZK met partijen de Nationale woonagenda vastgesteld (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 365). Hiermee willen de partijen in gezamenlijkheid de uitdagingen op de woningmarkt voor de korte en de lange termijn aanpakken. Dat gebeurt langs drie uitdagingen; het vergroten en versnellen van de woningbouw, het beter benutten van de bestaande voorraad en de betaalbaarheid van het wonen. De Nationale woonagenda is geen eenmalig akkoord. De in de Nationale woonagenda benoemde uitdagingen en maatregelen bepalen de agenda voor de komende jaren voor alle betrokken partijen. Dat zal in verschillende trajecten en snelheden gaan.
Goed verhuurderschap
Misstanden als discriminatie op de woningmarkt en huisjesmelkerij zijn ongewenst. Aanvullend op bestaande wet- en regelgeving wil de Minister van BZK in gezamenlijkheid met de sector inzetten op het stimuleren van goed verhuurderschap. De sector heeft zich inmiddels uitgesproken tegen excessen en ongewenste praktijken. Zodoende werkt de Minister van BZK met de sector verder aan «goed verhuurderschap», onder meer door afspraken te maken over preventie, voorlichting, monitoring, (zelf)regulering en het verkennen van de inzet van praktijkonderzoek. Met de sector wordt bovendien verkend of aanvulling of aanpassing van wet- en regelgeving gewenst is.
Versterking gemeentelijk woonbeleid
Met de sector wordt bezien of er mogelijkheden zijn om het gemeentelijk instrumentarium voor wonen te verbeteren. Het gaat dan onder meer om het tegengaan van excessen in de woningmarkt, zoals in de toeristische verhuur en bij malafide verhuurders. Daarbij wordt de mogelijkheid van aanvullende wetgeving overwogen. In 2019 wordt mogelijk uitvoering gegeven aan nadere maatregelen. Gemeenten worden door het Rijk aangespoord om gebruik te maken van deze sturingsmogelijkheden en in te zetten op handhaving.
Huurtoeslag
Vanaf 2019 wordt de eigen bijdrage in de huurtoeslag jaarlijks geïndexeerd met de verwachte huurprijsontwikkeling. Hiermee vervalt de automatische compensatie via de huurtoeslag voor een achterblijvende bijstandsontwikkeling en ontstaat meer transparantie. Door altijd te indexeren met het percentage van de huurprijsontwikkeling ontstaat er een eenduidige relatie met het huurbeleid. Ook wordt hiermee de doorwerking van bijvoorbeeld maatregelen in de sociale zekerheid uit de regeling gehaald. Vanaf 2020 vervallen de maximale inkomensgrenzen van de huurtoeslag. De huurtoeslag wordt over een langer inkomenstraject afgebouwd. Hierdoor verdwijnt de situatie waarbij bij een beperkte stijging van het inkomen ineens de volledige huurtoeslag vervalt en worden de armoedeval en de marginale druk beperkt. Hiertoe is een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend (Kamerstukken II 2017–2018, 34 940, nr. 1).
Heffingsvermindering verhuurderheffing
De bestaande heffingsverminderingen in de verhuurderheffing zijn per 1 juli 2018 gesloten vanwege uitputting van het budget. In het regeerakkoord van het kabinet Rutte-III is afgesproken dat er een nieuwe heffingsvermindering voor verduurzaming komt van € 100 mln. structureel. Woningen die onder de verhuurderheffing vallen en met minimaal 3 energie-indexstappen verbeterd worden naar een maximale energie-index van 1,4, komen in aanmerking voor deze heffingsvermindering. Deze maatregel loopt mee in het Belastingplan 2019.
Tariefsverlaging verhuurderheffing
Woningcorporaties krijgen een tegemoetkoming in het kader van de toegenomen fiscale lasten van woningcorporaties en de woningmarktambities van dit kabinet, door de verhuurderheffing vanaf 2019 structureel te verlagen met 100 mln. Deze maatregel loopt mee in het Belastingplan 2019.
D1 Budgettaire gevolgen van beleid
20171 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. nr. |
Verplichtingen: |
4.002.525 |
4.152.572 |
4.104.088 |
4.291.902 |
4.445.731 |
4.598.243 |
4.749.907 |
Waarvan garantieverplichtingen |
||||||||
Uitgaven: |
4.022.685 |
4.153.109 |
4.104.213 |
4.291.902 |
4.445.606 |
4.598.243 |
4.749.907 |
|
Waarvan juridisch verplicht (percentage) |
100% |
|||||||
3.1 |
Woningmarkt |
4.017.614 |
4.145.149 |
4.104.213 |
4.291.902 |
4.445.606 |
4.598.243 |
4.749.907 |
Subsidies |
36.092 |
52.480 |
23.366 |
13.833 |
9.212 |
10.800 |
11.300 |
|
Binnenstedelijke transformatie |
0 |
28.000 |
10.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Woonconsumentenorganisaties |
1.036 |
1.171 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Woningmarkt |
0 |
0 |
3.227 |
3.100 |
2.973 |
3.100 |
3.100 |
|
Beleidsprogramma betaalbaarheid |
184 |
2.800 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bevordering eigen woningbezit (BEW) |
4.501 |
6.239 |
6.239 |
6.239 |
6.239 |
7.700 |
8.200 |
|
Huisvestingsvoorziening statushouders |
1.900 |
14.270 |
3.900 |
4.494 |
0 |
0 |
0 |
|
Saneringsbijdrage woningcorporatie WSG |
28.471 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Opdrachten |
31.823 |
31.998 |
3.366 |
2.019 |
3.191 |
3.540 |
2.804 |
|
WSW Risicovoorziening |
1.176 |
537 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
NHG Risicovoorziening |
30.018 |
30.608 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Beleidsprogramma betaalbaarheid |
629 |
853 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Woningmarkt |
0 |
0 |
3.366 |
2.019 |
3.191 |
3.540 |
2.804 |
|
Inkomensoverdracht |
3.934.868 |
4.040.400 |
4.063.600 |
4.260.300 |
4.417.200 |
4.567.900 |
4.719.800 |
|
Huurtoeslag |
3.934.868 |
4.040.400 |
4.063.600 |
4.260.300 |
4.417.200 |
4.567.900 |
4.719.800 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
14.831 |
18.831 |
11.291 |
11.460 |
11.463 |
11.463 |
11.463 |
|
Dienst van de Huurcommissie |
14.456 |
17.709 |
6.908 |
6.908 |
6.908 |
6.908 |
6.908 |
|
ILT (Autoriteit woningcorporaties) |
375 |
653 |
653 |
653 |
653 |
653 |
653 |
|
RVO.nl (Uitvoeringskosten BEW) |
0 |
98 |
3.011 |
3.180 |
3.183 |
3.183 |
3.183 |
|
RVO.nl (Uitvoeringskosten Huisvestingsvoorziening statushouders) |
0 |
371 |
719 |
719 |
719 |
719 |
719 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
0 |
0 |
1.150 |
2.850 |
3.100 |
3.100 |
3.100 |
|
Woningmarkt |
0 |
0 |
1.150 |
2.850 |
3.100 |
3.100 |
3.100 |
|
Bijdragen aan andere begrotingsstukken |
0 |
1.440 |
1.440 |
1.440 |
1.440 |
1.440 |
1.440 |
|
Financiën en Nationale Schuld (H9) |
0 |
1.440 |
1.440 |
1.440 |
1.440 |
1.440 |
1.440 |
|
3.2 |
Onderzoek en kennisoverdracht |
5.071 |
7.960 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidies |
1.625 |
1.864 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Samenwerkende kennisinstellingen e.a. |
1.625 |
1.864 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Opdrachten |
1.136 |
2.381 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Basisonderzoek en verkenningen |
1.136 |
2.381 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
2.310 |
3.715 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Basisonderzoek en verkenningen |
2.310 |
3.715 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
557.315 |
523.245 |
521.000 |
516.000 |
478.000 |
462.000 |
456.000 |
Tot en met begrotingsjaar 2017 viel dit artikel onder begrotingshoofdstuk 18 – Wonen en Rijksdienst
D2 Budgetflexibiliteit
Van het totale uitgavenbudget op artikel 3 is 100% juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:
Subsidies
De subsidies zijn voor 98% juridisch verplicht. Het betreft vooral in het verleden aangegane verplichtingen op basis van de Wet bevordering eigenwoningbezit (BEW), de subsidies voor huisvestingsvoorziening statushouders en het fonds binnenstedelijke transformatie.
Opdrachten
De opdrachten zijn voor 50% juridisch verplicht. Het gaat hierbij om risicovoorzieningen, zoals de Nationale Hypotheekgarantie (NHG, jaarlijkse storting) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), en activiteiten voor onderzoek en kennisoverdracht op het terrein van wonen en bouwen.
Inkomensoverdracht
Het huurtoeslagbudget is voor 100% juridisch verplicht. Jaarlijks wordt een verplichting aangegaan voor het gehele huurtoeslagbudget voor het begrotingsjaar.
Bijdragen aan agentschappen
De bijdragen aan agentschappen zijn voor 95% juridisch verplicht. Het betreft een agentschapsbijdrage aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl), Inspectie Leefomgeving Transport (ILT) en de Dienst van de Huurcommissie (DHC).
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
De bijdrage aan ZBO’s/RWT’s is voor 95% juridisch verplicht. Dit betreft de jaarlijkse opdracht aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voor de activiteiten voor (basis)onderzoek en kennisoverdracht op het terrein van wonen en bouwen.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
De bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken is voor 95% juridisch verplicht. Dit betreft de jaarlijkse opdracht aan de Belastingdienst voor de uitvoering van de inkomensafhankelijke huurstijging en verhuurderheffing.
E Toelichting op de instrumenten
3.1 Woningmarkt
Subsidies
Binnenstedelijke transformatie
De ontwikkeling van woningbouw op complexe binnenstedelijke locaties komt in veel gevallen niet tijdig van de grond door gebrek aan financiering in de voorfase. Dit gebrek aan financiering heeft te maken met hoge kosten van benodigde investeringen in de voorfase (bijvoorbeeld saneren, verwerven of ontsluiten van de locaties) in combinatie met onzekerheid over de doorgang van projecten en een lange terugverdientijd. In 2018 en 2019 stelt het Ministerie van BZK in totaal € 38 mln. beschikbaar om woningbouw op binnenstedelijke locaties te versnellen. Het Ministerie van BZK voert momenteel gesprekken met partijen over vormen van cofinanciering en nadere voorwaarden om de gelden zo efficiënt mogelijk in te zetten voor woningbouw in gespannen regio’s.
Woningmarkt
De Minister van BZK verstrekt subsidies ten behoeve van onderzoek en kennisoverdracht op het terrein van de woningmarkt, om te komen tot evidence-based beleidsvorming. Het betreft incidentele subsidies, zoals voor de studentenmonitor. Daarnaast betreft het structurele subsidies, zoals voor de Woonbond om de positie van de huurder op de woningmarkt te versterken en voor Platform 31 die een onafhankelijke positie inneemt tussen overheid, corporaties bewoners en overige stakeholders op de woningmarkt en (on)gevraagd advies geeft op diverse volkshuisvestelijke vraagstukken.
Bevordering eigen woningbezit (BEW)
De Wet Bevordering eigen woningbezit is gericht op de bevordering van het eigen woningbezit onder lagere inkomensgroepen. Zoals gemeld aan de Tweede Kamer, is voor nieuwe toekenningen op grond van de Wet Bevordering eigen woningbezit geen budget meer beschikbaar (Kamerstukken II 2009–2010, 32 123 XVIII, nr. 74). De meerjarig beschikbare middelen dienen uitsluitend voor de betaling van in het verleden aangegane verplichtingen.
Huisvestingsvoorziening statushouders
Met deze tijdelijke subsidieregeling (looptijd tot 1 januari 2021, met de voorwaarde dat de woonvoorziening uiterlijk eind 2018 is aangemeld bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)) wordt de realisatie van extra huisvestingscapaciteit gestimuleerd. De wijze waarop de regeling is vormgegeven, zorgt ervoor dat er zo weinig mogelijk verdringing plaatsvindt ten opzichte van reguliere woningzoekenden en dat de kosten voor de samenleving voor de huisvesting van vergunninghouders worden beperkt. Er kan bij bewoning door tenminste vier vergunninghouders geen aanspraak worden gemaakt op huurtoeslag als gevolg van een vastgestelde maximale huurprijs en via het toepassen van de kostendelersnorm kan de druk op het bijstandsbudget worden beperkt.
Opdrachten
Woningmarkt
De activiteiten voor onderzoek en kennisoverdracht hebben betrekking op het terrein van wonen en bouwen. De ontwikkelingen op de woningmarkt vragen om actuele gegevens. Het budget wordt besteed aan onder meer verkenningen, monitoring en evidence-based onderbouwen van beleid, dataverzamelingen en ontwikkeling van het ramingsmodel.
Inkomensoverdrachten
Huurtoeslag
Circa 1,4 miljoen huishoudens ontvangen huurtoeslag. De huurtoeslag is een bijdrage in de huurlasten en kan aangevraagd worden als de huur in verhouding tot het inkomen te hoog is. Bij de huurtoeslag is sprake van meevallers. Voor 2018 en later worden meerjarige meevallers geraamd van gemiddeld € 120 mln. per jaar. Lagere werkloosheid, lagere asielinstroom, hogere inkomensontwikkeling en lagere huurprijsontwikkeling zijn hiervoor de voornaamste verklaringen.
Om inzicht te geven in de uitwerking van de huurtoeslag op de huurlasten voor ontvangers van huurtoeslag tonen onderstaande grafieken het aandeel van de brutohuur dat per saldo (na aftrek van de huurtoeslag) nog netto door ontvangers van huurtoeslag is verschuldigd. Het percentage is berekend voor voorbeeldhuishoudens met een minimuminkomen en een huur op exact 90% van de diverse huurgrenzen van de huurtoeslag.
Uit de grafieken blijkt dat het aandeel van de brutohuur dat door de ontvanger van huurtoeslag nog zelf netto betaald moet worden in 2019 voor de voorbeeldhuishoudens nagenoeg gelijk blijft ten opzichte van 2018. In de grafieken valt de daling in 2017 op. Deze daling is het gevolg van het besluit om de koopkracht voor lagere inkomens te ondersteunen. Hierdoor is de eigen bijdrage in 2017 met € 10,50 per maand verlaagd.
Netto huurontwikkeling Eenpersoonshuishoudens
Bron: Eigen berekening Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het percentage netto huur is de te betalen huurprijs (bruto huur) minus de huurtoeslag gedeeld door de bruto huur (%-netto huur= (bruto huur -/- huurtoeslag)/bruto huur).
Netto huurontwikkeling Meerpersoonshuishouden
Bron: Eigen berekening Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het percentage netto huur is de te betalen huurprijs (bruto huur) minus de huurtoeslag gedeeld door de bruto huur (%-netto huur= (bruto huur -/- huurtoeslag)/bruto huur).
Netto huurontwikkeling Eenpersoosnhuishouden-ouderen
Bron: Eigen berekening Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het percentage netto huur is de te betalen huurprijs (bruto huur) minus de huurtoeslag gedeeld door de bruto huur (%-netto huur= (bruto huur -/- huurtoeslag)/bruto huur).
Netto huurontwikkeling Meerpersoonshuishouden-ouderen
Bron: Eigen berekening Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het percentage netto huur is de te betalen huurprijs (bruto huur) minus de huurtoeslag gedeeld door de bruto huur (%-netto huur= (bruto huur -/- huurtoeslag)/bruto huur).
Bijdragen aan agentschappen
Dienst van de Huurcommissie
De Huurcommissie bestaat uit het ZBO de Huurcommissie en het agentschap de Dienst van de Huurcommissie, die het ZBO ondersteunt in zijn taken. Het werkterrein van de Huurcommissie wordt gevormd door het gereguleerde deel van de markt voor huurwoonruimte. Als huurders en verhuurders een geschil hebben over de hoogte van de huurprijs of van de servicekosten en er ook met eventuele hulp van de Huurcommissie onderling niet uitkomen, doet de Huurcommissie op verzoek uitspraak. De Huurcommissie beslecht ook geschillen in het kader van de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv).
Voor 2019 worden de onderstaande productieaantallen geraamd:
Product |
Geschatte productie |
---|---|
Huurprijsgeschillen |
4.356 |
Servicekostengeschillen |
1.872 |
Huurverhogingsgeschillen op basis van punten |
441 |
Huurverhogingsgeschillen op basis van inkomen |
657 |
WOHV geschillen1 |
5 |
Onderzoeksrapporten rechtbank |
10 |
Onderzoeksrapporten publieksrechtelijke organen |
60 |
Advies geliberaliseerde huurprijs |
50 |
KHV2 |
250 |
Verklaring over redelijkheid van de huurprijs |
0 |
Totaal |
7.701 |
ILT (Autoriteit woningcorporaties)
De Autoriteit woningcorporaties (Aw) houdt namens de Minister van BZK toezicht op de Wet Normering Topinkomens (WNT) bij woningcorporaties. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) ontvangt hiervoor een bijdrage. De totale kosten voor de Autoriteit woningcorporaties worden voor het jaar 2019 geraamd op ongeveer € 14 mln. Op grond van de Woningwet wordt dit grotendeels via een heffing bij de toegelaten instellingen gefinancierd, gecorrigeerd voor een batig/negatief saldo van het voorafgaande jaar. De heffing wordt na goedkeuring door het Ministerie van BZK door de ILT uitgevoerd en wordt op de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) verantwoord.
RVO.nl (Uitvoeringskosten BEW)
De Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) ontvangt een bijdrage voor de uitvoering van de Wet Bevordering Eigen Woningbezit en de Regeling Vermindering Verhuurderheffing.
RVO.nl (Uitvoeringskosten Huisvestingsvoorziening statushouders)
De RVO.nl ontvangt een bijdrage voor de uitvoering van de Tijdelijke regeling subsidie huisvesting vergunninghouders.
Bijdragen aan ZBO’s / RWT’s
Woningmarkt
De activiteiten voor (basis)onderzoek en kennisoverdracht hebben betrekking op het terrein van wonen en bouwen, specifiek in samenwerking met bijvoorbeeld het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). De ontwikkelingen op de woningmarkt vragen om actuele gegevens over de woningmarkt. Het budget wordt besteed aan onder meer verkenningen, monitoring en evidence-based onderbouwen van beleid, dataverzamelingen en ontwikkeling van ramingsmodellen.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Financiën en Nationale Schuld (H9)
De Belastingdienst ontvangt een bijdrage voor de uitvoering van de inkomensafhankelijke huurstijging en verhuurderheffing.
Ontvangsten
De ontvangsten bestaan uit teruggevorderde huurtoeslag. Terugvorderingen op de huurtoeslag ontstaan tijdens het toeslagjaar door controles van de Belastingdienst en na afloop van het subsidiejaar bij de definitieve vaststelling van de bijdrage.
Extracomptabele fiscale regelingen
Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op de woningmarkt. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regelingen en voor de budgettaire middelen. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage «Fiscale regelingen» in de Miljoenennota. Naast de fiscale regelingen die in onderstaande tabel zijn opgenomen, heeft ook de vrijstelling van overdrachtsbelasting voor stedelijke herstructurering betrekking op dit beleidsartikel. Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota «Toelichting op de fiscale regelingen».
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|
Hypotheekrenteaftrek |
11.244 |
10.269 |
9.806 |
Aftrek financieringskosten eigen woning |
238 |
219 |
193 |
Aftrek periodieke betalingen erfpacht, opstal en beklemming |
30 |
31 |
31 |
Aftrek rente en kosten van geldleningen restschuld vervreemde eigen woning |
29 |
30 |
30 |
Eigenwoningforfait |
– 3.257 |
– 3.258 |
– 3.366 |
Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld |
604 |
621 |
626 |
Schenk- en erfbelasting Eenmalige vrijstelling eigen woning |
190 |
190 |
190 |
OVB Verlaagd tarief woning2 |
3.000 |
3.075 |
3.241 |
Vermindering verhuurderheffing |
45 |
69 |
193 |
Kamerverhuurvrijstelling |
10 |
10 |
10 |
[-] = regeling is in dat jaar niet van toepassing; [0] = budgettair belang van de regeling bedraagt in dat jaar afgerond nihil.
A Algemene doelstelling
Stimuleren van een goede kwaliteit van de gebouwde omgeving op de aspecten duurzaamheid, energiezuinigheid, veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid.
Met deze doelstelling doet het Ministerie van BZK recht aan diverse publieke waarden:
– De energietransitie in de gebouwde omgeving zorgt voor vermindering van de CO2-uitstoot en kan de woonlasten/gebruikslasten voor eigenaren en huurders van gebouwen verminderen.
– Gebouwen voldoen aan de eisen van bouwregelgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid.
– Vermindering van het gebruik van primaire grondstoffen in de bouw door onder meer zo hoogwaardig mogelijk gebruik van bouw- en sloopafval draagt bij aan de beschikbaarheid en betaalbaarheid van producten en diensten op de langere termijn.
Deze publieke waarden worden op onderdelen concreet gemaakt in de volgende op termijn te bereiken resultaten:
– Vermindering van de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving met minstens 3,4 Mton in 2030 in het kader van de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met minstens 49% ten opzichte van 1990, zoals afgesproken in het Regeerakkoord van het kabinet Rutte-III.
– Met het oog op een aardgasvrije gebouwde omgeving richting 2050 zullen conform het Regeerakkoord aan het eind van de kabinetsperiode nieuwe woningen en andere nieuwe gebouwen in de regel niet meer op gas verwarmd worden en zullen 30.000–50.000 bestaande woningen per jaar aardgasvrij of aardgasvrij-ready gemaakt worden.
– Het programma «Nederland circulair in 2050» heeft als einddoel een volledig circulaire economie in 2050 (Kamerstukken II 2015–2016, 32 852, nr. 33). Onderdeel hiervan is de ambitie om samen met maatschappelijke partners 50% minder gebruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen) te realiseren in 2030 als tussendoel. Het kabinet heeft onlangs aangegeven zich met maatschappelijke partners in te zetten om de transitie naar een circulaire (bouw-)economie te versnellen, en om de doelstelling voor 2030 verder te preciseren op basis van de gewenste effecten op milieu, leveringszekerheid en economisch concurrentievermogen (Kamerstukken II 2017–2018, 32 852, nr. 59).
B Rol en verantwoordelijkheid
Met het oog op de doelen binnen dit beleidsartikel is de inzet van burgers, instellingen, bedrijven en de gehele overheid noodzakelijk. Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen zijn gestart met het Interbestuurlijke Programma (IBP) van 2018 en een gezamenlijke agenda (Kamerstukken II 2017–2018, 29 362, nr. 266). Het belangrijkste doel van het IBP is een optimale samenwerking tussen de overheden, zodat er rond belangrijke maatschappelijke opgaven een meer gezamenlijke aanpak tot stand komt. De Minister van BZK heeft hierbij een stimulerende en regisserende rol.
Stimuleren:
Op basis van de Woningwet (artikel 120), de Wet milieubeheer (hoofdstuk 4) en de Kadasterwet is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het stimuleren van energiebesparing en reductie van CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving. De Minister van BZK geeft invulling aan deze verantwoordelijkheid door kaderstelling (wet- en regelgeving), het uitvoeren van de acties van het Energieakkoord en afspraken die volgen uit het nog af te sluiten het Klimaatakkoord, ondersteuning van innovatie (onder andere door middel van subsidies en «zachte» leningen) en monitoring. Daarnaast stimuleert de Minister van BZK energietransitie in de gebouwde omgeving met verschillende (subsidie)instrumenten, afspraken en ondersteuningsmaatregelen.
Regisseren:
Op basis van de Woningwet (artikel 2) is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het opstellen en het beheer van de bouwregelgeving en stelselverantwoordelijk voor het borgen van de bouwkwaliteit. Op grond van deze verantwoordelijkheid worden in ieder geval regels gesteld over het bouwen van nieuwe bouwwerken, de staat van bestaande bouwwerken en het gebruiken en slopen van bouwwerken. Deze regels worden gesteld vanuit het oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid of milieu. Door naleving van deze regels is de minimumkwaliteit van bouwwerken gewaarborgd. Toezicht en handhaving hierop berust bij gemeenten.
C Beleidswijzigingen
Energiebesparing huursector
In het regeerakkoord van het kabinet Rutte-III is een bedrag gereserveerd oplopend tot structureel € 100 mln. voor vermindering van de verhuurdersheffing ten behoeve van de energetische verbetering van sociale huurwoningen. De wetgeving hiertoe zal naar verwachting in het voorjaar van 2019 van kracht zijn. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de verduurzaming van sociale huurwoningen.
Energiebesparing koopsector
Het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) start, na hiervoor in 2018 de nodige voorbereidingen te hebben getroffen, in 2019 met zijn tweede periode van het verstrekken van laagrentende leningen voor energiebesparing door eigenaren-bewoners en verenigingen van eigenaren. Het eerder in het fonds gestorte revolverende Rijksgeld is samen met financiering van banken uitgezet in leningen. Het fonds krijgt extra revolverend geld vanuit de rijksoverheid en zal nieuw bankengeld aantrekken. Met deze middelen zal het fonds meer aantrekkelijke leningen aanbieden aan de doelgroep. Voor de tweede periode wil het NEF voor grote energiezuinige renovaties van VvE’s leningen met langere looptijden mogelijk maken. Daarnaast wordt gekeken naar verdere mogelijkheden tot verbetering van het NEF.
Energiebesparing utiliteitsbouw
In 2019 zet het Ministerie van BZK zich verder in om de utiliteitsbouw te verduurzamen, onder meer door middel van het Innovatieprogramma aardgasvrije en frisse basisscholen. Het doel hiervan is opschaling van verduurzaming van de meest energie-onzuinige schoolgebouwen te realiseren (versnelling, repeteerbaarheid, kostendaling). Bijkomende subdoelen zijn aanbieders bewust te maken van de noodzaak van grootschalig en eenvoudig toe te passen verduurzamingsconcepten en het voor scholen/gemeenten makkelijker te maken om te kiezen voor verduurzaming. In dit kader worden circa tien pilots uitgevoerd waarin energie-onzuinige schoolgebouwen omgebouwd worden tot aardgasvrije en frisse scholen met ondersteunende financiering uit de Klimaatenvelop 2018.
Fonds Energiebesparing Huursector
Het kabinet heeft bij voorjaarsnota 2018 besloten het merendeel van de middelen van het Fonds Energiebesparing Huursector (FEH) alternatief in te zetten binnen de begroting van BZK. In totaal wordt € 40 mln. ingezet voor het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) over 2018–2019 en € 30 mln. grotendeels in de periode 2018–2022 voor het vanuit Europa verplichte energielabel voor woningen en andere gebouwen en voor communicatie over energiebesparing. Het FEH is op 1 juli 2018 beëindigd; de in 2018 aangevraagde leningen tot een maximum van in totaal € 2,8 mln. worden nog door RVO.nl behandeld.
Groningen
In lijn met het advies van de Mijnraad (juli 2018) kiest het kabinet voor de overgang naar een nieuwe versterkingsaanpak, en daarmee naar een veilig Groningen. De Minister van EZK en de Minister van BZK gaan hieraan samen met de regio – en met ondersteuning van de (waarnemend) Nationaal Coördinator Groningen – verder uitwerking geven. Ook gaan Rijk en regio samen verder invulling geven aan een nieuw toekomstperspectief voor de regio. Dit perspectief richt zich, in het licht van de energietransitie en de demografische en economische transities, op ruimtelijke-economische structuurversterking en de verbetering van de sociale en fysieke leefbaarheid. Hierbij wordt ingezet op een ambitieuze meerjarige aanpak van Rijk en regio met daarbij passende investeringen.
Kwaliteitsborging voor het bouwen
Het kabinet beoogt een sterkere positie van de consument als opdrachtgever in de bouw, door in het wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen (Kamerstukken II 2015–2016, 34 453, nr. 2) de aansprakelijkheid van de aannemer na de oplevering van het bouwwerk te vergroten. Daarnaast wordt in dit wetsvoorstel de bouwplantoets door de gemeente vervangen door toetsing van de kwaliteit van het gerede bouwwerk door een onafhankelijke private kwaliteitsborger. Naar aanleiding van de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer op 4 juli 2017 wordt nog bezien hoe aan nog levende zorgpunten ten aanzien van het wetsvoorstel tegemoet kan worden gekomen.
Stelsel certificering werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties
Een wettelijk stelsel wordt voorbereid voor certificering van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties om de kwaliteit van deze werkzaamheden te verbeteren met als doel het aantal koolmonoxideongevallen te reduceren.
D1 Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit
20171 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. |
Verplichtingen: |
232.210 |
226.105 |
78.008 |
23.728 |
23.891 |
23.683 |
18.420 |
Waarvan garantieverplichtingen |
||||||||
Uitgaven: |
96.521 |
266.105 |
209.008 |
167.728 |
23.891 |
23.683 |
18.420 |
|
Waarvan juridisch verplicht (percentage) |
99% |
|||||||
4.1 |
Energietransitie en duurzaamheid |
71.398 |
240.489 |
202.955 |
161.881 |
18.514 |
18.386 |
13.386 |
Subsidies |
68.823 |
148.063 |
180.889 |
146.409 |
2.538 |
2.410 |
1.410 |
|
Beleidsprogramma Energiebesparing |
5.923 |
11.801 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Energietransitie en duurzaamheid |
0 |
0 |
2.412 |
2.409 |
2.538 |
2.410 |
1.410 |
|
Beleidsprogramma bouwregelgeving |
2.713 |
4.143 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Energiebesparing Koopsector |
39.917 |
5.302 |
13.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Energiebesparing Huursector |
0 |
121.817 |
130.477 |
144.000 |
0 |
0 |
0 |
|
FES IAGO |
270 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Revolverend fonds EGO |
0 |
5.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) |
0 |
0 |
35.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Fonds duurzaam funderingsherstel |
20.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Opdrachten |
1.432 |
3.210 |
1.100 |
1.100 |
1.100 |
1.100 |
1.100 |
|
Beleidsprogramma Energiebesparing |
635 |
1.600 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Energietransitie en duurzaamheid |
0 |
0 |
1.100 |
1.100 |
1.100 |
1.100 |
1.100 |
|
Beleidsprogramma bouwregelgeving |
797 |
1.610 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
0 |
650 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Toelatingsorganisatie |
0 |
650 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
1.143 |
3.224 |
20.717 |
14.123 |
14.627 |
14.627 |
10.627 |
|
Dienst Publiek en Communicatie |
1.143 |
620 |
60 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Diverse Agentschappen |
0 |
350 |
750 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
ILT (Handhaving Energielabel) |
0 |
0 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
|
ILT (Toezicht EU-Bouwregelgeving) |
0 |
51 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid) |
0 |
0 |
6.580 |
6.209 |
6.199 |
6.199 |
6.199 |
|
RVO.nl (Uitvoering Energieakkoord) |
0 |
2.203 |
12.413 |
7.414 |
7.928 |
7.928 |
3.928 |
|
RVO.nl (Uitvoeringskosten FEH) |
0 |
0 |
414 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken |
0 |
85.342 |
249 |
249 |
249 |
249 |
249 |
|
Economische Zaken (H13) |
0 |
226 |
249 |
249 |
249 |
249 |
249 |
|
Gemeentefonds (H50) |
0 |
85.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Infrastructuur en Waterstaat (H12) |
0 |
116 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
4.2 |
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit |
22.617 |
18.208 |
6.053 |
5.847 |
5.377 |
5.297 |
5.034 |
Subsidies |
337 |
300 |
1.751 |
1.751 |
1.431 |
1.351 |
1.351 |
|
Beleidsprogramma Woningbouw |
337 |
300 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit |
0 |
0 |
1.751 |
1.751 |
1.431 |
1.351 |
1.351 |
|
Opdrachten |
165 |
55 |
3.273 |
3.217 |
3.267 |
3.267 |
3.004 |
|
Beleidsprogramma Woningbouw |
165 |
55 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bouwregelgeving en Bouwkwaliteit |
0 |
0 |
3.273 |
3.217 |
3.267 |
3.267 |
3.004 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
22.062 |
17.853 |
51 |
51 |
51 |
51 |
51 |
|
ILT (Toezicht EU-Bouwregelgeving) |
0 |
0 |
51 |
51 |
51 |
51 |
51 |
|
RVO.nl (Beleidsprogramma Woningbouw) |
22.062 |
17.853 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
0 |
0 |
650 |
500 |
300 |
300 |
300 |
|
Toelatingsorganisatie |
0 |
0 |
650 |
500 |
300 |
300 |
300 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
53 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdrage woningbouw |
53 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken |
0 |
0 |
328 |
328 |
328 |
328 |
328 |
|
Infrastructuur en Waterstaat (H12) |
0 |
0 |
328 |
328 |
328 |
328 |
328 |
|
4.3 |
Kwaliteit woonomgeving |
2.462 |
3.460 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidies |
1.356 |
1.646 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Beleidsprogramma woonomgeving e.a. |
1.356 |
1.646 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Opdrachten |
1.005 |
1.564 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Beleidsprogramma woonomgeving e.a. |
1.005 |
1.564 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
75 |
250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Beleidsprogramma woonomgeving e.a. |
75 |
250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
26 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Beleidsprogramma woonomgeving e.a. |
26 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
4.4 |
Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders |
44 |
3.948 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
0 |
2.800 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders |
0 |
2.800 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
44 |
1.148 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Uitvoeringskosten Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders |
44 |
1.148 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
605 |
91 |
91 |
91 |
91 |
91 |
91 |
Tot en met begrotingsjaar 2017 viel dit artikel onder begrotingshoofdstuk 18 – Wonen en Rijksdienst
D2 Budgetflexibiliteit
Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 99% juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:
Subsidies
De subsidies zijn voor 100% juridisch verplicht. Het betreft subsidies in het kader van de energietransitie en duurzaamheid voor onder andere energiebesparing in de koopsector (SEEH), energiebesparing in de huursector (STEP) en het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF).
Opdrachten
De budgetten voor opdrachten voor de beleidsprogramma’s zijn voor 50% juridisch verplicht. Ter uitvoering van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving uit het Energieakkoord worden in 2019 diverse onderzoeksopdrachten uitgevoerd.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Het Ministerie van BZK verstrekt een bijdrage aan de Toelatingsorganisatie in het kader van de voorbereiding van het nieuwe stelsel voor kwaliteitsborging voor het bouwen. Dit budget is voor 100% juridisch verplicht.
Bijdragen aan agentschappen
De bijdragen aan agentschappen zijn voor 100% juridisch verplicht. Het betreft een agentschapsbijdrage aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl).
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
De bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken is voor 100% juridisch verplicht. Dit betreft een bijdrage aan het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) voor de Nationale Energieverkenning door het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN).
E. Toelichting op de instrumenten
4.1 Energietransitie en duurzaamheid
Het Ministerie van BZK zet diverse instrumenten in om energietransitie in de gebouwde omgeving te bevorderen, zorg te dragen voor een minimumniveau voor veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid van gebouwen, de positie van de consument als opdrachtgever in de bouw te versterken en het gebruik van primaire grondstoffen te verminderen. In dit kader verstrekt het Ministerie van BZK subsidies, opdrachten en bijdragen aan partijen buiten en binnen de rijksoverheid.
Subsidies
Energietransitie en duurzaamheid
In het kader van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving uit het Energieakkoord verstrekt het Ministerie van BZK in 2019 subsidies aan enkele partijen, onder meer voor klantcontact en informatievoorziening over het energielabel voor woningen en andere gebouwen.
Energiebesparing Koopsector
De uitvoering van de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH) wordt voortgezet voor Verenigingen van Eigenaren (VvE’s). Het Ministerie van BZK zet – van het totale bedrag van € 100 mln. dat destijds in het Belastingplan 2016 beschikbaar werd gesteld – voor 2019 € 13 mln. in voor subsidies ten behoeve van energiebesparende maatregelen door VvE’s. Voor deze doelgroep duurt het subsidieaanvraagproces langer.
Energiebesparing Huursector
In 2019 zet de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) in opdracht van het Ministerie van BZK de uitvoering voort van de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector voor investeringen van verhuurders in energiebesparende maatregelen. 2018 is het laatste jaar waarin aanvragen kunnen worden gedaan. De subsidies worden twee jaar na verlening uitbetaald. Daarnaast zal in 2019 naar verwachting de heffingsvermindering verduurzaming huurwoningen worden ingevoerd voor verduurzaming van sociale huurwoningen.
Nationaal Energiebespaarfonds
Bij voorjaarsbegroting 2018 zijn extra middelen vrijgemaakt voor het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF). Het betreft de volgende reeks: € 5 mln. (2018) en € 35 mln. (2019). Het fonds zal daarnaast nieuw bankengeld aantrekken. Het fonds start met deze middelen in 2019, na hiervoor in 2018 de nodige voorbereidingen getroffen te hebben, zijn tweede periode van het daadwerkelijk verstrekken van leningen voor energiebesparing door eigenaren-bewoners en verenigingen van eigenaren. Voor de tweede periode wil het NEF voor grote energiezuinige renovaties van VvE’s leningen met langere looptijden mogelijk maken. Daarnaast wordt gekeken naar verdere mogelijkheden tot verbetering van het NEF.
Opdrachten
Energietransitie en duurzaamheid
Ter uitvoering van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving uit het Energieakkoord verstrekt het Ministerie van BZK ook in 2019 diverse onderzoeksopdrachten.
Bijdragen aan agentschappen
Dienst Publiek en Communicatie
Deze middelen worden ingezet voor het campagnemanagement voor de activerende voorlichtingscampagne «Energie besparen doe je nu» (www.energiebesparendoejenu.nl) door het agentschap Dienst Publiek en Communicatie.
Diverse agentschappen
In samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) betreft dit een bijdrage aan de rijksbrede koepelcampagne in het kader van de klimaatdoelstellingen uit het regeerakkoord van het kabinet Rutte-III. Het doel van de campagne is mensen te informeren en enthousiasmeren over de bijdrage die zij zelf kunnen leveren aan de reductieopgave.
ILT (Handhaving Energielabel)
In 2019 zet de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) haar werkzaamheden voort op het gebied van de handhaving van de naleving van de verplichtingen met betrekking tot het energielabel in het kader van de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen.
RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid)
De middelen zijn bestemd voor het jaarprogramma 2019 dat RVO.nl in opdracht van het Ministerie van BZK uitvoert op het gebied van energietransitie in de gebouwde omgeving. Het programma behelst kennisverspreiding, beleidsonderbouwing en uitvoering van subsidieregelingen over de hele breedte van dit beleidsterrein waaronder de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) en de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH).
RVO.nl (Uitvoering Energieakkoord)
Ter uitvoering van afspraken uit het Energieakkoord voor duurzame groei zorgt RVO.nl in opdracht van het Ministerie van BZK ook in 2019 voor beheer en onderhoud van het systeem voor verkrijging van een definitief energielabel voor woningen op basis van de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen. Het systeem wordt voortgaand gemonitord, waarbij de effecten van handhaving worden betrokken. De webtool voor verkrijging van het label wordt waar nodig verbeterd en aangepast op basis van actuele ontwikkelingen. Daarnaast beheert RVO.nl de energielabeldatabase.
RVO.nl (Uitvoeringskosten FEH)
Het betreft de laatste werkzaamheden van RVO.nl ter uitvoering van het Fonds energiebesparing huursector (FEH).
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Economische Zaken (H13)
Dit betreft een overboeking naar de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) voor de Nationale Energieverkenning door het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), nodig om de voortgang van de maatregelen voor energietransitie in de gebouwde omgeving in het kader van het Energieakkoord en het Klimaatakkoord te monitoren.
4.2 Bouwregelgeving en Bouwkwaliteit
Subsidies
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
In 2019 verstrekt het Ministerie van BZK enkele subsidies in het kader van het streven om de vraaggerichtheid in de bouwsector en de positie van de bouwconsument te versterken door middel van private afspraken zoals een benchmarkingsysteem en een opleverdossier voor de consument. Verder worden enkele subsidies verstrekt om het belang van verduurzaming in VvE’s verder onder de aandacht te brengen in het kader van de Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars (Stb. 2017, 241). Deze wet verplicht VvE’s ertoe om jaarlijks een minimumbedrag te reserveren voor onderhoud en herstel van het gebouw en heeft bij VvE’s de aandacht voor de combinatie van groot onderhoud en verduurzaming vergroot.
Opdrachten
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Het Ministerie van BZK verstrekt ten behoeve van een goed functionerend stelsel van bouwregelgeving ook in 2019 opdrachten voor werkzaamheden van het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN), de Helpdesk bouwregelgeving en de Adviescommissie toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften. Vanuit de kerntaak «het wettelijk waarborgen van een maatschappelijk noodzakelijk minimum kwaliteitsniveau van bouwwerken» worden waar nodig wijzigingen in het Besluit bouwwerken leefomgeving aangebracht. In het belang van de toegankelijkheid van gebouwen wordt met betrokken organisaties gewerkt aan de uitvoering van het Actieplan «Toegankelijkheid voor de bouw» en aan het opzetten van een monitor om de uitvoering van de afgesproken acties en de effecten daarvan te volgen en waar nodig en mogelijk bij te sturen. Ook wordt met organisaties overlegd om de bruikbaarheid en een voldoende mate van brandveiligheid van de gebouwde omgeving te borgen en te stimuleren. In 2019 wordt ook verder gewerkt aan het integreren van het Besluit bouwwerken leefomgeving en de bouwparagraaf van de Woningwet in de Omgevingswet, die naar verwachting in 2021 in werking zal treden.
In 2020 worden de nieuwe energieprestatie-eisen van kracht voor nieuwbouw (eisen voor bijna energieneutrale gebouwen). In 2019 zal het Ministerie van BZK de implementatie van een nieuwe integrale bepalingsmethode voor de energieprestatie (NTA 8800) en de kwaliteitsborging hierbij verder stimuleren en ondersteunen, zodat de markt zich tijdig kan voorbereiden om vanaf 2020 daadwerkelijk bijna energieneutraal te kunnen bouwen. Verder wordt gewerkt aan de implementatie van de herziening van de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen. Deze herziening bevat onder meer bepalingen over elektrisch vervoer en energiemanagementsystemen. De lidstaten moeten de herziene richtlijn begin 2020 hebben omgezet.
In 2019 worden de werkzaamheden voortgezet in het kader van de introductie van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging in de bouwsector (Kamerstukken II 2015–2016, 34 453, nr. 2). Hierbij gaat het onder andere om de uitvoering van het implementatieplan dat in overleg met betrokken partijen is gemaakt, de opzet van de voorziene toelatingsorganisatie, en de landelijke organisatie van meer proefprojecten.
Ook wordt een certificeringsstelsel voorbereid om de kwaliteit van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties te verbeteren, teneinde het aantal koolmonoxideongevallen te reduceren. Hiermee wordt invulling gegeven aan advies van de Onderzoeksraad voor Veiligheid van november 20151.
Ter uitvoering van de afspraken in het Regeerakkoord van het kabinet Rutte-III over circulaire bouweconomie wordt deze kabinetsperiode onderzocht hoe de bouwregelgeving effectief kan worden ingezet om de afspraken te realiseren. Ook wordt ondersteunend beleid ingezet voor kennisontwikkeling en -verspreiding. Hiertoe verstrekt het Ministerie van BZK opdrachten aan onder meer de Stichting Bouwkwaliteit en Platform31.
Bijdragen aan Agentschappen
ILT (Toezicht EU-Bouwregelgeving)
In 2019 voert de ILT toezicht en handhaving uit op de naleving van de Europese Verordening bouwproducten.
Bijdragen aan ZBO's / RWT's
Toelatingsorganisatie
Het Ministerie van BZK verstrekt een bijdrage aan de Toelatingsorganisatie in het kader van de voorbereiding van het nieuwe stelsel voor kwaliteitsborging voor het bouwen.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Infrastructuur en Waterstaat (H12)
Dit betreft een overboeking naar het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) ten behoeve van het Omgevingsloket online, waarbij particulieren en bedrijven een omgevingsvergunning kunnen aanvragen en een vergunning check en melding kunnen doen.
Ontvangsten
Dit betreft ontvangsten uit afrekeningen van eerder verstrekte subsidies door RVO.nl en uit boetes wegens het niet nakomen van verplichtingen met betrekking tot het verstrekken van het energielabel bij verkoop en verhuur van gebouwen.
A Algemene doelstelling
Een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit. Gericht op het realiseren van een concurrerend, duurzaam en leefbaar Nederland, waarin sprake is van regionale differentiatie en maatwerk.
B Rol en verantwoordelijkheid
Het huidige Rijksbeleid voor ruimtelijke ordening is beschreven in de in 2012 vastgestelde Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) (Kamerstukken II 2011–2012, 32 660, nr. 50). De nieuwe Nationale Omgevingsvisie zal naar verwachting medio 2019 worden vastgesteld. Deze zal het kader vormen voor het omgevingsbeleid en de aanpak kenmerkt zich als integraal en gebiedsgericht. Er wordt gewerkt vanuit een richtinggevende en uitnodigende visie met duidelijke kaders die gebaseerd zijn op nationale belangen en die ruimte laat voor regionale en lokale activiteiten. Deze nieuwe sturingsfilosofie wordt «Ruimtelijke Activering» genoemd en hierin heeft de Minister van BZK zowel een stimulerende als een regisserende rol.
De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de stelselherziening omgevingsrecht (Omgevingswet), gericht op een samenhangende benadering van de leefomgeving, eenvoudiger regels voor burgers en bedrijven en betere en snellere besluitvorming over projecten in de fysieke leefomgeving. De Minister van BZK is ook verantwoordelijk voor het systeem van ruimtelijke ordening en het stimuleren van (de kwaliteit van) ruimtelijke investeringen.
Stimuleren
Het ruimtelijk beleid kent een selectieve beleidsinzet op de nationale belangen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), het Regeerakkoord van het kabinet Rutte-III en de Nationale Omgevingsvisie (na vaststelling in 2019). De Minister van BZK is hierbij (mede)verantwoordelijk voor:
– Het zorgdragen voor een gestructureerde afstemming met de regio in de vorm van het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT), waarin het Rijk en de regio afspraken kunnen maken over afgestemde acties en investeringsbeslissingen;
– Het – via de gebiedsagenda’s – in kaart brengen van de inhoudelijke samenhang tussen de verschillende onderdelen van het ruimtelijk-fysieke domein (o.a. woningbouw, bereikbaarheid, economie, energie, natuur en waterveiligheid). In het kader van de Nationale Omgevingsvisie worden de gebiedsagenda’s geactualiseerd en verbreed naar omgevingsagenda’s;
– Het ontwikkelen van nationale ruimtelijke visies, zoals een visie op de ruimtelijke vertaling voor duurzame energieopwekking, -opslag en -transport in 2050 en een visie op verstedelijking en krimp;
– De inhoudelijke inbreng vanuit het ruimtelijk beleid, een aspect van de fysieke leefomgeving, in de Nationale Omgevingsvisie;
– De inbreng van ontwerp in ruimtelijke projecten en programma’s bij het Ministerie van BZK en het stimuleren van ontwerp bij projecten en programma’s, zowel interdepartementaal als bij andere overheden.
De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de stelselherziening omgevingsrecht. Deze omvat:
– De bundeling, vereenvoudiging, stroomlijning en harmonisering van wet- en regelgeving met betrekking tot het fysieke domein;
– De implementatie van het nieuwe stelsel via het implementatieprogramma Aan de slag met de Omgevingswet met een interbestuurlijk opdrachtgeverschap van Rijk, VNG, IPO en UvW;
• Het ondersteunen van burgers, bedrijven en overheden bij de stelselherziening door het vergroten van kennis over het leren werken met de nieuwe wet- en regelgeving;
• Het ontwikkelen van een landelijke voorziening in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV) die ondersteunt bij de uitvoeringsprocessen van de Omgevingswet ondersteunen.
– De realisatie en – na vaststelling – uitvoering van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI).
Regisseren
De Minister van BZK heeft een systeemverantwoordelijkheid voor het goed laten verlopen van processen op het gebied van omgevingsbeleid en de ruimtelijke ordening, ongeacht wie verantwoordelijk is voor het resultaat of welke doelen worden nagestreefd. De Minister van BZK is vanuit deze rolopvatting eerstverantwoordelijk voor:
– De uitvoering van de SVIR en voor het beheer en onderhoud van het stelsel van de Wet ruimtelijke ordening (Wro).
– Het opstellen, onderhouden en coördineren van nationale en Europese kaders en wet- en regelgeving op ruimtelijk gebied en ten aanzien van interbestuurlijke geo-informatie en de bijbehorende informatievoorziening;
– Het vertalen en implementeren van relevante Europese beleidskaders;
– Het samenwerken met het bedrijfsleven en wetenschap in een topteam geo-informatie om de gezamenlijke opgestelde toekomstvisie GeoSamen te realiseren. En het versterken van de samenhang in het geo-informatiebeleid;
– Het zorg dragen voor zorgvuldige ruimtelijke keuzes en de structurele verankering van het ruimtelijk ontwerp in de beleidsprocessen en projecten van de ruimtelijke ontwikkeling van medeoverheden;
– De verdere ontwikkeling van kennis van de fysieke leefomgeving ten behoeve van beleid in relatie tot maatschappelijke opgaven en het faciliteren van de toepassing daarvan door de andere overheden;
Ten slotte is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 4).
C Beleidswijzigingen
Naar aanleiding van het Regeerakkoord van het kabinet Rutte-III wordt gewerkt aan vernieuwing van het beleid ten aanzien van open ruimten. Met de vaststelling van de NOVI in 2019 zal er sprake zijn van een actualisatie van al het beleid ten aanzien van de fysieke leefomgeving.
D1 Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 5 Ruimtelijke ordening en omgevingswet
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. |
Verplichtingen: |
0 |
87.924 |
94.897 |
91.644 |
62.186 |
57.593 |
51.453 |
Waarvan garantieverplichtingen |
||||||||
Uitgaven: |
0 |
103.583 |
102.919 |
93.875 |
62.186 |
57.593 |
51.453 |
|
Waarvan juridisch verplicht (percentage) |
84% |
|||||||
5.1 |
Ruimtelijke ordening |
0 |
55.534 |
59.745 |
64.461 |
54.025 |
49.964 |
46.740 |
Subsidies |
0 |
1.895 |
1.895 |
1.595 |
380 |
380 |
380 |
|
Basisregistraties |
0 |
680 |
680 |
380 |
380 |
380 |
380 |
|
Programma Ruimtelijk Ontwerp |
0 |
1.215 |
1.215 |
1.215 |
0 |
0 |
0 |
|
Opdrachten |
0 |
10.677 |
9.304 |
7.707 |
7.594 |
6.972 |
6.420 |
|
Basisregistraties Ondergrond (BRO) |
0 |
2.828 |
1.651 |
1.369 |
777 |
552 |
0 |
|
Gebiedsontwikkeling |
0 |
1.541 |
1.416 |
1.461 |
1.381 |
1.176 |
1.176 |
|
Nationale Omgevingsvisie |
0 |
1.230 |
1.450 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Programma Ruimtelijk Ontwerp |
0 |
2.553 |
2.377 |
2.220 |
2.919 |
2.919 |
2.919 |
|
Ruimtegebruik bodem (diversen) |
0 |
265 |
265 |
265 |
265 |
265 |
265 |
|
Ruimtelijk instrumentarium (diversen) |
0 |
1.985 |
1.865 |
2.112 |
1.972 |
1.780 |
1.780 |
|
Windenergie op zee |
0 |
275 |
280 |
280 |
280 |
280 |
280 |
|
Bijdragen aan ZBO's / RWT's |
0 |
31.327 |
36.945 |
36.814 |
34.066 |
28.117 |
27.634 |
|
Basisregistratie Ondergrond (BRO) |
0 |
8.040 |
8.900 |
8.443 |
6.452 |
493 |
0 |
|
Geo-informatie |
0 |
2.364 |
2.278 |
2.578 |
2.492 |
2.502 |
2.512 |
|
Kadaster (Basisregistraties) |
0 |
20.923 |
25.767 |
25.793 |
25.122 |
25.122 |
25.122 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
0 |
2.700 |
2.550 |
9.310 |
2.950 |
5.910 |
3.721 |
|
Diverse projecten Ruimtelijke Kwaliteit |
0 |
2.700 |
2.550 |
9.310 |
2.950 |
5.910 |
3.721 |
|
Bijdrage aan agentschappen |
0 |
8.935 |
9.051 |
9.035 |
9.035 |
8.585 |
8.585 |
|
RVB |
0 |
2.356 |
2.356 |
2.340 |
2.340 |
2.340 |
2.340 |
|
RWS (Leefomgeving) |
0 |
6.129 |
6.245 |
6.245 |
6.245 |
6.245 |
6.245 |
|
Basisregistratie Ondergrond (BRO) |
0 |
450 |
450 |
450 |
450 |
0 |
0 |
|
5.2 |
Omgevingswet |
0 |
48.049 |
43.174 |
29.414 |
8.161 |
7.629 |
4.713 |
Subsidies |
0 |
5.000 |
4.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Eenvoudig Beter |
0 |
5.000 |
4.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Opdrachten |
0 |
5.290 |
20.172 |
28.206 |
6.953 |
6.421 |
3.505 |
|
Eenvoudig Beter |
0 |
1.575 |
1.900 |
840 |
540 |
1.231 |
1.231 |
|
Aan de Slag |
0 |
3.715 |
18.272 |
27.366 |
6.413 |
5.190 |
2.274 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
0 |
23.729 |
8.904 |
1.208 |
1.208 |
1.208 |
1.208 |
|
Aan de Slag |
0 |
23.104 |
8.104 |
608 |
608 |
608 |
608 |
|
Eenvoudig Beter |
0 |
625 |
800 |
600 |
600 |
600 |
600 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
0 |
14.030 |
10.098 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Aan de Slag |
0 |
14.030 |
10.098 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
0 |
8.824 |
3.824 |
3.824 |
3.824 |
3.824 |
3.824 |
D2 Budgetflexibiliteit
Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 is 84% juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:
Subsidies
De subsidies zijn voor 98% juridisch verplicht. Het betreft onder andere subsidie voor de Stimuleringsregeling Implementatie Omgevingswet en subsidies aan een aantal lead partners (het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, Architectuur Lokaal, de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam, de TU Delft en de Academies van Bouwkunst) in het kader van het programma ruimtelijk ontwerp. Daarnaast wordt subsidie verstrekt aan Geonovum en aan het Samenwerkingsverband bronhouders voor de basisregistratie grootschalige topografie.
Opdrachten
De opdrachten zijn voor 50% juridisch verplicht. In 2019 worden diverse opdrachten verstrekt op het gebied van het programma ruimtelijk ontwerp, geo-informatie, de Basisregistratie Ondergrond (BRO) en gebiedsontwikkeling. Daarnaast betreft het opdrachten ter bevordering van de implementatie van de Omgevingswet (Aan de Slag).
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
De bijdrage aan ZBO’s/RWT’s is 100% juridisch verplicht. Dit betreft een bijdrage aan het Kadaster voor beheer en ontwikkeling van de landelijke voorzieningen van basisregistraties, beheer en ontwikkeling van de gezamenlijke verstrekkingsvoorziening voor geo-informatie (Publieke Dienstverlening op de Kaart (PDOK)) en het Nationaal GeoRegister (NGR).
Bijdragen aan medeoverheden
De bijdragen aan medeoverheden zijn 95% juridisch verplicht. Het betreft onder meer bijdragen aan projecten ter versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Daarnaast betreft het diverse bijdragen ten behoeve van de ontwikkeling van het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO).
Bijdragen aan agentschappen
De bijdragen aan agentschappen zijn 95% juridisch verplicht. Het betreft bijdragen aan Rijkswaterstaat (RWS) ten behoeve van de Ruimtelijke Inpassingsplannen en de ontwikkeling van het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). Daarnaast betreft het een bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) voor de Interdepartementale Commissie Rijksvastgoed (ICRV).
E Toelichting op de instrumenten
5.1 Ruimtelijke ordening
Subsidies
Basisregistraties
Met het oog op het uitvoeren van het basisprogramma op het terrein van geo-informatie en de geo-basisregistraties wordt een subsidie verleend aan Geonovum en aan het Samenwerkingsverband bronhouders voor de basisregistratie grootschalige topografie (SVB-BGT).
Programma Ruimtelijk Ontwerp
Het budget van 2017–2021 voor de Actieagenda Ruimtelijke Ontwerp wordt deels als een meerjarige subsidie toegekend aan een aantal van de lead partners (het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, Architectuur Lokaal, de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam, de TU Delft en de Academies van Bouwkunst) om zo goed mogelijk aan te sluiten op ontwikkelingen en concrete activiteiten in de praktijk. De subsidies ondersteunen onderwijsprogramma’s die de rol van ontwerp als onderzoeksinstrument belichten, platforms die innovatieve praktijken en onderzoeken verbinden en ondersteunen, alsmede programma’s die in een actieve kennisoverdracht naar de lokale en regionale praktijk voorzien.
Opdrachten
Basisregistratie Ondergrond (BRO)
De Basisregistratie Ondergrond (BRO) wordt stapsgewijs ingevoerd. Er zijn vier tranches voorzien in de periode 2018–2022. Per tranche treden verplichtingen in werking waarbij bronhouders conform de BRO-standaarden gegevens moeten aanleveren aan de landelijke voorziening BRO. Daartoe is een aantal generieke voorzieningen gerealiseerd (waaronder Landelijke Voorziening BRO, Bronhouderportaal, ontsluiting naar Publieke Dienstverlening op de Kaart (PDOK), inrichting servicedesk). De eerste release hiervan is op 1 januari 2018 in gebruik genomen. De opdrachten betreffen de realisatie en doorontwikkeling van de BRO, waaronder het leveren van (monitorings)rapportages, communicatie-uitingen, analyses en de realisatie van diverse proof of concepts die de business case ondersteunen.
Gebiedsontwikkeling
De opdrachten in relatie tot de gebiedsontwikkeling worden uitgevoerd in het kader van Ruimtelijke Economische Ontwikkelstrategie (REOS), Greenports 3.0, de ruimtelijke inbreng in de Nota Luchtvaart 2020–2040 en het MIRT. Het betreft onderbouwend onderzoek, ontwerpend onderzoek en advisering op o.a. (financiële) haalbaarheid.
Het MIRT is het meerjarenprogramma van de opgaven in het ruimtelijk fysieke domein. Onderdeel van het MIRT zijn de landsdelige gebiedsagenda’s. In deze gebiedsagenda’s wordt de samenhang tussen de nationale opgaven en regionale opgaven en initiatieven van bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties inzichtelijk gemaakt. Op basis van de NOVI zullen de gebiedsagenda’s worden vernieuwd. Vooruitlopend daarop vindt de pilot vernieuwing Gebiedsagenda Oost plaats, die naar verwachting in het voorjaar van 2019 bestuurlijk wordt afgerond.
Verder heeft de opdrachtverlening betrekking op uitbesteding van beleidsinhoudelijke onderzoeksopdrachten en evaluaties aan derden op het gebied van: de ruimtelijke inbreng in het Klimaatakkoord en de Regionale Energie- en Klimaatstrategieën (REKS), uitvoering van de Structuurvisie buisleidingen, de Structuurvisie Energievoorziening en de Structuurvisie Wind op land.
Nationale omgevingsvisie (NOVI)
De opdrachten voor de Nationale Omgevingsvisie hebben betrekking op de inspraakprocedure van de ontwerp NOVI, de planMER en de publicatie van de vastgestelde Nationale Omgevingsvisie.
Programma Ruimtelijk Ontwerp
Ruimtelijk ontwerp richt zich op de goede ontwikkeling en een duurzaam beheer van de fysieke leefomgeving. De Rijksinzet met de Actieagenda Ruimtelijk Ontwerp biedt voor de periode 2017–2020 een programmatisch kader om de rol van ontwerpend onderzoek te versterken. Hierbij staat de inzet van ontwerpkracht bij urgente maatschappelijke opgaven, zoals geagendeerd in de startnota Nationale Omgevingsvisie en bij het opstellen van gebiedsagenda’s en omgevingsplannen en -visies, centraal.
De financiële middelen voor ruimtelijk ontwerp worden deels toegekend in de vorm van subsidies ten behoeve van het stimuleringsprogramma voor specifieke doelgroepen en opgaven. Daarnaast worden de middelen ingezet voor:
– Het College van Rijksadviseurs; ten behoeve van onafhankelijk advies aan het Rijk in zake ruimtelijke aspecten van urgente maatschappelijke opgaven en Rijksbelangen;
– Het programma Atelier X (BZK): ten behoeve van beleidsverkennend ontwerpend (interdepartementaal) onderzoek. Onderzoek onder andere op thema–s zoals energietransitie, klimaatadaptatie, verstedelijking, bereikbaarheid en beleid open ruimten;
– Het O-team; ten behoeve van ontwerpadvies lokale gebiedsontwikkeling.
De uitvoering van deze programma’s gebeurt binnen een samenhangend netwerk van het Rijk met lead partners.
Ruimtegebruik bodem
De uitvoering van de Structuurvisie Buisleidingen (SVB) ziet op het reserveren van ruimte ten behoeve van vervoer van gevaarlijke stoffen. In de Structuurvisie faciliteren we de aanleg van buisleidingen met het vrijhouden van ruimte. Een deel van de tracés is inmiddels vastgelegd in de Structuurvisie Buisleidingen, een deel (de indicatieve tracés) zal nog volgen. De te volgen werkwijze nu is de indicatieve tracés toevoegen aan de SVB en ter inzage leggen voor belanghebbenden, gelegenheid bieden om zienswijzen in te dienen en rekening houdend met deze zienswijzen de tracés vastleggen in wetgeving.
Ruimtelijk instrumentarium
Het vigerend beleid ten aanzien van de ruimtelijke ordening is vastgelegd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). De financiële middelen voor het Ruimtelijk instrumentarium worden in 2019 met name ingezet:
– Om zicht te houden op de realisatie van de SVIR om zorg te dragen voor kennisontwikkeling ten behoeve van de uitvoering van de SVIR;
– Voor het beheer en onderhoud van het stelsel van de Wro;
– Voor de ontwikkeling van een perspectief voor het vitaal en bereikbaar houden van de krimpregio’s en de ondersteuning van provincies en gemeenten in krimp- en anticipeerregio’s door middel van kennis en experimenten;
– Voor de ontwikkeling van een ruimtelijke perspectief voor duurzame verstedelijking;
– Voor het uitwerken van de acties uit het uitvoeringsprogramma Ruimtelijke Economische Ontwikkelstrategie (REOS);
– Voor de voorbereiding van de ruimtelijke inbreng in de NOVI en het klimaatakkoord.
Windenergie op zee
De routekaarten windenergie op zee voor 2023 en 2030 komen tezamen uit op 11,5 GW in de Noordzee in 2030. BZK draagt daaraan bij via haar rol in de energietransitie en verantwoordelijkheid voor de ruimtelijke ordening van de Noordzee. De beschikbare middelen worden ingezet voor:
– Het proces van de ruimtelijke afstemming van windparken met de belangen op de Noordzee (visserij, scheepvaart, mijnbouw, natuur, etc.);
– De voorbereiding van kavelbesluiten (mede bevoegd gezag) en voorbereidingsbesluiten daarvoor;
– Het mogelijk maken en afstemmen van meervoudig- en multifunctioneel ruimtegebruik op zee (visserij, scheepvaart, mijnbouw, natuur, etc.). In het bijzonder doorvaart en medegebruik in de huidige en toekomstige windparken;
– De inpassing via Rijkscoördinatieregeling van het elektriciteitsnet op zee;
– Bijdragen aan het opstellen van een financieel kader voor de inpassingskosten en waar mogelijk een koppeling met de opbrengsten van nieuwe windparken;
– Bijdragen aan de uitwerking van de Routekaart windenergie op zee 2030;
– Bijdragen aan het opstellen van de Noordzeestrategie 2030.
Bijdragen aan ZBO's / RWT's
Basisregistratie Ondergrond (BRO)
De bijdrage aan Geonovum voor de BRO betreft de ontwikkeling van standaarden. De BRO wordt stapsgewijs ontwikkeld. Er zijn vier tranches met in totaal ca. 30 registratieobjecten (bijv. een sondering of een grondwaterput), die in de periode 2018–2022 per tranche worden opgenomen in de regelgeving. In 2017 en 2018 heeft Geonovum een bijdrage ontvangen om de standaarden voor de 1e en 2e tranche te ontwikkelen. In 2019, 2020 en 2021 zijn bijdragen voorzien voor ontwikkeling van tranches 3 en 4.
Geo-informatie
Geonovum en ICTU ontvangen een bijdrage voor de realisatie en doorontwikkeling van basisregistraties en voorzieningen in het kader van de Nationale Geo-Informatie Infrastructuur. Het betreft onder meer de ontwikkeling van standaarden, inhoudelijke doorontwikkeling en ontwikkeling van informatiemodellen. Naast de bestaande basisregistraties en voorzieningen betreft het investeringen in een integrale doorontwikkeling van de basisregistraties, onder de noemer «doorontwikkeling-in-samenhang».
Kadaster
Dit betreft een structurele bijdrage aan het Kadaster. De bijdrage is bestemd voor beheer en ontwikkeling van de landelijke voorzieningen van basisregistraties en in enkele gevallen ook het actueel houden van de inhoud. Tevens gaat het om beheer en ontwikkeling van de gezamenlijke verstrekkingsvoorziening voor geo-informatie: Publieke Dienstverlening op de Kaart (PDOK), het Nationaal GeoRegister (NGR) in relatie tot Europese richtlijn INSPIRE en de beheerkosten van het landelijke online portaal voor ruimtelijke plannen.
Bijdragen aan medeoverheden
Diverse projecten Ruimtelijke Kwaliteit
Projecten BIRK
Het Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK) is ingezet ter versterking van de ruimtelijke kwaliteit in stedelijke centra of stedelijke gebieden. De projecten Arnhem, Breda, Delft, Dordrecht, Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam (IODS) en Venlo zijn volop in uitvoering. Een vijftal BIRK-projecten ontvangt nog een bijdrage.
Projecten Nota Ruimte
Het budget is een extra impuls voor de versterking van de economische concurrentiepositie, krachtige steden en platteland, borging belangrijke ruimtelijke waarden en borging van veiligheid. De projecten Maastricht, Nijmegen en Rotterdam zijn volop in uitvoering. De slotbetaling aan het laatste project is voorzien in het jaar 2020.
Projecten Bestaand Rotterdams Gebied (BRG)
De financiële middelen voor BRG zijn een jaarlijkse bijdrage vanuit het Rijk als onderdeel van het Project Mainport Rotterdam om de doelstellingen van het deelproject BRG te kunnen bereiken. BRG bestaat uit een aantal deelprogramma's en projecten dat tot doel heeft de ruimte in de haven beter te benutten en de leefbaarheid van de regio Rijnmond te vergroten.
Bijdragen aan agentschappen
RVB
De Interdepartementale Commissie Rijksvastgoed (ICRV) heeft tot taak om beleidsambities en beleidsagenda’s die consequenties kunnen hebben voor de taakuitvoering van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en tevens (ontwikkel)opdrachten aan het RVB interdepartementaal af te stemmen. De ICRV beschikt over een budget om, naast de bekostiging van het secretariaat, de kennis, expertise en het vastgoed van het RVB in te schakelen bij beleidsprocessen van de leden en bij uitvoeringsvraagstukken bij het RVB en andere vastgoedhoudende Rijksdiensten.
RWS (Leefomgeving)
Rijkswaterstaat (RWS) ontvangt een bijdrage voor het ontwikkelen van Ruimtelijke Inpassingsplannen voor onder andere windparken op land en 230kV tracés. Daarnaast betreft het de jaarlijkse opdracht aan RWS ten behoeve van het beheer en onderhoud van het systeem Omgevingsloket-online (OLO2), dat nodig is ter ondersteuning van de uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Waterwet.
Basisregistraties Ondergrond (BRO)
Het betreft een bijdrage aan het Bodem Informatiesysteem (BIS) dat in beheer is bij Wageningen Environmental research (WENR). Het BIS is een gegevensbron van de BRO. WENR draagt o.a. bij aan het creëren van meerwaarde (value engineering).
TNO ontvangt via het GIP-programma bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) een bijdrage voor de ontwikkeling en het beheer van de BRO. TNO heeft de wettelijke taak om de landelijke voorziening BRO te ontwikkelen en te beheren. Tevens beheert TNO ook de door Geonovum ontwikkelde standaarden.
5.2 Omgevingswet
Subsidies
Eenvoudig Beter
Vanuit het belang de Unie van Waterschappen (UvW) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) te ondersteunen bij het implementeren van de Omgevingswet, is in totaal éénmalig € 18 mln. extra ter beschikking gesteld. Hiervan is € 9 mln. reeds besteed. In 2018 en 2019 worden de overige middelen uitgekeerd.
Opdrachten
Eenvoudig Beter
Deze financiële middelen zijn beschikbaar voor opdrachten aan partijen die bijdragen aan het uitwerken van de uitgangspunten van de Omgevingswet, de uitvoeringsregelgeving, de invoeringswetgeving, toetsing en consultatie.
Aan de slag
Om de implementatiedoelstelling «iedereen kan werken met en naar de bedoeling van de Omgevingswet» te bereiken wordt de invoering van de Omgevingswet ondersteund. Dit vindt plaats door onder andere het organiseren en creëren van bijeenkomsten, workshops, handleidingen en praktijkvoorbeelden. Op basis van onder andere de resultaten uit de Monitor Implementatie Omgevingswet worden specifieke communicatie en invoeringsactiviteiten vormgegeven.
Bijdragen aan agentschappen
Aan de Slag
RWS ontvangt een bijdrage voor de ontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Voor burgers en bedrijven is DSO het nieuwe Omgevingsloket dat digitale informatie over de fysieke leefomgeving op een plek ontsluit, inzicht geeft in wat mag op een bepaalde locatie en het proces van vergunningverlening ondersteunt. Daarnaast wordt door RWS in opdracht van BZK het Informatiepunt doorontwikkeld. Dit biedt praktische informatie en inhoudelijke uitleg over de Omgevingswet, regelgeving en kerninstrumenten. Het Informatiepunt ontsluit deze kennis via de website en de helpdesk. Ook is het Informatiepunt de helpdeskfunctie voor het DSO aan het vormgeven.
Eenvoudig Beter
Rijkswaterstaat (RWS) draagt bij aan de invoering van de Omgevingswet door inhoudelijke expertise te leveren op onderwerpen als vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) en de Crisis- en herstelwet (Chw). Deze expertise wordt middels een bijdrage aan RWS bekostigd.
Bijdragen aan medeoverheden
Aan de Slag
Dit betreft bijdragen aan ontwikkelpartners van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-Landelijke Voorziening) ter ondersteuning van de nieuwe Omgevingswet
Ontvangsten
Dit betreft de bijdrage van de Unie van Waterschappen voor de basisregistraties.
A Algemene doelstelling
Zorgen voor veilige, gebruiksvriendelijke en inclusieve (digitale) overheidsdienstverlening, waaronder een veilig en betrouwbaar identiteitsstelsel waarbij veilig en efficiënt gebruik wordt gemaakt van (persoons)gegevens. De informatiepositie van burgers en bedrijven verbeteren door te zorgen voor toegankelijke en transparante overheidsinformatie en daarmee bijdragen aan het vertrouwen in de overheid. Het bewaken van rechten en publieke waarden, zoals privacybescherming en zelfbeschikking, in de informatiesamenleving en daarmee bijdragen aan de borging van de kernwaarden van de democratie.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van BZK is verantwoordelijk voor een doelmatig, doeltreffend en democratisch openbaar bestuur en een goede organisatie daarvan, met het oog op een adequate dienstverlening voor burgers en bedrijven. De Minister van BZK is stelselverantwoordelijk voor de inrichting en governance van de digitale overheid, waaronder de digitale basisinfrastructuur die deze mogelijk maakt. In het verlengde van de verantwoordelijkheid een adequate digitale dienstverlening te bevorderen, heeft ook de Minister van BZK de verantwoordelijkheid te zorgen voor maatregelen die burgers rechten geven en beschermen tegen ongewenste aspecten van digitalisering. De Minister van BZK pakt de rol om voortdurend de beleidsagenda op het terrein van de informatiesamenleving en overheid te herijken aan de eisen van de tijd.
De Minister van BZK heeft een kaderstellende rol op het gebied van de digitale overheid. Kaderstellen gebeurt in de vorm van wetgeving, standaarden, architectuurkaders en richtlijnen rekening houdend met Europese ontwikkelingen en verplichtingen. Onder deze verantwoordelijkheid valt de inrichting, beschikbaarstelling, instandhouding, werking, beveiliging en betrouwbaarheid van generieke voorzieningen voor elektronisch berichtenverkeer en informatieverschaffing, alsmede van voorzieningen voor elektronische authenticatie en registratie van machtigingen in het burgerservicenummer (BSN)-domein.
De Minister van BZK is verantwoordelijk voor het beleid rondom het vaststellen van de identiteit alsmede de verstrekking van reisdocumenten op basis daarvan. Ook is de Minister van BZK verantwoordelijk voor de vastlegging van persoons- en adresgegevens in de Basisregistratie Personen (BRP). In dat kader houdt de Minister van BZK toezicht op de uitvoering van de Paspoortwet, monitort de uitvoering van de wet BRP en ondersteunt de gemeenten die primair verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van deze wetten. De Minister van BZK faciliteert hiermee het juiste gebruik van persoons- en adresgegevens door andere overheidsinstanties. Het tegengaan van fraude met, en het corrigeren van fouten van, persoons- en adresgegevens en reisdocumenten vormt hiervan een integraal onderdeel.
C Beleidswijzigingen
Regeerakkoord kabinet Rutte-III
Naar aanleiding van het Regeerakkoord van het kabinet Rutte-III is de beleidsinzet op een aantal terreinen vergroot. Zo is het programma Regie op gegevens na de verkenningsfase op basis van een meerjarige aanpak voortgezet en uitgebreid en wordt op basis van onderzoek gekeken naar het versturen van pushberichten via MijnOverheid. Ook wordt het programma Machtigen voortgezet om een generieke machtigingsvoorziening voor burgers en bedrijven te realiseren. Tot slot wordt op basis van onderzoeken die zijn uitgevoerd in 2018 gewerkt aan de modernisering van de Basisregistratie Personen, zoals gemeld in de Kamerbrief over de toekomst BRP (Kamerstukken II 2017–2018, 27 859, nr. 127).
Healthcheck Basisregistratie Personen (BRP)
In 2017 is de Operatie BRP stopgezet. De gereserveerde budgetten voor de Operatie BRP worden ingezet voor het uitgestelde onderhoud van de BRP zoals gemeld in de Kamerbrief over het rapport commissie BRP en de uitkomsten healthcheck (Kamerstukken II 2017–2018, 27 859, nr. 124).
Bundeling verantwoordelijkheid digitale overheid voor burgers en bedrijven
Op advies van onder andere de studiegroep Informatiesamenleving en Overheid is de verantwoordelijkheid voor de digitale overheid voor burgers en bedrijven in het kabinet Rutte-III gebundeld en belegd bij het Ministerie van BZK. Het doel hiervan is de samenhang in beleidsvorming tussen digitale overheid voor bedrijven en voor burgers te vergroten. In deze begroting zijn de budgetten en inzet op dit terrein voor het eerst samen opgenomen.
Doorbelasting GDI-voorzieningen
Het kabinet Rutte-II heeft op 24 februari 2017 besloten dat de toerekenbare beheer- en exploitatiekosten van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) worden doorbelast, te beginnen in 2018 voor drie voorzieningen (DigiD, MijnOverheid (MO) en Digipoort). Vanaf 2019 zullen ook de noodzakelijke overige voorzieningen van de GDI worden doorbelast. Deze budgetten voor beheer- en exploitatiekosten worden ingezet voor doorontwikkeling en innovatie van de digitale overheid.
Governance digitale overheid
Op 23 februari 2018 is de nieuwe governance voor de digitale overheid2 in werking getreden. Binnen deze governance wordt interbestuurlijk samengewerkt aan de beleidsmatige vraagstukken van de digitale overheid. Hiertoe is door het Overheidsbreed Beleidsoverleg Digitale Overheid (OBDO) de Agenda Digitale Overheid opgesteld (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643 VII, nr. 252). Binnen de governance wordt ook het Programmaplan Basisinfrastructuur opgesteld, dit is de opvolger van het Digiprogramma en bevat een weergave van de digitale basisinfrastructuur (de Generieke Digitale Infrastructuur) en de ontwikkeling daarvan. Onderdeel van de governance is een Investeringspost voor doorontwikkeling en innovatie van de digitale overheid (inclusief de basisinfrastructuur), voorheen de zogenaamde Aanvullende Post GDI. Deze is nu budgettair geplaatst tot en met 2021 op artikel 6 van de begroting van BZK.
D1 Budgettaire gevolgen van beleid
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. nr. |
Verplichtingen: |
147.334 |
192.449 |
174.479 |
172.686 |
167.516 |
110.306 |
110.421 |
Waarvan garantieverplichtingen |
||||||||
Uitgaven: |
198.313 |
192.449 |
174.479 |
172.686 |
167.516 |
110.306 |
110.421 |
|
Waarvan juridisch verplicht (percentage) |
48% |
|||||||
6.2 |
Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving |
47.165 |
68.656 |
78.034 |
77.340 |
76.342 |
76.042 |
76.042 |
Subsidies |
688 |
859 |
200 |
200 |
200 |
200 |
200 |
|
(Door)ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen |
287 |
415 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Communicatie, kennisdeling en onderzoek |
321 |
424 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Digitale dienstverlening |
80 |
20 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Overheidsdienstverlening |
0 |
0 |
200 |
200 |
200 |
200 |
200 |
|
Opdrachten |
15.748 |
22.872 |
19.028 |
22.995 |
24.297 |
23.997 |
23.997 |
|
(Door)ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen |
1.991 |
4.816 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Aanpak fraudebestrijding |
10.849 |
11.482 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Digitale dienstverlening |
1.114 |
2.588 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Informatiebeleid |
1.794 |
2.422 |
6.687 |
7.187 |
8.187 |
8.187 |
8.187 |
|
Informatiesamenleving |
0 |
0 |
2.000 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
|
Investeringspost Digitale Overheid |
0 |
1.564 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Overheidsdienstverlening |
0 |
0 |
10.341 |
10.808 |
11.110 |
10.810 |
10.810 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
28.627 |
36.765 |
45.156 |
39.995 |
37.695 |
37.695 |
37.695 |
|
Agentschap Telecom |
0 |
0 |
1.600 |
1.600 |
1.600 |
1.600 |
1.600 |
|
Logius |
24.496 |
31.985 |
22.860 |
20.330 |
20.260 |
20.260 |
20.260 |
|
RvIG |
2.731 |
2.150 |
5.560 |
2.000 |
2.000 |
1.816 |
1.816 |
|
RvIG (Aanpak fraudebestrijding) |
657 |
480 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
RVO.nl |
35 |
2.150 |
7.150 |
8.080 |
5.850 |
6.034 |
6.034 |
|
UBR |
708 |
0 |
7.986 |
7.985 |
7.985 |
7.985 |
7.985 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
1.600 |
6.972 |
12.900 |
13.400 |
13.400 |
13.400 |
13.400 |
|
CBS |
0 |
22 |
500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
ICTU |
0 |
4.000 |
4.500 |
5.500 |
5.500 |
5.500 |
5.500 |
|
Kadaster |
0 |
250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
KvK |
0 |
2.700 |
7.900 |
7.900 |
7.900 |
7.900 |
7.900 |
|
RDW |
1.600 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
502 |
987 |
700 |
700 |
700 |
700 |
700 |
|
Gemeenten |
502 |
953 |
700 |
700 |
700 |
700 |
700 |
|
Provincies |
0 |
12 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Waterschappen |
0 |
22 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken |
0 |
201 |
50 |
50 |
50 |
50 |
50 |
|
Ministerie van Buitenlandse Zaken (H5) |
0 |
50 |
50 |
50 |
50 |
50 |
50 |
|
Diverse bijdragen |
0 |
151 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
6.3 |
Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen |
101.511 |
79.243 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
2.206 |
2.342 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Beheer e-overheidvoorzieningen |
415 |
155 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Officiële publicaties en wettenbank |
1.791 |
2.187 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
99.305 |
70.734 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Agentschap Telecom |
0 |
1.644 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Logius |
88.522 |
50.916 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
RvIG |
3.434 |
3.512 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
RVO.nl |
0 |
7.085 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
UBR |
7.349 |
7.577 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
0 |
6.167 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
CBS |
0 |
1.045 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
ICTU |
0 |
422 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
KvK |
0 |
4.700 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
6.4 |
Burgerschap |
7.365 |
11.258 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidies |
5.012 |
6.739 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Comité 4/5 mei |
106 |
296 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Democratie |
0 |
1.100 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
ProDemos |
4.312 |
4.603 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Programma burgerschap |
594 |
740 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Opdrachten |
2.353 |
4.519 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Democratie |
1.057 |
2.128 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Programma burgerschap |
1.296 |
2.391 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
6.5 |
Identiteitsstelsel |
42.272 |
33.292 |
39.502 |
38.386 |
34.214 |
34.264 |
34.379 |
Opdrachten |
9.287 |
4.066 |
19.938 |
18.826 |
14.672 |
14.672 |
14.707 |
|
Beleid BRP en reisdocumenten |
146 |
4.052 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Identiteitsstelsel |
0 |
0 |
19.938 |
18.826 |
14.672 |
14.672 |
14.707 |
|
Operatie BRP |
9.141 |
14 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
32.659 |
27.798 |
19.564 |
19.560 |
19.542 |
19.542 |
19.542 |
|
RvIG |
32.659 |
27.798 |
19.564 |
19.560 |
19.542 |
19.542 |
19.542 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
0 |
350 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
ICTU |
0 |
350 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
326 |
1.078 |
0 |
0 |
0 |
50 |
130 |
|
Gemeenten |
326 |
1.078 |
0 |
0 |
0 |
50 |
130 |
|
6.6 |
Investeringspost digitale overheid |
0 |
0 |
56.943 |
56.960 |
56.960 |
0 |
0 |
Opdrachten |
0 |
0 |
56.943 |
56.960 |
56.960 |
0 |
0 |
|
Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid |
0 |
0 |
56.943 |
56.960 |
56.960 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
25.255 |
6.490 |
1.609 |
1.612 |
1.612 |
1.612 |
1.612 |
D2 Budgetflexibiliteit
Van het totale uitgavenbudget op artikel 6 is 48% juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:
Subsidies
De subsidies zijn voor 26% verplicht. Het gaat om subsidies aan de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) en Stichting Missing Chapter.
Opdrachten
De opdrachten zijn voor 14% verplicht. Dit betreft onder andere verplichtingen die zijn aangegaan voor de aanpak fraudebestrijding en de productie van officiële publicaties. Van het budget voor opdrachten is € 57 mln. bestuurlijk gebonden. Dit betreft de middelen van de Investeringspost Digitale Overheid.
Bijdragen aan agentschappen
De bijdragen aan agentschappen zijn voor 92% juridisch verplicht. Het betreft verplichtingen die aangegaan zijn voor het beheren en doorontwikkelen van diverse e-overheidsvoorzieningen, zoals het eID-stelsel en het BRP-stelsel.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
De bijdragen aan ZBO’s/RWT’s zijn voor 81% juridisch verplicht. Het betreft onder andere verplichtingen die aangegaan zijn het programma Regie op Gegevens en voor het beheren en doorontwikkelen van het Digitaal Ondernemersplein.
Bijdragen aan medeoverheden
De bijdragen aan medeoverheden zijn voor 76% juridisch verplicht. Het betreft onder andere verplichtingen die aangegaan zijn voor het verstrekken van DigiD’s aan niet-ingezetenen.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
De bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken zijn voor 100% juridisch verplicht. Het betreft verplichtingen die aangegaan zijn voor het verstrekken van DigiD’s in het buitenland.
E Toelichting op de instrumenten
6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving
Het Ministerie van BZK wil de komende jaren veilig, snel en betrouwbaar diensten verlenen en maatschappelijke vraagstukken aanpakken. Om deze ambitie vorm te geven is NL DIGIbeter, de Agenda Digitale Overheid, opgesteld. De financiering van de agenda geschiedt in de eerste plaats uit het reguliere begrotingsgeld van de betrokken overheden (zoals de middelen op dit artikelonderdeel). Daarnaast is een Investeringspost digitale overheid (artikel 6.6) beschikbaar.
Subsidies
Overheidsdienstverlening
Ten behoeve van verbetering van de overheidsdienstverlening in de informatiesamenleving wordt onder andere subsidie verleend aan stichting Missing Chapter. Deze stichting ondersteunt bedrijven, scholen, overheden en maatschappelijke organisaties die kinderen willen betrekken bij het nemen van besluiten. Voor het Ministerie van BZK ondersteunt zij de Raad van Kinderen. Daarnaast wordt subsidie verleend aan TNO voor het ontwikkelen en stimuleren van inclusive design van overheidswebsites.
Opdrachten
Informatiebeleid
Toegankelijke en transparante overheidsinformatie versterkt de informatiepositie van burgers en bedrijven en dragen bij aan de publieke verantwoording van de overheid. De Minister van BZK werkt aan open databeleid dat zich richt op optimale openbare beschikbaarheid en (her)gebruik van overheidsdata. Ook is de Minister van BZK verantwoordelijk voor verschillende elektronische publicaties waaronder Wetten.nl en de Staatscourant, alsmede voor de coördinatie van alle officiële publicaties. Dit betreft een wettelijke taak. De productie van officiële publicaties vindt plaats bij de Sdu.
Daarnaast werkt de Minister van BZK aan een adequaat informatiebeveiligingsbeleid. Hiervoor wordt onder andere een campagneplan «Informatiebeveiliging voor bestuurders en ambtenaren» opgezet ten behoeve van het structureel op de agenda plaatsen van het thema informatiebeveiliging. Daarbij wordt onder meer een congres, campagnemateriaal en e-learning ingezet.
Informatiesamenleving
De inzet van digitale technologieën kunnen publieke waarden, zoals gelijke behandeling en privacy, versterken, maar ook onder druk zetten. De Minister van BZK zorgt voor de bescherming van de rechten van burgers en ondernemers in de informatiesamenleving. De Minister van BZK onderzoekt en investeert door middel van cursussen daarom in kennis over de effecten van nieuwe technologieën en voert nationale en internationale dialogen om te komen tot nieuw beleid en waar nodig wetgeving.
Overheidsdienstverlening
Adequate dienstverlening door de overheid sluit aan bij de behoeften van burgers en bedrijven en gaat mee met ontwikkelingen in de samenleving. Het Ministerie van BZK werkt aan de verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van digitale dienstverlening. Concrete mijlpaal bij deze opgave is dat alle websites van overheidsinstanties per 23 september 2020 voldoen aan de Europese webtoegankelijkheidsrichtlijn, en mobiele apps per 23 september 2021. Het gebruikersperspectief staat centraal en de dienstverlening wordt georganiseerd rond behoeften en gedifferentieerd naar omstandigheden. Hierbij worden de kansen die digitalisering biedt benut door experimenten en pilots uit te voeren om de overheidsdienstverlening te innoveren. Tegelijkertijd is er ook aandacht voor de aanzienlijke groep mensen die moeite heeft digitaal mee te komen. Via het Rijksbrede programma Digitale Inclusie wordt extra ingezet op ondersteuning van mensen om zelfredzaam te zijn en te blijven, door het bevorderen van digitale vaardigheden en digitaal bewustzijn.
Bijdragen aan agentschappen
Om digitale dienstverlening en digitale beschikbaarheid van overheidsinformatie mogelijk te maken is een digitale basisinfrastructuur nodig. Het beheer en de doorontwikkeling van de basisinfrastructuur is belegd bij verschillende overheidsorganisaties.
Agentschap Telecom
Agentschap Telecom ontvangt een bijdrage van de Minister van BZK voor het uitvoeren van toezicht op het stelsel van elektronische toegangsdiensten (eTD) in het bedrijvendomein.
Logius
Een randvoorwaarde voor goede digitale dienstverlening is één regime voor digitale identificatie en authenticatie die voor burgers en bedrijven veilig en betrouwbaar is. Logius ontvangt een bijdrage van de Minister van BZK voor het beheer van het eID stelsel. Daarnaast ontvangt Logius bijdragen voor het doorvoeren van verbeteringen aan MijnOverheid, doorontwikkeling van de Berichtenvoorziening voor burgers, beheer en exploitatie van eHerkenning, het Bureau Forum Standaardisatie en de verbreding van Standard Business Reporting (SBR).
RvIG
De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) ontvangt een bijdrage van de Minister van BZK voor de beheervoorziening Burgerservicenummer. De beheervoorziening Burgerservicenummer zorgt voor het toekennen van een uniek Burgerservicenummer bij inschrijving in de Basisregistratie Personen en het beheer van deze nummers om een efficiënte koppeling tussen burgers en instanties te maken.
RVO.nl
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) ontvangt een bijdrage van de Minister van BZK voor het beheer en de exploitatie van voorzieningen ten behoeve van digitale overheid voor bedrijven. Het betreft onder andere het beheer en doorontwikkeling van Antwoord voor Bedrijven en de Berichtenbox voor Bedrijven. Daarnaast ontvangt PIANOo, het Expertisecentrum Aanbesteden van RVO.nl, een bijdrage voor de ondersteuning van inkopers bij vraagstukken op het gebied van inkoop van open source software.
UBR
Het Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP), onderdeel van UBR, ontvangt een bijdrage van de Minister van BZK voor het beheer van de Wettenbank, het open data portal en overheid.nl. Via deze portalen worden diverse elektronische publicaties en overheidsinformatie openbaar gemaakt.
Bijdragen aan ZBO's / RWT's
CBS
Het Centraal Bureau voor de Statistiek ontvangt een bijdrage van de Minister van BZK ten behoeve van de participatie in Standard Business Reporting (SBR).
ICTU
ICTU ontvangt een bijdrage van de Minister van BZK voor activiteiten ten behoeve van het Programma Regie op Gegevens. Het programma werkt aan het principe dat burgers en bedrijven regie krijgen op eigen gegevens en hoe dat in de praktijk kan worden vormgegeven. Dit betekent dat mensen bij het regelen van bepaalde zaken hun gegevens kunnen inzien, (her)gebruiken, wijzigen of verwijderen. Om bijvoorbeeld hun zorg, overzicht in financiën, het aanvragen van aangepast vervoer of het afsluiten van een hypotheek makkelijker te kunnen regelen. Om dit principe in de praktijk te brengen werkt het programma samen met de samenleving (inwoners/ondernemers, publieke, private, maatschappelijke partijen en belangenorganisaties) aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken of innovaties, waarbij «de mens centraal» staat en «regie hebben op je gegevens» het uitgangspunt is. Van een principe naar uitvoering komen vraagt om heldere afspraken over hoe (overheids)gegevens ontsloten kunnen worden, zodat gebruikers, maar ook gegevenshouders en dienstenaanbieders met vertrouwen mee kunnen doen. Daarom werkt het programma aan 1) generieke afspraken die het voeren van «regie op je gegevens» door inwoners/ondernemers in de praktijk mogelijk maken, 2) het gegevenslandschap van de overheid helpen inrichten om «regie op gegevens» te faciliteren en 3) het helpen ontstaan van de eerste toepassingen om gegevensuitwisseling onder regie van de inwoner/ondernemer daadwerkelijk plaats te laten vinden.
Een samenhangend informatiebeleid van de overheid dat voldoet aan veranderende maatschappelijke eisen maakt gemeenschappelijke afspraken noodzakelijk. In de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA) zijn de vigerende, breed geldende afspraken van de digitale overheid opgenomen. ICTU ontvangt een bijdrage van de Minister van BZK voor het beheer en de doorontwikkeling van NORA.
KVK
De Kamer van Koophandel (KvK) ontvangt een bijdrage van de Minister van BZK voor het beheer en de exploitatie van het Digitaal Ondernemersplein en voor het beheer en ontwikkeling van MijnOverheid voor Ondernemers.
Bijdragen aan medeoverheden
Gemeenten
Gemeenten die DigiD’s aan niet-ingezetenen verstrekken, ontvangen hiervoor een bijdrage.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Ministerie van Buitenlandse Zaken (H5)
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) ontvangt een bijdrage voor de uitgifte van DigiD’s in het buitenland.
6.5 Identiteitsstelsel
Opdrachten
Identiteitsstelsel
Een veilig en betrouwbaar identiteitsstelsel gaat mee met de ontwikkelingen in de samenleving, en past zich aan aan de wensen en behoeften van gebruikers. De belangrijkste elementen van het huidige identiteitsstelsel zijn de Basisregistratie Personen (BRP) en het reisdocumentenstelsel. De Minister van BZK werkt aan de ontwikkeling van een digitaal stelsel en een digitale identiteit.
De BRP bevat persoonsgegevens van ingezetenen van Nederland en niet-ingezetenen met een band met de Nederlandse overheid. Deze gegevens worden door circa 800 overheidsorganisaties en derden gebruikt ten behoeve van de uitvoering van hun wettelijke taken. De Minister van BZK werkt aan de modernisering van de BRP. Daarnaast wordt gewerkt aan het oplossen van de problemen die burgers kunnen ondervinden in de dienstverlening van de overheid, indien zij niet of niet op de juiste wijze in de BRP zijn ingeschreven. Het gaat daarbij onder andere om voorlichting en training van gemeenteambtenaren.
Het reisdocumentenstelsel omvat de aanvraag, uitgifte, registratie van reisdocumenten, alsmede het houden van toezicht op de uitvoering daarvan door de uitgevende instanties. De Minister van BZK werkt aan verbetering van het stelsel gericht op verdere digitaliseringsmogelijkheden en het verbeteren van de kwaliteit van de biometrie. Ook wordt de toezicht systematiek geëvalueerd.
De Minister van BZK zet zich in voor het voorkomen van fraude en het juist gebruiken van persoonsgegevens. Deze inspanningen zijn gericht op verdere verhoging van de kwaliteit van de BRP en van de identiteitsproducten. Dit wordt mede gerealiseerd in het project Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA). Om de kwaliteit van de BRP te verhogen en adresfraude op te sporen, leggen gemeenten adresbezoeken af en wisselen ketenpartners gegevens beter uit.
Bijdragen aan agentschappen
RvIG
De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) ontvangt een bijdrage van de Minister van BZK voor het beheer en onderhoud van de centrale voorzieningen van de BRP, waaronder de GBA-V, het Register Niet-Ingezetenen (RNI) en de Persoonsinformatievoorziening Nederlandse Antillen en Aruba Verstrekkingen (PIVA-V). Hieronder vallen ook de activiteiten voor het uitgestelde onderhoud als gevolg van het stopzetten van de operatie BRP, zoals gemeld in de Kamerbrief over het rapport commissie BRP en de uitkomsten van de health check (Kamerstukken II 2017–2018, 27 859, nr. 124). Daarnaast verstrekt RvIG jaarlijks, namens de Minister van BZK, een vergoeding aan de RNI-loketgemeenten voor de inschrijving van niet-ingezetenen.
Om het identiteitsstelsel veilig en betrouwbaar te houden is het belangrijk dat burgers melding kunnen doen als hun identiteitsgegevens onjuist zijn of onjuist gebruikt worden. Om dit mogelijk te maken ontvangt RvIG een bijdrage voor het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude en -fouten.
6.6 Investeringspost digitale overheid
De Investeringspost digitale overheid is bestemd voor gezamenlijke doorontwikkeling en innovatie van de digitale overheid, waaronder doorontwikkeling en innovatie van de digitale basisinfrastructuur (de generieke digitale infrastructuur). De bestemming van de Investeringspost wordt afgestemd in de governance van de digitale overheid (OBDO), daarbij is de Agenda Digitale Overheid en het Programmaplan Basisinfrastructuur leidend.
Opdrachten
Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid
Er is overheid breed behoefte aan een generieke machtigingsvoorziening zodat burgers en bedrijven zich veilig digitaal kunnen laten vertegenwoordigen. Het programma Machtigen heeft tot doel verbetering en samenhang aan te brengen in het huidige machtigingslandschap en daarmee invulling te geven aan deze machtigingsvoorziening.
In 2018 zijn de generieke voorzieningen voor de Europese eIDAS-verordening gerealiseerd. Hiermee is mogelijk gemaakt dat Europese burgers en bedrijven met een genotificeerd nationaal inlogmiddel ook met buitenlandse overheidsorganisaties digitaal zaken kunnen doen. In 2019 worden de voorzieningen doorontwikkeld en in gebruik genomen.
De Investeringspost wordt daarnaast ingezet voor de projecten uit het Programmaplan Basisinfrastructuur en de Agenda Digitale Overheid.
Ontvangsten
Dit betreft de bijdrage van de Unie van Waterschappen ten behoeve van de Investeringspost digitale overheid.
A Algemene doelstelling
Bijdragen aan goed werkgeverschap voor ambtenaren en aan een goede Bedrijfsvoering van het Rijk.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) staat voor een (Rijks)overheid die een aantrekkelijke werkgever is. Om dit te bereiken wordt ingezet op goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden, efficiënte arbeidsmarktcommunicatie en modern personeelsbeleid. De Minister van BZK heeft een kaderstellende rol op het terrein van de organisatie en bedrijfsvoering van de Rijksdienst. Daarnaast zet de Minister van BZK zich in om via de bedrijfsvoering kabinetsambities rond verduurzaming en diversiteit op te pakken.
Regisseren
De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de werking van het stelsel waarin (organisaties van) werkgevers en werknemers in verschillende overheids- en onderwijssectoren afspraken over de collectieve arbeidsvoorwaarden maken. Dit is vastgelegd in de Ambtenarenwet, de Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers en de Wet privatisering ABP.
De Minister van BZK is medeverantwoordelijk voor het realiseren van een hoogwaardig leidinggevend kader in de Rijksdienst, is werkgever voor de circa 90 managers op het hoogste niveau en verzorgt voor een grote groep (top)managers de werving en selectie, loopbaanbegeleiding en een gericht ontwikkelaanbod. Daarnaast ondersteunt de Minister van BZK de departementen bij de doelstelling om ten minste 30% van de topfuncties binnen de Rijksdienst vervuld te hebben door een vrouw.
De Minister van BZK stimuleert een veilige, integere en gezonde werkomgeving en creëert voorwaarden ter bescherming van klokkenluiders binnen de publieke en private sector.
De publieke verantwoordelijkheid van de overheid vraagt om het tegengaan van bovenmatige topbeloningen in de (semi-)publieke sector. De Minister van BZK is verantwoordelijk voor het goed functioneren van het op de Wet normering topinkomens (WNT) gebaseerde stelsel dat hiervoor de grondslag biedt.
De Minister van BZK regisseert, in samenwerking met de andere ministeries, de totstandkoming van samenhangende kaders voor een efficiënte organisatie en bedrijfsvoering van de Rijksdienst. Daarbij is ook aandacht voor maatschappelijke verantwoordelijkheid en de voorbeeldrol van de rijksoverheid richting partners. Het gaat om het benutten van inkoopkracht voor het realiseren van maatschappelijk effect en in de masterplannen voor de Rijkskantoorhuisvesting rekening houden met kabinetsbrede ambities op het terrein van duurzaamheid.
Binnen die kaders zijn de afzonderlijke ministers verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van hun eigen ministerie. De Minister van BZK adviseert over organisatievormen en werkwijzen en monitort de naleving van de kaders en spreekt betrokkenen waar nodig aan op de naleving van normen en standaarden of het aanpassen van de kaders aan de geconstateerde tekortkomingen.
Uitvoeren
De Minister van BZK is uitvoeringsverantwoordelijk voor de pensioenregelingen van Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen.
C Beleidswijzigingen
De masterplannen voor de Rijkskantoorhuisvesting worden periodiek geactualiseerd om alle ontwikkelingen binnen de Rijksdienst te accommoderen. In 2019 wordt het traject tot actualisatie van de masterplannen afgerond, waarna de uitvoering van de nieuwe plannen kan worden opgepakt. Bij de actualisatie worden Rijksbrede thema’s die voortvloeien uit het Regeerakkoord van het kabinet Rutte-III, onder meer op het terrein van verduurzaming van de gebouwde omgeving en maatschappelijk gewenste gebiedsontwikkeling, meegenomen. Ook worden stappen gezet om de masterplannen meer vanuit een integraal bedrijfsvoeringperspectief in te richten, waarbij – naast huisvesting – aandacht is voor zaken als facilitair management, beveiliging en ICT-voorzieningen.
D1 Budgettaire gevolgen van beleid
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. |
Verplichtingen: |
29.068 |
28.660 |
33.427 |
29.215 |
27.964 |
26.945 |
26.945 |
Waarvan garantieverplichtingen |
||||||||
Uitgaven: |
28.566 |
28.660 |
33.427 |
29.215 |
27.964 |
26.945 |
26.945 |
|
Waarvan juridisch verplicht (percentage) |
74% |
|||||||
7.1 |
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid |
12.159 |
11.250 |
24.941 |
21.560 |
20.263 |
20.287 |
20.287 |
Subsidies |
7.121 |
6.446 |
7.165 |
3.457 |
3.457 |
3.481 |
3.481 |
|
Bedrijfsvoeringsbeleid |
0 |
0 |
200 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Werkgeversbeleid |
0 |
0 |
731 |
623 |
623 |
647 |
647 |
|
A&O-fonds |
0 |
0 |
3.400 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Overlegstelstel |
3.066 |
3.025 |
2.834 |
2.834 |
2.834 |
2.834 |
2.834 |
|
Internationaal |
236 |
175 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Diverse subsidies |
3.819 |
3.246 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Opdrachten |
5.038 |
4.804 |
10.916 |
11.243 |
11.474 |
11.474 |
11.474 |
|
Bedrijfsvoeringsbeleid |
0 |
0 |
3.530 |
3.730 |
3.961 |
3.961 |
3.961 |
|
Werkgeversbeleid |
0 |
0 |
4.647 |
4.774 |
4.774 |
4.774 |
4.774 |
|
Kwaliteit Management Rijksdienst |
0 |
0 |
2.739 |
2.739 |
2.739 |
2.739 |
2.739 |
|
Arbeidsmarktbeleid |
4.242 |
3.831 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Zorg voor politieke ambtsdragers |
796 |
973 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdrage aan agentschappen |
0 |
0 |
6.860 |
6.860 |
5.332 |
5.332 |
5.332 |
|
Kwaliteitsverbetering |
0 |
0 |
1.528 |
1.528 |
0 |
0 |
0 |
|
UBR (Arbeidsmarkt Communicatie) |
0 |
0 |
5.332 |
5.332 |
5.332 |
5.332 |
5.332 |
|
7.2 |
Pensioenen en uitkeringen |
16.407 |
17.410 |
8.486 |
7.655 |
7.701 |
6.658 |
6.658 |
Inkomensoverdracht |
5.428 |
7.782 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Pensioenen en uitkeringen Politieke ambtsdragers |
5.428 |
7.782 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
10.979 |
9.628 |
8.486 |
7.655 |
7.701 |
6.658 |
6.658 |
|
Stichting Administratie Indonesische Pensioenen |
10.979 |
9.628 |
8.486 |
7.655 |
7.701 |
6.658 |
6.658 |
|
Ontvangsten |
25 |
575 |
520 |
450 |
64 |
64 |
64 |
D2 Budgetflexibiliteit
Van het totale uitgavenbudget op artikel 7 is 74% juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:
Subsidies
De subsidies zijn voor 96% juridisch verplicht. Het betreft o.a. subsidies aan het kennisinstituut Center for People and Buildings voor de Fysieke Werkomgeving Rijk en aan het Arbeidsmarkt- en opleidingsfonds Rijk (A&O-fonds). Een overzicht van de subsidies is te vinden in de subsidiebijlage.
Opdrachten
De opdrachten zijn voor 38% juridisch verplicht. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor bestaande contracten voor het kandidatenprogramma, het learning center en onderhoudscontracten voor het ISA systeem. Daarnaast betreft het bijdragen voor programmaovereenkomsten met ICTU, de evaluatie van het Rijkshuisvestingsstelsel in 2019/2020, de verdere doorontwikkeling en verbetering van het Rijksinkoopstelsel en de verdere doorontwikkeling inzake duurzaamheid (Energierijk Den Haag, Logistieke HUB).
Bijdragen aan agentschappen
De bijdragen aan agentschappen zijn voor 78% juridisch verplicht. Het Expertisecentrum Organisatie & Personeel (EC O&P) van UBR ontvangt een bijdrage voor het uitvoeren van de Rijksbrede arbeidsmarktcommunicatie. Hierbij zorgt EC O&P ervoor dat de rijksoverheid zich profileert en werft als één werkgever.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
De bijdrage aan ZBO’s/RWT’s is voor 100% juridisch verplicht. Het betreft een bijdrage aan Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP).
E Toelichting op de instrumenten
7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid
Subsidies
Bedrijfsvoeringsbeleid
De Minister van BZK verstrekt subsidie aan het kennisinstituut Center for People and Buildings voor Fysieke Werkomgeving Rijk (FWR). De FWR is een concept voor een werkomgeving voor
Rijksambtenaren dat flexibel, tijd- en plaatsonafhankelijk (samen)werken mogelijk maakt. De subsidie heeft tot doel de generieke ontwikkeling van toepasbare kennis in het domein van de kantoorhuisvesting. Daarbij gaat het om het opbouwen van kennis over kwalitatieve en financiële aspecten van de normering FWR voor kantoorgebouwen van het Rijk.
Werkgeversbeleid
De Minister van BZK verstrekt incidenteel subsidie ter bevordering van modern en goed werkgeverschap binnen de publieke sector. Daarnaast verstrekt de Minister van BZK subsidie aan het European Institute of Public Administration, die wordt aangewend ter bevordering van de vaardigheden van overheidsfunctionarissen bij het afhandelen van zaken van de Europese Unie.
A&O-fonds
De Minister van BZK verstrekt een bijdrage aan het Arbeidsmarkt- en opleidingsfonds Rijk in de vorm van een subsidie. Deze bijdrage is onderdeel van de cao-afspraken. Het fonds zet de subsidie in voor arbeidsmarktprojecten binnen het Rijk die het bestuur van het A&O-fonds goedkeurt.
Overlegstelsel
Door het subsidiëren van de Stichting Verdeling Overheidsbijdragen (SVO), het Verbond Sectorwerkgevers Overheid (VSO) en de Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel draagt de Minister van BZK bij aan het in stand houden van een adequaat overlegstelsel inzake arbeidsmarktbeleid.
Opdrachten
Bedrijfsvoeringsbeleid
De Minister van BZK verleent diverse opdrachten voor het uitvoeren van beleidsondersteunend onderzoek op het gebied van de bedrijfsvoering. Bijvoorbeeld het belevingsonderzoek voor Center for People and Buildings.
Werkomgeving
Het verhogen van de kwaliteiten van de werkomgeving is een belangrijke ambitie, hierbij is speciale aandacht nodig voor ICT, het stroomlijnen van de facilitaire dienstverlening en de verduurzaming van de bedrijfsvoering en de toegankelijkheid van de Rijksgebouwen (motie Voortman). In de Rijksbreed vastgestelde kaders is vastgelegd dat een Rijkskantoor flexibel moet zijn en dat ambtenaren er op een veilige en comfortabele manier moeten kunnen werken. Gebouwen moeten het primaire proces zoveel mogelijk ondersteunen.
Ten aanzien van de facilitaire dienstverlening vindt stapsgewijs de overdracht plaats van departementen aan de vier Rijksconcerndienstverleners (de Belastingdienst, Rijkswaterstaat (RWS), Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en FMHaaglanden).
Inkoopbeleid
Voor dit kabinet is het verduurzamen van Nederland een speerpunt. Ook via het eigen handelen wil de rijksoverheid een bijdrage leveren aan de verduurzaming van Nederland. Door in de eigen bedrijfsvoering te experimenteren en duurzame oplossingen toe te passen en op te schalen draagt de Rijksorganisatie bij aan de duurzame transities die het kabinet voorstaat. Speerpunten zijn het verder verduurzamen van Rijkskantoren, het op eigen areaal opwekken van duurzame elektriciteit ten behoeve van de bedrijfsvoering, vergroening van het wagenpark en 10 circulaire inkoopcategorieën. Het programma Versnelling Duurzame Bedrijfsvoering Rijk geeft inzicht in de Rijksbrede voortgang, zorgt voor verbinding tussen de beleidsdirecties bij verschillende departementen en de uitvoeringsorganisaties van het Rijk, biedt inhoudelijke en financiële ondersteuning aan projecten en stimuleert innovatie.
Het Rijk werkt in 2019 tevens verder aan het benutten van inkoopkracht voor het realiseren van maatschappelijk effect. In dat verband worden onder meer de gehanteerde inkoopcriteria op het gebied van circulaire economie, klimaat en biobased verdiept en versterkt.
De informatiehuishouding van het Rijk
In 2019 wordt middels het programma Rijk aan Informatie (RAI) gewerkt aan de implementatie van nieuwe vormen van e-mail en webarchivering waardoor Rijksonderdelen worden ontzorgd en informatie beter bewaard en vindbaar zal zijn. Daarnaast zal een fors deel van het werk van RAI gericht zijn op actieve openbaarmaking en betere vindbaarheid van overheidsinformatie en op verkorting van overbrengingstermijnen naar het Nationaal Archief. In 2019 zal er ook verder worden gewerkt aan vraagstukken die Rijksbreed om een kader of oplossing vragen die de kwaliteit van de informatiehuishouding versterken. Denk daarbij aan digitale informatie bewaren, archiveren of vernietigen, digitale overbrenging, meer samenwerking en het versterken van de medewerker in de informatiehuishouding.
Rijksacademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO)
Om overheden en overheidsorganisaties hun werk optimaal te laten doen, is een academie in oprichting waar ambtenaren hun kennis en kunde op het terrein van IT kunnen vergroten. Naar aanleiding van de uitkomsten van de Commissie Elias (Kamerstukken II 2014–2015, 33 326, nr. 5) en de adviezen in het rapport Maak Waar (Kamerstukken II 2016–2017, 26 643, nr. 460) is besloten tot de oprichting van de Academie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO).
De RADIO is begin 2018 gestart met het eerste aanbod voor beleidsambtenaren. De komende jaren zal het aanbod worden uitgebreid voor de doelgroepen beleid, uitvoering, toezicht en bedrijfsvoering, en dat voor het Rijk en de andere overheden. Tegelijkertijd zal in deze kwartiermakers fase de organisatie worden opgezet. De Algemene Bestuursdienst (ABD) heeft het voortouw genomen met de scholing aan de topambtenaren en neemt vanaf 2019 ook de midden-managers voor haar rekening. De RADIO richt zich op de beleidsambtenaren en de overige genoemde doelgroepen.
Werkgeversbeleid
De Minister van BZK verstrekt diverse opdrachten om de kennisbasis op het gebied van arbeidsmarktbeleid te vergroten. Het gaat hierbij onder andere om het vergaren van kennis over de omvang en samenstelling van het werknemersbestand in de publieke sector, over de drijfveren en betrokkenheid van de medewerkers, de mate van tevredenheid over de organisatie. Hiermee ondersteunt de Minister van BZK het werkgeverschap op landelijk en lokaal niveau binnen de overheid. Daarnaast worden opdrachten verstrekt ten behoeve van handhaving van de Wet normering topinkomens en de implementatie van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren.
Kwaliteit management Rijksdienst
Een blijvende investering in de versterking van de kwaliteit van het (top)management bij het Rijk is essentieel. Dat gebeurt onder meer door inzet van een specifiek op de doelgroep toegesneden leer- en ontwikkelaanbod. Er zijn programma’s op het gebied van talentontwikkeling, leiderschapsontwikkeling en ambtelijk vakmanschap.
Mede dankzij de doorstroom in managementfuncties vervult de ambtelijke top een voorbeeldrol in het streven naar meer mobiliteit en flexibele inzet van personeel binnen de Rijksdienst. De professionele ondersteuning bij werving- en selectieprocedures draagt bij aan een hoogwaardig leidinggevend kader binnen de rijksoverheid. Om inzicht te hebben in de managementfuncties bij het Rijk en de mobiliteit van managers in de schalen 15 en hoger wordt gebruik gemaakt van een personeelsinformatiesysteem.
Bijdrage aan agentschappen
Kwaliteitsverbetering
Het budget voor kwaliteitsverbetering dat afkomstig is uit het afgeroomde Eigen Vermogen van FMH is voor alle SSO’s beschikbaar.
UBR (Arbeidsmarkt Communicatie)
Het Expertisecentrum Organisatie & Personeel (EC O&P), onderdeel van UBR, ontvangt een bijdrage voor het uitvoeren van de Rijksbrede arbeidsmarktcommunicatie. Hierbij zorgt EC O&P ervoor dat de rijksoverheid zich profileert en werft als één werkgever.
7.2 Pensioenen en uitkeringen
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Stichting Administratie Indonesische Pensioenen
Dit betreft de pensioenregelingen van (voormalige) Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen.
Ontvangsten
De ontvangsten hebben betrekking op de Garantiewet Surinaamse Pensioenen van de SAIP. BZK verrekent jaarlijks een deel van dit bedrag met het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ).
A Algemene doelstelling
Het tot stand brengen van een moderne rijksoverheid met goede prestaties op het gebied van de Rijksbrede bedrijfsvoering, goed werkgeverschap, en management van de Rijksdienst van hoge kwaliteit.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft een beleidsontwikkelende en kaderstellende rol op het terrein van de organisatie en bedrijfsvoering van de Rijksdienst. De Minister van BZK bevordert eenheid in het Rijksbreed bedrijfsvoeringbeleid en is systeemverantwoordelijke op de terreinen personeel, organisatie, ICT, facilitaire dienstverlening, huisvesting en beveiliging. De Minister van BZK is daarnaast verantwoordelijk voor de arbeidsvoorwaarden en rechtspositie van de ambtenaren werkzaam bij de sector Rijk, inclusief de modernisering van het werkgeverschap.
De Minister van BZK regisseert, in samenwerking met de andere ministeries, de totstandkoming van kaders en brengt daarin meer samenhang aan, met als doel een beter bestuurbare, data gedreven en efficiëntere bedrijfsvoering binnen de Rijksdienst. Binnen die kaders zijn de afzonderlijke ministers verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van hun eigen ministerie.
De uitgaven voor de bedrijfsvoering worden verantwoord door de individuele ministers, tenzij de taak is gecentraliseerd en het budget is overgeheveld. Op dit begrotingsartikel zijn middelen beschikbaar die de Minister van BZK inzet voor het invullen van zijn systeemverantwoordelijkheid ten aanzien van de bedrijfsvoering van het Rijk. Deze verantwoordelijkheid krijgt in de praktijk vorm door één of meer van de volgende componenten:
• Kaderstelling door het vastleggen van normen en standaarden;
• Monitoring door het volgen van de uitvoering in de praktijk;
• Het zo nodig plegen van interventies door het aanspreken van betrokkenen op de naleving van normen en standaarden of het aanpassen van de kaders aan de geconstateerde tekortkomingen.
Bovendien is de Minister van BZK werkgever voor de circa 90 managers op het hoogste niveau, daar waar het gaat om benoeming, arbeidsvoorwaarden en ontslag.
Om de kwaliteit van de Rijksdienst te bevorderen, verzorgt Bureau Algemene Bestuursdienst (ABD) de werving en selectie en loopbaanbegeleiding voor (top)managers in Rijksdienst en bij de Nationale Politie. Tevens zorgt het bureau voor een gericht ontwikkelaanbod voor managers op het gebied van leiderschaps- en talentontwikkeling.
Bureau ABD ondersteunt de departementen bij de doelstelling om ten minste 30% van de topfuncties binnen de Rijksdienst vervuld te hebben door een vrouw. Om de instroom van vrouwen in de ABD te vergroten, zorgt Bureau ABD er onder meer voor dat er voldoende zicht is op talent en managementpotentieel binnen de Rijksdienst. Daarnaast verleent het bureau diensten aan nieuwe doelgroepen, zoals publiekrechtelijke ZBO's en diverse gemeenten. Ook verzorgt Bureau ABD enkele HR-diensten aan de kabinetsleden, waaronder de salarisadministratie.
C Beleidswijzigingen
Vanaf de ontwerpbegroting 2019 kent de begroting van BZK een nieuwe begrotingsstructuur. In deze nieuwe begrotingsstructuur is beleidsartikel 8 samengevoegd met beleidsartikel 7. De middelen voor het begrotingsjaar 2019 en verder worden voortaan verantwoord op beleidsartikel 7.
D1 Budgettaire gevolgen van beleid
20171 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. |
Verplichtingen: |
48.620 |
71.328 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan garantieverplichtingen |
||||||||
Uitgaven: |
47.648 |
71.328 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Waarvan juridisch verplicht (percentage) |
||||||||
8.1 |
Kwaliteit Rijksdienst |
47.648 |
71.328 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidies |
3.600 |
3.600 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
A&O-fonds |
3.400 |
3.400 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Fysieke Werkomgeving Rijk |
200 |
200 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Opdrachten |
9.931 |
11.606 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bedrijfsvoering Rijk |
9.931 |
11.606 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdrage aan agentschappen |
34.060 |
55.334 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bedrijfsvoering beleid |
0 |
890 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
DICTU |
150 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
FMHaaglanden |
0 |
1.783 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Logius |
2.067 |
3.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
P-Direkt |
2.210 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Rijkswaterstaat |
200 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
SSC-ICT |
15.231 |
39.805 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
UBR |
7.493 |
2.927 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
UBR (Arbeidsmarkt Communicatie) |
6.709 |
6.429 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
57 |
388 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bedrijfsvoering Rijk |
0 |
351 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
CBS |
3 |
23 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
VNG |
54 |
14 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken |
0 |
400 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bedrijfsvoering Rijk |
0 |
400 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
90.455 |
36.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Tot en met begrotingsjaar 2017 viel dit artikel onder begrotingshoofdstuk 18 – Wonen en Rijksdienst
A Algemene doelstelling
Uitvoering geven aan Rijksvastgoedbeleid door:
• het verzorgen van de Rijkshuisvesting van Hoge Colleges van Staat, het Ministerie van Algemene Zaken (AZ) en het Koninklijk Huis, het beheren van monumenten die, naar hun aard, niet geschikt zijn voor Rijkshuisvesting en het uitvoeren van het Rijkshuisvestingsbeleid;
• het realiseren van een optimaal financieel resultaat en maatschappelijk rendement bij het verwerven, beheren, ontwikkelen en vervreemden van materiële activa van/voor het Rijk voor de realisatie van Rijksdoelstellingen, gerelateerd aan de strategische opgaven van het kabinet.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is, als opdrachtgever en uitvoerder, verantwoordelijk voor:
• de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van AZ;
• de huisvesting van het Koninklijk Huis, voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat;
• het beheer en onderhoud van de monumenten die aan het RVB zijn toevertrouwd en die naar hun aard niet geschikt zijn voor de huisvesting van rijksdiensten;
• de doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting binnen de wettelijke en afgesproken kaders.
Daarnaast is de Minister van BZK als uitvoerder op het terrein van Rijksvastgoed verantwoordelijk voor:
• het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken die aan de Staat toebehoren dan wel zijn toevertrouwd, een en ander voor zover de verantwoordelijkheid voor dat beheer niet bij of krachtens de wet bij een of meer andere ministers is gelegd;
• de vertegenwoordiging namens het Rijk bij gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij meervoudige Rijksdoelstellingen aanwezig zijn. Ook hierbij wordt gestreefd naar een optimale inzet van (overtollige) Rijksactiva en/of financiële bijdragen van het Rijk.
• ingebruikgeving en vervreemding van (overtollige) onroerende zaken van andere ministeries. Voor zover er op basis van de huidige begrotingsregels van het kabinet sprake is van een generieke middelenafspraak met een Minister, wordt de opbrengst uit ingebruikgeving en/of vervreemding door de betreffende Minister begroot en verantwoord op de eigen begroting.
C Beleidswijzigingen
Er zijn geen beleidswijzigingen.
D1 Budgettaire gevolgen van beleid
20171 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. nr. |
Verplichtingen: |
102.003 |
119.523 |
117.329 |
117.164 |
118.758 |
120.275 |
128.231 |
Waarvan garantieverplichtingen |
||||||||
Uitgaven: |
105.319 |
119.523 |
117.329 |
117.164 |
118.758 |
120.275 |
128.231 |
|
Waarvan juridisch verplicht (percentage) |
92% |
|||||||
9.1 |
Doelmatige Rijkshuisvesting |
44.673 |
55.058 |
52.758 |
54.542 |
55.629 |
56.698 |
64.639 |
Bijdrage aan agentschappen |
44.673 |
55.058 |
52.758 |
54.542 |
55.629 |
56.698 |
64.639 |
|
RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis, Hoge Colleges van Staat en AZ) |
31.760 |
44.622 |
41.395 |
45.184 |
45.635 |
47.799 |
55.756 |
|
waarvan: |
||||||||
begroting I, de Koning |
11.686 |
16.315 |
15.713 |
15.695 |
15.527 |
15.536 |
15.536 |
|
begroting IIA, Staten-Generaal |
5.664 |
7.945 |
9.207 |
11.500 |
7.891 |
9.046 |
9.046 |
|
begroting IIB, Hoge Colleges van Staat |
8.453 |
8.774 |
10.177 |
12.086 |
10.416 |
11.091 |
11.091 |
|
begroting III, Ministerie van AZ |
5.434 |
2.557 |
2.884 |
3.475 |
2.533 |
2.829 |
2.829 |
|
RVB (Bijdrage voor monumenten) |
5.344 |
3.837 |
4.791 |
2.786 |
2.786 |
2.830 |
2.814 |
|
RVB (Bijdrage voor Rijkshuisvesting) |
7.569 |
6.599 |
6.572 |
6.572 |
7.208 |
6.069 |
6.069 |
|
9.2 |
Beheer materiële activa |
60.646 |
64.465 |
64.571 |
62.622 |
63.129 |
63.577 |
63.592 |
Opdrachten |
4.779 |
7.462 |
6.987 |
4.647 |
4.647 |
4.647 |
4.647 |
|
Onderhoud- en beheerkosten |
4.779 |
7.462 |
6.987 |
4.647 |
4.647 |
4.647 |
4.647 |
|
Bekostiging |
44.142 |
45.282 |
45.860 |
46.367 |
46.878 |
47.328 |
47.328 |
|
Zakelijke lasten |
44.142 |
45.282 |
45.860 |
46.367 |
46.878 |
47.328 |
47.328 |
|
Bijdrage aan agentschappen |
11.725 |
11.721 |
11.724 |
11.608 |
11.604 |
11.602 |
11.617 |
|
RVB |
11.725 |
11.721 |
11.724 |
11.608 |
11.604 |
11.602 |
11.617 |
|
Ontvangsten |
134.313 |
174.126 |
99.782 |
121.690 |
121.574 |
120.282 |
120.282 |
Tot en met begrotingsjaar 2017 viel dit artikel onder begrotingshoofdstuk 18 – Wonen en Rijksdienst
D2 Budgetflexibiliteit
Van het totale uitgavenbudget van artikel 9 is 92% juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:
Opdrachten
De opdrachten zijn voor 25% juridisch verplicht. De opdrachten hebben betrekking op onderhoud- en beheerkosten. Slechts een beperkt deel hiervan is juridisch verplicht als gevolg van afspraken met de markt.
Bijdragen aan agentschappen
De bijdragen aan agentschappen zijn voor 90% juridisch verplicht. Het restant is echter niet vrij beschikbaar omdat hiermee o.a. wordt bijgedragen aan het apparaat van het Rijksvastgoedbedrijf.
Bekostiging
De bekostiging van de zakelijke lasten is 100% juridisch verplicht.
E Toelichting op de instrumenten
9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting
Bijdrage aan agentschappen
RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis, Hoge Colleges van Staat en AZ)
Deze bijdragen zijn bedoeld voor betalingen aan het RVB om de kosten te dekken van huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van AZ. Hierbij geldt dat in het kader van de agentschapvorming van het RVB het noodzakelijk is geacht dat er sprake moet zijn van duidelijkere opdrachtgeverrelaties, waarbij genieten, beslissen en betalen meer in één hand liggen. Als gevolg hiervan worden deelbudgetten naar opdrachtgevers overgeboekt. Daarnaast wordt bezien of er met de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van AZ afspraken gemaakt kunnen gaan worden over een betere governance rond hun huisvesting.
Voor het Koninklijk Huis betreft het de drie staatspaleizen: paleis Huis ten Bosch, paleis Noordeinde en het Koninklijk Paleis te Amsterdam. De bijdrage is gesplitst naar de vier begrotingshoofdstukken ten behoeve waarvan de uitgaven worden gedaan.
In 2015 heeft het kabinet besloten om de uitgaven die worden gedaan voor de Koning uitgebreider toe te lichten. Op de begroting van Ministerie van BZK staan de huisvestingsbudgetten voor de paleizen. Hieronder volgt een nadere toelichting. Bij de begroting van de Koning (I) is een extracomptabele bijlage opgenomen waarin deze uitgaven ook worden gepresenteerd.
Specifieke toelichting huisvesting Koninklijk Huis
Krachtens de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (artikel 4) worden drie paleizen ter beschikking gesteld aan de Koning. Dit zijn paleis Huis ten Bosch, paleis Noordeinde en het Koninklijk Paleis te Amsterdam. De uitvoering hiervan vindt plaats via de begroting van BZK.
Als bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf voor huisvesting van het Koninklijk Huis, Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van AZ is in de begroting € 41 mln. opgenomen, waarvan bijna € 16 mln. voor de paleizen.
De bijna € 16 mln. voor de paleizen die aan het RVB wordt betaald, is opgebouwd uit een aantal componenten.
• ten eerste ruim € 6 mln. rente en afschrijving voor investeringen die via de leenfaciliteit zijn gefinancierd en zijn geactiveerd op de balans van het RVB;
• vervolgens ruim € 6 mln. voor regulier onderhoud. Hiervoor worden de technische installaties onderhouden en -indien zij aan het einde van hun technische levensduur zijn- vervangen, worden storingen verholpen, en worden gebouwen geschilderd, onderhouden en hersteld. Evenzo worden terreinen onderhouden en hersteld. Voor het onderhoud aan de paleizen geldt, vanwege het veelal monumentale karakter van de objecten, een hogere norm dan voor kantoren en;
• het restant (ruim € 3 mln.) betreft betalingen voor met name kleinere investeringen op basis van wet- en regelgeving (o.a. brandveiligheid), kosten voor kleinere aanpassingen, voor apparaatsinzet en voor heffingen.
Ook voor latere jaren zijn deze middelen nodig, omdat gebouwen structureel onderhouden moeten worden, er langdurig wordt afgeschreven en er rente wordt betaald op de leningen. In de middelen zijn begrepen de kosten voor rente en afschrijving van de investeringen in paleis Huis ten Bosch (circa € 0,9 mln. per jaar vanaf 2019).
Conform een toezegging van de Minister-President gedaan bij de behandeling van de ontwerpbegroting 2016 van de Koning geeft onderstaande meerjarenplanning inzicht in geplande onderzoeken naar en het meerjarig groot onderhoud/renovatie van de paleizen. Over de wijze waarop zulke projecten gefinancierd worden is de Tweede Kamer geïnformeerd in de brief van 2 december 2015 (Kamerstukken II 2015–2016, 34 300 XVIII, nr. 45).
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Onderzoek |
Koninklijk Paleis Amsterdam |
– |
– |
– |
– |
– |
Renovatie/groot onderhoud: |
||||||
Paleis Huis ten Bosch |
lopend |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
Koninklijk Paleis Amsterdam |
geen |
Start Renovatie Burgerzaal |
Renovatie Burgerzaal |
geen |
geen |
geen |
Paleis Noordeinde |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
Paleis Huis ten Bosch
De totale investeringen voor de renovatie zijn begroot op € 63,1 mln. conform de brief aan de Kamer uit november 2017 (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 XVIII, nr. 6). Via de begroting van het Ministerie van BZK wordt in totaal € 18 mln. bijgedragen aan de renovatie. De overige € 45,1 mln. komt ten laste van de voor het paleis gecreëerde voorziening op de balans van het agentschap RVB. Oplevering van het gerenoveerde paleis is voorzien eind 2018.
Paleis Noordeinde
Vanaf 2019 is onderhoud aan de logeervleugel van het paleis voorzien. Hierbij worden o.a. loden leidingen vervangen en de inrichting vernieuwd. De kosten van dit onderhoud worden binnen de beschikbare middelen gedekt.
Koninklijk Paleis Amsterdam
Eind 2018 wordt een multidisciplinair bouwhistorisch onderzoek in de Burgerzaal afgerond. Dit is nodig om een bouwkundig plan te kunnen maken voor een renovatie van de zaal vanaf 2019. Daarnaast zal in 2019 gestart worden met reparatie aan het dak en de timpaan /gevel aan de Nieuwezijds Voorburgwal, die door eerdere bezuinigingen niet konden worden uitgevoerd. De kosten voor deze werkzaamheden worden gedekt binnen de beschikbare begrotingsmiddelen.
RVB (Bijdrage voor monumenten)
De middelen zijn de bijdrage aan het RVB voor het beheer en onderhoud van een aantal monumenten dat naar hun aard niet geschikt is voor huisvesting van Rijksdiensten.
RVB (Bijdrage voor Rijkshuisvesting)
Het RVB draagt bij aan de realisatie van Rijksdoelstellingen door te werken aan energiebesparing in de Rijkshuisvesting, de duurzaamheid van de gebouwenvoorraad van het Rijk en de doelmatige werking van het Rijkshuisvestingstelsel. En ook door bij te dragen aan de totstandkoming van de Rijkswerkplek en uitvoering te geven aan professioneel publiek opdrachtgeverschap in de bouw. Dit gebeurt door middel van zorgvuldig en transparant aanbesteden, de coördinatie van deze diensten en afstemming met de markt. En ook door werkzaamheden van de Rijksbouwmeester voor de bevordering en bewaking van de kwaliteit van de architectuur, voor de stedenbouwkundige inpassing en van de beeldende kunst. Dit komt tot uiting bij het tot stand brengen, het wijzigen en het beheren van gebouwen, werken en terreinen waarover de zorg van het RVB zich uitstrekt.
Naast de experimentele projecten die zijn gestart om de mogelijkheden gericht op een energieneutrale gebouwde omgeving te verkennen, zijn projecten in uitvoering gericht op een circulaire economie op termijn (2050). Het Rijksvastgoedbedrijf beheert uiterlijk in 2030 de Rijkskantorenportefeuille circulair en heeft de ambitie dat alle opdrachten vanaf 2030 circulair zijn. Het RVB heeft daartoe onder meer samen met Rijkswaterstaat het initiatief genomen om het Platform Circulair Bouwen 2023 (CB»23) op te richten. Dit platform richt zich op het maken van bouwbrede afspraken over onder meer nieuwe werkwijzen, uniformering en normeringen. Binnen het RVB loopt het Programma Groene Technologieën. Op basis van de resultaten van de monitoring die in 2018 aanbesteed en gestart is, worden in 2019 de succesvolle innovaties die in de Testomgeving in Rijswijk en op voormalig vliegkamp Valkenburg getest zijn, waar mogelijk opgeschaald binnen de portefeuille van het RVB.
9.2. Beheer materiële activa
Opdrachten
Onderhoud- en beheerkosten
Het gaat hierbij om uitgaven voor onderhoud en beheer van de onroerende zaken (niet-Rijkshuisvesting) welke in het bezit zijn van het RVB. Beheerkosten zijn (externe) kosten in verband met ingebruikgeving en vervreemding, bijvoorbeeld energie-, beveiligings- en taxatiekosten.
Bekostiging
Zakelijke lasten
Het gaat hier om de betaling van door gemeenten en waterschappen opgelegde belastingen en heffingen op onroerende zaken in eigendom bij de Staat voor zover het niet de Rijkshuisvesting betreft. Gedacht moet worden aan de onroerendzaakbelasting, waterschapsheffingen en rioolheffingen bij de onroerende zaken van de Staat. De uitgaven bestaan voor circa 80% uit gemeentelasten en voor 20% uit waterschapslasten. De zakelijke lasten die samenhangen met Rijkshuisvesting worden verantwoord op de baten-lastenbegroting van het agentschap RVB.
Bijdrage aan agentschappen
RVB
Het betreft de bijdrage aan het RVB voor de uitvoering van de wettelijke taak van het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken (niet-Rijkshuisvesting) die de Staat toebehoren. Dit beheer betreft met name werkzaamheden rond (ver)huur, (erf)pacht, medegebruik en de verwerking van zakelijke lasten van het Rijk.
Ontvangsten
Zakelijke lasten
De ontvangsten betreffen met name terugbetalingen door huurders -niet zijnde Rijksgebruikers- van door het RVB betaalde gebruikerslasten.
Ingebruikgevingen
Het gaat hierbij om de ingebruikgeving (met name verpachting en verhuur) van de onroerende zaken van de Staat voor zover er voor de opbrengst uit ingebruikgeving geen middelenafspraak bestaat.
Vervreemding
Het gaat hierbij om de vervreemding van de (o.a. agrarische) onroerende zaken van de Staat, voor zover voor de opbrengst uit vervreemding geen middelenafspraak bestaat. De opbrengsten uit middelenafspraken worden verantwoord via de begrotingen van het vakdepartement.
Generale ontvangsten
Hieronder vallen de ontvangsten uit de verkoop van bodemmaterialen zoals zand en de ontvangsten uit de veiling van huurrechten van benzinestations langs rijkswegen.
Over de winst van een gedeelte van de generale ontvangsten moet het Ministerie van BZK vennootschapsbelasting afdragen. Deze uitgave vindt plaats op de begroting van BZK op niet-beleidsartikel 12 Algemeen.
A. Apparaatsuitgaven kerndepartement
Op dit artikel worden naast alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het kerndepartement ook de apparaatsuitgaven van de agentschappen gepresenteerd.
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. |
Verplichtingen: |
362.821 |
445.272 |
399.997 |
369.717 |
360.946 |
357.101 |
357.212 |
Waarvan garantieverplichtingen |
||||||||
Uitgaven: |
366.513 |
445.272 |
399.997 |
369.717 |
360.946 |
357.101 |
357.212 |
|
11.1 |
Apparaat (excl. AIVD) |
366.513 |
445.272 |
399.997 |
369.717 |
360.946 |
357.101 |
357.212 |
Personele uitgaven |
175.581 |
223.887 |
204.802 |
176.473 |
167.692 |
164.422 |
164.422 |
|
waarvan: Eigen personeel |
167.527 |
201.141 |
185.949 |
162.795 |
158.863 |
156.357 |
156.357 |
|
waarvan: Inhuur externen |
4.725 |
18.391 |
14.842 |
9.667 |
4.818 |
4.054 |
4.054 |
|
waarvan: Overige personele uitgaven |
3.329 |
4.355 |
4.011 |
4.011 |
4.011 |
4.011 |
4.011 |
|
Materiële uitgaven |
190.932 |
221.385 |
195.195 |
193.244 |
193.254 |
192.679 |
192.790 |
|
waarvan: Bijdrage SSO's |
177.366 |
196.620 |
179.375 |
179.006 |
179.011 |
178.511 |
178.511 |
|
waarvan: ICT |
1.525 |
8.207 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
waarvan: Overige materiële uitgaven |
12.041 |
16.558 |
15.820 |
14.238 |
14.243 |
14.168 |
14.279 |
|
Ontvangsten |
81.708 |
54.409 |
17.432 |
17.422 |
17.422 |
17.422 |
17.422 |
In deze tabel zijn de apparaatsuitgaven van het kerndepartement opgenomen, inclusief het Huis voor Klokkenluiders (HvK). De reeks is exclusief de apparaatsuitgaven van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Deze zijn vanwege het specifieke karakter begroot op beleidsartikel 2.
B. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven en -kosten inclusief agentschappen en ZBO/RWT’s
De apparaatskosten van BZK bestaan uit de apparaatsuitgaven voor het kerndepartement, de AIVD en de apparaatskosten voor acht baten-lastenagentschappen. In tabel 11.2 staan de structurele apparaatsuitgaven van het kerndepartement en de AIVD aangegeven.
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal apparaatsuitgaven Ministerie van BZK |
583.430 |
692.717 |
662.955 |
634.860 |
631.430 |
625.229 |
624.869 |
Kerndepartement |
366.513 |
445.272 |
399.997 |
369.717 |
360.946 |
357.101 |
357.212 |
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) |
216.917 |
247.445 |
262.958 |
265.143 |
270.484 |
268.128 |
267.657 |
Tabel 11.3 geeft een overzicht van de apparaatskosten van de baten-lastenagentschappen, de Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s) en de Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT’s).
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal apparaatskosten Agentschappen |
1.149.179 |
1.175.329 |
1.265.306 |
1.274.475 |
1.251.140 |
1.259.193 |
1.256.411 |
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) |
130.722 |
100.160 |
91.148 |
88.042 |
84.463 |
83.839 |
77.994 |
Logius |
175.837 |
205.861 |
228.368 |
228.604 |
202.800 |
207.044 |
211.787 |
P-Direkt |
71.324 |
76.247 |
86.871 |
88.953 |
89.077 |
86.662 |
84.982 |
Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) |
199.791 |
220.615 |
233.320 |
240.093 |
246.335 |
253.733 |
253.733 |
FMHaaglanden (FMH) |
112.968 |
110.293 |
115.336 |
115.219 |
115.219 |
115.219 |
115.219 |
SSC-ICT |
211.638 |
203.100 |
248.826 |
253.329 |
254.011 |
254.011 |
254.011 |
Rijksvastgoedbedrijf (RVB) |
235.036 |
248.737 |
251.706 |
250.504 |
249.504 |
248.954 |
248.954 |
Dienst van de Huurcommissie (DHC) |
11.863 |
10.316 |
9.731 |
9.731 |
9.731 |
9.731 |
9.731 |
Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's 1 |
2.155 |
189.254 |
200.522 |
200.343 |
198.346 |
197.349 |
195.187 |
Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP) |
1.313 |
1.254 |
1.522 |
1.343 |
1.346 |
1.349 |
1.187 |
Bureau Architectenregister2 |
842 |
||||||
Referendumcommissie |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Kadaster |
188.000 |
199.000 |
199.000 |
197.000 |
196.000 |
194.000 |
BZK verstrekt bijdragen aan vijf begrotingsgefinancierde ZBO’s en RWT’s: Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP), Huis voor Klokkenluiders (HVK), de Referendumcommissie, de Huurcommissie en het Kadaster. De apparaatskosten van het HVK en de Huurcommissie zijn hier niet vermeld, omdat ze respectievelijk worden bekostigd vanuit de apparaatskosten van het kerndepartement (artikel 11) en de apparaatskosten van het agentschap Dienst van de Huurcommissie (DHC). De apparaatsuitgaven voor de Referendumcommissie worden geraamd op nihil, tenzij er in een jaar een referendum wordt voorzien. Bij de SAIP worden de apparaatskosten niet alleen door BZK gefinancierd, maar ook door andere opdrachtgevende ministeries en derden. Voor meer informatie over de ZBO’s en RWT’s van BZK zie de bijlage ZBO’s en RWT’s in de begrotingshoofdstukken IIB en VII.
Het Bureau Architectenregister valt per 1 juli 2017 onder het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
C. Apparaatsuitgaven per Directoraat Generaal
Om de Tweede Kamer inzicht te bieden in de apparaatsuitgaven per beleidsterrein wordt in tabel 11.4 weergegeven wat de apparaatsuitgaven zijn per onderdeel van het Ministerie van BZK.
Directoraat Generaal |
2019 |
---|---|
Totaal apparaat |
399.997 |
Algemene Bestuursdienst (Bureau ABD) |
31.104 |
Bestuur, Ruimte en Wonen (DGBRW) |
2.275 |
Koninkrijksrelaties (DGKR) |
2.699 |
Omgevingswet (Programma DG OW) |
17.646 |
Overheidsorganisatie (DGOO) |
161.811 |
Vastgoed en bedrijfsvoering Rijk (DGVBR) |
14.779 |
SG-Cluster (SGC) |
166.689 |
Huis voor Klokkenluiders |
2.994 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. |
Verplichtingen: |
13.328 |
12.421 |
6.558 |
11.406 |
8.930 |
7.680 |
7.680 |
Waarvan garantieverplichtingen |
||||||||
Uitgaven: |
13.354 |
12.421 |
6.558 |
11.406 |
8.930 |
7.680 |
7.680 |
|
Waarvan juridisch verplicht (percentage) |
||||||||
12.1 |
Algemeen |
13.354 |
12.421 |
6.558 |
11.406 |
8.895 |
7.645 |
7.645 |
Subsidies |
776 |
444 |
444 |
445 |
434 |
434 |
434 |
|
Diverse subsidies |
603 |
394 |
394 |
395 |
384 |
384 |
384 |
|
Koninklijk Paleis Amsterdam |
173 |
50 |
50 |
50 |
50 |
50 |
50 |
|
Opdrachten |
662 |
912 |
912 |
759 |
759 |
759 |
759 |
|
Diverse opdrachten |
140 |
313 |
313 |
389 |
408 |
408 |
408 |
|
Internationale Samenwerking |
522 |
599 |
599 |
370 |
351 |
351 |
351 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
13 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Diverse bijdragen |
13 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken |
11.903 |
11.065 |
5.202 |
10.202 |
7.702 |
6.452 |
6.452 |
|
Financiën en Nationale Schuld (Belastingdienst) |
11.903 |
11.065 |
5.202 |
10.202 |
7.702 |
6.452 |
6.452 |
|
12.2 |
Verzameluitkeringen |
0 |
0 |
0 |
0 |
35 |
35 |
35 |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
35 |
35 |
35 |
|
IPSV en impulsbudget |
0 |
0 |
0 |
0 |
35 |
35 |
35 |
|
Ontvangsten |
1.500 |
890 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
12.1 Algemeen
Subsidies
Diverse subsidies
Dit betreft voornamelijk de subsidie aan de Stichting Parlementaire Geschiedenis voor exploitatie van het Centrum Parlementaire Geschiedenis (CPG).
Opdrachten
Internationale Samenwerking en diverse opdrachten
Budget is opgenomen voor het versterken van de strategische, constitutionele en wetgevende, internationale en economische advisering voor BZK breed en dient als verbindende spil tussen de (beleids)directies onderling en de politieke en ambtelijke leiding. Hier worden opdrachten verstrekt die ondersteunend zijn aan bovengenoemd doel en daarbij vaak een (specifiek) beleidsveld overstijgend karakter hebben.
Daarbij is een veilige informatievoorziening en verbetering van de ICT prioriteit. Hier zorgt de CIO-office voor samenhang in de informatievoorziening en voor de verdere versterking van de beheersing van de projecten met een ICT-component, waaronder het meehelpen bij het doorvertalen van beleidsdoelen naar ICT. Het budget voor de CIO-office wordt aangewend om bij te dragen aan de verdere inrichting van strategische advisering en toezicht, IT-governance en securitygovernance, informatievoorziening en professionalisering.
Voorts zijn middelen bestemd voor de inrichting van de crisisbeheersingsorganisatie bij BZK en voor fysieke- en informatiebeveiliging van de organisatie op basis van risicomanagement. Naast bovenstaande zal bijzondere aandacht uitgaan naar de verdere versterking en inrichting van de adviescapaciteit op het gebied van Openbare Orde, Inlichtingen en Veiligheid.
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken
Financiën en Nationale Schuld (Belastingdienst)
Vanaf 2016 moet over de winst op een aantal activiteiten op de begroting van BZK en daaronder vallende agentschappen vennootschapsbelasting (VPB) worden afgedragen. Het Ministerie van BZK ontvangt één aanslag van de Belastingdienst. Deze wordt verantwoord onder artikel 12 Algemeen. De uitgave aan VPB betreft de voorlopige aanslag voor 2019 over de winst op de generale en specifieke ontvangsten van artikel 9 (Uitvoering Rijksvastgoedbeleid) van deze begroting.
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. |
Verplichtingen: |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan garantieverplichtingen |
||||||||
Uitgaven: |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
13.1 |
Loonbijstelling |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
13.2 |
Prijsbijstelling |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
13.3 |
Onvoorzien |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten: |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Inleiding
RvIG is de autoriteit en regisseur van het veilig en betrouwbaar gebruik van identiteitsgegevens en is de uitvoeringsorganisatie op het gebied van persoonsgegevens en reisdocumenten voor het Koninkrijk der Nederlanden. In een constant veranderende samenleving is de veiligheid en betrouwbaarheid van identiteitsgegevens van essentieel belang.
RvIG streeft samen met ketenpartners naar een uitstekende dienstverlening voor burgers. Zowel analoog als digitaal, en toekomstbestendig door innovatie.
RvIG is verantwoordelijk voor de volgende stelsels:
• de Basisregistratie personen (BRP);
• de beheervoorziening burgerservicenummer (BV-BSN);
• het systeem van aanvraag, productie en distributie van reisdocumenten;
• de persoonsinformatievoorziening van het Caribisch gebied (PIVA);
Verder beheert RvIG de volgende registers:
• het Register Paspoortsignaleringen (RPS);
• het Basisregister Reisdocumenten (BRR);
• het Verificatieregister Reisdocumenten (VR).
Onder RvIG valt verder ook het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude (CMI).
Producten:
Basisregistratie personen (BRP)
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor de registratie van ingezetenen, de Basisregistratie personen (BRP) en de Registratie niet-ingezetenen (RNI). Deze registraties vormen samen het BRP stelsel en is een kernproduct uit de RvIG productportfolio. Onderstaand de speerpunten voor 2019 van RvIG in het kader van de BRP werkzaamheden.
• Uitvoering van de kwaliteitsmonitor is een jaarlijkse kwaliteitsmeting die deels uit een zelfevaluatie en deels uit een bestandscontrole bestaat. Ook in 2019 dienen alle gemeenten deze kwaliteitsmeting onder toezicht van RvIG uit te voeren.
• Health check
Aanleiding voor de health check is het beëindigen van Operatie BRP zoals door de toenmalig Minister van BZK in het Algemeen Overleg op 5 juli 2017 aan de Tweede Kamer is toegezegd. Daarop heeft de Minister van BZK ook de toezegging gedaan, dat er onderzoek naar het toekomstvast maken van de bestaande centrale voorziening GBA-V zal worden uitgevoerd. De werkzaamheden die onder de health check vallen, zijn de volgende:
A. Uitgesteld onderhoud van de RNI, Schouwen & Toetsen, Wet Besluit en Regeling BRP en het Logisch Ontwerp BRP;
B. Gegevensverstrekking volgens overheidsstandaarden;
C. Oplossen van knelpunten
De extra geraamde kosten voor de health check 2018/2019/2020 bedragen € 14,7 mln., waarvan € 6,8 mln. voor 2019 en € 6,4 mln. voor 2020.
Burgerservicenummer (BSN)
RvIG is verantwoordelijk voor de beheervoorziening BSN. Hieronder valt het beheer van de voorziening voor het genereren, distribueren, toekennen en beheren van burgerservicenummers.
De werkzaamheden die RvIG voor de BSN uitvoert zijn:
• Het zorgdragen voor gedegen voorzieningen voor het stellen van verificatievragen over de identiteit van een persoon en over Nederlandse identiteitsdocumenten;
• Het beheer van het foutenmeldpunt voor het melden van vermoedens over BSN nummerfouten;
• Het beheren van de voorzieningen met behulp waarvan algemene informatie beschikbaar wordt gesteld met betrekking tot het gebruik van burgerservicenummers en de gegevensverwerking van gebruikers;
• Het beheren van de voorziening waar burgers met vragen en klachten over het gebruik van hun BSN terecht kunnen (BSN-punt).
Reisdocumenten
RvIG ziet in zijn verantwoordelijkheid voor het reisdocumentenstelsel toe op de productie van paspoorten en Nederlandse identiteitskaarten (NIK) en het aanvraag- en uitgifteproces bij uitgevende instanties. Daarnaast beheert RvIG drie registers.
In 2019 zal een start worden gemaakt met de voorbereidende werkzaamheden voor de aanbesteding van de paspoorten en de vervanging van het Reisdocumenten Aanvraag- en Archiefstation (RAAS). Deze twee contracten voor het reisdocumentenstelsel vervallen begin 2021.
Caribisch gebied
In 2019 wordt gezamenlijk met het Caribisch gebied, zijnde de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Caribisch Nederland) en de landen binnen het koninkrijk der Nederlanden (Aruba, Curaçao en Sint Maarten), gewerkt aan verdere kwaliteitsverbetering van de bevolkingsadministraties. In samenwerking met het Openbaar Lichaam Sint Eustatius wordt over de periode 1 maart 2017 tot 1 maart 2021 duurzame ondersteuning geboden in de vorm van personele inzet van RvIG medewerkers bij de afdeling burgerzaken. Daarbij wordt met name aandacht besteed aan het opleiden van de lokale medewerkers. Samen met de Rijksdiensten en de afdelingen burgerzaken in het Caribisch Nederland wordt verder gewerkt aan verbetering van de kwaliteit en het gebruik van PIVA-V (Persoonsinformatievoorziening Nederlandse Antillen en Aruba-Verstrekkingen). Daarnaast zullen de beheer- en onderhoudstaken van de PIVA-V, PGK (PIVA-GBA Koppeling) en de Sédula worden voortgezet.
Elektronische Identiteit (eID(AS)-stelsel)
eID is een programma om met behulp van elektronische identiteit (eID) op een hoogbetrouwbare manier digitale dienstverlening mogelijk te maken van (semi) overheid aan burgers, en bedrijven binnen Europa.
Het eID-stelsel wordt in het najaar door RvIG in gebruik genomen.
In 2019 zal RvIG ook het stelselbeheer over het BRP koppelpunt voeren, een van de voorzieningen binnen eIDAS. De impact hiervan is nog geen onderdeel van de OW 2019.
Centraal Meldpunt Identiteitsfraude (CMI)
Het CMI begeleidt slachtoffers van identiteitsfraude. Tevens begeleidt het CMI burgers met fouten met betrekking tot hun persoonsgegevens. Het aantal meldingen blijft jaarlijks toenemen. Er is een plan opgesteld voor doorontwikkeling van het Meldpunt. RvIG fungeert als ketenregisseur en schakelt indien nodig ketenpartners als Politie, Belastingdienst, RDW, IND en Logius in.
Ontwikkelingen
RvIG vervult een rol in de Digitale agenda Rijksdienst. Hierbij wordt samengewerkt met publieke-, private- en wetenschappelijke partijen. RvIG wil de essentie van e-governance en digital citizenship verkennen.
Staat van baten en lasten
2017 Stand Slotwet |
2018 Vastgestelde begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten |
||||||||
Omzet moederdepartement |
42.746 |
26.399 |
35.944 |
39.559 |
33.750 |
33.543 |
33.738 |
|
Omzet overige departementen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Omzet derden |
120.241 |
98.519 |
32.603 |
24.281 |
26.138 |
28.278 |
22.226 |
|
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
20.407 |
26.172 |
26.545 |
23.988 |
24.000 |
|
Bijzondere baten |
0 |
0 |
4.737 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal baten |
162.987 |
124.918 |
93.691 |
90.012 |
86.433 |
85.809 |
79.964 |
|
Lasten |
||||||||
Apparaatskosten |
130.722 |
100.160 |
91.148 |
88.042 |
84.463 |
83.839 |
77.994 |
|
– |
personele kosten |
17.410 |
15.156 |
16.788 |
17.019 |
17.254 |
17.492 |
17.733 |
waarvan eigen personeel |
13.664 |
11.743 |
13.859 |
14.059 |
14.262 |
14.468 |
14.677 |
|
waarvan externe inhuur |
3.746 |
3.413 |
2.929 |
2.960 |
2.992 |
3.024 |
3.056 |
|
waarvan overige personele kosten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
materiële kosten |
113.312 |
85.005 |
74.360 |
71.023 |
67.209 |
66.347 |
60.261 |
waarvan apparaat ICT |
731 |
904 |
1.250 |
1.250 |
1.250 |
1.250 |
1.250 |
|
waarvan bijdrage aan SSO's |
83 |
665 |
165 |
165 |
165 |
165 |
165 |
|
waarvan overige materiële kosten |
112.498 |
83.436 |
72.945 |
69.608 |
65.794 |
64.932 |
58.846 |
|
Rentelasten |
11 |
60 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Afschrijvingskosten |
4.301 |
3.487 |
1.350 |
1.970 |
1.970 |
1.970 |
1.970 |
|
– |
materieel |
3.930 |
3.487 |
1.350 |
1.970 |
1.970 |
1.970 |
1.970 |
waarvan apparaat ICT |
0 |
1.500 |
1.350 |
1.970 |
1.970 |
1.970 |
1.970 |
|
– |
immaterieel |
371 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige kosten |
21.213 |
21.211 |
1.193 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
dotaties voorzieningen |
21.213 |
21.211 |
1.193 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– |
bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
156.247 |
124.918 |
93.691 |
90.012 |
86.433 |
85.809 |
79.964 |
|
Voorlopige exploitatieresultaat |
6.740 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
waarvan te restitueren aan BRP gebruikers |
4.737 |
|||||||
waarvan te restitueren aan opdrachtgever Reisdoc. |
2.003 |
|||||||
Saldo baten lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
De kosten voor het beheren van de BRP worden doorberekend aan de gebruikers met een kostendekkend tarief in de vorm van een abonnementsprijs. De financieringssystematiek zal in 2019 gelijk zijn aan 2018. De kosten voor het beheren van de reisdocumentenketen, innovatie, investering en de kosten van de productie en distributie worden in de huidige systematiek gedekt uit het tarief dat RvIG in rekening brengt bij de uitgevende instanties. De overige opdrachten worden betaald door de opdrachtgever, namelijk het Ministerie van BZK.
Baten
De omzet van het moederdepartement bestaat grotendeels uit:
• de abonnementen voor het gebruik van de BRP door de afnemers die met ingang van 1 januari 2008 onder de budgetfinanciering vallen (€ 22,1 mln.);
• de bijdrage in de kosten van de BV-BSN (€ 4,5 mln.);
• de bijdrage in de kosten voor de voorziening PIVA-V en Sédula (€ 1,5 mln.);
• de bijdrage CMI (€ 0,7 mln.);
• de bijdrage in de kosten voor de Health Check (€ 6,8 mln.).
De omzet van derden bestaat vooral uit:
• de opbrengsten van de afnemers van de BRP die niet onder budgetfinanciering vallen (€ 9,5 mln.);
• de leges voor de reisdocumenten die de uitgevende instanties aan RvIG afdragen (€ 23,0 mln.). Dit bedrag is fors lager dan in voorgaande jaren. 2019 is het eerste jaar van de dip veroorzaakt door de 10 jaar geldigheid van het paspoort.
Vrijval voorziening
Om te voorkomen dat er grote fluctuaties in de kostprijs van reisdocumenten ontstaan als gevolg van de invoering van de 10-jarige geldigheid, maakt RvIG gebruik van een egalisatierekening. Dit maakt realisatie van kostendekkendheid over 10 jaar mogelijk. Vanaf 2019 zal per jaar een deel van de het opgebouwde bedrag op de egalisatierekening vrijvallen om de kostprijs gelijk te houden. In 2019 is dat bedrag € 20,4 mln.
Bijzondere baten
Dit betreft een omzetting van de schuld aan gebruikers van € 4,7 mln. (exploitatieresultaat 2017) in een bijdrage om het tarief 2019 gelijk te houden aan dat van 2018.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
De personele lasten bedragen € 16,7 mln. De verhoging van de eigen personele kosten heeft o.a. te maken met de verambtelijking en extra taken. De externe inhuur is licht gedaald. Er is nog geen zicht of de invoering van AVG leidt tot een toename van het aantal verzoeken van burgers om inzage in hun persoonsgegevens.
Materiële kosten
Het grootste gedeelte van de lasten betreft de kosten die worden gemaakt voor de productie en distributie van de reisdocumenten. Deze kosten, die onderdeel uitmaken van de overige materiële kosten, zijn fors afgenomen door de dip in de vraag naar reisdocumenten. Andere lasten worden veroorzaakt door het in stand houden van het BRP-netwerk, het beheer van de centrale verstrekkingvoorziening van de BRP (GBA-V en RNI) en de beheervoorziening BSN, CMI, PIVA-V en Sédula. Voor de uitvoering van de taken maakt RvIG gebruik van geautomatiseerde systemen die werken op een technische infrastructuur. De technische infrastructuur en het beheer daarvan zijn vervangen en uitgebreid. Hiermee sluit RvIG aan op de doelstellingen van de compacte Rijksdienst en de informatiestrategie (I-strategie).
Afschrijvingskosten
Op de materiële activa wordt in 2019 € 1,3 mln. afgeschreven. Dit betreft de afschrijving op de investering van de vernieuwde RvIG-infrastructuur. Deze kosten zijn lager dan in 2018 doordat een groot deel van de activa in 2019 is afgeschreven. Er zal verder geïnvesteerd worden in de ontwikkeling van de infrastructuur.
Dotatie voorzieningen
Het betreft de dotatie aan de egalisatievoorziening reisdocumenten voor de eerste drie maanden van 2019. Hierna stopt de opbouw en loopt de periode van 5 jaar af waarin de voorziening is opgebouwd om de daling van de opbrengsten van de paspoorten, vanwege de 10-jaar geldigheid, op te vangen.
Kasstroomoverzicht
2017 Stand Slotwet |
2018 Vastgestelde begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. |
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen |
99.447 |
120.181 |
139.446 |
114.845 |
88.643 |
62.068 |
38.050 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom |
167.660 |
124.918 |
68.547 |
63.840 |
59.888 |
61.821 |
55.964 |
|
–/– totaal uitgaven operationele kasstroom |
– 146.857 |
– 100.220 |
– 91.148 |
– 88.042 |
– 84.463 |
– 83.839 |
– 77.994 |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
20.803 |
24.698 |
– 22.601 |
– 24.202 |
– 24.575 |
– 22.018 |
– 22.030 |
–/– totaal investeringen |
– 101 |
– 7.000 |
– 2.000 |
– 2.000 |
– 2.000 |
– 2.000 |
– 2.000 |
|
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3. |
Totaal investeringskasstroom |
– 101 |
– 7.000 |
– 2.000 |
– 2.000 |
– 2.000 |
– 2.000 |
– 2.000 |
–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement |
– 4.800 |
– 3.433 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
+/+ eenmalige storting door moederdepartement |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
–/– aflossingen op leningen |
– 2.500 |
– 2.000 |
– 2.000 |
– 2.000 |
– 2.000 |
– 2.000 |
– 2.000 |
|
+/+ beroep op leenfaciliteit |
0 |
7.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
– 7.300 |
1.567 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
5. |
Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) (noot: maximale roodstand 0,5 mln. euro) |
112.849 |
139.446 |
114.845 |
88.643 |
62.068 |
38.050 |
14.020 |
Toelichting
Operationele kasstroom
In 2019 zal de operationele kasstroom een negatief saldo vertonen. Dit wordt veroorzaakt doordat in 2019 het aantal aangevraagde 10-jarige reisdocumenten sterk zal teruglopen waardoor kasontvangsten ook zullen teruglopen.
Investeringskasstroom
Voor 2019 wordt de omvang van de investeringen geraamd op € 2 mln. Het grootste deel van de investeringen betreft investeringen ten behoeve van de technische infrastructuur. Desinvesteringen worden niet verwacht. De omvang van de investeringen aan de technische infrastructuur zal ook afhankelijk zijn van de keuzes die gemaakt worden ten aanzien van dienstverlening van andere organisaties binnen het Rijk. De keuze om de investering zelf te doen of de diensteverlening in te kopen bij andere organisaties binnen het Rijk moet nog worden gemaakt.
Beroep op leenfaciliteit
Het beroep op de leenfaciliteit omvat de door RvIG bij het Ministerie van Financiën geleende bedragen. Het beroep op de leenfaciliteit wordt gedaan ter financiering van investeringen in de infrastructuur.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
2017 Stand Slotwet |
2018 Vastgestelde begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel |
|||||||
Kostprijzen per product (in euro) |
|||||||
Abonnementsstructuur (B) |
2.430 |
2.430 |
2.430 |
2.430 |
2.430 |
2.430 |
2.430 |
Reisdocumenten: Paspoort 5 jaar |
21,31 |
21,31 |
21,78 |
21,78 |
21,78 |
21,78 |
21,78 |
Reisdocumenten: Paspoort 10 jaar |
34,61 |
34,61 |
35,37 |
35,37 |
35,37 |
35,37 |
35,37 |
Identiteitskaart 5 jaar |
5,33 |
5,33 |
5,45 |
5,45 |
5,45 |
5,45 |
5,45 |
Identiteitskaart 10 jaar |
27,36 |
27,36 |
27,96 |
27,96 |
27,96 |
27,96 |
27,96 |
Omzet per productgroep (bedragen x 1.000 euro): |
|||||||
BRP |
33.547 |
27.588 |
31.742 |
37.463 |
37.700 |
37.941 |
38.185 |
Reisdocumenten |
11.008 |
90.205 |
23.049 |
12.997 |
14.782 |
16.850 |
10.723 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) |
170 |
166 |
167 |
167 |
167 |
167 |
167 |
Saldo van baten en lasten (%) |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
Omschrijving Specifiek Deel |
|||||||
ICT diensten |
|||||||
Kwaliteitsindicatoren |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
Beschikbaarheid GBA netwerk |
100,0% |
100% |
100% |
100% |
100% |
100% |
100% |
Beschikbaarheid GBA -V |
100,0% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
Responstijd GBA-V |
<3 sec |
<3 sec |
<3 sec |
<3 sec |
<3 sec |
<3 sec |
<3 sec |
Beschikbaarheid Basisregister |
100,0% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
Beschikbaarheid Verificatieregister |
100,0% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
Beschikbaarheid BSN |
100,0% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
Klanttevredenheid |
7,4 |
n.v.t. |
7,5 |
n.v.t. |
7,5 |
n.v.t. |
7,5 |
Doorlichting uitgevoerd cq. gepland in: |
2020 |
Toelichting
De doelmatigheid van RvIG wordt inzichtelijk gemaakt door tarieven voor de reisdocumenten en de BRP en indicatoren met betrekking tot de kwaliteit van deze producten op te nemen.
Kostprijs per product
De hoogte van de leges die RvIG in rekening brengt bij de uitgevende instanties, zoals de gemeenten, de buitenlandse posten en de Caribische gemeenten (Bonaire, Eustatius en Saba), is gelijk aan de kostprijs van de documenten. De gepresenteerde kostprijs is exclusief de gemeentelijke leges en eventuele spoedtoeslagen. In de stijgingen van de kosten voor de komende jaren is rekening gehouden met een prijsindexcijfer.
Het BRP-tarief is onder andere door doelmatigheidsresultaten uit efficiëntere inkoop en aanbesteding stabiel gebleven ten opzichte van 2017 en 2018. Het maximale tarief opgenomen in de abonnementen voor 2019 is € 0,24 per bericht. Gebruik binnen de bandbreedte van het abonnement leidt tot een lagere prijs per bericht (staffel). De bandbreedte van het meest gebruikte abonnement B bedraagt 10.000–100.000 berichten (maximale tarief).
FTE-totaal
Het aantal FTE zal in 2019 nagenoeg gelijk zijn aan 2018.
Beschikbaarheid
De doelstelling in 2019 is het halen van de gestelde normen, als opgenomen in de tabel.
Klanttevredenheid
Tweejaarlijks vindt er een klanttevredenheidsonderzoek plaats, het eerstvolgende onderzoek staat gepland voor 2019.
Inleiding
Logius biedt als uitvoeringsorganisatie voor de hele overheid betrouwbare en generieke ICT-oplossingen die alle publieke organisaties eenvoudig kunnen gebruiken. De producten van Logius zorgen voor een veilige toegang en gegevensuitwisseling binnen de digitale overheid, waarmee overheid, bedrijven en burgers in staat zijn om snel, eenvoudig en veilig met elkaar te communiceren. Logius bewaakt mede de samenhang op de generieke digitale infrastructuur. We werken voor alle publieke organisaties. We zijn transparant in wat we doen. We geven inzicht in de belangen die er spelen en de keuzes die we maken of voorstellen. Daarbij hebben we oog voor wat bij de eindgebruikers speelt. Zo zorgen we voor een evenwichtige digitale overheid. Hierdoor kunnen publieke organisaties zich maximaal richten op hun kerntaken. Logius biedt dienstverlening op de volgende gebieden:
Toegang: Logius biedt inlogmethodes waardoor mensen en organisaties veilig toegang krijgen tot de digitale overheid.
Standaarden en stelsels: Via standaarden en stelsels zorgt Logius voor eenduidigheid, herbruikbaarheid en generieke oplossingen binnen de digitale overheid.
Gegevensuitwisseling: Logius biedt oplossingen voor elektronisch berichtenverkeer tussen overheden en hun ketenpartners. Dit maakt ontsluiten en beschikbaar stellen van gegevens mogelijk én hierdoor wordt informatie maar één keer aangeleverd.
Producten
DigiD
Met DigiD kunnen personen inloggen en zich identificeren voor de digitale dienstverlening van verschillende overheidsdiensten en daarmee hun zaken met de overheid veilig regelen. Logius beheert de bestaande DigiD voorziening en werkt daarnaast continu aan verbetering en uitbreiding van de functionaliteit en betrouwbaarheidsniveaus van DigiD, onder andere op gebied van de DigiD app, en verhoging van de betrouwbaarheid van verificatieniveaus bij inloggen tot DigiD Substantieel en DigiD Hoog.
MijnOverheid
MijnOverheid is de persoonlijke website van burgers voor overheidszaken. Zij kunnen daar hun digitale post van meerdere overheidsorganisaties ontvangen, hun lopende zaken met overheidsorganisaties volgen en bekijken welke gegevens de overheid over hen heeft.
Logius stelt het gebruikersperspectief centraal bij de ontwikkeling van dienstverlening. Zo wordt onder meer opvolging gegeven aan de aanbevelingen van de ombudsman in zijn rapport «Hoezo MijnOverheid», zoals het doorontwikkelen van de Berichtenbox app.
Digipoort
Digipoort is een ICT-faciliteit waar berichtenverkeer voor de overheid afgehandeld wordt. Met Digipoort worden belangrijke stappen geautomatiseerd in het verwerkingsproces van grote hoeveelheden aangiftes, rapportages of meldingen, bijvoorbeeld het onderling gegevens uitwisselen tussen bedrijven, semi-overheden en overheden en verantwoordingsinformatie aanleveren aan de overheid.
Het huidige contract voor de elektronische berichtenverkeervoorziening voor Digipoort loopt eind 2019 af. Inmiddels heeft Logius de voorbereidingen voor een nieuw contract gestart met als belangrijke criteria gebruikersgemak, continuïteit, veiligheid, wendbaarheid en doelmatigheid.
Overige toegangsdiensten
Logius beheert en ontwikkelt naast DigiD ook andere toegangsdiensten zoals (DigiD) Machtigen, eHerkenning, PKI Overheid en BSNk, en werkt mee aan de ontwikkeling van het eID stelsel.
Speerpunten 2019
Doorbelasting
Het kabinet heeft in februari 2017 besloten de exploitatiekosten van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) door te belasten aan de publieke en private organisaties die de voorzieningen gebruiken in hun dienstverlening aan burgers en bedrijven. Dit is in 2018 geëffectueerd voor DigiD, MijnOverheid en Digipoort. Vanaf 2019 wordt dit doorgevoerd voor alle overige GDI-voorzieningen. De doorbelasting leidt tot omvangrijke administratieve gevolgen.
Organisatieontwikkeling
De doorbelasting van GDI-voorzieningen leidt tot veranderende verhouding met de opdrachtgevers, afnemers en bekostigers. Logius wil in 2019 de eigen interne organisatie hierop aanpassen om naar de toekomst de benodigde wendbaarheid om in te spelen op de wensen van de afnemers blijvend te vergroten. Concreet betekent dit dat Logius investeert in de kwaliteit van de dienstverlening, een professionele relatie met de afnemers, de kwaliteit van de organisatie en samenhang ervan.
Staat van baten en lasten
2017 Stand Slotwet |
2018 Vastgestelde begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten |
||||||||
Omzet moederdepartement |
108.616 |
61.643 |
26.471 |
26.227 |
23.272 |
23.758 |
24.301 |
|
Omzet overige departementen |
68.070 |
88.425 |
153.580 |
153.858 |
136.524 |
139.375 |
142.561 |
|
Omzet derden |
3.070 |
56.263 |
48.728 |
48.950 |
43.435 |
44.342 |
45.356 |
|
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijzondere baten |
394 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal baten |
180.150 |
206.331 |
228.779 |
229.015 |
203.211 |
207.455 |
212.198 |
|
Lasten |
||||||||
Apparaatskosten |
175.837 |
205.861 |
228.368 |
228.604 |
202.800 |
207.044 |
211.787 |
|
– |
personele kosten |
52.968 |
68.737 |
53.613 |
55.712 |
56.955 |
57.720 |
58.500 |
waarvan eigen personeel |
24.667 |
31.136 |
29.967 |
29.289 |
32.027 |
32.741 |
33.469 |
|
waarvan externe inhuur |
26.773 |
35.333 |
21.394 |
23.923 |
22.378 |
22.378 |
22.378 |
|
waarvan overige personele kosten |
1.528 |
2.268 |
2.252 |
2.500 |
2.550 |
2.601 |
2.653 |
|
– |
materiële kosten |
122.869 |
137.124 |
174.755 |
172.892 |
145.845 |
149.324 |
153.287 |
waarvan apparaat ICT |
3.415 |
4.132 |
3.500 |
3.700 |
3.885 |
4.079 |
4.283 |
|
waarvan bijdrage aan SSO's |
115 |
129 |
200 |
200 |
210 |
221 |
232 |
|
waarvan overige materiele kosten |
119.339 |
132.863 |
171.055 |
168.992 |
141.750 |
145.024 |
148.772 |
|
Rentelasten |
0 |
0 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
|
Afschrijvingskosten |
763 |
470 |
410 |
410 |
410 |
410 |
410 |
|
– |
materieel |
763 |
470 |
410 |
410 |
410 |
410 |
410 |
waarvan apparaat ICT |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
immaterieel |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige kosten |
1.727 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
dotaties voorzieningen |
1.727 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– |
bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
178.327 |
206.331 |
228.779 |
229.015 |
203.211 |
207.455 |
212.198 |
|
Saldo van baten en lasten |
1.823 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Baten
Omzet moederdepartement, overige departementen en derden
De begrote omzet voor 2019 is € 229 mln. De omzetstijging in 2019 en 2020 is een gevolg van eenmalige kosten voor de aanbesteding, migratie en transitie van enkele grote contracten in het kader van infrastructuur, middleware en applicatiesoftware. Aangezien Logius kostendekkende tarieven in rekening brengt en deze eenmalige kosten geen investeringen betreffen worden deze kosten in het betreffende jaar in rekening gebracht bij opdrachtgevers en/of afnemers.
Als gevolg van het kabinetsbesluit in februari 2017 zal de omzet voor beheer en exploitatie van de overige GDI-voorzieningen worden doorbelast. Sommige onderdelen worden al vanaf 2018 doorbelast, de resterende onderdelen volgen in 2019. Het gevolg is dat de omzet niet meer alleen van de beleidsopdrachtgevers (Ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) wordt ontvangen, maar ook van derden zoals ZBO’s, gemeenten, provincies en waterschappen.
Daarnaast zijn er een aantal ontwikkelingen zoals het uitbreiden van de betrouwbaarheidsniveaus DigiD (substantieel en hoog) en de ontwikkeling van een portaal voor een MijnOverheid voor Ondernemers (MOvO). Voor deze ontwikkelingen ontvangt Logius gelden van de beleidsopdrachtgever.
Onderstaande tabel geeft de omzetverdeling 2019 weer van de voorzieningen.
Moederdepartement |
Overige departementen |
Derden |
|
---|---|---|---|
GDI-voorzieningen |
|||
eID |
12,0 |
0,0 |
0,0 |
Programma Machtigen |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
MijnOverheid (inclusief Berichtenvoorziening) |
1,0 |
23,6 |
13,9 |
ETD eHerkenning/Idensys |
3,6 |
0,0 |
0,0 |
Bureau Forum Standaardisatie – Standaarden |
1,4 |
0,7 |
0,0 |
Diginetwerk |
0,0 |
1,1 |
1,3 |
Digitoegankelijk |
0,0 |
0,5 |
0,1 |
DigiD |
0,0 |
9,3 |
24,3 |
Digipoort FS |
0,0 |
2,5 |
0,2 |
Digipoort SBR |
0,8 |
31,3 |
5,3 |
DigiD Machtigen |
0,0 |
13,6 |
0,1 |
Stelselvoorzieningen |
0,5 |
12,3 |
2,3 |
Digipoort HT |
0,0 |
44,7 |
0,0 |
PKI Overheid |
0,0 |
1,1 |
0,2 |
e-Factureren |
0,0 |
5,5 |
0,0 |
Samenwerkende catalogi |
0,0 |
0,3 |
0,1 |
eIDAS |
0,0 |
0,8 |
0,0 |
Niet GDI-voorzieningen |
|||
Haagse Ring |
6,3 |
0,9 |
0,0 |
Digiinkoop |
0,4 |
3,4 |
0,0 |
Rijksdiensten |
0,2 |
1,7 |
0,0 |
Centrale Catalogi |
0,0 |
0,4 |
0,0 |
DigiZSM |
0,0 |
0,0 |
1,1 |
Totaal |
26,2 |
153,7 |
48,9 |
Lasten
Personele kosten
De kosten voor eigen personeel zijn gebaseerd op een formatie van 355,8 fte’s per 31 december 2018. Voor het overige deel aan personele inzet wordt extern ingehuurd. De combinatie van organisatorische randvoorwaarden (formatie), arbeidsmarktproblematiek (schaarste aan ICT-personeel) en politiek-bestuurlijke urgenties (nieuwe werkzaamheden) maakt dat bij Logius het aandeel externe inhuur hoog is. Daarbij wordt er zoveel als mogelijk gebruik gemaakt van detacheringen, I-interim en resultaatverplichtingen, waardoor de kosten externe inhuur worden beperkt.
Materiële kosten
De materiële kosten van € 175 mln. bestaan voor het grootste deel uit contractkosten voor de dienstverlening van Logius, zoals deze zijn opgenomen bij de omzet. Deze kosten vallen onder overig materieel en bestaan uit kosten voor leveranciers die zorgen voor o.a. applicatiebeheer, infrastructuurbeheer en hosting van de producten. De stijging in 2019 en 2020 wordt veroorzaakt door de aanbesteding, migratie en transitie van enkele grote contracten in het kader van infrastructuur, middleware en applicatiesoftware. Daarnaast vallen hieronder de contractkosten voor bedrijfsvoering. Een klein deel van de materiële kosten, de kantoorautomatisering en huisvesting, valt onder apparaat ICT en bijdrage SSO’s. De afschrijvingen betreffen afschrijvingskosten voor de investeringen uit 2016 van de migratie van de Digipoort.
Kasstroomoverzicht
2017 Stand Slotwet |
2018 Vastgestelde begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. |
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen |
66.171 |
48.000 |
48.000 |
48.000 |
48.000 |
48.000 |
48.000 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom |
177.925 |
206.331 |
228.779 |
229.015 |
203.211 |
207.455 |
212.198 |
|
–/– totaal uitgaven operationele kasstroom |
– 176.829 |
– 205.931 |
– 228.379 |
– 228.615 |
– 202.811 |
– 207.055 |
– 212.198 |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
1.096 |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
0 |
–/– totaal investeringen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3. |
Totaal investeringskasstroom |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
+/+ eenmalige storting door moederdepartement |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
–/– aflossingen op leningen |
– 1.624 |
– 400 |
– 400 |
– 400 |
– 400 |
– 400 |
0 |
|
+/+ beroep op leenfaciliteit |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
– 1.624 |
– 400 |
– 400 |
– 400 |
– 400 |
– 400 |
0 |
5. |
Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) (noot: maximale roodstand 0,5 mln. euro) |
65.643 |
48.000 |
48.000 |
48.000 |
48.000 |
48.000 |
48.000 |
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
2017 Slotwet |
2018 Vastgestelde begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel |
|||||||
Verloop kostprijs (basisjaar 2017 = 100) |
97 |
99 |
99 |
98 |
97 |
96 |
95 |
Verloop tarieven (basisjaar 2011 = 100) |
94 |
93 |
94 |
94 |
94 |
94 |
94 |
Totale omzet Logius |
180 mln. |
181 mln. |
229 mln. |
229 mln. |
203 mln. |
207 mln. |
212 mln. |
Omzet per cluster (in %): |
|||||||
Identificatie & Authenticatie |
35% |
33% |
28% |
28% |
34% |
35% |
35% |
Dienstverlening |
35% |
36% |
36% |
36% |
34% |
34% |
33% |
Gegevens |
6% |
8% |
7% |
7% |
8% |
7% |
7% |
Interconnectiviteit |
17% |
18% |
24% |
23% |
19% |
19% |
19% |
Overige voorzieningen |
7% |
6% |
6% |
6% |
5% |
5% |
5% |
% FTE Overhead |
31 |
22 |
30 |
30 |
30 |
30 |
30 |
FTE-totaal, excl. externe inhuur |
290 |
349 fte |
356 fte |
356 fte |
356 fte |
356 fte |
356 fte |
Saldo van baten en lasten (%) |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
Klanttevredenheid (KTO) |
niet uitgevoerd |
7 |
nvt |
7 |
nvt |
7 |
nvt |
Medewerkerstevredenheid (MTO) |
niet uitgevoerd |
7 |
nvt |
uitgevoerd |
nvt |
uitgevoerd |
nvt |
Benchmark |
nvt |
uitgevoerd |
nvt |
uitgevoerd |
nvt |
uitgevoerd |
nvt |
Omschrijving Specifiek Deel |
|||||||
DigiD |
|||||||
Aantal DigiD authenticaties |
280 mln. |
358 mln. |
341 mln. |
375 mln. |
413 mln. |
454 mln. |
499 mln. |
MijnOverheid |
|||||||
Aantal berichten |
75 mln. |
101 mln. |
106 mln. |
106 mln. |
106 mln. |
106 mln. |
106 mln. |
Digipoort |
|||||||
Aantal berichten via Digipoort |
143 mln. |
159 mln. |
169 mln. |
179 mln. |
189 mln. |
199 mln. |
209 mln. |
Doorlooptijd 1e lijns vraagbeantwoording |
96% 48 uur |
90% 24 uur |
90% 24 uur |
90% 24 uur |
90% 24 uur |
90% 24 uur |
90% 24 uur |
Toelichting
• Verloop kostprijs: deze doelmatigheidsindicator is gebaseerd op het gemiddelde verloop van de producten DigiD, Keteninformatiediensten H&T en MijnOverheid.
• De tarieven per uur zijn de tarieven eigen personeel en gebaseerd op de handleiding overheidstarieven.
• De omzet is ingedeeld naar clusters. Deze indeling sluit aan op de indeling van de generieke digitale infrastructuur (GDI).
• Klanttevredenheid: tweejaarlijks organiseert Logius een onderzoek naar klanttevredenheid met betrekking tot de dienstverleningsprestaties. De doelstelling is een minimale score van 7 te halen.
• Medewerkerstevredenheid: tweejaarlijks organiseert het moederdepartement een onderzoek naar de medewerkerstevredenheid. De uitkomsten worden op onderdelen van het departement vergeleken en tevens middels een benchmark op de publieke taak.
• Benchmark: het algemene beleid van Logius is om elke twee jaar een benchmark uit te laten voeren over de volwassen dienstverlening of delen van dienstverlening die bij Logius in beheer zijn. Benchmarking is voor Logius een methode om op een objectieve wijze inzicht te verkrijgen in de marktconformiteit van haar dienstverlening, die van haar externe leveranciers en transparantie van de dienstverlening.
• Aantal DigiD authenticaties: de prognose voor 2018 is bijgesteld van 358 miljoen naar 310 miljoen authenticaties. Dit heeft gevolgen voor de prognoses van 2019 en verder. Gezien de ervaring van de afgelopen jaren is een stijging van gemiddeld 10% reëel.
MijnOverheid: reden voor de vlakke lijn in 2019 tot en met 2023 is dat een goed toekomstig inzicht ontbreekt om een prognose aan te leveren. Historisch gezien blijken de prognoses ingehaald te worden door de actuele ontwikkelingen. Op dit moment zijn drie ontwikkelingen gerelateerd aan de vlakke lijn: (1) het mogelijk verdwijnen van de verplichtstelling uit de Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst (Wet EBV) (Kamerstukken II 2017–2018, 31 066, nr. 421), (2) signalen over terughoudendheid op aansluiten of verzenden vanwege de doorbelasting en (3) de ontwikkelingen rond het federatief stelsel.
Inleiding
P-Direkt levert direct toegankelijke bedrijfsvoeringservices met een focus op personeel, voor en door de Rijksambtenaar. P-Direkt bedient de Rijksambtenaar met het P-Direktportaal, Rijksportaal Personeel en het contactcenter P-Direkt.
De dienstverlening bestaat uit een gevarieerd pakket aan HR-services aan ruim 120.000 Rijksambtenaren, werkzaam voor 10 ministeries, een aantal Hoge Colleges van Staat en het Kabinet der Koning. De diensten zijn gericht op eigen verantwoordelijkheid, vertrouwen en zelfbediening. De salarisbetaling en personele informatievoorziening zijn belangrijke eindproducten.
De doelstellingen voor 2019 en verder
Ontwikkelingen in het P-Direktportaal
P-Direkt werkt voortdurend aan vernieuwing van het P-Direktportaal. Een compleet andere look and feel en processen die aansluiten op de behoefte van de gebruikers. Zo wordt voor 2019 een chatfunctionaliteit voor enkele processen opgezet. Daarnaast wordt het mogelijk gemaakt om overal de status van een aanvraag te bekijken en alle uitstaande acties komen overzichtelijk op één pagina te staan.
Samenwerking met de SSO’s en het bedrijfsvoeringsdomein
De rijksbrede bedrijfsvoeringfunctie is volop in ontwikkeling. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) wil de dienstverlening verbeteren in perspectief van de rijksbrede ontwikkeling en samenwerking.
P-Direkt zal de modernisering van haar dienstverlening zodanig vormgeven dat een eventuele uitbreiding in de toekomst voor andere bedrijfsvoeringelementen niet in de weg wordt gestaan.
De verdergaande digitalisering van de HR processen Rijksbreed is reden voor P-Direkt om verder te kijken naar mogelijkheden voor technische ondersteuning.
Verbetering informatievoorziening
Voor de verbetering en vernieuwing van de informatievoorziening voert P-Direkt de nodige vernieuwingen door aan de «achterkant van het systeem», die zorgen ervoor dat het portaal en de bijbehorende informatievoorziening steeds sneller wordt en dat nieuwe functionaliteiten kunnen worden ingepast, zoals de normalisering van de rechtspositie van de ambtenaar.
P-Direkt legt de focus bij de standaard informatievoorziening op de rol van de manager. Het uitgangspunt is dat de manager informatie op een snelle manier moet kunnen ontvangen en verwerken zodat hij/zij die direct kan gebruiken.
Er wordt een bijdrage geleverd aan het meer datagedreven werken van de overheid. Het geheel ondersteunt de ministeries in de groei van kennis en toepassingen op gebied van HR-analytics. Het helpt bij het realiseren van de verbinding met de lijn en primaire processen.
Staat van baten en lasten
2017 Stand Slotwet |
2018 Vastgestelde begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten |
||||||||
Omzet moederdepartement |
67.756 |
71.337 |
89.826 |
89.168 |
88.312 |
86.973 |
86.144 |
|
Omzet overige departementen |
20.844 |
19.732 |
8.830 |
8.830 |
7.710 |
6.934 |
6.933 |
|
Omzet derden |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Vrijval voorzieningen |
369 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal baten |
88.969 |
91.069 |
98.656 |
97.998 |
96.022 |
93.907 |
93.077 |
|
Lasten |
||||||||
Apparaatskosten |
71.324 |
76.247 |
86.871 |
88.953 |
89.077 |
86.662 |
84.982 |
|
– |
personele kosten |
44.921 |
46.294 |
50.118 |
52.089 |
52.227 |
50.668 |
49.345 |
waarvan eigen personeel |
36.844 |
38.013 |
42.166 |
42.788 |
43.107 |
42.375 |
41.643 |
|
waarvan externe inhuur |
7.475 |
7.147 |
6.717 |
8.048 |
7.857 |
7.052 |
6.483 |
|
waarvan overige personele kosten |
602 |
1.134 |
1.235 |
1.253 |
1.263 |
1.241 |
1.219 |
|
– |
materiële kosten |
26.403 |
29.953 |
36.753 |
36.864 |
36.850 |
35.994 |
35.637 |
waarvan apparaat ICT |
8.057 |
6.827 |
11.109 |
11.094 |
11.080 |
10.565 |
10.551 |
|
waarvan bijdrage aan SSO's |
15.905 |
20.472 |
23.394 |
23.503 |
23.503 |
23.207 |
22.910 |
|
waarvan overige materiële kosten |
2.441 |
2.654 |
2.250 |
2.267 |
2.267 |
2.222 |
2.176 |
|
Rentelasten |
985 |
679 |
340 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Afschrijvingskosten |
12.857 |
14.143 |
11.445 |
9.045 |
6.945 |
7.245 |
8.095 |
|
– |
materieel |
171 |
200 |
95 |
95 |
95 |
95 |
95 |
waarvan apparaat ICT |
46 |
200 |
95 |
95 |
95 |
95 |
95 |
|
– |
immaterieel |
12.686 |
13.943 |
11.350 |
8.950 |
6.850 |
7.150 |
8.000 |
Overige kosten |
537 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
dotaties voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– |
bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
85.703 |
91.069 |
98.656 |
97.998 |
96.022 |
93.907 |
93.077 |
|
Saldo van baten en lasten |
3.266 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Baten
Omzet moederdepartement
De structurele budgettaire reeksen van de ministeries voor de P-Direkt basisdienstverlening zijn overgeheveld naar de begroting van BZK. De ministeries ontvangen geen factuur meer voor de basisdienstverlening. Met het overhevelen van deze budgetten voor P-Direkt naar de begroting van BZK, is de opdrachtgeversrol van de ministeries centraal neergelegd bij de centrale opdrachtgever BZK.
De omzet stijgt in 2019 ten opzichte van 2018. Dit is het gevolg van:
• Het verwerken van een geprognosticeerde inflatie van 1,5% in de tarieven;
• De dienstverlening van P-Direkt neemt toe door een stijging van de aantallen medewerkers bij de departementen, voornamelijk veroorzaakt door de binnenkomst van de ambtenaren van de Rijks Schoonmaak Organisatie (RSO) bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Daarnaast sluiten de Eerste en Tweede Kamer met ingang van 2019 aan op de dienstverlening van P-Direkt;
• Nieuwe dienstverlening in het kader van de samenwerking met UBR EC O&P zoals de inbesteding van het beheer van het CSO-platform (de Rijksbrede Carrière Sites van de Overheid) en het client-volg-systeem van UBR EC O&P (InBeeld) bij P-Direkt;
• Het in beheer (over) nemen van de Rijkspas van SSC-ICT en;
• Uitbreiding van dienstverlening zoals het op orde brengen van de P-dossiers voor enkele departementen. De uitvoerende werkzaamheden zullen worden uitgevoerd met behulp van arbeidsparticipanten die in dienst zijn van de departementen.
Lasten
Personele kosten
De stijging van de kosten van eigen personeel is het gevolg van extra benodigde IT-kennis door de hoeveelheid IT-ontwikkeling, de gestegen complexiteit van de systemen, de intensivering van het systeemonderhoud (meer kort cyclische vernieuwing), de hogere aantallen individuele arbeidsrelaties (IAR’s) en de nieuwe dienstverlening in het kader van de samenwerking met UBR EC O&P.
Materiële kosten
De kosten stijgen als gevolg van de hogere kosten van de dienstverlening housing & hosting van de apparatuur, de hogere materiële kosten als gevolg van de kort cyclische vernieuwing (maar lagere afschrijvingskosten op systeembouw) en de inkoopkosten als gevolg van de samenwerking van de dienstverlening Rijksbreed; o.a. het beheer van de Rijkspas.
Rentelasten
De rentelasten hebben betrekking op de financieringslasten voor de bij het Ministerie van Financiën aangegane leningen ten behoeve van de investeringen in de aanschaf van de licenties en de bouw van de dienstverlening. Gegeven de nihil rentestand wordt voor de nieuwe leningen geen rente ingecalculeerd.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten bestaan uit afschrijvingen van de investeringen in de immateriële en materiële vaste activa. Het betreft onder andere de P-Direkt-systemen Payroll, het Portaal, het HR-registratiesysteem, het Electronisch personeelsarchief en het Contact center/Optimaal Verbinden.
De komende jaren worden de systemen gemoderniseerd. De afschrijvingslast zal, door minder grootschalige bouw, structureel op een lager niveau liggen, maar daar staat tegenover dat het kort cyclisch onderhoud en beheer intensiever zal worden.
Kasstroomoverzicht
2017 Stand Slotwet |
2018 Vastgestelde begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. |
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen |
11.219 |
9.523 |
3.919 |
5.047 |
6.425 |
5.393 |
4.803 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom |
15.820 |
91.069 |
98.656 |
97.998 |
96.022 |
93.907 |
93.077 |
|
–/– totaal uitgaven operationele kasstroom |
– 3.088 |
– 76.926 |
– 87.211 |
– 88.953 |
– 89.077 |
– 86.662 |
– 84.982 |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
12.732 |
14.143 |
11.445 |
9.045 |
6.945 |
7.245 |
8.095 |
–/– totaal investeringen |
– 2.313 |
– 8.200 |
– 8.095 |
– 8.095 |
– 8.095 |
– 8.095 |
– 8.095 |
|
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3. |
Totaal investeringskasstroom |
– 2.313 |
– 8.200 |
– 8.095 |
– 8.095 |
– 8.095 |
– 8.095 |
– 8.095 |
–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
+/+ eenmalige storting door moederdepartement |
2.416 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
–/– aflossingen op leningen |
– 9.911 |
– 11.782 |
– 10.222 |
– 7.572 |
– 7.882 |
– 7.740 |
– 8.000 |
|
+/+ beroep op leenfaciliteit |
0 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
– 7.495 |
– 3.782 |
– 2.222 |
428 |
118 |
260 |
0 |
5. |
Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) (noot: maximale roodstand 0,5 mln. euro) |
14.143 |
11.684 |
5.047 |
6.425 |
5.393 |
4.803 |
4.803 |
Toelichting
Investeringskasstroom
In 2019 verwacht P-Direkt door te gaan met de transitie naar SAP HANA, een in-memory data- en applicatieplatform, die de basis vormt voor de verdere ontwikkelingen rondom informatievoorziening en de vervanging van software die aan het eind van de levensduur is.
Verder wordt gestart met het inrichten van nieuwe koppelvlakken en een nieuw integratieplatform. In de loop van 2019 en 2020 kunnen hierop nieuwe tooling aansluiten voor complexe klantvragen en tooling voor informatievoorziening en HR analytics.
Beroep op de leenfaciliteit
Voor 2019 en volgende jaren wordt een beroep gedaan op de leenfaciliteit voor de modernisering van de ICT-technologie. De leningen worden bij aanvang van de dienstverlening of bij oplevering van het gerealiseerde actief in vijf jaar afgelost en afgeschreven.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
2017 Slotwet |
2018 Vastgestelde begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel |
|||||||
Kostprijzen per product (groep) |
691,8 |
693,6 |
689,6 |
681,5 |
674,6 |
667,8 |
661,1 |
Verloop tarieven/uur (basisjaar 2011=100) |
120,3 |
120,6 |
119,9 |
118,5 |
117,3 |
116,1 |
115,0 |
Aantal individuele arbeidsrelaties (IAR) |
125.532 |
127.142 |
128.630 |
129.130 |
129.130 |
129.130 |
129.130 |
Totale omzet basisdienstverlening (x 1.000) |
83.154 |
86.037 |
84.126 |
83.478 |
82.633 |
81.800 |
80.979 |
Totale omzet overige + projecten (x 1.000) |
5.446 |
5.032 |
14.530 |
14.520 |
13.389 |
12.107 |
12.098 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) |
582,77 |
605 |
622 |
627 |
627 |
613,5 |
600 |
Saldo van baten en lasten (%) |
3,69 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Medewerkerstevredenheid |
ng1 |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
Omschrijving Specifiek Deel ICT diensten |
|||||||
Gebruikerstevredenheid De mate waarin medewerkers en managers tevreden zijn over de dienstverlening van P-Direkt. |
7 |
>7 |
>7 |
>7 |
>7 |
>7 |
>7 |
Tijdige afhandeling vragen, klachten, wijzigingen en documenten: |
|||||||
P-Direkt beantwoordt vragen en klachten binnen 5 werkdagen. |
ng2 |
ng |
90% |
90% |
90% |
90% |
90% |
P-Direkt verwerkt wijzigingen binnen 5 werkdagen. |
ng |
ng |
90% |
90% |
90% |
90% |
90% |
P-Direkt archiveert documenten binnen 10 werkdagen. |
ng |
ng |
90% |
90% |
90% |
90% |
90% |
De gemiddelde wachttijd per dag aan de telefoon is maximaal 45 seconden. |
43 sec |
60 sec |
45 sec |
45 sec |
45 sec |
45 sec |
45 sec |
Beschikbaarheid systeem: |
|||||||
Het P-Direktportaal is zeven dagen per week en 24 uur per dag beschikbaar. Op werkdagen geldt een beschikbaarheidsnorm tussen 8.00 uur tot 17.00 uur. |
96,7% |
98% |
98% |
98% |
98% |
98% |
98% |
Bereikbaarheid: |
|||||||
Het contactcenter is bereikbaar van 8.00 uur tot 22.00 uur. |
ng |
ng |
98% |
98% |
98% |
98% |
98% |
Betrouwbaarheid: |
|||||||
P-Direkt zorgt voor volledige en tijdige dataleveringen via interfaces. |
ng |
98% |
98% |
98% |
98% |
98% |
98% |
P-Direkt verwerkt wijzigingen op een juiste manier. |
ng |
98% |
98% |
98% |
98% |
98% |
98% |
Hoewel de nieuwe opzet van servicelevels veel beter aansluit bij de huidige dienstverlening van P-Direkt, is wel een nadeel dat een (eenmalige) trendbreuk ontstaat waardoor vergelijkingen met voorgaande jaren niet meer mogelijk is.
Toelichting
P-Direkt streeft naar operational excellence gecombineerd met customer intimacy (maximale afstemming op behoefte gebruiker). Hierbij zet P-Direkt de Lean filosofie en methodiek in als basis voor continu verbeteren.
P-Direkt werkt met een Producten- en dienstengids (PDG) inclusief servicelevels. In de PDG zijn de verschillende diensten en activiteiten, leveringsvoorwaarden en de kwaliteitsborging vastgelegd die de ministeries van P-Direkt kunnen verwachten.
P-Direkt verantwoordt zich naar de centraal opdrachtgever, respectievelijk de achterliggende departementen, door een aantal servicelevels op de dienstverlening en beschikbaarheid/ bereikbaarheid.
Onze servicelevels gelden voor het hele jaar en zijn voor alle klanten hetzelfde. De servicelevels zijn geen doel op zich, maar minimale normen. P-Direkt informeert de stakeholders periodiek over de servicelevels. De behaalde servicelevels worden drie keer per jaar in het bestuurlijk overleg besproken.
Inhoudelijk zijn deze servicelevels sinds 2010 grotendeels ongewijzigd gebleven. Door alle ontwikkelingen in ons takenpakket, maar ook de huidige professionele sturingsbeginselen en verbetering op meetmethoden, sluiten deze servicelevels niet meer goed aan.
Om die reden is in juni 2018 in overleg met de centraal opdrachtgever, het ICOP en BO gekozen voor een nieuw stelsel van servicelevels. Hierin staat de maandelijks gemeten gebruikerstevredenheid centraal en een aantal daarvan afgeleide servicelevels.
P-Direkt realiseert jaarlijks goedkopere basis dienstverlening: tot en met 2018 1,5%, voor 2019 en verder 1%. Om dat te kunnen realiseren daalt de betreffende P-Direkt-formatie. Daartegenover staat de toename door de hogere IAR-aantallen, intensivering van onderhoud en beheer en uitbreiding van dienstverlening. Per saldo zal sprake zijn van een gelijkblijvende formatie.
Het aantal klanten (individuele ambtenaren) is de laatste jaren weer gestegen. Dat wordt voornamelijk veroorzaakt door de binnenkomst van de ambtenaren van de Rijks Schoonmaak Organisatie (RSO) bij het Ministerie van SZW en de Eerste en Tweede Kamer die met ingang van 2019 aansluiten op de dienstverlening van P-Direkt.
Inleiding
UBR richt zich op integrale en hoogwaardige advies- en transitiediensten door bedrijfsvoeringbrede en specialistische kennis en kunde te verbinden aan ervaring met interim-, project- en programmamanagement. UBR kent de overheid van binnenuit en zet haar gebundelde expertise in voor de primaire processen en veranderopgaven van haar opdrachtgevers.
UBR focust op het exploitabel maken van technologische ontwikkelingen, innovatieve dienstverleningsconcepten en nieuwe manieren van werken. Daarmee draagt UBR bij aan het invullen van politiek-bestuurlijke ambities en Rijksbrede prioriteiten.
De activiteiten van UBR worden bekostigd uit de omzet gebaseerd op aan afnemers geleverde producten en diensten tegen jaarlijks vastgestelde tarieven (p x q). Het onderdeel Expertise Centrum Organisatie & Personeel van UBR (UBR|EC O&P) heeft een belangrijk deel van haar dienstverlening budget gefinancierd op basis van het doorberekenen van de jaarlijkse kosten naar rato van het aantal individuele arbeidsrelaties (IAR) bij de betreffende departementen.
Staat van baten en lasten
2017 Stand Slotwet |
2018 1e suppletoire begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten |
||||||||
Omzet moederdepartement |
62.109 |
69.046 |
70.235 |
72.252 |
74.110 |
76.312 |
76.312 |
|
Omzet overige departementen |
130.115 |
143.014 |
154.556 |
159.028 |
163.149 |
168.030 |
168.030 |
|
Omzet derden |
5.898 |
10.111 |
10.495 |
10.800 |
11.081 |
11.414 |
11.414 |
|
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Vrijval voorzieningen |
535 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal baten |
198.657 |
222.171 |
235.286 |
242.080 |
248.340 |
255.756 |
255.756 |
|
Lasten |
||||||||
Apparaatskosten |
199.791 |
220.615 |
233.320 |
240.093 |
246.335 |
253.733 |
253.733 |
|
– |
personele kosten |
134.026 |
148.800 |
152.598 |
157.842 |
162.399 |
168.040 |
168.040 |
waarvan eigen personeel |
109.268 |
126.825 |
132.593 |
137.345 |
141.522 |
146.646 |
146.646 |
|
waarvan externe inhuur |
21.409 |
15.762 |
13.756 |
14.095 |
14.349 |
14.699 |
14.699 |
|
waarvan overige personele kosten |
3.349 |
6.213 |
6.249 |
6.402 |
6.528 |
6.695 |
6.695 |
|
– |
materiële kosten |
65.765 |
71.815 |
80.722 |
82.251 |
83.936 |
85.693 |
85.693 |
waarvan apparaat ICT |
7.263 |
3.064 |
2.815 |
2.860 |
2.902 |
2.948 |
2.948 |
|
waarvan bijdrage aan SSO's |
15.592 |
15.588 |
15.931 |
16.279 |
16.602 |
16.981 |
16.981 |
|
waarvan overige materiële kosten |
42.910 |
53.163 |
61.976 |
63.112 |
64.432 |
65.764 |
65.764 |
|
Rentelasten |
1 |
2 |
2 |
2 |
2 |
0 |
0 |
|
Afschrijvingskosten |
1.612 |
1.496 |
1.964 |
1.985 |
2.003 |
2.023 |
2.023 |
|
– |
materieel |
827 |
777 |
797 |
809 |
819 |
830 |
830 |
waarvan apparaat ICT |
8 |
17 |
17 |
17 |
17 |
17 |
17 |
|
– |
immaterieel |
785 |
719 |
1.167 |
1.176 |
1.184 |
1.193 |
1.193 |
Overige kosten |
180 |
58 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
dotaties voorzieningen |
155 |
58 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– |
bijzondere lasten |
25 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
201.584 |
222.171 |
235.286 |
242.080 |
248.340 |
255.756 |
255.756 |
|
Saldo van baten en lasten |
– 2.927 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van UBR is een kostendekkende exploitatie.
Bij het opstellen van de begroting 2019 is uitgegaan van de 2018 tarieven, geïndexeerd met 2,8%. Deze jaarlijkse indexatie is gebaseerd op Centraal Economisch Plan (CEP) 2018 verwachtingen voor loongevoelige kosten voor loonvoetontwikkeling sector overheid en voor niet loongevoelige kosten op overheidsconsumptie (IMOC).
In geval van (momenteel nog onvoorziene) grote structurele prijsstijgingen van toeleveranciers berekent UBR dit door in de betreffende tarieven.
Omzet
De organisatieonderdelen die de grootste bijdrage in 2019 leveren aan de omzet en kosten zijn de Rijksbeveiligingsorganisatie (UBR|RBO) voor circa € 70 mln., UBR|EC O&P voor circa € 75 mln., I-Interim Rijk (UBR|IIR) voor circa € 32,5 mln. en de programma’s bij het Ontwikkelbedrijf (UBR|OW) voor circa € 21 mln.
De groei van de activiteiten van UBR|RBO als gevolg van toegenomen inbesteding van de beveiliging van het Rijk bij UBR, de uitbreiding van de dienstverlening van UBR|IIR en de uitvoering van twee grote programma’s (Rijks-ICT Gilde en Binnenwerk) bij UBR|OW leiden tot de toename van de omzet van UBR in 2019 ten opzichte van 2018.
De meerjarenontwikkeling van de omzet is een resultante van de verwachte toename van de reguliere productieafzet bij meerdere organisatieonderdelen als gevolg van uitbreiding van de interdepartementale klantenkring en/of aanpassing van het producten- en dienstenaanbod op de vraag.
Kosten
De ontwikkeling van de lasten is gerelateerd aan de omzetontwikkelingen bij de organisatieonderdelen van UBR.
Personele kosten
De ontwikkeling van de kosten eigen personeel is voornamelijk het gevolg van gestegen loonkosten door stijgende werkgeverslasten, pensioenpremie als gevolg van CAO ontwikkelingen.
De externe inhuur voor UBR komt naar verwachting uit op € 13,8 mln. in 2019. Om de flexibiliteit in de vraag te kunnen opvangen huurt UBR|EC O&P arbeidsjuristen in en UBR|HIS inkoopdeskundigen. De overige externe inhuur bij UBR|EC O&P hangt samen met het business model bij het onderdeel Workflow en de dienstverlening op gebied van recruitment, waarbij gewerkt wordt met een kleine vaste bezetting en aangevuld met een grote flexibele schil van zzp-ers conform afspraken in de Interdepartementale Commissie Organisatie en Personeel.
Materiële kosten
De ontwikkeling van de materiële kosten is gerelateerd aan de omzetontwikkeling bij de organisatieonderdelen van UBR.
Afschrijvingskosten
De materiële afschrijvingskosten betreffen met name de bedrijfsauto’s van UBR|IPKD en de immateriële afschrijvingskosten betreffen de geactiveerde investeringen in het financiële systeem voor UBR en productiesystemen bij UBR|EC O&P die in nauwe samenwerking met P-Direkt worden ontwikkeld.
Kasstroomoverzicht
2017 Stand Slotwet |
2018 1e suppletoire begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. |
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen |
18.446 |
4.508 |
7.404 |
8.641 |
9.851 |
11.113 |
12.336 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom |
232.914 |
222.171 |
235.286 |
242.080 |
248.340 |
255.756 |
255.756 |
|
–/– totaal uitgaven operationele kasstroom |
– 252.145 |
– 220.675 |
– 233.322 |
– 240.095 |
– 246.337 |
– 253.733 |
– 253.733 |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
– 19.231 |
1.496 |
1.964 |
1.985 |
2.003 |
2.023 |
2.023 |
–/– totaal investeringen |
– 1.642 |
– 1.000 |
– 1.000 |
– 1.000 |
– 1.000 |
– 1.000 |
– 1.000 |
|
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen |
237 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3. |
Totaal investeringskasstroom |
– 1.405 |
– 1.000 |
– 1.000 |
– 1.000 |
– 1.000 |
– 1.000 |
– 1.000 |
–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
+/+ eenmalige storting door moederdepartement |
7.225 |
2.927 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
–/– aflossingen op leningen |
– 527 |
– 527 |
– 727 |
– 775 |
– 741 |
– 800 |
– 1.000 |
|
+/+ beroep op leenfaciliteit |
0 |
0 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
0 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
6.698 |
2.400 |
273 |
225 |
259 |
200 |
– 1.000 |
5. |
Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) (noot: maximale roodstand 0,5 mln. euro) |
4.508 |
7.404 |
8.641 |
9.851 |
11.113 |
12.336 |
12.359 |
Toelichting
De investering in de jaren 2019 t/m 2023 betreft voor € 1 mln. overige materiële vaste activa bij organisatieonderdelen van UBR, waaronder reguliere vervanging van bedrijfsmiddelen en vervoersmiddelen voor UBR|IPKD en UBR|EC O&P (bedrijfsmaatschappelijk werk). Voor de financiering van de investeringen zal naar verwachting een beroep worden gedaan op de leenfaciliteit.
Het rekening-courantsaldo ultimo 2019 is een resultante van de ontwikkeling van de operationele kasstroom, de verwachte investeringen en ontvangsten en uitgaven van financieringen.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
2017 Slotwet |
2018 Vastgestelde begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel |
|||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) |
107,3 |
106,8 |
113,4 |
116,6 |
119,5 |
123,0 |
126,5 |
Tarieven/uur (indexcijfer) |
105,8 |
106,8 |
113,4 |
116,6 |
119,5 |
123,0 |
126,5 |
Omzet per FTE |
142 |
135 |
144 |
148 |
152 |
156 |
156 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) |
1.391 |
1.515 |
1.635 |
1.636 |
1.637 |
1.637 |
1.637 |
Saldo van baten en lasten (%) |
– 1,5% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
Kwaliteitsindicator 1 – KTO |
nvt |
7,1 |
7,1 |
7,1 |
7,1 |
7,1 |
7,1 |
Kwaliteitsindicator 2 – MTO |
in 2018 |
7,5 |
nvt |
7,5 |
nvt |
7,5 |
nvt |
Omschrijving Specifiek Deel |
|||||||
Tevredenheid dienstverlening: |
|||||||
UBR|Bv&F |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
|
UBR|ECO&P |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
|
UBR|HIS |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
|
UBR|ICG |
8 |
8 |
8 |
8 |
8 |
8 |
|
UBR|IIR |
8 |
8 |
8 |
8 |
8 |
8 |
|
UBR|KOOP |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
|
UBR|IPKD |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
|
UBR|RBO |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
Toelichting
UBR levert als shared service organisatie vele producten en diensten. Door de diversiteit van producten en diensten en de tarieven is gekozen voor een tweetal overall indicatoren voor de integrale kostprijzen en de verkooptarieven. Beide zijn door indexcijfers weergegeven (2011 = 100). In 2019 t/m 2023 zijn de UBR tarieven gemiddeld met 2,8% geïndexeerd voor loon- en prijsbijstelling. Het indexcijfer kostprijs en indexcijfer tarieven komen als gevolg hiervan uit op 113,4 in 2019.
De toename van het aantal FTE’s in 2019 ten opzichte van 2018, is vooral een gevolg van de uitbreiding van de dienstverlening bij UBR|IIR.
De toename van de omzet per FTE in 2019 is een gevolg van de relatief grotere toename van fte’s in de hogere loonschalen.
Inleiding
FMH is de professionele facilitair dienstverlener voor rijksorganisaties in de Haagse regio. FMH levert werkplekken met faciliteiten die het mogelijk maken dat mensen comfortabel kunnen werken, met aandacht voor service in nabijheid, klanttevredenheid en eenvoud in bekostiging en aansturing. Alle dienstverlening wordt gecontracteerd en geregisseerd en in samenhang op en rond de werkomgeving aangeboden.
In 2019 levert FMH dienstverlening voor de kerndepartementen (uitgezonderd het Ministerie van Algemene Zaken) en diverse rijksorganisaties in de regio Den Haag. Voor het Ministerie van Financiën levert FMH alleen personenvervoer. Daarnaast voert FMH DBFMO (Design, Build, Finance, Maintain, Operate) -contractmanagement uit voor de panden Bezuidenhoutseweg 30 en Rijnstraat 8.
FMH heeft de volgende meerjarige doelen:
• Voorbereid zijn op en uitvoeren van veranderingen van het verzorgingsgebied;
• Vormgeven en intensiveren samenwerking en partnerschap;
• Implementeren veranderingen bedrijfsvoering Rijk;
• Doorontwikkeling medewerkers en dienstverlening FMH.
Staat van baten en lasten
2017 Stand Slotwet |
2018 1e suppletoire begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten |
||||||||
Omzet moederdepartement |
78.651 |
84.032 |
83.111 |
83.194 |
83.194 |
83.194 |
83.194 |
|
Omzet overige departementen |
40.417 |
30.345 |
36.208 |
36.206 |
36.206 |
36.206 |
36.206 |
|
Omzet derden |
2.294 |
2.609 |
3.119 |
3.119 |
3.119 |
3.119 |
3.119 |
|
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Vrijval voorzieningen |
5 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal baten |
121.367 |
116.986 |
122.438 |
122.519 |
122.519 |
122.519 |
122.519 |
|
Lasten |
||||||||
Apparaatskosten |
112.968 |
110.293 |
115.336 |
115.219 |
115.219 |
115.219 |
115.219 |
|
– |
personele kosten |
36.028 |
38.125 |
39.263 |
39.199 |
39.199 |
39.199 |
39.199 |
waarvan eigen personeel |
31.217 |
34.381 |
35.466 |
35.466 |
35.466 |
35.466 |
35.466 |
|
waarvan externe inhuur |
4.811 |
3.744 |
3.796 |
3.733 |
3.733 |
3.733 |
3.733 |
|
waarvan overige personele kosten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
materiële kosten |
76.940 |
72.168 |
76.073 |
76.020 |
76.020 |
76.020 |
76.020 |
waarvan apparaat ICT |
60 |
60 |
61 |
61 |
61 |
61 |
61 |
|
waarvan bijdrage aan SSO's |
39.287 |
43.175 |
47.383 |
47.351 |
47.351 |
47.351 |
47.351 |
|
waarvan overige materiële kosten |
37.593 |
28.933 |
28.629 |
28.608 |
28.608 |
28.608 |
28.608 |
|
Rentelasten |
340 |
340 |
341 |
341 |
341 |
341 |
341 |
|
Afschrijvingskosten |
6.615 |
6.353 |
6.761 |
6.959 |
6.959 |
6.959 |
6.959 |
|
– |
materieel |
6.615 |
6.353 |
6.761 |
6.959 |
6.959 |
6.959 |
6.959 |
waarvan apparaat ICT |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
immaterieel |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige kosten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
dotaties voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– |
bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
119.923 |
116.986 |
122.438 |
122.519 |
122.519 |
122.519 |
122.519 |
|
Saldo van baten en lasten |
1.444 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Baten
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement heeft met name betrekking op de generieke facilitaire dienstverlening binnen het verzorgingsgebied. De budgetten van de departementen voor de facilitaire dienstverlening (het generieke pakket) zijn overgeheveld naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen heeft betrekking op de generieke dienstverlening van de nog niet centraal bekostigde departementen en de specifieke dienstverlening die geleverd wordt aan de overige departementen. De stijging is het gevolg van meer afname van specifieke dienstverlening.
Departementen |
1e suppletoire begroting 2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
BZ |
7.201 |
10.335 |
10.334 |
10.334 |
10.334 |
10.334 |
DEF |
392 |
402 |
402 |
402 |
402 |
402 |
EZK |
1.803 |
1.852 |
1.852 |
1.852 |
1.852 |
1.852 |
FIN |
1.903 |
2.333 |
2.333 |
2.333 |
2.333 |
2.333 |
IenW |
10.377 |
11.638 |
11.637 |
11.637 |
11.637 |
11.637 |
JenV |
6.840 |
7.768 |
7.768 |
7.768 |
7.768 |
7.768 |
OCW |
676 |
694 |
694 |
694 |
694 |
694 |
SZW |
403 |
414 |
414 |
414 |
414 |
414 |
VWS |
752 |
772 |
772 |
772 |
772 |
772 |
Totaal |
30.345 |
36.208 |
36.207 |
36.207 |
36.207 |
36.207 |
Omzet derden
De omzet derden betreft de facilitaire dienstverlening die geleverd wordt aan de Kansspelautoriteit, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers en het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
De personele kosten omvatten alle personele uitgaven van de ambtenaren in dienst, gedetacheerde ambtenaren en kosten van uitzendkrachten en inhuur van externen.
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan voor een belangrijk deel uit directe inkoopkosten van de dienstverlening (circa 88% van de materiële kosten). De inkoopkosten zijn opgenomen onder de posten bijdrage SSO’s en overige materiële kosten.
In de bijdrage aan SSO’s hebben de kosten voor Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) een groot aandeel. Dit betreft bijvoorbeeld de kosten voor de Rijksbeveiligersorganisatie in de panden waar FMH de dienstverlening verzorgt. Daarnaast zijn de kosten voor de onder andere Rijnstraat 8 door het consortium DBFMO hier opgenomen, aangezien deze kosten via het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) bij FMH in rekening worden gebracht.
Rentelasten
Onder deze post zijn alle rentelasten opgenomen die verband houden met de financiering van materiële vaste activa vanuit het Ministerie van Financiën.
Afschrijvingskosten
De overgenomen activa (m.n. meubilair en audiovisuele middelen) van de departementen zijn geactiveerd en worden conform de betreffende regelgeving afgeschreven. Voor nieuwe investeringen is dit eveneens van toepassing.
Kasstroomoverzicht
2017 Stand Slotwet |
2018 1e suppletoire begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. |
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen |
20.266 |
16.089 |
16.973 |
16.772 |
15.722 |
14.660 |
13.401 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom |
108.068 |
116.986 |
122.438 |
122.519 |
122.519 |
122.519 |
122.519 |
|
–/– totaal uitgaven operationele kasstroom |
– 99.261 |
– 110.145 |
– 115.677 |
– 115.560 |
– 115.560 |
– 115.559 |
– 115.560 |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
8.807 |
6.841 |
6.761 |
6.959 |
6.959 |
6.960 |
6.959 |
–/– totaal investeringen |
– 3.261 |
– 11.040 |
– 9.100 |
– 4.100 |
– 4.100 |
– 4.100 |
– 12.100 |
|
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen |
173 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3. |
Totaal investeringskasstroom |
– 3.088 |
– 11.040 |
– 9.100 |
– 4.100 |
– 4.100 |
– 4.100 |
– 12.100 |
–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement |
– 7.145 |
– 1.331 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
+/+ eenmalige storting door moederdepartement |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
–/– aflossingen op leningen |
– 4.851 |
– 4.626 |
– 6.962 |
– 8.009 |
– 8.021 |
– 8.219 |
– 7.042 |
|
+/+ beroep op leenfaciliteit |
2.100 |
11.040 |
9.100 |
4.100 |
4.100 |
4.100 |
12.100 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
– 9.896 |
5.083 |
2.138 |
– 3.909 |
– 3.921 |
– 4.119 |
5.059 |
5. |
Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) (noot: maximale roodstand 0,5 mln. euro) |
16.089 |
16.973 |
16.772 |
15.722 |
14.660 |
13.401 |
13.319 |
Toelichting
FMH investeert voornamelijk in meubilair en audiovisuele middelen. In 2019 en 2023 wordt een piek verwacht door het vernieuwen van de activa in een deel van het verzorgingsgebied.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
2017 Slotwet |
2018 Vastgestelde begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel |
|||||||
Verloop tarieven generieke dienstverlening |
100% |
94,4% |
ntb |
ntb |
ntb |
ntb |
ntb |
Omzet per productgroep (pxq): |
121.362 |
106.452 |
122.438 |
122.519 |
122.519 |
122.519 |
122.519 |
Generiek |
108.155 |
90.724 |
109.107 |
109.189 |
109.189 |
109.189 |
109.189 |
Specifiek |
13.106 |
15.728 |
13.331 |
13.330 |
13.330 |
13.330 |
13.330 |
Overig |
101 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Saldo van baten en lasten (%) |
1,2 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Personele kosten als % van de totale kosten |
30 |
31,1 |
32,1 |
32,0 |
32,0 |
32,0 |
32,0 |
Materiële kosten als % van de totale kosten |
70 |
68,9 |
67,9 |
68,0 |
68,0 |
68,0 |
68,0 |
Omschrijving Specifiek Deel |
|||||||
Apparaatskosten |
45.077 |
38.141 |
48.392 |
48.321 |
48.321 |
48.321 |
48.321 |
Klanttevredenheid KTO |
nvt |
nvt |
nvt |
tevreden |
nvt |
tevreden |
nvt |
Tevredenheid maatwerk |
7,7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
Medewerkerstevredenheid |
nvt |
tevreden |
nvt |
tevreden |
nvt |
tevreden |
nvt |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) |
451 |
432 |
492 |
492 |
492 |
492 |
492 |
Toelichting
De verrekensystematiek voor de generieke dienstverlening zal vanaf 2019 worden aangepast waardoor een vergelijking met voorgaande jaren niet gemaakt kan worden.
De productgroep Generiek is een afgesproken pakket producten en diensten dat wordt afgenomen waarvoor een vaste prijs per vaste verrekeneenheid wordt betaald. De prijs (p) en hoeveelheid (q) staan in principe gedurende het jaar vast.
De productgroep Specifiek heeft betrekking op producten en diensten waarvoor de opdrachtgever afhankelijk van de afgenomen hoeveelheid een prijs per product/dienst betaalt (vb. catering, extra beveiliging, overig vervoer) en/of producten en diensten waarover tussen opdrachtgever en opdrachtnemer aparte afspraken worden gemaakt (vb. uitvoering van maatwerkprojecten).
Het klanttevredenheidonderzoek (KTO) vindt om de twee jaar plaats. Het KTO vindt in 2018 plaats waardoor de volgende meting pas in 2020 plaatsvindt.
Inleiding
SSC-ICT is de rijksbrede shared service organisatie die de Rijksdienst ontzorgt met generieke en gemeenschappelijke ICT-oplossingen. SSC-ICT levert generieke rijksbrede toepassingen als het Rijksportaal en de Samenwerkingsruimte.
Daarnaast verzorgt SSC-ICT voor de aangesloten departementen de telecommunicatie, hosting van bedrijfsspecifieke applicaties en op de Digitale Werkplekomgeving Rijk (DWR) gebaseerde kantoorautomatisering. In 2019 betreft dit de Ministeries van Algemene Zaken (AZ), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Buitenlandse Zaken (BZ), Financiën (FIN), Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Justitie en Veiligheid (JenV), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Staat van baten en lasten
2017 Stand Slotwet |
2018 Vastgestelde begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten |
||||||||
Omzet moederdepartement |
57.706 |
45.500 |
69.896 |
70.978 |
71.139 |
71.139 |
71.139 |
|
Omzet overige departementen |
184.338 |
213.181 |
248.510 |
252.360 |
252.933 |
252.933 |
252.933 |
|
Omzet derden |
318 |
0 |
385 |
391 |
392 |
392 |
392 |
|
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Vrijval voorzieningen |
1.751 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijzondere baten |
6.532 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal baten |
250.645 |
258.681 |
318.791 |
323.729 |
324.464 |
324.464 |
324.464 |
|
Lasten |
||||||||
Apparaatskosten |
211.638 |
203.100 |
248.826 |
253.329 |
254.011 |
254.011 |
254.011 |
|
– |
personele kosten |
121.347 |
110.500 |
139.353 |
143.123 |
143.209 |
143.209 |
143.209 |
waarvan eigen personeel |
66.744 |
71.070 |
90.872 |
94.642 |
94.728 |
94.728 |
94.728 |
|
waarvan externe inhuur |
51.170 |
36.930 |
42.826 |
42.826 |
42.826 |
42.826 |
42.826 |
|
waarvan overige personele kosten |
3.453 |
2.500 |
5.655 |
5.655 |
5.655 |
5.655 |
5.655 |
|
– |
materiële kosten |
90.291 |
92.600 |
109.473 |
110.206 |
110.802 |
110.802 |
110.802 |
waarvan apparaat ICT |
75.339 |
67.300 |
93.250 |
93.620 |
94.014 |
94.014 |
94.014 |
|
waarvan bijdrage aan SSO's |
13.010 |
17.300 |
14.223 |
14.586 |
14.788 |
14.788 |
14.788 |
|
waarvan overige materiële kosten |
1.942 |
8.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
|
Rentelasten |
46 |
250 |
250 |
250 |
250 |
250 |
250 |
|
Afschrijvingskosten |
45.858 |
55.331 |
69.715 |
70.150 |
70.203 |
70.203 |
70.203 |
|
– |
materieel |
39.696 |
55.331 |
62.022 |
62.434 |
62.484 |
62.484 |
62.484 |
waarvan apparaat ICT |
– |
55.331 |
62.022 |
62.434 |
62.484 |
62.484 |
62.484 |
|
– |
immaterieel |
6.162 |
0 |
7.692 |
7.716 |
7.719 |
7.719 |
7.719 |
Overige kosten |
30.814 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
dotaties voorzieningen |
13.435 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– |
bijzondere lasten |
17.379 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
288.356 |
258.681 |
318.791 |
323.729 |
324.464 |
324.464 |
324.464 |
|
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening |
– 37.711 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Agentschapsdeel Vpb baten |
6 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Saldo van baten en lasten |
– 37.705 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Baten
De baten stijgen sinds 2017 gelijkmatig als gevolg van de doorberekening van autonome kostenstijgingen en uitbreidingsinvesteringen aan de afnemers, zoals het concept mobiel werken.
De komende jaren zal geïnvesteerd worden in ICT, vooral om de digitale veiligheid te verbeteren en steeds geavanceerdere dreigingen te kunnen weerstaan. De komende jaren wordt voor alle klanten een grotere bijdrage voorzien. De procentuele stijging voor de drie klantgroepen, is gelijk verondersteld in deze begroting.
Lasten
De lasten stijgen sinds 2017 gelijkmatig als gevolg van autonome kostenstijgingen en uitbreidingsinvesteringen.
Apparaatskosten
Personele kosten
De personele lasten stijgen van 2017 naar 2019 doordat extra ambtelijk personeel wordt geworven. Naast een hoeveelheidseffect, meer ambtelijk personeel, is er tussen 2017 en 2019 ook sprake van een prijseffect vanwege van de aanpassing van de cao-lonen. De toename wordt behalve vanwege de vervulling van vacatures, ook verklaard doordat enkele taken die nu zijn uitbesteed, door SSC-ICT zelf uitgevoerd gaan worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan helpdesktaken. Hiernaast wordt rekening gehouden met een beperkte uitbreiding van de personele capaciteit voor security. Ook huurt SSC-ICT elk jaar extern personeel in vanwege specifieke expertise, vooral op projecten.
Materiële kosten
De materiële lasten zullen naar verwachting gaan stijgen de komende jaren. Oorzaken zijn extra uitgaven op het gebied van security en duurdere kortdurende licenties, welke niet afgeschreven worden. Hier staat een beperkte daling van de kosten tegenover, doordat de effecten van het afstoten van de locaties in Zoetermeer, resulteren in lagere huisvestingskosten.
Afschrijvingskosten
Materieel
Zoals aangegeven worden investeringen voorzien in security. Deze investeringen verklaren de hogere afschrijvingskosten. Voor de volledigheid wordt vermeld dat in 2018 geen onderscheid gemaakt is in materiële en immateriële afschrijvingen.
Immaterieel
Qua immateriële activa, wordt geïnvesteerd in licenties en software maar ook de ontwikkeling van DWR Next voor het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). Doordat nieuwe diensten geactiveerd worden en naar verwachting een doorontwikkeling ondergaan aan het einde van de afschrijvingstermijn, neemt de waarde van de immateriële activa de komende jaren toe en daarmee ook de afschrijvingslast.
Kasstroomoverzicht
2017 Stand Slotwet |
2018 Vastgestelde begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. |
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen |
8.645 |
17.000 |
17.000 |
17.000 |
17.000 |
17.000 |
17.000 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom |
58.126 |
258.681 |
318.791 |
323.729 |
324.464 |
324.464 |
324.464 |
|
–/– totaal uitgaven operationele kasstroom |
– 48.255 |
– 203.350 |
– 249.076 |
– 253.579 |
– 254.261 |
– 254.261 |
– 254.261 |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
9.871 |
55.331 |
69.715 |
70.150 |
70.203 |
70.203 |
70.203 |
–/– totaal investeringen |
– 88.738 |
– 30.000 |
– 47.118 |
– 70.352 |
– 56.208 |
– 73.059 |
– 58.016 |
|
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen |
320 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3. |
Totaal investeringskasstroom |
– 88.418 |
– 30.000 |
– 47.118 |
– 70.352 |
– 56.208 |
– 73.059 |
– 58.016 |
–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
+/+ eenmalige storting door moederdepartement |
15.230 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
–/– aflossingen op leningen |
– 34.963 |
– 55.331 |
– 69.715 |
– 70.150 |
– 70.203 |
– 70.203 |
– 70.203 |
|
+/+ beroep op leenfaciliteit |
93.040 |
30.000 |
47.118 |
70.352 |
56.208 |
73.059 |
58.016 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
73.307 |
– 25.331 |
– 22.597 |
202 |
– 13.995 |
2.856 |
– 12.186 |
5. |
Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) (noot: maximale roodstand 0,5 mln. euro) |
3.405 |
17.000 |
17.000 |
17.000 |
17.000 |
17.000 |
17.000 |
Toelichting
De belangrijkste ontwikkeling qua kaseffect, zijn de verwachte investeringen en het daarbij behorende beroep op de leenfaciliteit. Voor 2019 geldt dat er investeringen voorzien worden in security, de ICT-infrastructuur, beheer- en diagnosetools en DWR Next voor het Ministerie van JenV. In 2022 en 2023 leidt dit tot vervangingsinvesteringen. Hiernaast worden in 2022 aanzienlijke vervangingsinvesteringen voorzien voor DWR Next en iDiplomatie. Deze ontwikkelingen tezamen zorgen voor de geraamde investeringsverwachtingen. De investeringen worden geactiveerd en daardoor qua kosten, én doorbelasting aan de afnemers, geëgaliseerd.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
2017 Slotwet |
2018 Vastgestelde begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel |
|||||||
Kostprijs voor beheertaken (werkplektarief) |
1.570 |
||||||
Kostprijs backend werkomgeving |
780 |
780 |
865 |
865 |
865 |
865 |
865 |
Kostprijs locatiegebonden werkplek |
680 |
680 |
795 |
795 |
795 |
795 |
795 |
Kostprijs Kiosk PC incl. monitor |
270 |
270 |
245 |
245 |
245 |
245 |
245 |
Totale omzet per product of dienst: |
242.362 |
258.681 |
318.791 |
323.729 |
324.464 |
324.464 |
324.464 |
Generiek (infrastructuur, Rijksportaal en samenwerkfunctionaliteit, ODC DH km2) |
11.514 |
14.000 |
11.500 |
11.500 |
11.500 |
11.500 |
11.500 |
Gemeenschappelijk (basis kantoorautomatisering en hosting) |
191.903 |
183.512 |
273.791 |
278.729 |
279.464 |
279.464 |
279.464 |
Specifiek (plusdiensten en maatwerk) |
38.945 |
50.050 |
33.500 |
33.500 |
33.500 |
33.500 |
33.500 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) |
834,4 |
925,1 |
1.043 |
1.087 |
1.088 |
1.088 |
1.088 |
Aantal externe FTE's in % van de totale FTE's |
27,9% |
23,3% |
20,1% |
19,5% |
19,5% |
19,5% |
19,5% |
Saldo van baten en lasten (%) |
– 15,6% |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
Klanttevredenheid (KTO) |
6,9 |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
Medewerkertevredenheid (MTO) |
6,8 |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
7 |
Omschrijving Specifiek Deel – ICT-diensten |
|||||||
Beschik-/betrouwbaarheid basisfunctionaliteit |
100,0% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
Geleverd binnen gestelde termijn |
90,0% |
90,0% |
90,0% |
90,0% |
90,0% |
90,0% |
90,0% |
Incidenten hersteld binnen afgesproken tijd |
87,0% |
90,0% |
90,0% |
90,0% |
90,0% |
90,0% |
90,0% |
Kwaliteit beantwoorden vragen |
|||||||
Beantwoorden helpdeskvragen binnen afgesproken tijd |
97,0% |
95,0% |
95,0% |
95,0% |
95,0% |
95,0% |
95,0% |
Direct beantwoorden helpdeskvragen |
86,0% |
80,0% |
85,0% |
85,0% |
85,0% |
85,0% |
85,0% |
Toelichting
De tarieven zijn opgenomen zoals deze voor 2018 goedgekeurd zijn. De tarieven voor 2019 zijn op het moment van verschijnen van deze begroting nog niet definitief vastgesteld.
De gemeenschappelijke omzet stijgt doordat de tarieven gelijke tred houden met de geschetste kostenstijgingen qua materiële uitgaven en afschrijvingen, die voortkomen uit de eerder geschetste investeringen.
In 2017 is in 86% van de helpdeskvragen onmiddellijk beantwoord. Daarom is het ook in 2019 en latere jaren de ambitie om dit niveau van helpdesk ondersteuning te realiseren.
Inleiding
Het RVB is sinds 1 januari 2016 baten-lastenagentschap. Hierin zijn de voormalige baten-lasten agentschappen Dienst Vastgoed Defensie, de Rijksgebouwendienst en het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf samengevoegd.
De vastgoedportefeuille die door de fusie is ontstaan, is de grootste en meest diverse vastgoedportefeuille van Nederland en bestaat uit (landbouw)gronden, gevangenissen, rechtbanken, kazernes, vliegvelden, oefenterreinen, ministeries, havens, (belasting)kantoren, monumenten zonder huisvestingsfunctie, musea en paleizen. Het gaat in totaal om ruim 12 miljoen vierkantemeters aan gebouwen en circa 93.000 hectare aan grond.
Het RVB zet dit vastgoed in voor de realisatie van rijksoverheidsdoelen, in samenwerking met, en met het oog voor de omgeving. De opdracht is het effectief en efficiënt inzetten van het rijksvastgoed, het maatschappelijk en financieel rendement uit vastgoed optimaliseren en het verlagen van kosten voor het Rijk.
De hiertoe strekkende vastgoedportefeuillestrategie steunt op vijf pijlers: toekomstbestendigheid, technische kwaliteit, veiligheid, maatschappelijk rendement en duurzaamheid.
Het overzicht doelmatigheidsindicatoren is aan het einde van deze paragraaf opgenomen.
Het RVB verzorgt o.a.:
• de rijkshuisvesting via kantoren en specialties;
• de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken (AZ), de huisvesting van het Koninklijk Huis voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat en de instandhouding van monumenten in beheer van het RVB;
• het onderhoud aan en beheer van defensiegebouwen en terreinen;
• projectontwikkeling en nieuwbouw voor Defensie;
• de doelmatige verkoop van overtollig rijksvastgoed en geeft dit waar mogelijk in gebruik;
• uitgifte in pacht van gronden;
• de vertegenwoordiging namens het rijk bij gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij meervoudige rijksdoelstellingen aanwezig zijn.
Het RVB staat de komende jaren voor een aanzienlijke opgave voor de rijkshuisvesting. Tot en met 2020 moet de huisvesting worden gerealiseerd die de departementen de mogelijkheden geeft om de taakstellingen op de bedrijfsvoering in het kader van SGO-5 te realiseren. Daarnaast zijn er hoge verwachtingen en ambities met betrekking tot duurzaamheid en veiligheid van de vastgoedportefeuille. Ook in de minst ingrijpende scenario’s vergt dit forse investeringen.
Het RVB is vraaggestuurd. De vraag vloeit met name voort uit de masterplannen voor de kantoorhuisvesting, de huisvestingsbehoeften vanuit de specialties, de wensen voor dienstverlening vanuit Defensie en de behoefte aan te verkopen/ontwikkelen projecten/gebieden. De begrotingsposten van het RVB betreffen een deel van de dienstverlening. De staat van baten en lasten geeft daarom onvoldoende inzicht in de productie van het RVB. Dit komt omdat op grond van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving diverse posten niet tot omzet mogen worden gerekend. Omdat ze niet in de verantwoording mogen worden opgenomen, worden de posten ook niet begroot.
Aan het eind van de paragraaf «Overzicht doelmatigheidsindicatoren» is een tabel opgenomen die een beter inzicht geeft in de productie van het RVB.
Staat van baten en lasten3
2017 stand Slotwet |
2018 1e suppletoire begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten |
||||||||
Omzet moederdepartement |
24.312 |
25.423 |
148.757 |
154.581 |
152.619 |
157.572 |
164.404 |
|
Omzet overige departementen |
1.015.083 |
980.808 |
856.165 |
884.265 |
859.260 |
896.395 |
887.594 |
|
Omzet derden |
47.980 |
117.974 |
129.668 |
134.003 |
140.375 |
141.954 |
139.991 |
|
Rentebaten |
317 |
1.000 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
|
Vrijval voorzieningen |
21.363 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijzondere baten |
88.589 |
55.659 |
50.085 |
50.085 |
50.085 |
50.085 |
50.085 |
|
Totaal baten |
1.197.644 |
1.180.864 |
1.185.175 |
1.223.434 |
1.202.839 |
1.246.506 |
1.242.574 |
|
Lasten |
||||||||
Apparaatskosten |
235.036 |
248.737 |
251.706 |
250.504 |
249.504 |
248.954 |
248.954 |
|
– |
personele kosten |
180.631 |
190.436 |
191.029 |
193.353 |
193.353 |
193.353 |
193.353 |
waarvan eigen personeel |
161.231 |
172.769 |
172.279 |
174.603 |
174.603 |
174.603 |
174.603 |
|
waarvan externe inhuur |
19.291 |
16.500 |
18.750 |
18.750 |
18.750 |
18.750 |
18.750 |
|
waarvan overige personele kosten |
109 |
1.167 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
materiële kosten |
54.405 |
58.301 |
60.677 |
57.151 |
56.151 |
55.601 |
55.601 |
waarvan apparaat ICT |
25.994 |
26.463 |
31.400 |
29.750 |
28.750 |
28.200 |
28.200 |
|
waarvan bijdrage SSO's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
waarvan overige materiële kosten |
28.411 |
31.838 |
29.277 |
27.401 |
27.401 |
27.401 |
27.401 |
|
Rentelasten |
70.955 |
88.210 |
89.713 |
100.121 |
104.686 |
118.409 |
118.907 |
|
Afschrijvingskosten |
295.014 |
311.595 |
350.583 |
379.088 |
393.003 |
436.504 |
440.285 |
|
– |
materieel |
295.014 |
311.595 |
350.583 |
379.088 |
393.003 |
436.504 |
440.285 |
waarvan apparaat ICT |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
immaterieel |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige lasten |
541.747 |
532.322 |
493.173 |
493.721 |
455.646 |
442.639 |
434.428 |
|
– |
dotaties voorzieningen |
28.547 |
5.000 |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
– |
bijzondere lasten |
513.200 |
527.322 |
489.173 |
489.721 |
451.646 |
438.639 |
430.428 |
Totaal lasten |
1.142.752 |
1.180.864 |
1.185.175 |
1.223.434 |
1.202.839 |
1.246.506 |
1.242.574 |
|
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen |
54.892 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Agentschapsdeel Vpb lasten |
750 |
|||||||
Saldo van baten en lasten |
54.142 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Baten
Omzet moederdepartement
De Minister van BZK betaalt de kosten voor een aantal taken aan het RVB. Het gaat met name om de kosten van:
• het onderhoud van de monumenten met een erfgoedfunctie (zonder huisvestingsfunctie) in beheer bij het RVB;
• het leveren van ondersteuning aan BZK en de uitvoering van het rijksbeleid gerelateerd aan de rijkshuisvesting;
• het apparaat om de uitvoering van het beheer van materiële activa mogelijk te maken.
Daarnaast zijn vanaf 2019 in deze omzet de baten opgenomen van huisvesting voor de Hoge Colleges van Staat, Ministerie van AZ, de staatspaleizen en Ministerie van BZK. Tot en met 2018 zijn deze kosten opgenomen in de omzet overige departementen.
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen omvat opbrengsten voor geleverde producten en diensten. Het gaat daarbij met name om ontvangen gebruiksvergoedingen voor kantoren en specialties. Vanaf 2019 zijn de baten vanuit huisvesting voor de Hoge Colleges van Staat, Ministerie van AZ, de staatspaleizen, Ministerie van BZK, musea en internationale organisatie bij de andere omzetposten opgenomen.
Binnen de huur-verhuurstelsels voor rijkshuisvesting worden interne verhuurcontracten afgesloten tussen het RVB en de departementen. Op basis van de overeengekomen huurprijsmethodiek brengt het RVB een gebruiksvergoeding in rekening. In de ramingen van de gebruiksvergoeding is onder meer rekening gehouden met de masterplannen kantoren, het afsluiten van nieuwe contracten en met de verwachte beëindiging van contracten als gevolg van voorziene krimp van de overheid.
Voor wat betreft de dienstverlening aan Ministerie van Defensie is alleen de vergoeding vanuit Defensie voor de apparaatinzet van het RVB in deze post opgenomen. De bijdragen voor de instandhouding aan Defensie-objecten zijn thans niet meer onder de omzet opgenomen.
Omzet derden
Deze omzet betreft met name de baten vanuit het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV), de verkoop van onroerend goed en de inkomsten vanuit de exploitatie van een aantal bijzondere objecten zoals parkeergarages en de grafelijke zalen. Voorts zijn in deze omzet opgenomen de baten uit verhuur aan musea en internationale organisatie. Tot en met 2018 zijn deze baten opgenomen in de omzet overige departementen.
Rentebaten
Dit betreft de baten voorzien vanuit de rekening courantverhouding met het Ministerie van Financiën.
Bijzondere baten
Dit betreft met name het deel van de apparaatinzet bij projecten dat wordt geactiveerd.
Lasten
Apparaatskosten (personeel en materieel)
Personele kosten
Dit betreft de kosten van het eigen apparaat, met name van salaris- en opleidingskosten. Daarnaast betreft het externe inzet voor zowel het primaire als het secundaire proces.
Materiële kosten
Deze kosten betreffen met name de kosten voor de eigen huisvesting en van het eigen ICT-gebruik.
Rentelasten
De rentelasten vloeien voort uit investeringen en zijn geraamd op basis van de afgesloten en nog af te sluiten leningen met het Ministerie van Financiën voor rijkshuisvesting (masterplannen kantoren en huisvestingsbehoefte voor specialties) en KORV- en ontwikkelprojecten.
Afschrijvingskosten
Dit betreft met name de afschrijvingen op geactiveerde waarden van objecten, voortvloeiend uit investeringen vanuit masterplannen kantoren en huisvestingsbehoeften voor specialties. De afschrijvingstermijnen zijn afhankelijk van de categorie: grond/terreinen 0 jaar, erfpacht 5–100 jaar, gebouwen 15–60 jaar, vervoermiddelen 4–6 jaar en inventaris 3–15 jaar.
Overige lasten
Dotaties aan voorzieningen
Dit betreft met name dotaties aan de voorziening voor asbest.
Bijzondere lasten
De bijzondere lasten betreffen belangrijke elementen van de primaire processen van het RVB. In de tabel hierna zijn zij gespecificeerd en onder de tabel is een toelichting van de specificatie opgenomen.
2017 realisatie |
2018 1e suppletoire begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Markthuren |
193.274 |
185.135 |
180.007 |
173.335 |
148.777 |
142.461 |
134.891 |
DBFMO-lasten |
43.117 |
47.144 |
71.829 |
62.177 |
71.411 |
67.008 |
69.882 |
Onderhoud rijkshuisvesting |
124.833 |
95.939 |
106.505 |
108.088 |
104.860 |
105.336 |
104.942 |
Belastingen en heffingen |
23.316 |
22.878 |
23.251 |
22.051 |
21.823 |
21.717 |
21.563 |
Energielasten |
32.057 |
28.238 |
26.478 |
26.072 |
24.786 |
25.168 |
24.928 |
Ontwikkeling en verkoop onroerend goed |
22.538 |
101.000 |
57.500 |
57.500 |
57.500 |
57.500 |
57.500 |
Overige bijzondere lasten |
74.065 |
46.988 |
23.603 |
40.498 |
22.489 |
19.449 |
16.722 |
Totaal |
513.200 |
527.322 |
489.173 |
489.721 |
451.646 |
438.639 |
430.428 |
Toelichting
Markthuren
Deze post betreft de huren die het RVB aan de markt betaalt. Het beleid is erop gericht departementen en diensten zo veel mogelijk in eigendomsobjecten te huisvesten. Hierdoor nemen de vierkantemeters huurhuisvesting en de kosten ervan af.
DBFMO-lasten
Dit betreft de lasten van lopende en nieuwe contracten met marktpartijen. Vanaf 2017 is het investeringsdeel van deze lasten omgerekend naar rente en afschrijving en aldaar opgenomen.
Onderhoud
Deze post betreft de kosten voor onderhoud en instandhouding van gebouwen en terreinen voor de rijkshuisvesting.
Belastingen en heffingen
Deze post betreft met name de onroerende zaakbelasting en de waterschapslasten over de voorraad onroerend goed die het RVB inzet voor rijkshuisvesting.
Energielasten
Dit betreft de energielasten in de kantoren bij de rijkshuisvesting. Deze kosten worden afzonderlijk bij de departementen in rekening gebracht.
Ontwikkeling en verkoop onroerend goed
Dit betreft de kosten van ingekocht onroerend goed binnen het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV) en de kostprijs van verkochte eigen gebouwen en terreinen (niet KORV).
Overige bijzondere lasten
De overige lasten betreffen met name de wederopleveringkosten bij contracteinde, kleinere investeringen voor de gebruikers, facilitaire leegstandkosten en verwachte waardedaling.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht geeft aan hoeveel kasmiddelen beschikbaar zijn gekomen of naar verwachting zullen komen en op welke wijze gebruik is, of zal worden gemaakt van deze middelen.
De operationele kasstromen zijn aanzienlijk hoger dan de inkomsten en uitgaven in de baten-lastenbegroting. Deze kasstromen zijn namelijk inclusief de dienstverlening aan Defensie, de kasstromen vanuit de kas-verplichtingenbegroting en de werkzaamheden buiten begrotingsverband, welke op basis van de verslaggevingsregels niet tot de omzet worden gerekend.
2017 Stand Slotwet |
2018 1e suppletoire begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari |
364.009 |
430.605 |
454.661 |
413.283 |
424.950 |
447.503 |
504.979 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom |
1.890.618 |
1.042.120 |
1.812.028 |
1.835.372 |
1.826.476 |
1.866.337 |
1.860.964 |
|
–/– totaal uitgaven operationele kasstroom |
– 1.551.608 |
– 788.310 |
– 1.522.301 |
– 1.510.859 |
– 1.494.102 |
– 1.489.040 |
– 1.474.719 |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
339.010 |
253.810 |
289.727 |
324.513 |
332.374 |
377.297 |
386.245 |
–/– totaal investeringen |
– 397.059 |
– 793.000 |
– 665.000 |
– 525.000 |
– 515.000 |
– 515.000 |
– 515.000 |
|
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen |
30.482 |
60.775 |
36.000 |
36.000 |
36.000 |
36.000 |
36.000 |
|
3. |
Totaal investeringskasstroom |
– 366.577 |
– 732.225 |
– 629.000 |
– 489.000 |
– 479.000 |
– 479.000 |
– 479.000 |
–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement |
– 79.801 |
– 34.486 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
+/+ eenmalige storting door moederdepartement |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
–/– aflossingen op leningen |
– 223.297 |
– 256.043 |
– 367.105 |
– 348.846 |
– 345.821 |
– 355.821 |
– 355.489 |
|
+/+ beroep op leenfaciliteit |
397.261 |
793.000 |
665.000 |
525.000 |
515.000 |
515.000 |
515.000 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
94.163 |
502.471 |
297.895 |
176.154 |
169.179 |
159.179 |
159.511 |
5. |
Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) (noot: maximale roodstand 0,5 mln. euro) |
430.605 |
454.661 |
413.283 |
424.950 |
447.503 |
504.979 |
571.735 |
Toelichting
Investeringskasstroom
De investeringen in rijkshuisvesting en het beroep op de leenfaciliteit zijn gebaseerd op lopende en voorgenomen huisvestingsprojecten. Het RVB investeert in grond en gebouwen die in de balans onder de post materiële vaste activa worden verantwoord. In deze investeringen worden ook brandveiligheidinvesteringen meegenomen en de investeringen uit hoofde van de instandhoudingsplicht, die bij het RVB is belegd. De investeringskasstroom neemt in 2018 en 2019 toe met name als gevolg van een aantal aankopen en voor het project EMA (European Medicine Agency). Daarnaast worden investeringen voorzien in het kader van de overname van vastgoed van andere rijksdiensten en betreft het investeringen voor ontwikkelprojecten.
Financieringskasstroom
De afdrachten aan het moederdepartement betreffen, conform de Regeling Agentschappen, het surplus op het eigen vermogen.
Daarnaast gaat het om de aflossing op lopende en toekomstige leningen in het kader van de rijkshuisvesting, de overname van vastgoed van andere rijksdiensten en aflossingen op leningen voor ontwikkelprojecten.
Het beroep op de leenfaciliteit komt overeen met de investeringsstroom. In de investeringsstroom zijn de diverse rijkshuisvestingsprojecten opgenomen. In onderstaande tabel zijn in ieder geval de grotere projecten opgenomen. Deze worden (deels) via de leenfaciliteit gefinancierd4. Het meerjarige (indicatieve) bedrag van het investeringsvolume via de leenfaciliteit is opgenomen. De investeringen van PPS-marktpartijen zijn daarbij niet verwerkt.
Investeringen rijkshuisvesting boven € 15 mln. (bedragen x € 1 mln.)
In ieder geval de volgende grotere projecten zullen (deels) via de leenfaciliteit gefinancierd worden:
Project |
Indicatie investeringsvolume leenfaciliteit |
Eerste jaar investering |
|
---|---|---|---|
1. |
Den Haag, veiligheidsdiensten |
Nog niet gegund |
2016 |
2. |
Den Haag, Binnenhofcomplex |
499 |
lopend |
3. |
Amsterdam, Europees Geneesmiddelen Agentschap (EMA) |
310 |
lopend |
4. |
Utrecht, PPS nieuwbouw RIVM |
179 |
lopend |
5. |
Amsterdam, PPS nieuwbouw rechtbank Parnas |
140 |
lopend |
6. |
Apeldoorn, Walterbos Complex |
Nog niet gegund |
2019 |
7. |
Den Bosch, Paleizenkwartier |
Nog niet gegund |
2017 |
8. |
Utrecht, Herman Gorterstraat |
Nog niet gegund |
2018 |
9. |
Eindhoven, Rijkskantoor |
Nog niet gegund |
2019 |
10. |
Rotterdam, Rijkskantorencampus |
55 |
lopend |
11. |
Amsterdam, Spark, tijdelijke huisvesting EMA |
43 |
lopend |
12. |
Den Haag, PI Scheveningen |
Nog niet gegund |
2017 |
13. |
Vught, PI |
Nog niet gegund |
2017 |
14. |
Utrecht, verdichting KNMI-complex |
Nog niet gegund |
2017 |
15. |
Assen, Mandemaat EZK |
Nog niet gegund |
n.t.b. |
16. |
Veenhuizen, PI |
Nog niet gegund |
n.t.b. |
17. |
Den Haag, Defensie, Plein Kalvermarkt Complex |
Nog niet gegund |
n.t.b. |
18. |
Rotterdam, rechtbank |
24 |
lopend |
19. |
Emmen, Nationaal Archief + rijkskantoor |
23 |
lopend |
20. |
Den Haag, verbouwing Bruggebouw |
Nog niet gegund |
2018 |
21. |
Den Haag, Terminal Noord |
Nog niet gegund |
2018 |
22. |
Arnhem, Stationsplein West |
Nog niet gegund |
n.t.b. |
23. |
Den Haag, Paleis van Justitie – rechtbank |
Nog niet gegund |
n.t.b. |
24. |
Haarlem, renovatie Surinameweg Rijkswaterstaat |
Nog niet gegund |
2018 |
Ad 1. Den Haag, veiligheidsdiensten
Dit project voorziet in gezamenlijke huisvesting van de AIVD en MIVD. Momenteel is dit project in afwachting van politieke besluitvorming op basis van een actualisatie van het project. De actualisatie vindt plaats gegeven onder andere de groei van de beide diensten.
Ad 2. Den Haag, Binnenhofcomplex
Met brief Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018, 34 293, nr. 33, dd. 29 maart 2018 is de Kamer erover geïnformeerd dat de kosten luiden in prijspeil 2017 (rekening houdend met de voorcalculatorische bouwindex van 2,5%). In 2019 worden er investeringen gedaan voor de tijdelijke huisvesting van de gebruikers van het Binnenhof. Van genoemd bedrag is € 12,5 mln. (in prijspeil 2015) bedoeld voor niet-huisvestingskosten van de gebruikers van het Binnenhof.
Ad. 3 Amsterdam, aankoop grond, ontwerp en bouw EMA.
Het stichtingsbudget ten laste van de leenfaciliteit voor het gebouw ten behoeve van huisvesting EMA bedraagt € 310 mln. Dit bestaat uit investeringen voor ontwerp, de bouw en de grond. De waarde van het met de marktpartij afgesloten contract over 20 jaar bedraagt € 255 mln. en kent naast de investering in ontwerp en bouw ook de onderhoudscomponent van het pand.
Ad 4. Utrecht, PPS nieuwbouw RIVM
Het in de tabel vermelde bedrag is de bijdrage van het Rijk in de financiering van het project. De waarde van het met de marktpartij afgesloten contract over 25 jaar bedraagt € 267 mln. Dit betreft zowel investering, als onderhoud als de algehele exploitatie van het pand.
Ad 5. Amsterdam, PPS nieuwbouw rechtbank Parnas
Het in de tabel vermelde bedrag is de bijdrage van het Rijk in de financiering van dit PPS-project. De waarde van het met de marktpartij afgesloten contract over 30 jaar bedraagt ruim € 230 mln. Dit betreft zowel investering, als onderhoud als de algehele exploitatie van het pand.
Ad. 11. Amsterdam, Spark, tijdelijke huisvesting EMA
In 2019 wordt het kantoorgebouw Spark in Amsterdam aangekocht voor € 43 mln. ten laste van de leenfaciliteit. De eerste periode zal het EMA dit kantoor betrekken totdat de nieuwbouw gereed is.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omzet per product: |
|||||||
Ingebruikgeving |
894.211 |
763.314 |
853.289 |
887.753 |
870.990 |
910.788 |
904.689 |
waarvan extern |
16.584 |
13.585 |
10.804 |
10.714 |
10.702 |
10.702 |
10.702 |
Instand houden vastgoed |
59.901 |
167.434 |
142.192 |
145.187 |
144.500 |
144.501 |
146.644 |
waarvan andere eigenaar |
59.901 |
18.257 |
37.917 |
36.835 |
36.901 |
33.953 |
34.000 |
Projectrealisatie |
61.839 |
46.018 |
33.470 |
34.296 |
31.506 |
35.376 |
35.400 |
waarvan andere eigenaar |
21.335 |
46.018 |
33.116 |
34.052 |
31.201 |
35.376 |
35.400 |
Verkoop |
43.319 |
115.284 |
70.294 |
70.292 |
70.292 |
70.290 |
70.290 |
Expertise en advies |
28.105 |
32.155 |
35.345 |
35.321 |
34.966 |
34.966 |
34.966 |
Saldo baten en lasten |
54.142 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
in % |
4,6% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
Huisvestingsvoorraad * 1.000 m2 BVO1 |
6.189 |
5.812 |
5.725 |
5.449 |
5.244 |
5.190 |
5.116 |
waarvan verhuurd |
5.403 |
5.025 |
4.855 |
5.044 |
4.885 |
4.896 |
4.877 |
waarvan leeg frictie |
75 |
63 |
88 |
94 |
92 |
84 |
|
waarvan leeg renovatie |
325 |
367 |
140 |
143 |
97 |
81 |
|
waarvan leeg afstoot |
410 |
439 |
176 |
122 |
105 |
74 |
|
waarvan eigendom |
4.867 |
4.660 |
4.656 |
4.419 |
4.373 |
4.353 |
4.322 |
waarvan huur |
1.322 |
1.152 |
1.069 |
1.030 |
871 |
838 |
794 |
Gem. leegstand rijkshuisvesting voor rekening RVB |
5,9% |
4,3% |
|||||
ITK rijkshuisvesting |
2,2 |
2,1–2,8 |
2,1–2,8 |
2,1–2,8 |
2,1–2,8 |
2,1–2,8 |
2,1–2,8 |
Voorraad beheerde Defensieobjecten |
|||||||
Gebouwen * 1.000 m2 BVO1 |
6.033 |
5.562 |
5.959 |
5.778 |
5.746 |
5.727 |
5.534 |
Terreinen * 1.000 m2 BVO1 |
350.575 |
345.199 |
348.899 |
347.334 |
347.173 |
347.086 |
347.002 |
Doelmatigheid verkoop vastgoed |
11.385 |
>0 |
>0 |
>0 |
>0 |
>0 |
>0 |
Bezetting ambtelijke fte's ultimo |
2.009 |
1.922 |
2.122 |
2.122 |
2.122 |
2.122 |
2.122 |
Apparaat-omzetindicator |
21,6% |
17,3% |
22,2% |
21,4% |
21,7% |
20,8% |
20,9% |
Projecten binnen budget gerealiseerd |
87% |
82% |
83% |
84% |
85% |
85% |
85% |
Projecten tijdig gerealiseerd |
97% |
82% |
83% |
84% |
85% |
85% |
85% |
Productiviteit |
914 |
955 |
965 |
975 |
1.000 |
1.025 |
1.025 |
Toelichting
Omzet per product
Met de producten bestrijkt het RVB de gehele keten van de huisvesting, vanaf de initiële vraag van een afnemer tot en met de realisatie (bouw en/of verbouw), het beheer, ontwikkeling en de afstoot. Het RVB werkt vraaggestuurd. Dit betekent dat in principe de jaarlijkse omzet voor een groot deel bepalend is voor de benodigde omvang van het personeelsbestand. Vanwege de afslanking van de rijksoverheid zal er op termijn minder huisvestingsvraag zijn. Het RVB zal daardoor minder m2 huisvesting leveren.
Overigens neemt de omzet komende jaren toe. Dit heeft ermee te maken dat nieuwe huisvesting per definitie duurder is (hogere afschrijvingslasten) dan oude huisvesting. Daarbij worden oude objecten verkocht. Zodoende resteert een relatief nieuwe voorraad.
Saldo baten en lasten
Het saldo van baten en lasten geeft een sluitend resultaatbeeld.
Rijkshuisvestingsvoorraad in 1.000 m2 BVO
De huisvestingsvoorraad zal de komende jaren door enerzijds het kabinetsbeleid en anderzijds adequate sturing door het RVB afnemen. Bij de gepresenteerde afname is rekening gehouden met de gevolgen voor de departementen van kabinetsbesluiten over de masterplannen huisvesting. Indien de voorraad niet in de voorziene mate daalt, zullen de leegstandkosten voor het RVB stijgen en daarmee het saldo van baten en lasten dalen.
De leegstand is opgenomen in drie categorieën. Met name de afstootleegstand moet zo laag als mogelijk zijn.
Indicator technische kwaliteit (ITK) rijkshuisvesting
Dit betreft het gewogen gemiddelde van de technische conditie van alle gebouwen op een schaal van 1 (nieuwbouw) t/m 6 (extreem slecht). Deze conditie wordt mede bepaald door de staat van het onderhoud en (vervangings)investeringen. Op grond van voorraadoverwegingen (o.a. is een pand wel/niet strategisch, blijft het wel/niet in de voorraad) worden economische afwegingen gemaakt over het uitvoeren van onderhoud en investeringen. Voor een deel van de (niet-strategische) voorraad kan dan een slechtere ITK-score worden geaccepteerd.
Voorraad beheerde Defensieobjecten in 1.000 m2 BVO
De Defensieobjecten worden door het RVB onderhouden (instandhouding). Defensie voorziet de komende jaren een kleine krimp in haar portefeuille.
Doelmatigheid verkoop vastgoed.
Doelstelling is objecten te verkopen tegen tenminste de voorgecalculeerde bedragen die in een businesscase waren opgenomen. Het totale resultaat van het verkochte onroerend goed zal tenminste positief moeten zijn.
Bezetting in fte’s
De bezetting van ambtelijk personeel neemt toe als gevolg van de gestegen vraag naar dienstverlening.
Apparaat-omzet indicator
Dit betreft de procentuele verhouding van de apparaatskosten van het RVB tot de omzet (totale baten) van de dienst. De dalwaarde van 2018 komt doordat in dat jaar conform de begroting 2018 werkzaamheden voor Defensie voor instandhouding nog onderdeel van de omzet vormden. In de realisatie 2017 en vanaf de begroting 2019 is deze dienstverlening uit de omzet gehaald.
Een daling van de waarde van de indicator geeft aan dat de verhouding tussen de omzet en het ingezette apparaat verbetert.
Projecten binnen budget gerealiseerd
Het percentage projecten binnen budget gerealiseerd is na de fusie gesteld op meer dan 80%. Het getuigt van ambitie om als norm te hebben dat het overgrote deel van de projecten wordt uitgevoerd binnen het afgesproken budget.
De ervaring leert dat het prognosticeren van de kosten van vastgoedprojecten niet eenvoudig is. De uitkomsten van aanbestedingen laten zich lastig voorspellen. Daarnaast kunnen tijdens de uitvoering van de projecten tegenvallers aan het licht komen. De verwachting is dat de kennisbundeling en professionalisering de komende jaren tot betere resultaten zal leiden. De norm van 80% kan daarmee over enkele jaren (2021) naar 85% worden bijgesteld.
Projecten tijdig gerealiseerd
Het percentage projecten tijdig gerealiseerd is na de fusie gesteld op meer dan 80%. Deze norm houdt concreet in dat minder dan 20% van de projecten later wordt opgeleverd dan met de opdrachtgever is afgesproken. Een deel van de projecten kan vertragen doordat tijdens de uitvoering feiten boven water komen, waar vooraf geen rekening mee is gehouden. Dit zal nooit uit te sluiten zijn, maar ook voor deze indicator geldt dat met een goede kennisbundeling en professionaliteit het percentage waarbij de afgesproken tijd wordt overschreden, kan worden verminderd. Over enkele jaren (2021) kan deze norm ook naar 85%.
Productiviteit
De productiviteit geeft inzicht in de sturing op directe uren. Hoe meer directe uren worden ingezet, ofwel hoe minder indirecte/overige, hoe beter wordt gepresteerd. Tussen 2018 en 2020 is nog sprake van een langzaam groeipad als gevolg van de in uitvoering zijnde harmonisatie en integratie van de processen van de fusiepartners en de daarmee samenhangende herinrichting van de automatisering.
Als gevolg van de fusie kan personeel effectiever op de verschillende activiteiten worden ingezet. Daarnaast leidt de fusie ook tot minder indirecte functies en meer productiviteit in de primaire processen.
Productie RVB
De omzet van het RVB in deze baten-lastenbegroting geeft onvoldoende zicht op de werkelijke omvang van de te verrichten werkzaamheden, omdat een deel van deze werkzaamheden op grond van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving niet tot omzet mogen worden gerekend. Het gaat hierbij om de programmakosten voor Defensie, om posten uit de kas-verplichtingenbegroting en om verkopen en ingebruikgevingen op grond van middelenafspraken.
In onderstaande tabel zijn al deze werkzaamheden, gebaseerd op kasstromen, opgenomen in een overzicht van de «productie».
De hoge «piekproductie» in 2019 en 2020 wordt mede bepaald door een aantal aankopen van objecten voor de rijkshuisvesting.
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|
Ingebruikgeving |
454 |
449 |
413 |
396 |
386 |
Instandhouding |
319 |
316 |
313 |
302 |
301 |
Projectrealisatie |
802 |
653 |
655 |
665 |
664 |
Verkoop en ontwikkeling |
194 |
194 |
194 |
194 |
194 |
Expertise en advies |
206 |
205 |
204 |
201 |
201 |
Totaal «productie» |
1.974 |
1.816 |
1.779 |
1.758 |
1.745 |
Inleiding
Het werkterrein van de Huurcommissie wordt voor een grootste deel gevormd door het gereguleerde deel van de markt voor huurwoonruimte. Als huurders en verhuurders een geschil hebben en er onderling niet uitkomen, dan doet de Huurcommissie op verzoek van de huurder of de verhuurder een uitspraak in geschillen over de hoogte van huurprijzen en servicekosten. De Huurcommissie beslecht ook geschillen in het kader van de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv).
Het Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO) Huurcommissie (zonder eigen rechtspersoonlijkheid) wordt ondersteund door het agentschap de Dienst van de Huurcommissie (DHC). Voor de huurders en verhuurders presenteert de Huurcommissie zich als één landelijk opererende, onpartijdige en toegankelijke organisatie.
De Huurcommissie is continu gericht op verbetermogelijkheden bij de uitvoering van haar taken: het voorkomen, helpen oplossen en waar nodig beslechten van geschillen tussen huurder en verhuurder. Het gaat daarbij om verbeteringen in de dienstverlening aan huurders en verhuurders, en verbeteringen in de bedrijfsvoering. De Huurcommissie speelt flexibel in op wijzigingen in het aantal en soort informatievragen, veranderingen in de samenleving, het aantal en soort geschillen en op wijzigingen in de huurprijswet- en regelgeving. Uitgangspunt bij deze verbeteringen is het kader van de wet- en regelgeving van het huurprijsbeleid en de rijksbrede ontwikkelingen die bij alle uitvoeringsorganisaties spelen.
Het aangenomen wetsvoorstel tot wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte in verband met een verdere modernisering van de Huurcommissie en met de introductie van een verhuurdersbijdrage (Stb. 2018, 172, Kamerstukken I 2017–2018, 34 652, nr. A) brengt niet alleen een herziening van de financieringsstructuur met zich mee, maar ook nieuwe taken. Zo is de Huurcommissie per 1 januari 2019 bevoegd om uitspraak te doen in geschillen die voortvloeien uit klachten van de huurder over het handelen of nalaten van de verhuurder bij de producten en diensten die hij aan de huurder levert. Deze taakuitbreiding geldt voor zowel private verhuurders als voor woningcorporaties. Geschillenbeslechting met een bindende uitspraak is echter beperkt tot de gevallen waarin tussen de huurder en verhuurder een gereguleerd huurcontract bestaat. Wanneer een huurder met een klacht een geliberaliseerd huurcontract heeft, kan de Huurcommissie indien beide partijen daarom vragen wel een advies uitbrengen zoals bedoeld in artikel 5, derde lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Uhw).
Daarnaast is de Huurcommissie sinds september 2017 door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties officieel aangewezen als buitengerechtelijke geschillenbeslechter in de zin van de Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten (ofwel een Europese Alternative Dispute Resolution (ADR) instantie). Met deze wet, die in 2015 van kracht werd, is een Europese richtlijn geïmplementeerd die lidstaten verplicht om een goed werkend en voor consumenten laagdrempelig systeem voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting op te zetten. De Huurcommissie voldoet aan de eisen die aan zo’n geschillenbeslechter – in dit geval voor huurprijsgeschillen – worden gesteld.
Ook de dienstverlening van de Huurcommissie wordt verbeterd. Centraal daarbij staat dat huurders en verhuurders meer keuzemogelijkheden krijgen en daardoor zelf meer invloed hebben op het verloop van de procedure. Dat betekent dat er nieuwe vormen van dienstverlening worden aangeboden en ontwikkeld, zoals een inhoudelijke intake van geschillen, bemiddeling en het afronden van de procedure aan de hand van een onderzoeksrapport.
De meerwaarde van bemiddeling is dat – naast het oplossen van het geschil – gefocust wordt op het verbeteren van de relatie tussen huurder en verhuurder. Bemiddelen is ook aantrekkelijk omdat er kortere en lichtere procedures kunnen worden gevolgd dan bij geschillenbeslechting.
De aanpassing van de dienstverlening van de Huurcommissie vraagt de nodige competenties van de medewerkers en leidt ook tot aanpassingen in de organisatie. Om de benodigde competenties binnen de organisatie op orde te krijgen en de organisatie gereed te maken voor de nieuwe dienstverlening loopt er een verandertraject waar een reorganisatie onderdeel van uitmaakt. De kwantitatieve doelstellingen van de dienst huurcommissie zullen naar verwachting worden gerealiseerd, maar de mogelijkheid om te anticiperen op een hoger dan voorzien werkaanbod is vanwege het verandertraject beperkt.
In de begroting zijn ook de kosten van het ZBO verwerkt.
Staat van baten en lasten
2017 Stand Slotwet |
2018 Vastgestelde begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten |
||||||||
Omzet moederdepartement |
12.255 |
7.489 |
6.776 |
6.776 |
6.776 |
6.776 |
6.776 |
|
Omzet overige departementen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Omzet derden |
623 |
5.725 |
5.854 |
5.854 |
5.854 |
5.854 |
5.854 |
|
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Vrijval voorzieningen |
3 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijzondere baten |
2.302 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal baten |
15.183 |
13.214 |
12.630 |
12.630 |
12.630 |
12.630 |
12.630 |
|
Lasten |
||||||||
Apparaatskosten |
11.863 |
10.316 |
9.731 |
9.731 |
9.731 |
9.731 |
9.731 |
|
– |
personele kosten |
7.412 |
6.535 |
6.449 |
6.350 |
6.300 |
6.300 |
6.300 |
waarvan eigen personeel |
6.550 |
5.833 |
5.259 |
5.250 |
5.250 |
5.250 |
5.250 |
|
waarvan externe inhuur |
603 |
702 |
700 |
700 |
700 |
700 |
700 |
|
waarvan overige personele kosten |
259 |
0 |
490 |
400 |
350 |
350 |
350 |
|
– |
materiële kosten |
4.451 |
3.781 |
3.282 |
3.381 |
3.431 |
3.431 |
3.431 |
waarvan apparaat ICT |
2.334 |
1.150 |
1.184 |
1.150 |
1.150 |
1.150 |
1.150 |
|
waarvan bijdrage aan SSO's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
waarvan overige materiële kosten |
2.117 |
2.631 |
2.098 |
2.231 |
2.281 |
2.281 |
2.281 |
|
Rentelasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Afschrijvingskosten |
494 |
74 |
75 |
75 |
75 |
75 |
75 |
|
– |
Materieel |
102 |
74 |
75 |
75 |
75 |
75 |
75 |
waarvan apparaat ICT |
0 |
71 |
74 |
74 |
74 |
74 |
74 |
|
– |
Immaterieel |
392 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige kosten |
2.708 |
2.824 |
2.824 |
2.824 |
2.824 |
2.824 |
2.824 |
|
– |
dotaties voorzieningen |
18 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– |
bijzondere lasten |
2.690 |
2.824 |
2.824 |
2.824 |
2.824 |
2.824 |
2.824 |
Totaal lasten |
15.065 |
13.214 |
12.630 |
12.630 |
12.630 |
12.630 |
12.630 |
|
Saldo van baten en lasten |
118 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Baten
Omzet moederdepartement
De reeks Omzet moederdepartement betreft de geraamde bedragen voor de bekostiging van de Huurcommissie, zoals opgenomen in artikel 3, Woningmarkt van de ontwerpbegroting 2019 van de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
De wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte brengt nieuwe taken met zich mee. Ook maatschappelijke ontwikkelingen in de rechtspraak, de aanpak van huisjesmelkers en de Nationale Woonagenda hebben gevolgen voor de vraag naar de wettelijke taken van de Huurcommissie. Deze ontwikkelingen zijn in onderstaand overzicht meegenomen. Het streven is om 40% van de geschillen af te handelen via intake en bemiddelen.
Product |
Aantal zaken |
---|---|
Huurprijsgeschillen |
4.840 |
Servicekostengeschillen |
2.080 |
Huurverhogingsgeschillen op basis van punten |
490 |
Huurverhogingsgeschillen op basis van inkomen |
730 |
Wohv geschillen |
5 |
Onderzoeksrapporten rechtbank |
10 |
Onderzoeksrapporten publieksrechtelijke organen |
60 |
Advies geliberaliseerde huurprijs |
50 |
Klachten van huurder over verhuurder |
250 |
Verklaring over redelijkheid van de huurprijs |
0 |
Totaal |
8.515 |
Het aantal zaken betreft een prognose op basis van de instroom van de afgelopen jaren en actuele ontwikkelingen.
Omzet derden
Deze baten betreffen in de eerste plaats de legesopbrengsten die gebaseerd zijn op de veroordeling door de Huurcommissie van geschilpartijen tot vergoeding aan de Staat. De legesontvangsten zijn voor 2019 begroot op € 0,5 mln. Daarnaast dragen verhuurders conform de wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Uhw) met ingang van begrotingsjaar 2018 vast bij aan de kosten van de Huurcommissie. De verhuurdersbijdrage bedraagt voor 2019 € 5,4 mln.
Lasten
Apparaatskosten
De apparaatskosten betreffen zowel de Dienst van de Huurcommissie als de salarissen en vergoedingen van de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter, de zittingsvoorzitters en de zittingsleden van de Huurcommissie (het ZBO).
Personele kosten
De personele kosten betreffen met name de salarissen van de vaste medewerkers van DHC, maar ook de inhuur van externe medewerkers. Voor het opvangen van pieken en voor specifieke projecten waarvoor DHC zelf geen of onvoldoende expertise en capaciteit in huis heeft, wordt een beroep gedaan op externe medewerkers. De overige personele kosten waren in voorgaande jaren opgenomen in de overige materiële kosten. Vanaf 2019 worden deze kosten in de personele kosten meegenomen.
Materiële kosten
De belangrijkste posten zijn huisvesting, bureaukosten, communicatie en ICT. De bijdrage aan SSO's loopt via het kerndepartement en is daarom niet zichtbaar in de staat van baten en lasten.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn conform de door de Minister van Financiën voorgeschreven afschrijvingstermijnen. Afgeschreven wordt op computers en kantoorinventaris.
Overige lasten
De Dienst van de Huurcommissie gaat haar dienstverlening veranderen en wordt gereorganiseerd teneinde de competenties van de medewerkers op het juiste niveau te krijgen, de huurders en verhuurders beter van dienst te kunnen zijn en efficiënter (kostenverlagend) te werken. De bijzondere lasten hebben betrekking op de hiermee gepaard gaande transitiekosten. De exacte hoogte van de kosten van de reorganisatie is op het moment van opstellen van deze begroting nog niet bekend.
Kasstroomoverzicht
2017 Stand Slotwet |
2018 Vastgestelde begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. |
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen |
4.324 |
2.516 |
2.590 |
2.665 |
2.740 |
2.815 |
2.890 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom |
15.746 |
13.214 |
12.630 |
12.630 |
12.630 |
12.630 |
12.630 |
|
–/– totaal uitgaven operationele kasstroom |
– 16.304 |
– 13.140 |
– 12.555 |
– 12.555 |
– 12.555 |
– 12.555 |
– 12.555 |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
– 558 |
74 |
75 |
75 |
75 |
75 |
75 |
–/– totaal investeringen |
– 210 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3. |
Totaal investeringskasstroom |
– 210 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement |
– 854 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
+/+ eenmalige storting door moederdepartement |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
–/– aflossingen op leningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
+/+ beroep op leenfaciliteit |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
– 854 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
5. |
Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) (noot: maximale roodstand 0,5 mln. euro) |
2.702 |
2.590 |
2.665 |
2.740 |
2.815 |
2.890 |
2.965 |
Toelichting
Uitgangspunt is een beginsaldo van € 2,590 mln. per 1 januari 2019.
Operationele kasstroom
Uitgegaan is van een jaarlijks exploitatieresultaat van nul en een stabiel saldo van debiteuren en crediteuren.
Investeringskasstroom
Voor 2019 en volgende jaren is het uitgangspunt dat geen omvangrijke investeringen worden verricht, maar diensten worden afgenomen.
Financieringskasstroom
Er wordt geen beroep gedaan op de leenfaciliteit van het Ministerie van Financiën.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Omschrijving |
2017 Slotwet |
2018 Vastgestelde begroting |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
% Huurprijsgeschillen afgerond binnen 4 maanden |
64 |
90 |
90 |
90 |
90 |
90 |
90 |
% Servicekostengeschillen afgerond binnen 5 maanden |
47 |
90 |
90 |
90 |
90 |
90 |
90 |
% Huurverhogingsgeschillen afgerond binnen 4 maanden |
90 |
90 |
90 |
90 |
90 |
90 |
90 |
% Wohv-geschillen afgerond binnen 3 maanden |
90 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
% Wohv-geschillen afgerond binnen 4 maanden |
50 |
90 |
90 |
90 |
90 |
90 |
90 |
% ADR geschillen afgerond binnen 90 dagen |
90 |
90 |
90 |
90 |
90 |
90 |
|
FTE-totaal (excl. externe inhuur) |
63 |
69 |
69 |
69 |
69 |
69 |
69 |
Saldo van baten en lasten (%) |
1% |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Doorlichting uitgevoerd cq. gepland in: |
2014 |
Toelichting
Doorlooptijden
De Huurcommissie werkt met twee verschillende doorlooptijden. In de eerste plaats de doorlooptijd voor de hele procedure, gebaseerd op de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Uhw). Deze telt vanaf het moment dat de verzoeker het voorschot op de leges heeft betaald tot en met het moment waarop de uitspraak wordt verstuurd.
In de tweede plaats de doorlooptijd van ADR (Alternative Dispute Resolution) geschillen, zoals de Implementatiewet voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten voorschrijft. Deze telt vanaf het moment dat het dossier van een zaak compleet is.
Voor de doorlooptijden van geschilbeslechting staat in de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte een termijn van maximaal vier maanden. In de afgelopen jaren is geïnvesteerd in de ICT-ondersteuning van het behandelingsproces om deze termijn te kunnen realiseren. Omdat de Huurcommissie bij het behalen van de vermelde doorlooptijden afhankelijk is van de medewerking van huurder en verhuurder (het verstrekken van de benodigde informatie, het meewerken aan onderzoek in de woning, aanwezigheid op hoorzittingen), kan de termijn van vier maanden niet in alle gevallen gerealiseerd worden. De wet kent de mogelijkheid om in die gevallen gemotiveerd een langere doorlooptijd te hanteren. Het streven is erop gericht om in 2019 de maximale doorlooptijd voor huurprijsgeschillen en huurverhogingsverschillen in vier maanden en die van servicekostengeschillen in vijf maanden voor 90% van de verzoeken te realiseren. Geschilbeslechting via intake en bemiddeling komt de doorlooptijd van een geschil ten goede.
Voor de geschilbeslechting op basis van de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv) geldt een wettelijke termijn van acht weken, met de mogelijkheid om indien nodig gemotiveerd een langere doorlooptijd te hanteren. De ervaringen met de Wohv-geschillen leren dat partijen hechten aan overleg onder auspiciën van de Huurcommissie, als gevolg waarvan de termijn van acht weken niet gehaald wordt zonder dat dit op bezwaren van betrokkenen stuit. Om deze reden is als streeftermijn (voor 90% van de Wohv-geschillen) vier maanden geformuleerd.
De ADR doorlooptijd, zoals de Implementatiewet voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten voorschrijft, is 90 dagen. Nadat het dossier eenmaal compleet is, handelt de Huurcommissie minimaal 90% van de zaken binnen de wettelijke termijn van 90 dagen af.
Saldo van baten en lasten
Het saldo van baten en lasten (uitgedrukt als percentage van de totale baten) is feitelijk gezien geen doelmatigheidsindicator, want slechts de resultante van de baten (waar de Huurcommissie geen invloed op heeft) bij min of meer gelijkblijvende lasten. Zie het daarover gestelde bij «Toelichting op het saldo van baten en lasten».
Personeel
Het aantal medewerkers in vaste dienst (uitgedrukt in fte) en de ontwikkeling daarvan in de loop der jaren is geen doelmatigheidsindicator, maar een kengetal. Het aantal medewerkers in vaste dienst blijft constant.
Doorlichting
De doorlichting van DHC zoals bedoeld in de Regeling agentschappen heeft in 2014 plaatsgevonden. Een van de aanbevelingen die hieruit is voortgekomen betreft het nieuwe kostprijsmodel dat als ontwikkelmodel gebruikt gaat worden.
Naam organisatie |
RWT |
ZBO |
Functie |
Begrotingsartikel |
Begrotingsramingen (bedragen x € 1.000) |
Verwijzing (URL-link) naar website RWT/ZBO |
Hyperlink uitgevoerde evaluatie ZBO onder kaderwet |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP) |
x |
x |
Zorg dragen voor de uitvoering van de verplichting tot voldoening van de weduwepensioenen en wezenonderstanden aan de nagelaten betrekkingen van gewezen overheidspersoneel van Indonesië. Namens de Minister nemen van beslissingen ter uitvoering van de regelingen en aangelegenheden welke verband houden met zogenaamde overzeese pensioenen en uitkeringen. |
Artikel 7 «Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid» |
8.486 |
Evaluatieplicht uit Kaderwet niet van toepassing. Wel geëvalueerd: https://www.rijksoverheid.nl/ documenten/rapporten/2017/ 03/22/rapport-saip |
|
Referendumcommissie |
x |
De referendumcommissie verstrekt informatie aan de kiezer over een aan een referendum onderworpen wet. Daarnaast verstrekt de referendumcommissie subsidies ten behoeve van maatschappelijke initiatieven die zich ten doel stellen het publieke debat in Nederland over de aan het referendum onderworpen wet te bevorderen. De referendumcommissie stelt ter uitvoering van de taak, genoemd het tweede lid, een regeling vast. In deze regeling wordt in ieder geval een subsidieplafond vastgesteld. Het subsidieplafond bedraagt ten hoogste € 2 mln. per referendum. |
Artikel 1 «Openbaar bestuur en democratie» |
0 |
Evaluatie in 2020 |
||
Artikel 11 «Centraal apparaat» |
0 |
||||||
Huis voor Klokkenluiders |
x |
Het Huis voor klokkenluiders heeft in de eerste plaats tot taak het informeren, adviseren en ondersteunen van werknemers over te ondernemen stappen inzake het vermoeden van een misstand en in voorkomende gevallen werknemers te verwijzen naar bestuursorganen die belast zijn met opsporing of toezicht waar het vermoeden van een misstand kan worden gemeld. Daarnaast heeft het Huis voor klokkenluiders tot taak het verrichten van onderzoek naar een vermoeden van een misstand of de wijze waarop de werkgever zich jegens de werknemer heeft gedragen naar aanleiding van een melding van een vermoeden van een misstand. |
Artikel 7 «Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid» |
0 |
Evaluatie in 2021 |
||
Artikel 11 «Centraal apparaat» |
2.994 |
||||||
Huurcommissie |
x |
Onafhankelijk beslechten van geschillen tussen huurders en verhuurders over onderhoud, huurprijs en servicekosten van huurwoningen. Daarnaast het toetsen op verzoek van de Belastingdienst van de redelijkheid van de huurprijs bij aanvraag van huurtoeslag. |
Artikel 3 «Woningmarkt» |
6.9081 |
|||
Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland |
x |
De onafhankelijke instantie heeft tot taak ervoor te zorgen dat er eens per vier jaar bij corporaties een visitatie kan worden uitgevoerd, specifiek door het aanwijzen van «deskundige instanties». SVWN doet dat door het erkennen van bureaus die visitaties mogen uitvoeren. |
Artikel 3 «Woningmarkt» |
0 |
Evaluatie in 2020 |
||
Dienst voor het Kadaster en de openbare registers |
x |
x |
Het bijhouden van de openbare registers en kadastrale registratie en het cartografisch weergeven van geografische basisgegevens. Het verstrekken van inlichtingen aan belanghebbenden. |
Artikel 5 «Ruimtelijke ordening en Omgevingswet» |
25.767 |
https://archief06. archiefweb.eu/archives/ archiefweb/20180227041656/ |
De bijdrage uit de begroting voor de kosten van het ZBO maakt deel uit van de totale bijdrage uit de begroting aan het ZBO Huurcommissie en het agentschap DHC. In de administratie worden kosten van het ZBO niet apart verantwoord, mede omdat ze voor een groot deel samenvallen met kosten van het agentschap. De totale bijdrage aan het ZBO Huurcommissie en agentschap DHC bedraagt € 6.908.000. Zie voor de cijfers beleidsartikel 3 en de batenlastenparagraaf van DHC in deze begroting.
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
28.920 |
25.033 |
25.068 |
25.068 |
25.068 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
22.862 |
6.394 |
4.500 |
1.200 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
69 |
27.896 |
26.693 |
25.948 |
23.092 |
48.160 |
Waarvan: |
||||||
1) Nieuwe begrotingsstructuur |
0 |
27.021 |
26.026 |
25.568 |
22.712 |
22.712 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
51.851 |
59.323 |
56.261 |
52.216 |
48.160 |
48.160 |
Toelichting:
1) Nieuwe begrotingsstructuur
De ontwerpbegroting 2019 wordt gepresenteerd in een nieuwe begrotingsstructuur. In het licht van de toevoeging van de begroting Wonen en Rijksdienst (XVIII) en de herverkavelingen uit het Regeerakkoord van het Kabinet Rutte-III, is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de begrotingsstructuur van de BZK-begroting (VII) vanaf 2019 te herzien en de begroting beter aan te laten sluiten bij inhoudelijke doelstellingen en de beleidspraktijk. Voor artikel 1 houdt de structuurwijziging in dat Burgerschap (voorheen artikelonderdeel 6.4) en het merendeel van Kwaliteit woonomgeving (voorheen artikelonderdeel 4.3) overgeheveld zijn naar artikel 1. Daarnaast zijn onderdelen van Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen (voorheen artikel 6.2), Overheid als werkgever (voorheen artikel 7.1) en Pensioenen en uitkeringen (voorheen artikel 7.2) overgeheveld naar artikel 1.
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
21.965 |
21.965 |
21.965 |
21.965 |
21.965 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
458 |
0 |
0 |
0 |
0 |
21.965 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
22.423 |
21.965 |
21.965 |
21.965 |
21.965 |
21.965 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
249.167 |
251.094 |
252.068 |
254.290 |
251.990 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
3.556 |
11.556 |
12.500 |
15.500 |
15.500 |
0 |
Nieuwe mutaties |
6.072 |
11.603 |
11.870 |
11.989 |
11.933 |
278.952 |
Waarvan: |
||||||
1) Loon- en prijsbijstelling |
6.011 |
11.542 |
11.809 |
11.928 |
11.872 |
11.861 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
258.795 |
274.253 |
276.438 |
281.779 |
279.423 |
278.952 |
Toelichting:
1) Loon- en prijsbijstelling
Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling van 2017 en 2018.
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
12.714 |
12.714 |
12.714 |
12.714 |
12.714 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
0 |
Nieuwe mutaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
13.214 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
13.214 |
13.214 |
13.214 |
13.214 |
13.214 |
13.214 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
4.157.089 |
4.260.859 |
4.447.789 |
4.555.391 |
4.695.827 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
– 35.260 |
– 157.028 |
– 156.271 |
– 110.371 |
– 98.171 |
0 |
Nieuwe mutaties |
31.280 |
382 |
384 |
586 |
587 |
4.749.907 |
Waarvan: |
||||||
1) Afdracht NHG 2017 |
30.608 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2) Nieuwe begrotingsstructuur |
0 |
1 |
1 |
5 |
4 |
5 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
4.153.109 |
4.104.213 |
4.291.902 |
4.445.606 |
4.598.243 |
4.749.907 |
Toelichting:
1) Afdracht NHG 2017
De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) betaalt jaarlijks een achtervangvergoeding voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). De jaarlijkse vergoeding wordt gestort in de daarvoor bestemde risicovoorziening NHG. De afdracht over het boekjaar 2017 bedraagt € 30,6 mln.
2) Nieuwe begrotingsstructuur
De ontwerpbegroting 2019 wordt gepresenteerd in een nieuwe begrotingsstructuur. In het licht van de toevoeging van de begroting Wonen en Rijksdienst (XVIII) en de herverkavelingen uit het Regeerakkoord van het Kabinet Rutte-III, is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de begrotingsstructuur van de BZK-begroting (VII) vanaf 2019 te herzien en de begroting beter aan te laten sluiten bij inhoudelijke doelstellingen en de beleidspraktijk. Voor artikel 3 houdt de structuurwijziging onder andere in dat een klein onderdeel van Woningbouwproductie (voorheen artikelonderdeel 4.2) en Kwaliteit woonomgeving (voorheen artikelonderdeel 4.3) overgeheveld zijn naar artikel 3.
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
487.000 |
525.000 |
516.000 |
466.000 |
453.000 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
5.100 |
– 4.000 |
0 |
12.000 |
9.000 |
0 |
Nieuwe mutaties |
31.145 |
0 |
0 |
0 |
0 |
456.000 |
Waarvan: |
||||||
1) Afdracht NHG 2017 |
30.608 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
523.245 |
521.000 |
516.000 |
478.000 |
462.000 |
456.000 |
Toelichting:
1) Afdracht NHG 2017
De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) betaalt jaarlijks een achtervangvergoeding voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). De jaarlijkse vergoeding wordt gestort in de daarvoor bestemde risicovoorziening NHG. De afdracht over het boekjaar 2017 bedraagt € 30,6 mln.
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
247.486 |
222.886 |
19.831 |
20.520 |
20.045 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2018 |
95.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
14.731 |
29.703 |
15.464 |
5.303 |
5.263 |
0 |
Nieuwe mutaties |
– 91.112 |
– 43.581 |
132.433 |
– 1.932 |
– 1.625 |
18.420 |
Waarvan: |
||||||
1) Loon- en prijsbijstelling |
1.287 |
525 |
473 |
494 |
484 |
485 |
2) Nieuwe begrotingsstructuur |
0 |
– 2.473 |
– 2.157 |
– 2.183 |
– 1.826 |
– 1.827 |
3) Kasschuif STEP |
– 75.000 |
– 69.000 |
144.000 |
0 |
0 |
0 |
4) Kasschuif NEF |
0 |
10.000 |
– 10.000 |
0 |
0 |
0 |
5) Kasschuif SEEH |
– 13.000 |
13.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
6) Kasschuif Energielabel |
– 3.500 |
3.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
266.105 |
209.008 |
167.728 |
23.891 |
23.683 |
18.420 |
Toelichting:
1) Loon- en prijsbijstelling
Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling 2018
2) Nieuwe begrotingsstructuur
De ontwerpbegroting 2019 wordt gepresenteerd in een nieuwe begrotingsstructuur. In het licht van de toevoeging van de begroting Wonen en Rijksdienst (XVIII) en de herverkavelingen uit het Regeerakkoord van het Kabinet Rutte-III, is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de begrotingsstructuur van de BZK-begroting (VII) vanaf 2019 te herzien en de begroting beter aan te laten sluiten bij inhoudelijke doelstellingen en de beleidspraktijk. Voor artikel 4 houdt de structuurwijziging onder andere in dat een klein onderdeel van Woningbouwproductie (voorheen artikelonderdeel 4.2) is overgeheveld naar artikel 3. Daarnaast is het merendeel van Kwaliteit woonomgeving (voorheen artikelonderdeel 4.3) overgeheveld is naar artikel 1 en artikel 3.
3) Kasschuif STEP
Eerder is de aanvraagperiode voor subsidie binnen de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) verlengd tot en met 2018. Een vastgestelde subsidie wordt pas uitbetaald als het energielabel in het register is aangepast. Dit moet uiterlijk binnen twee jaar geschieden. Het kasritme is aangepast naar de verwachte uitbetalingen in de periode 2018–2020.
4) Kasschuif NEF
De geplande bijdrage aan het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) voor 2020 wordt een jaar eerder beschikbaar gesteld.
5) Kasschuif SEEH
Binnen de middelen voor de Subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) wordt het deel voor verenigingen van eigenaren op basis van de meest recente prognoses van het aantal aanvragen doorgeschoven naar 2019.
6) Kasschuif Energielabel
Op 1 januari 2020 worden de eisen voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG) van kracht. In het kader daarvan wordt momenteel gewerkt aan de nieuwe bepalingsmethode energieprestatie. Hierdoor zijn de aanpassingen aan het energielabel in de tijd zijn verschoven en wordt een deel van de beschikbare middelen doorgeschoven naar 2019.
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
91 |
91 |
91 |
91 |
91 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
91 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
91 |
91 |
91 |
91 |
91 |
91 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
107.235 |
66.435 |
63.958 |
55.801 |
50.784 |
50.784 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
29.721 |
34.979 |
27.152 |
5.950 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
– 33.373 |
1.505 |
2.765 |
435 |
6.809 |
669 |
Waarvan: |
||||||
1) Omgevingswet |
– 8.504 |
– 8.544 |
– 926 |
– 1.823 |
– 899 |
– 899 |
2) Kasschuif BRO |
– 4.917 |
1.121 |
882 |
1.869 |
1.045 |
0 |
3) Kasschuif projecten BIRK en Nota Ruimte |
– 9.650 |
– 1.070 |
5.789 |
400 |
3.360 |
1.171 |
4) Kasschuif omgevingswet (bijdrage medeoverheden) |
– 9.177 |
9.177 |
0 |
0 |
0 |
0 |
5) Kasschuif omgevingswet (opdrachten) |
0 |
238 |
– 2.960 |
9 |
2.713 |
0 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
103.583 |
102.919 |
93.875 |
62.186 |
57.593 |
51.453 |
Toelichting:
1) Omgevingswet
Per 1 juni 2018 is het onderdeel Aan de Slag overgegaan van Rijkswaterstaat (RWS) naar het Ministerie van BZK. De mutatie betreft de reallocatie van programma naar centraal apparaat.
2) Kasschuif BRO
Bij 1e suppletoire begroting 2018 zijn middelen voor Basisregistratie ondergrond (BRO) overgeheveld vanuit het Deltafonds naar de begroting van BZK. Op basis van de vier voorziene tranches in de periode 2018–2022 zijn de beschikbare middelen in het verwachte kasritme gezet.
3) Kasschuif projecten BIRK en Nota Ruimte
De middelen voor de projecten BIRK en Nota Ruimte zijn op basis van recente inzichten in het verwachte kasritme gezet. De voortgang van deze langlopende projecten laat zien dat de volgtijdelijkheid van werkzaamheden, in verband met bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid in het gebied, niet meer binnen de overeengekomen einddatum zullen worden afgerond. De resterende subsidiebedragen komen hiermee ook later tot betaling.
4) Kasschuif omgevingswet (bijdrage medeoverheden)
Bij 1e suppletoire begroting 2018 zijn middelen voor de omgevingswet overgeheveld vanuit het Infrastructuurfonds. Op basis van de verwachte bijdragen aan ontwikkelpartners is een deel van het budget doorgeschoven naar 2019.
5) Kasschuif omgevingswet (opdrachten)
Als gevolg van de overgang van het onderdeel Aan De Slag van Rijkswaterstaat (RWS) naar Ministerie van BZK hebben er herschikkingen plaatsgevonden over de jaren heen tussen financiële instrumenten. Dit heeft geleid tot een aanpassing van het kasritme over de jaren heen.
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
8.824 |
3.824 |
3.824 |
3.824 |
3.824 |
3.824 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
8.824 |
3.824 |
3.824 |
3.824 |
3.824 |
3.824 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
122.211 |
104.838 |
103.267 |
99.188 |
99.188 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
26.309 |
19.600 |
18.700 |
17.700 |
17.400 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
35.866 |
57.774 |
57.790 |
57.790 |
539 |
0 |
Nieuwe mutaties |
8.063 |
– 7.733 |
– 7.071 |
– 7.162 |
– 6.821 |
110.421 |
Waarvan: |
||||||
1) Loon- en prijsbijstelling |
2.671 |
2.885 |
2.869 |
2.797 |
1.588 |
1.588 |
2) Bijdrage eID OCW |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
3) Overboeking Aanvullende Post GDI |
1.800 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
4) Restant apparaatskosten 2017 NCDO |
1.045 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
5) Nieuwe begrotingsstructuur |
0 |
– 12.585 |
– 11.907 |
– 11.926 |
– 10.426 |
– 10.426 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
192.449 |
174.479 |
172.686 |
167.516 |
110.306 |
110.421 |
Toelichting:
1) Loon- en prijsbijstelling
Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling 2018.
2) Bijdrage eID OCW
Dit betreft de structurele bijdrage van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) aan de stelselkosten eID.
3) Overboeking aanvullende post GDI
Dit betreft een overboeking van middelen van de Aanvullende Post GDI voor de Berichtenbox voor bedrijven.
4) Restant apparaatskosten 2017 NCDO
Bij de 1e suppletoire begroting 2018 is het restant van de apparaatskosten NCDO over 2017 middels de eindejaarsmarge toegevoegd aan het centraal apparaat van BZK. Dit budget is niet benodigd voor NCDO en wordt nu toegevoegd aan de gereserveerde middelen voor de doorontwikkeling en innovatie van de digitale overheid op artikel 6.6.
5) Nieuwe begrotingsstructuur
De ontwerpbegroting 2019 wordt gepresenteerd in een nieuwe begrotingsstructuur. In het licht van de toevoeging van de begroting Wonen en Rijksdienst (XVIII) en de herverkavelingen uit het Regeerakkoord van het Kabinet Rutte-III, is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de begrotingsstructuur van de BZK-begroting (VII) vanaf 2019 te herzien en de begroting beter aan te laten sluiten bij inhoudelijke doelstellingen en de beleidspraktijk. Voor artikel 6 houdt de structuurwijziging onder andere in dat Burgerschap (voorheen artikelonderdeel 6.4) overgeheveld is naar artikel 1, evenals een klein onderdeel van Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen (voorheen artikelonderdeel 6.2).
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
513 |
423 |
423 |
423 |
423 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
6.661 |
1.186 |
1.189 |
1.189 |
1.189 |
0 |
Nieuwe mutaties |
– 684 |
0 |
0 |
0 |
0 |
1.612 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
6.490 |
1.609 |
1.612 |
1.612 |
1.612 |
1.612 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
27.317 |
24.936 |
24.224 |
24.270 |
23.250 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
1.000 |
1.500 |
1.500 |
1.000 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
343 |
6.991 |
3.491 |
2.694 |
3.695 |
26.945 |
Waarvan: |
||||||
1) Nieuwe begrotingsstructuur |
0 |
6.644 |
3.245 |
2.447 |
3.447 |
3.447 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
28.660 |
33.427 |
29.215 |
27.964 |
26.945 |
26.945 |
Toelichting:
1) Nieuwe begrotingsstructuur
De ontwerpbegroting 2019 wordt gepresenteerd in een nieuwe begrotingsstructuur. In het licht van de toevoeging van de begroting Wonen en Rijksdienst (XVIII) en de herverkavelingen uit het Regeerakkoord van het Kabinet Rutte-III, is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de begrotingsstructuur van de BZK-begroting (VII) vanaf 2019 te herzien en de begroting beter aan te laten sluiten bij inhoudelijke doelstellingen en de beleidspraktijk. Voor artikel 7 houdt de structuurwijziging in dat een deel van Overheid als werkgever (voorheen artikel 7.1) evenals een deel van Pensioenen en uitkeringen (voorheen artikel 7.2) overgeheveld zijn naar artikel 1. Daarnaast is Kwaliteit Rijksdienst (voorheen artikel 8) overgeheveld naar artikel 7.
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
575 |
520 |
450 |
64 |
64 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
64 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
575 |
520 |
450 |
64 |
64 |
64 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
19.535 |
18.430 |
14.980 |
13.707 |
13.707 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
48.566 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
3.227 |
– 18.430 |
– 14.980 |
– 13.707 |
– 13.707 |
0 |
Waarvan: |
||||||
1) Klimaatenvelop |
2.250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2) SSC-ICT |
2.105 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
3) Nieuwe begrotingsstructuur |
0 |
– 18.608 |
– 15.208 |
– 13.911 |
– 13.911 |
– 13.911 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
71.328 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting:
1) Klimaatenvelop
Vanuit de klimaatenvelop uit het regeerakkoord is er voor klimaat (CO2-reductie) en de circulaire transitie in 2018 € 2,25 mln. beschikbaar voor de Rijksinkoop. Een deel daarvan wordt nu aangewend voor CO-2 meting en grootschalig onderhoud inkoopcriteria.
2) SSC-ICT
Bij de berekening van het aanvullen negatief Eigen Vermogen over 2017 van SSC-ICT was geen rekening gehouden met de ADR-correctie op de beginbalans 2017. Hierdoor moet er € 2,1 mln. meer aangevuld worden en bedraagt de aanvulling niet € 37,7 mln. maar € 39,8 mln.
3) Nieuwe begrotingsstructuur
De ontwerpbegroting 2019 wordt gepresenteerd in een nieuwe begrotingsstructuur. In het licht van de toevoeging van de begroting Wonen en Rijksdienst (XVIII) en de herverkavelingen uit het Regeerakkoord van het Kabinet Rutte-III, is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de begrotingsstructuur van de BZK-begroting (VII) vanaf 2019 te herzien en de begroting beter aan te laten sluiten bij inhoudelijke doelstellingen en de beleidspraktijk. Voor artikel 8 houdt de structuurwijziging in dat artikel 8 is overgeheveld naar artikel 7.
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
36.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
36.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
111.579 |
113.514 |
117.841 |
118.378 |
120.774 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
5.810 |
140 |
– 2.654 |
– 1.601 |
– 2.740 |
0 |
Nieuwe mutaties |
2.134 |
3.675 |
1.977 |
1.981 |
2.241 |
128.231 |
Waarvan: |
||||||
1) Loon- en prijsbijstelling |
1.984 |
1.989 |
2.027 |
2.031 |
2.091 |
2.215 |
2) Afkoop erfpacht Zeewolde |
0 |
1.886 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
119.523 |
117.329 |
117.164 |
118.758 |
120.275 |
128.231 |
Toelichting:
1) Loon- en prijsbijstelling
Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling 2018.
2) Afkoop erfpacht Zeewolde
Voor het op te richten windpark Zeewolde dient een aantal bestaande overeenkomsten met erfpachters voortijdig te worden beëindigd. De voor deze afkoop benodigde middelen zijn gefinancierd uit toekomstige meerontvangsten.
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
121.932 |
121.782 |
121.282 |
120.282 |
120.282 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
52.194 |
– 13.886 |
– 9.592 |
1.292 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
0 |
– 8.114 |
10.000 |
0 |
0 |
120.282 |
Waarvan: |
||||||
1) Afkoop erfpacht Zeewolde |
0 |
1.886 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2) Kasschuif veiling locaties benzinestations |
0 |
– 10.000 |
10.000 |
0 |
0 |
0 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
174.126 |
99.782 |
121.690 |
121.574 |
120.282 |
120.282 |
Toelichting:
1) Afkoop erfpacht Zeewolde
Voor het op te richten windpark Zeewolde dient een aantal bestaande overeenkomsten met erfpachters voortijdig te worden beëindigd. De voor deze afkoop benodigde middelen zijn gefinancierd uit toekomstige meerontvangsten.
2) Kasschuif veiling locaties benzinestations
De veiling van ieder afzonderlijk benzinestation langs een rijksweg geschiedt één keer per 15 jaar. Vanwege een temporisering in eerdere jaren wordt de ontvangstenraming voor 2019 verlaagd en voor 2020 verhoogd.
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
314.783 |
314.758 |
304.453 |
305.725 |
305.785 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
27.373 |
21.023 |
18.160 |
18.160 |
18.160 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
78.366 |
35.239 |
37.289 |
27.139 |
24.239 |
0 |
Nieuwe mutaties |
24.750 |
28.977 |
9.815 |
9.922 |
8.917 |
357.212 |
Waarvan: |
||||||
1) Loon- en prijsbijstelling |
15.934 |
16.603 |
4.802 |
4.012 |
3.931 |
3.931 |
2) Omgevingswet |
8.504 |
8.544 |
926 |
1.823 |
899 |
899 |
3) Evaluatie FMHaaglanden |
4.453 |
4.752 |
4.943 |
4.943 |
4.943 |
4.943 |
4) SSC-ICT |
– 2.250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
5) Restant apparaatskosten 2017 NCDO |
– 1.045 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
445.272 |
399.997 |
369.717 |
360.946 |
357.101 |
357.212 |
Toelichting:
1) Loon- en prijsbijstelling
Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling van 2018.
2) Omgevingswet
Per 1 juni 2018 is het onderdeel Aan de Slag overgegaan van RWS naar het Ministerie van BZK. De mutatie betreft de reallocatie van programma naar centraal apparaat.
3) Evaluatie FMHaaglanden
Dit betreft overboekingen van/naar diverse departementen, als uitvloeisel van de evaluatie centrale bekostiging FMHaaglanden zoals besloten in de Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijksdienst (ICBR).
4) SSC-ICT
Bij de berekening van het aanvullen negatief Eigen Vermogen over 2017 van SSC-ICT was geen rekening gehouden met de ADR-correctie op de beginbalans 2017. Hierdoor moet er € 2,1 mln. meer aangevuld worden en bedraagt de aanvulling niet € 37,7 mln. maar € 39,8 mln.
5) Restant apparaatskosten 2017 NCDO
Bij de 1e suppletoire begroting 2018 is het restant van de apparaatskosten NCDO over 2017 middels de eindejaarsmarge toegevoegd aan het centraal apparaat van BZK. Dit budget is niet benodigd voor NCDO en wordt nu toegevoegd aan de gereserveerde middelen voor de doorontwikkeling en innovatie van de digitale overheid op artikel 6.6.
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
15.280 |
15.194 |
15.175 |
15.175 |
15.175 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
39.129 |
2.238 |
2.247 |
2.247 |
2.247 |
0 |
Nieuwe mutaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
17.422 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
54.409 |
17.432 |
17.422 |
17.422 |
17.422 |
17.422 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
10.265 |
7.792 |
7.640 |
7.674 |
7.674 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
2.140 |
1.250 |
1.250 |
1.250 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
16 |
– 2.484 |
2.516 |
6 |
6 |
7.680 |
Waarvan: |
||||||
1) Kasschuif VPB |
0 |
– 2.500 |
2.500 |
0 |
0 |
0 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
12.421 |
6.558 |
11.406 |
8.930 |
7.680 |
7.680 |
Toelichting:
1) Kasschuif VPB
Dit betreft een kasschuif die samenhangt met de kasschuif van de veiling van locaties van benzinestations (zie verdiepingsbijlage – artikel 9). Door een verschuiving in de ontvangsten uit de veiling van benzinestation locaties, vindt er ook een verschuiving plaats in het kasritme van de verschuldigde VPB.
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
0 |
15.000 |
15.000 |
15.000 |
15.000 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
890 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
0 |
– 15.000 |
– 15.000 |
– 15.000 |
– 15.000 |
0 |
Waarvan: |
||||||
1) Desaldering ontvangsten GDI |
0 |
– 15.000 |
– 15.000 |
– 15.000 |
– 15.000 |
0 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
890 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting:
1) Desaldering ontvangsten GDI
Bij het samenstellen van de aanvullende post GDI 2015 is besloten € 15 mln. structureel op de begroting van BZK als ontvangst te boeken. Dit had als doel deze middelen via een doorbelasting op te halen bij belanghebbenden. Inmiddels is de doorbelasting georganiseerd middels facturatie vanuit de uitvoerder. Hiermee is de ontvangstenreeks op de begroting BZK niet meer nodig.
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
6.112 |
5.507 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
17.567 |
25.597 |
19.541 |
18.897 |
18.878 |
0 |
Nieuwe mutaties |
– 23.679 |
– 31.104 |
– 19.541 |
– 18.897 |
– 18.878 |
0 |
Waarvan: |
||||||
1) Loon- en prijsbijstelling |
– 23.679 |
– 31.104 |
– 19.541 |
– 18.897 |
– 18.878 |
– 18.992 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting:
1) Loon- en prijsbijstelling
Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling 2017 en 2018.
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Omschrijving motie |
Vindplaats |
Stand van zaken |
---|---|---|
De motie van het lid Van Bochove; Verzoekt de regering, om na de eerste jaarverslagen die opgesteld zijn na inwerkingtreding van de herzieningswet, te evalueren of de vereisten uit beide wetten voldoende zijn om te borgen dat woningcorporaties voldoende legitimiteit binnen het werkgebied hebben voor hun beslissingen; Verzoekt de regering, direct na deze evaluatie en uiterlijk voor 1 januari 2015 aan te geven op welke wijze het element van «voice», zoals dat in het WRR-rapport Maatschappelijke dienstverlening is verwoord, nadrukkelijker gekoppeld kan worden aan het interne toezicht, zodat de woningcorporaties weer ingebed raken in de samenleving door brede vormen van participatie en betrokkenheid van huurders, potentiële huurders en andere lokale betrokkenen (stakeholders) |
Kamerdebat 26-06-2012 Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847 nr. 298) |
De motie van het lid Visser; Verzoekt de regering, bij de evaluatie van de wet specifiek in te gaan op de bewezen effectiviteit van de extra regelgeving; Verzoekt de regering voorts, regelgeving bij gebleken ineffectiviteit terug te draaien en zo mogelijk te vervangen door effectievere maatregelen op het gebied van bijvoorbeeld gedragsveranderingen als alternatief voor de extra regelgeving |
Kamerdebat 24-09-2013 Bouwregelgeving |
Afgedaan. Antwoord is verzonden door Staatssecretaris EZ, namens de Minister van BZK, d.d. 30 augustus 2017 (Kamerstukken II 2016–2017, 34 550 XIII nr. 138) |
De motie van het lid Heerma: Verzoekt de regering, voorstellen te doen om groeperingen wier doelstellingen onvermijdelijk leiden tot het terzijde schuiven van onze democratische rechtsorde te kunnen verbieden |
Kamerdebat 02-07-2015 Notitie antidemocratische groeperingen |
Afgedaan. De uitwerking van de motie is meegenomen in het Regeerakkoord Rutte-III. |
De motie van het lid De Graaf c.s.; Verzoekt de regering de voorbereiding van de in de voorgaande overweging bedoelde operatie ter hand te nemen om het beheer van de politie bij de volgende kabinetsformatie terug te brengen naar het Ministerie van BZK |
Kamerdebat 13-10-2015 Algemene Politieke Beschouwingen EK |
Afgedaan. Motie is niet overgenomen door het nieuwe Kabinet. |
De motie van de leden Oosenbrug en Veldman; Verzoekt de regering voortaan jaarlijks de Tweede Kamer een overzicht van de ICT-kosten te sturen met daarin de volledige uitgaven inclusief onder andere de licentiekosten, kosten voor onderhoud, aanschaf van hardware en de personeelskosten inclusief de inhuur van externen |
Kamerdebat 18-11-2015 Begrotingsbehandeling BZK 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 mei 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 31 490 nr. 239) |
De motie van het lid Taverne c.s.; Verzoekt de regering als het gaat om de informatieverstrekking aan de Kamer het volgende: – de Tweede Kamer te informeren over nieuwe elementen die eventueel aan het oorspronkelijke voorstel worden toegevoegd; – de Kamer te informeren zodra het onderhandelingsproces zich in een richting ontwikkelt die substantieel afwijkt van de met de Kamer nog overeen te komen inzet van de Nederlandse regering; – de Kamer te informeren over alle onderdelen van het voorstel waarop zich een duidelijke meerderheid begint af te tekenen in de Raad, bijvoorbeeld in de vorm van een politiek akkoord of een gemeenschappelijke benadering; – de Kamer te informeren zodra stemming in de Raad aan de orde is over een «concept-gemeenschappelijk standpunt» en dit vooraf ter uitdrukkelijke goedkeuring aan de Kamer voor te leggen |
Kamerdebat 17-12-2015 Herziening Europese Verkiezingsakte (Kamerstukken II 2015–2016, 34 166, nr. 23) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 februari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 361 nr. 12) |
De gewijzigde motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering om, in overleg met de VNG het systeem van monitoring van woonvisies verder te ontwikkelen en een inhoudelijke evaluatie ernaar te doen, zodat de Tweede Kamer voorafgaand aan de begrotingsbehandeling geïnformeerd kan worden over de resultaten |
Kamerdebat 14-04-2016 Huuraangelegenheden |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847 nr. 298) |
De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, te onderzoeken of en op welke wijze ruimte geboden kan worden voor regionale verschillen in de volkshuisvestelijke problemen, de Tweede Kamer daarover te informeren en dit in de jaarlijkse Staat van de Volkshuisvesting op te nemen |
Kamerdebat 31-05-2016 Staat van de Volkshuisvesting en diverse woononderwerpen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847 nr. 298) |
De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze aan dit tekort het hoofd geboden kan worden, de Tweede Kamer daarover te informeren en dit in de jaarlijkse Staat van de Volkshuisvesting op te nemen |
Kamerdebat 31-05-2016 Staat van de Volkshuisvesting en diverse woononderwerpen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847 nr. 298) |
De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, in overleg met Nibud en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) te streven naar een actualisering van de Nibud-normen en de toepassing hiervan door hypotheekverstrekkers, waarbij in ieder geval inkomensperspectief en energiekosten opnieuw worden meegenomen zonder dat de betalingsrisico’s onverantwoord toenemen |
Kamerdebat 13-10-2016 Begrotingsbehandeling Wonen en Rijksdienst |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847 nr. 303) |
De gewijzigde motie van het lid Albert de Vries; Verzoekt de regering de periodieke woningbehoefteramingen ook regionaal door te rekenen en woningmarktregio’s en de betrokken provincies te vragen informatie te verstrekken op welke wijze zij aan de berekende woningbehoefte denken te voldoen door inzicht te geven in het nieuwbouw- en transformatieprogramma en de geplande onttrekkingen voor de komende jaren per woningmarktsegment per gemeente; Verzoekt de regering voorts om gesprekken te voeren met gemeenten waarvoor, op basis van deze informatiestromen, geconcludeerd moet worden dat het tekort aan woningen in enig segment verder dreigt op te lopen |
Kamerdebat 13-10-2016 Begrotingsbehandeling Wonen en Rijksdienst |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 november 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847 nr. 308) |
De motie van de leden Albert de Vries en Houwers; Verzoekt de regering, te kiezen voor een integrale benadering van groei en krimp en in dat kader de plannen uit Nederland in Balans samen met de krimpregio’s nader uit te werken tot een plan voor structuurversterking van die regio’s |
Kamerdebat 13-10-2016 Begrotingsbehandeling Wonen en Rijksdienst |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 31 757 nr. 93) |
De motie van het lid Schouten; Verzoekt de regering, de te behalen energiedoelen (in PJ per jaar) onderdeel te laten zijn van de woonvisie |
Kamerdebat 13-10-2016 Begrotingsbehandeling Wonen en Rijksdienst |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847 nr. 298) |
De gewijzigde motie van het lid Voortman; Verzoekt de (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst, samen met cliëntenorganisaties voor mensen met een beperking in alle ministeriegebouwen een toegankelijkheidsscan uit te voeren en aan de hand daarvan een plan van aanpak te maken dat zorgt dat alle ministeriegebouwen uiterlijk 14 juli 2017 alle zelfstandig toegankelijk zijn |
Kamerdebat 13-10-2016 Begrotingsbehandeling Wonen en Rijksdienst |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 31 490 nr. 225) |
De motie van de leden Ronnes en de Albert de Vries; Verzoekt de regering, met woningcorporaties af te spreken dat zij huishoudens van vijf of meer personen met een inkomen dat recht geeft op huurtoeslag, voor een duurdere huurwoning een zodanige maatwerkhuur berekenen dat voldaan wordt aan de maatregel inzake passend toewijzen |
Kamerdebat 02-11-2016 Huuraangelegenheden |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 27 926 nr. 278) |
De motie van de leden Albert de Vries en Ronnes; Verzoekt de regering, met woningcorporaties af te spreken dat zij voor huishoudens met een laag inkomen die vanwege hun zorg- of ondersteuningsbehoefte aangewezen zijn op een duurdere aangepaste en/of geclusterde woning, een zodanige maatwerkhuur berekenen dat wordt voldaan aan de maatregel passend toewijzen |
Kamerdebat 02-11-2016 Huuraangelegenheden |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 27 926, nr. 278) |
De motie van het lid Remco Dijkstra; Verzoekt de regering, woningcorporaties te stimuleren om hun woningvoorraad te verduurzamen door belemmeringen voor energieprestatievergoedingen en labelstappen weg te nemen |
Kamerdebat Begrotingsbehandeling Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 30 196, nr. 548) |
De motie van de leden De Caluwé en Koser Kaya; Verzoekt de regering: – een kleine groep creatieve vernieuwers op ICT-gebied te betrekken bij het traject digitale overheid, al dan niet in een wisselende bezetting; – hiervoor experts van buiten de overheid in te schakelen en deze gevraagd en ongevraagd voorstellen te laten doen voor innovatieve digitale producten; – deze eenheid uit het bestaande ICT-budget te financieren. |
Kamerdebat 30-11-2016 Begroting Binnenlandse Zaken incl. Gemeentefonds, Provinciefonds en Begrotingen van de overige Hoge Colleges van Staat en de Kabinetten van de Gouverneurs (Handelingen II 2016–2017, 29) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 26 643, nr. 472) |
De motie van de leden De Caluwé en Koser Kaya; Verzoekt de regering, uit te zoeken binnen welke termijn en met welk budget gerealiseerd kan worden dat alle gebruikers de regie krijgen over hun gegevens, zodanig dat: – zij inzage krijgen in welke functionaris welke gegevens heeft ingezien dan wel gebruikt of aan een ander verstrekt heeft; – zij de mogelijkheid hebben zelf instanties en organisaties aan te wijzen waaraan een beperkt aantal persoonlijke gegevens automatisch kan worden verstrekt. |
Kamerdebat 30-11-2016 Begroting Binnenlandse Zaken incl. Gemeentefonds, Provinciefonds en Begrotingen van de overige Hoge Colleges van Staat en de Kabinetten van de Gouverneurs (Handelingen II 2016–2017, 29) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 september 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 761, nr. 114) |
De motie van de leden De Caluwé en Fokke; Verzoekt de regering, een nadere afweging over de resterende vraagstukken van het subcluster Volkshuisvesting, Ruimtelijk Ordening en Stedelijke Vernieuwing te maken bij de volledige herijking van het Gemeentefonds waar de Tweede Kamer in november 2015 bij motie-Veldman de regering om heeft gevraagd. |
Kamerdebat 30-11-2016 Begroting Binnenlandse Zaken incl. Gemeentefonds, Provinciefonds en Begrotingen van de overige Hoge Colleges van Staat en de Kabinetten van de Gouverneurs (Handelingen II 2016–2017, 29) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775-B, nr. 5) |
De motie van het lid Voortman; Verzoekt de regering, op korte termijn een uitgebreide reactie te geven op dit rapport, en de diverse adviezen in het rapport over de waarborgen van mensenrechten waar mogelijk in beleid om te zetten. |
Kamerdebat 30-11-2016 Begroting Binnenlandse Zaken incl. Gemeentefonds, Provinciefonds en Begrotingen van de overige Hoge Colleges van Staat en de Kabinetten van de Gouverneurs (Handelingen II 2016–2017, 29) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 september 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 26 150, nr. 161) |
De motie van het lid Albert de Vries; Verzoekt de regering, te onderzoeken of voor de woningmarktregio Haaglanden, Midden-Holland en Rotterdam dezelfde aftrekmogelijkheid mogelijk gemaakt kan worden als in de schaarstegebieden |
Kamerdebat 14-12-2016 Wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II naar aanleiding van de evaluatie van de verhuurderheffing (Handelingen II 2016–2017, 35) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 november 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 308) |
De motie van de leden Ronnes en Voortman; Verzoekt de regering, te onderzoeken of en in hoeverre de beoogde heffingsverminderingen ook daadwerkelijk terechtkomen bij corporaties met een grote bouwopgave en een relatief lage investeringscapaciteit en de Tweede Kamer daarover te informeren |
Kamerdebat 14-12-2016 Wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II naar aanleiding van de evaluatie van de verhuurderheffing (Handelingen II 2016–2017, 35) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 november 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 308) |
De motie van het lid Van Vliet; Verzoekt de regering, onderzoek te doen naar demping van dit effect door een systeem van verdere tariefdifferentiatie binnen de totale verhuurderheffing |
Kamerdebat 14-12-2016 Wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II naar aanleiding van de evaluatie van de verhuurderheffing (Handelingen II 2016–2017, 35) |
Afgedaan. Met ingang van 1 januari 2018 is de wet in werking getreden. Hiermee is uitvoering aan de motie gegeven. |
De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, daarom de instelling van gemeentelijke energieloketten te stimuleren, mede door het bieden van een langjarige zekerheid |
Kamerdebat 22-12-2016 Energie in de gebouwde omgeving |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 30 196, nr. 548) |
De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering corporaties te verplichten de gerealiseerde en geplande verduurzaming van hun huurvoorraad jaarlijks actief openbaar te maken |
Kamerdebat 22-12-2016 Energie in de gebouwde omgeving |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 30 196 nr. 548) |
De motie van het lid Bashir; Verzoekt de regering om, in overleg met verhuurders en huurders te onderzoeken of de communicatie over de energieprestaties van een woning eenduidiger en begrijpelijker kan |
Kamerdebat 22-12-2016 Energie in de gebouwde omgeving |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 196 nr. 563 |
De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, de bruikbaarheidseisen uit het Bouwbesluit 2012 één op één in het Bbl en zo nodig aan te vullen opdat voldaan wordt aan het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap; Verzoekt de regering tevens, gemeenten niet meer vrijstellingsmogelijkheden te geven dan het VN-verdrag toelaat |
Kamerdebat 19-12-2016 AMvB's en Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Afgedaan. Antwoordbrief is verzonden door de Minister van I&M d.d. 7 juli 2017, namens de Minister van BZK (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De motie van de leden Ronnes en Van Veldhoven; Verzoekt de regering, maximaal de overbodige belemmerende regels voor een soepele energietransitie achterwege te laten |
Kamerdebat 19-12-2016 AMvB's en Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Afgedaan. Antwoordbrief is verzonden door de Minister van I&M d.d. 7 juli 2017, namens de Minister van BZK (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De motie van het lid van Veldhoven; Verzoekt de regering, regels voor fietsenstallingen te handhaven |
Kamerdebat 19-12-2016 AMvB's en Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Afgedaan. Antwoordbrief is verzonden door de Minister van I&M d.d. 7 juli 2017, namens de Minister van BZK (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De motie van het lid Van Veldhoven; Verzoekt de regering, regels te handhaven om uitbuiting van studenten te voorkomen |
Kamerdebat 19-12-2016 AMvB's en Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Afgedaan. Antwoordbrief is verzonden door de Minister van I&M d.d. 7 juli 2017, namens de Minister van BZK (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De motie van de leden Çegerek en Veldman; Verzoekt de regering, de huidige bruikbaarheidseisen van het Bouwbesluit 2012 voor de woonfunctie alsnog over te nemen in het ontwerpbesluit bouwwerken leefomgeving, waarbij de gemeente een maatwerkmogelijkheid wordt geboden ten aanzien van de eisen in het omgevingsplan en de thans in het Bouwbesluit 2012 opgenomen uitzondering voor woningen die gebouwd worden in particulier opdrachtgeverschap wordt voortgezet |
Kamerdebat 19-12-2016 AMvB's en Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Afgedaan. Antwoordbrief is verzonden door de Minister van I&M d.d. 7 juli 2017, namens de Minister van BZK (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De motie van het lid Çegerek; Verzoekt de regering, in de nota van toelichting bij het Besluit kwaliteit leefomgeving aan te geven dat gemeenten bij het toegankelijk maken van de openbare buitenruimte de Integrale toegankelijkheidsstandaard betrekken voor zover die gaat over de openbare ruimte; Verzoekt de regering tevens, te monitoren of de regels van het Besluit bouwwerken leefomgeving over de toegankelijkheid van gebouwen, de regels van het Besluit kwaliteit leefomgeving over de toegankelijkheid van de openbare buitenruimte en de regels over algemene toegankelijkheid die zijn opgesteld ter implementatie van het VN-verdrag over de rechten van gehandicapten, in de praktijk samen voldoende bijdragen aan de toegankelijkheid van gebouwen en de openbare buitenruimte voor mensen met een functiebeperking, en verbetervoorstellen te doen als uit de monitoringuitkomsten blijkt dat die regels daaraan onvoldoende bijdragen |
Kamerdebat 19-12-2016 AMvB's en Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Afgedaan. Antwoordbrief is verzonden door de Minister van I&M d.d 10 juli 2017, namens de Minister van BZK (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, de langetermijneffecten voor de liquiditeitsbuffer van de gezamenlijke corporaties voor 1 juli 2017 aan de Tweede Kamer te rapporteren |
Kamerdebat 18-01-2017 VSO Rapportage Autoriteit woningcorporaties (Aw) over de stresstest derivaten woningcorporaties (29 453, nr. 429) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 29 453, nr. 449) |
De motie van het lid Recourt; Spreekt uit dat de wettelijke eisen van noodzakelijkheid, proportionaliteit en subsidiariteit ook geïnterpreteerd worden en in de praktijk gebruikt worden als eisen die zullen leiden tot een zo gericht mogelijke inzet van bevoegdheden |
Kamerdebat 08-02-2017 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. (Handelingen II 2016–2017, 50) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 588, nr. 69) |
De motie van het lid Recourt; Verzoekt de regering, het verzoek van de Tweede Kamer aan de CTIVD over te brengen om binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet te rapporteren over hoe de bewaartermijn van drie jaar zich verhoudt tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, waarbij wordt betrokken de vraag of de interceptie van gegevens zo gericht mogelijk is geschied en of de bewaartermijn en de bewaarde gegevens nodig zijn voor een goede taakuitvoering van de diensten |
Kamerdebat 08-02-2017 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. (Handelingen II 2016–2017, 50) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 588, nr. 76) |
De motie van het lid Schouten; Verzoekt de regering, de CTIVD te vragen onderzoek te doen naar dergelijke risico’s bij de uitwisseling van data met buitenlandse diensten, de mate waarin dergelijke data wordt verkregen en de wijze waarop de diensten met deze data omgaan en de Tweede Kamer daarover te informeren |
Kamerdebat 08-02-2017 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. (Handelingen II 2016–2017, 50) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 588, nr. 76) |
De motie van het lid Schouten; Verzoekt de regering, een internationaal vergelijkend onderzoek te doen, specifiek naar de vormgeving van de parlementaire controle van het werk van de diensten, en daarbij mogelijke modellen voor versterking van de Nederlandse parlementaire controle op het werk van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten te onderscheiden en de resultaten aan de Tweede Kamer te zenden |
Kamerdebat 08-02-2017 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. (Handelingen II 2016–2017, 50) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 29 924 nr. 159) |
De motie van de leden De Caluwé en Amhaouch; Verzoekt de regering, de Tweede Kamer in het vervolg terstond te informeren over wijzigingen in de Operatie BRP en de Kamer daarbij tevens een geactualiseerde planning inclusief eventuele financiële consequenties te doen toekomen |
Kamerdebat 16-02-2017 Beleidsdoorlichting burgerschap, BRP en reisdocumenten |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 27 859, nr. 105) |
De motie van het lid Albert de Vries; Verzoekt de regering om, te onderzoeken of in relevante wet- en regelgeving geregeld kan worden dat voor complexgewijze projecten die zich aantoonbaar binnen tien jaar terugverdienen, besluitvorming met een gewone meerderheid kan volstaan |
Kamerdebat 16-02-2017] Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars (Handelingen II 2016–2017, 54) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 30 196, nr. 548) |
De motie van het lid Çegerek; Verzoekt de regering om in het kader van de circulaire economie afgeschreven elektronica, zoals laptops en computers, van de rijksoverheid standaard aan te bieden voor hergebruik en in verdere levensfasen te recyclen, waarmee deze tevens binnen bereik van sociale doelgroepen komt |
Kamerdebat 21-02-2017 VAO Duurzaamheid en milieu |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 196, nr. 561) |
De motie van het lid Aukje de Vries; Verzoekt de regering, zich maximaal in te spannen om voor eind 2017 de onvolkomenheden op het gebied van informatiebeveiliging weg te werken; Verzoekt de regering tevens, te verkennen wat er nodig is voor een goede toekomstbestendige informatiebeveiliging bij de overheden en de daaraan gelieerde instellingen, op het gebied van organisatie, rol en mandaat van de coördinerend Minister, personeel, maatregelen, maar ook aanpassing van het afsprakenkader op basis van ontwikkelingen en bedreigingen, en de Tweede Kamer hierover voor eind 2017 te informeren. |
Kamerdebat 31-05-2017 Verantwoordingsdebat over het jaar 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 VII, nr. 47) |
De motie van het lid van Rooijen; Verzoekt de regering, inzichtelijk te maken welk deel van de lopende taakstellingen nog zal neerslaan na 2016 en dat uit te splitsen naar de verschillende onderdelen van de rijksdienst |
Kamerdebat 31-05-2017 Verantwoordingsdebat over het jaar 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 31 augustus 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 34 725, nr. 28) |
De motie van het lid Volp; Verzoekt de regering om, te bevorderen dat zo spoedig mogelijk en in samenwerking met organisaties van mensen met een beperking een actieplan conform het VN-verdrag voor de bouw tot stand komt, en de Tweede Kamer over de voortgang hiervan voor de zomer 2017 te rapporteren |
Kamerdebat 22-12-2016 VAO Gehandicaptenbeleid |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 januari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 33 990, nr. 63) |
De motie Azarkan; Verzoekt de regering om, deze aanbevelingen te omarmen en te bewerkstelligen dat de strategische personeelsplannen op deze onderdelen verbeteren |
Kamerdebat 31-05-2017 Verantwoordingsdebat over het jaar 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 mei 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 31 490, nr. 239) |
De motie van de leden Bruins Slot en Bisschop; Verzoekt de regering, de Kiesraad een wettelijke basis te geven in de Kieswet om de verzameling van de processen-verbaal van de verkiezingsuitslag, zowel analoog als digitaal, bij de stembureaus mogelijk te maken |
Kamerdebat 20-06-2017 Evaluatie van de Tweede Kamerverkiezing |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 31 142, nr. 71) |
De motie van de leden Bruins Slot en van Engelshoven; Verzoekt de regering om, samen met de Kiesraad, op basis van ieders deskundigheid, te bezien of de OSV voor langere termijn voldoende betrouwbaar en veilig is of dat er alternatieven ontwikkeld moeten worden, en de Tweede Kamer hierover voor de begroting te informeren |
Kamerdebat 20-06-2017 Evaluatie van de Tweede Kamerverkiezing |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 31 142, nr. 71) |
De motie van de leden Van Raak en Bruins Slot; Verzoekt de regering, in goed overleg met de VNG er zorg voor te dragen dat bij de verkiezingen voor de gemeenteraad van maart 2018 in elke gemeente voldoende stembureaus worden ingericht, medewerkers van stembureaus altijd voldoende worden getraind en bij het tellen altijd de voorgeschreven controles worden uitgevoerd |
Kamerdebat 20-06-2017 Evaluatie van de Tweede Kamerverkiezing |
Afgedaan. Aan de motie is uitvoering gegeven. In overleg met de VNG is in de circulaire Verkiezingen hier aandacht voor gevraagd. |
De motie van het lid Öztürk; Verzoekt de regering om, met grote inzet op blijvende wijze te werk te gaan in het creëren van bewustzijn over wat discriminatie is |
Kamerdebat 05-07-2017 Discriminatie (Handelingen II 2016–2017, 96) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 950, nr. 156) |
De motie van de leden Öztürk en van den Hul; Verzoekt de regering om, in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten te zoeken naar een alternatieve financieringssystematiek die ADV’s in staat stelt hun eigen organisatie en werkwijze vorm te geven, en de Tweede Kamer hierover te informeren |
Kamerdebat 05-07-2017 Discriminatie (Handelingen II 2016–2017, 96) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 950, nr. 156) |
De motie van het lid van den Hul; Verzoekt de regering, tijdig voor het inzenden van de reactie op de aanbevelingen aan de VN, een conceptreactie op de aanbevelingen van de VN aan de Tweede Kamer te sturen zodat de Kamer hier nog op kan reageren voor het insturen van de reactie aan de VN |
Kamerdebat 05-07-2017 Discriminatie (Handelingen II 2016–2017, 96) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 september 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 26 150 nr. 161) |
De motie van het lid Yesilgöz-Zegerius; Verzoekt de regering om, voor de behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken 2018 de Tweede Kamer een overzicht beschikbaar te stellen van de invulling van de ADV’s door de gemeenten; Verzoekt de regering tevens, de eerstvolgende registratie van ADV’s te uniformeren; Verzoekt de regering voorts om, voor de behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken 2018 de Kamer een overzicht te zenden van de overige beschikbare antidiscriminatiemeldpunten zowel aangestuurd door de overheid als door maatschappelijke organisaties. |
Kamerdebat 05-07-2017 Discriminatie (Handelingen II 2016–2017, 96) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 950, nr. 141) |
De motie van de leden Yesilgöz-Zegerius en Jasper van Dijk; Verzoekt de regering om, samen met het NOC*NSF, de KNVB, andere sportkoepelorganisaties en lhbti-belangenbehartigers tot een actieplan lhbti-acceptatie te komen |
Kamerdebat 05-07-2017 Discriminatie (Handelingen II 2016–2017, 96) |
Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het Ministerie van VWS. |
De motie van het lid Middendorp; Verzoekt de regering tijdens de periode van bezinning hoe op een ordentelijke wijze het beëindigen van de operatie BRP te onderzoeken, en de mogelijkheid van het verder ontwikkelen van de GBA-Verstrekkingsvoorziening daarbij te betrekken, voor zover nodig voor een goede basisregistratie personen; Verzoekt de regering tevens zodanig over dit onderzoek naar het «volledig stoppen met de operatie BRP» te rapporteren, dat deze optie financieel en juridisch afgewogen kan worden; Verzoekt de regering voorts de uitkomsten van de periode van bezinning uiterlijk 15 september naar de Tweede Kamer te sturen |
Kamerdebat 06-07-2017 Basisregistratie Personen en Programma eID |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 september 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 27 859, nr. 113) |
De motie van het lid Özütok; Verzoekt de regering, de Tweede Kamer uiterlijk september dit jaar een uitgebreid en helder feitenrelaas te verstrekken waarin ten minste helder uiteen wordt gezet wie op welk moment over welke informatie over de voortgang van het project oBRP beschikte, wanneer duidelijk was dat planning niet werd gehaald en het budget werd overschreden, wanneer bleek dat eerdere informatie niet juist was en wat de oorzaak van dit alles was |
Kamerdebat 06-07-2017 Basisregistratie Personen en Programma eID |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 september 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 27 859, nr. 113) |
De motie van het lid van Raak; Verzoekt de regering in de komende bezinningsperiode ook te bekijken of en hoe (een deel van) dit geld kan worden teruggehaald |
Kamerdebat 06-07-2017 Basisregistratie Personen en Programma eID |
Afgedaan. de Tweede Kamer is op 26 september 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 27 859, nr. 113) |
De motie van het lid Van Engelshoven; Verzoekt de regering, het daarheen te leiden dat door gecertificeerde instellingen aangeboden jeugdreclasserings- en jeugdbeschermingstaken niet door gemeenten aanbesteed hoeven te worden en gemeenten daar op de kortst mogelijke termijn duidelijkheid over te bieden |
Kamerdebat 08-06-2017 Sociaal Domein |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 oktober 2017 per brief geïnformeerd. (Kamerstukken II 2017–2018, 31 839, nr. 605) |
De motie van het lid Van Engelshoven; Verzoekt de regering om, nog deze maand absolute helderheid te bieden aan gemeenten over het al dan niet bestaan van een aanbestedingsplicht en de eventuele mogelijkheden daarvan af te wijken, dan wel te komen tot uitstel voor een jaar, en de Tweede Kamer hierover, voorzien van uitgebreide juridische onderbouwing, eveneens te informeren |
Kamerdebat 31-05-2017 Sociaal Domein |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 oktober 2017 per brief geïnformeerd. (Kamerstukken II 2017–2018, 31 839, nr. 605) |
De motie van de leden Bruins Slot en Van Engelshoven; Verzoekt de regering, vanuit haar stelselverantwoordelijkheid in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een stappenplan te ontwikkelen zodat per 1 januari 2018 aan de wettelijke verplichting van een onafhankelijke, vindbare en deskundige cliëntondersteuning wordt voldaan |
Kamerdebat 31-05-2017 Sociaal Domein |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 juni 2017 geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 29 538 nr. 244) |
De motie van de leden Beckerman en Van Raan; Verzoekt de regering mogelijkheden te onderzoeken voor vergelijkbare investeringen in Nederland die als doel hebben het verduurzamen van corporatiewoningen en lagere woonlasten en waar nodig deze investeringen te ondersteunen met flankerend beleid bijvoorbeeld in de vorm van subsidies, en de Tweede Kamer de bevindingen voor te leggen. |
Kamerdebat 14-09-2017 Energiedoelen voor woningcorporaties |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 29 453 nr. 458) |
De motie van het lid Özütok; Verzoekt de regering om, te onderzoeken welke maatregelen genomen kunnen worden om de belemmeringen voor mensen met een visuele beperking zoveel mogelijk weg te nemen en de Tweede Kamer hierover voor het einde van het jaar te informeren |
Kamerdebat 14-09-2017 Debat over de evaluatie van de Tweede Kamerverkiezing van 15 maart 2017 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 januari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 31 142 nr. 79) |
De motie van het lid Roemer; Verzoekt de regering de uitslag van het referendum over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdienst (Wiv) serieus te nemen |
Kamerdebat 01-11-2017 Regeringsverklaring (incl. Algemene Politieke Beschouwingen TK) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775, nr. 24) |
De motie van het lid Middendorp c.s.; Verzoekt de regering, om te regelen dat in het toezicht eenmalig bij de leennormen rekening te houden met een overgangstermijn van één maand, net als afgelopen jaar, omdat de LTV nog een keer wijzigt; Verzoekt de regering tevens, in gesprek te gaan met hypotheekadviseurs en -verstrekkers, NVM, NIBUD en NHG om tot een werkbare oplossing te komen voor de overgangstermijn van de LTI-leennorm en hierover een brief te sturen voor het wetgevingsoverleg Wonen op 11 december a.s. |
Kamerdebat 16-11-2017 Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) (Handelingen II 2017–2018, 23) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 311) |
De motie van de leden Van Raak en Middendorp; Verzoekt de regering, na verschijning van het onderzoeksrapport in gesprek te gaan met het Huis voor klokkenluiders, met als inzet dat uitvoering wordt gegeven aan alle wettelijke taken |
Kamerdebat 16-11-2017 Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) (Handelingen II 2017–2018, 23) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 33 258, nr. 34) |
De motie van de leden Kuiken en Verhoeven; Verzoekt de regering, te onderzoeken of de bestaande juridische instrumenten toereikend zijn om het oneigenlijk beïnvloeden van de verkiezingen tegen te gaan en te bestraffen en indien nodig nog voor de aankomende gemeenteraadsverkiezingen deze instrumenten aan te vullen |
Kamerdebat 16-11-2017 Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) (Handelingen II 2017–2018, 23) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643, nr. 508) |
De motie van het lid Van der Graaf; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe de opleidingsmogelijkheden van raads- en statenleden kunnen worden versterkt en daarbij ook te kijken naar de optie van een persoonlijk opleidingsbudget voor raads- en statenleden |
Kamerdebat 16-11-2017 Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) (Handelingen II 2017–2018, 23) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 VII, nr. 59) |
De motie van het lid Koerhuis c.s.: Verzoekt de regering, de evaluatie van de NHG-regeling af te ronden voor de indiening van de begroting voor 2019 en hierin de mogelijkheden voor verlaging van de NHG-premie mee te nemen |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
Afgedaan. Deze toezegging zal conform de omschrijving voor de begroting van 2019 worden ingevuld. |
De motie van de leden Ronnes en Dik-Faber; Verzoekt de regering, te onderzoeken of Oost-Drenthe kan worden aangewezen als krimpregio en de Tweede Kamer voor februari 2018 daarover te informeren |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 31 757, nr. 95) |
De motie van de leden Ronnes en Koerhuis; Verzoekt de regering, de Tweede Kamer voor 1 april 2018 te informeren over de afspraken met gemeenten en provincies over de harde plancapaciteit voor de komende twee jaar en de prognose of middellange en lange termijn; Verzoekt de regering tevens, de Kamer in het eerste kwartaal van 2018 en vervolgens halfjaarlijks te informeren, zowel kwalitatief als kwantitatief, inzake de voortgang van het realiseren van de bouwopgave |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847 nr. 362) |
De motie van de leden Van Eijs en Ronnes; Verzoekt de regering zo snel mogelijk om de tafel te gaan met deze wethouders en de LSVb om te kijken hoe huisjesmelkers beter kunnen worden aangepakt, door gemeenten die daar behoefte aan hebben instrumenten te geven voor het handhaven op prijs |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 1546) |
De motie van het lid Beckerman; Verzoekt de regering om, te onderzoeken hoe de huurprijsbescherming via de Huurcommissie voor huurders met een tijdelijk huurcontract gelijk kan worden gesteld en kan worden verbeterd, en de uitkomsten zo snel mogelijk aan de Tweede Kamer te doen toekomen |
Kamerdebat 24-01-2018 Wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte i.v.m. een verdere modernisering van de Huurcommissie en met de introductie van een verhuurderbijdrage (Kamerstukken II 2017–2018, 34 652, nr. 9) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 652, nr. 27) |
De motie van het lid Voortman; Verzoekt de regering, de beperkte open ruimte zo veel mogelijk te beschermen tegen plannen voor nieuwbouw en in de eerste plaats binnenstedelijk bouwen te stimuleren |
Kamerdebat 06-02-2018 Staat van de volkshuisvesting/Staat van de woningmarkt |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 332) |
De motie van de leden Kwint en Yesilgöz-Zegerius; Verzoekt de regering zich in Europees verband stevig uit te spreken voor de bescherming van onze pers en zich hard te maken voor het opheffen van EUvsDisinfo |
Kamerdebat 06-03-2018 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 21 501-34, nr. 294) |
De motie van het lid Ellemeet; Verzoekt de regering om, de best verdienende zorgbestuurders met een salarisstijging in de WNT-overgangsfase aan te spreken op het ongewenste signaal dat van deze stijging uitgaat |
Kamerdebat 07-03-2018 Salarissen van topbestuurders in de zorg |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 111, nr. 109) |
De motie van het lid De Graaf c.s.; Verzoekt de regering binnen de Europese Raad ervoor te pleiten dat een laagdrempelige toegang voor partijen tot het Europese bestel gehandhaafd blijft, en daartoe te komen met alternatieve voorstellen |
Kamerdebat d.d. 23-02-2018 Formele Europese Top |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 22 112, nr. 2507) |
De motie van het lid Paternotte c.s.; Verzoekt de regering, bij de uitwerking van het vernieuwde Actieplan arbeidsmarktdiscriminatie extra aandacht te besteden aan misstanden in de uitzendbranche; Verzoekt de regering tevens, in het kader van het vernieuwde Actieplan arbeidsmarktdiscriminatie in gesprek te gaan met de uitzendsector over bijvoorbeeld het inzetten van mystery guests om bij het handhaven van hun eigen keurmerk expliciet te controleren op discriminatie |
Kamerdebat 13-03-2018 Discriminatie |
Afgedaan. De motie is overgedragen aan het Ministerie van SZW. |
De motie van de leden Gijs van Dijk en Jasper van Dijk; Spreekt uit dat de rijksoverheid, als werkgever, alle middelen inzet om discriminatie op de werkvloer te voorkomen en daarover rapporteert in de voortgangsrapportage |
Kamerdebat 13-03-2018 Discriminatie |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 950, nr. 156) |
De motie van het Azarkan; Verzoekt de regering om, hierover blijvend in gesprek te treden met de Algemene Bond Uitzendondernemingen en om initiatieven die door de uitzendbranche ondernomen worden om discriminatie tegen te gaan, te ondersteunen en breed onder de aandacht te brengen |
Kamerdebat 13-03-2018 Discriminatie |
Afgedaan. De motie is overgedragen aan het Ministerie van SZW. |
De motie van het lid Jasper van Dijk; Verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat overheden voor een bepaalde periode geen zaken meer doen met uitzendbureaus die veroordeeld zijn voor discriminatie |
Kamerdebat 13-03-2018 Discriminatie |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 mei 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 29 544, nr. 822) |
De motie van de leden Van Toorenburg en Koerhuis; Verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat het kraakverbod in ere wordt hersteld |
Kamerdebat 17-05-2018 Kraken sociale huurwoningen Amsterdam |
Afgedaan. De beantwoording van deze motie ligt op het beleidsterrein van J&V. Zij gaan de motie beantwoorden. |
De motie van de leden Veldman/De Vries Verzoekt de regering om, in het implementatietraject van de Omgevingswet gemeenten te stimuleren de adviescommissie (zoals genoemd in art 17.9) ook in te zetten om initiatiefnemers aan de voorkant van het proces te adviseren en uit te dagen om hun plannen met zo veel mogelijk kwaliteit en consensus te realiseren en het welstandstoezicht achteraf geleidelijk af te bouwen |
Kamerdebat 24-06-2015 Omgevingswet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De motie van het lid De Vries c.s; Verzoekt de regering om, te bezien of het mogelijk is om bij AMvB (algemene maatregel van bestuur) een verplichting op te nemen om voorafgaand aan de uitvoering van vergunningvrije werkzaamheden aan rijksmonumenten de start hiervan te melden bij de gemeente |
Kamerdebat 24-06-2015 Omgevingswet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De motie van het lid Van Veldhoven; Verzoekt de regering, gemeenten in staat te stellen om zonder te veel administratieve lasten te sturen op de kwaliteit van de leefomgeving |
Kamerdebat 24-06-2015 Omgevingswet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De motie van het lid Van Tongeren; Verzoekt de regering, de huidige minimalisatieverplichting voor zeer zorgwekkende stoffen zoals kwik en dioxine op te nemen in de AMvB’s of in de invoeringswet |
Kamerdebat 19-12-2016 Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De motie van het lid Çegerek; Verzoekt de regering, in de nota van toelichting van het Bkl te verhelderen wat het criterium zwaarwegende economische en maatschappelijke belangen inhoudt, en daarbij voldoende aandacht te schenken aan de wens om de afwijking van de grenswaarde niet langer te laten duren dan nodig |
Kamerdebat 19-12-2016 Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De motie van het lid Çegerek; Verzoekt de regering om in het Besluit kwaliteit leefomgeving te regelen dat gemeenten ook rekening moeten houden met geluid en trillingen van bedrijfsmatige activiteiten als zij tijdelijke geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige locaties toelaten in het omgevingsplan |
Kamerdebat 19-12-2016 Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De motie van het lid Smaling; Verzoekt de regering, een derde lid aan artikel 4.2 van het Omgevingsbesluit toe te voegen met de volgende strekking: bij het betrekken van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties en bestuursorganen waarborgt het bevoegd gezag dat alle partijen op een gelijkwaardige wijze kunnen participeren |
Kamerdebat 19-12-2016 Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De motie van het lid Veldman; Verzoekt de regering, in het Besluit kwaliteit leefomgeving middels een instructieregel aan te geven dat bij het stellen van lokale omgevings-waarden een integrale afweging, met daarbij ook de economische effecten, zoals effecten op het vestigingsklimaat, werkgelegenheid en bereikbaarheid, moet worden gemaakt en aan het controlerende orgaan moet worden voorgelegd. |
Kamerdebat 19-12-2016 Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De motie van de leden Veldman en Çegerek; Verzoeken de regering, in de jaarlijkse Monitor Implementatie Omgevingswet de voortgang van de stapsgewijze ontwikkeling van het DSO op te nemen, en voor de ontwikkeling van de informatiehuizen specifieke «go/no go»-momenten in te bouwen, en de Tweede Kamer hierover te informeren. |
Kamerdebat 19-12-2016 Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De motie van het lid van Veldhoven; Verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat hoogwaardige compensatie wordt gewaarborgd en te borgen dat natuurorganisaties betrokken worden bij het beoordelen van die kwaliteit. |
Kamerdebat 19-12-2016 Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
Gewijzigde motie 33 118-80 Van Veldhoven verzoekt de regering om, in het Omgevingsbesluit te regelen dat de gemeenteraad bij de kennisgeving van het voornemen om een omgevingsplan vast te stellen aan moet geven hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding worden betrokken |
Kamerdebat 19-12-2016 Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De motie van het lid De Caluwé; Verzoekt de regering in 2017 in ieder geval één publiek authenticatiemiddel te introduceren |
Kamerdebat 08-12-2015 – Pilotvoorwaarden en pilotcriteria eID Stelsel |
Afgedaan. Met de publicatie van de regeling op 23 oktober 2017 in de Staatscourant is voldaan aan de motie. |
De motie van het lid van Engelshoven; Verzoekt de regering actief te bevorderen dat mensen met 2-staps identificatie inloggen binnen het eID-stelsel |
Kamerdebat 21-06-2017 Jaarverslag en Rapport Algemene Rekenkamer portefeuille Binnenlandse Zaken 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643, nr. 505) |
De motie van het lid Bruins Slot; Verzoekt de regering een raming van kosten en baten op te stellen op basis van de voorgestelde beleidswijziging, met de beoogde verdeling tussen Rijk en private partijen, en de Tweede Kamer daarover vóór 1 maart 2018 te informeren |
Kamerdebat 06-07-2017 Basisregistratie Personen en Programma eID |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643, nr. 528) |
De motie van het lid Albert de Vries; Verzoekt de regering voorts, het gebruik als proefperiode middels de aangekondigde tussenmetingen ook al voorafgaand aan het evaluatie-moment na vijf jaar te monitoren |
Kamerdebat 04-02-2016 Wet doorstroming huurmarkt 2015 (Handelingen II 2015–2016, 51) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 mei 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 363) |
De motie van de leden Eijs en Koerhuis; Verzoekt de regering niet, zoals in het wetsvoorstel is opgenomen, vanaf de vierde keer dat een verhuurder in het ongelijk is gesteld kostendekkende leges te rekenen, maar dit vanaf de derde keer te doen |
Kamerdebat 24-01-2018 Wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte i.v.m. een verdere modernisering van de Huurcommissie en met de introductie van een verhuurderbijdrage (Kamerstukken II 2017–2018, 34 652, nr. 9) |
Afgedaan. Het amendement wetsvoorstel Huurcommissie is op 30 januari 2018 aangenomen door de Eerste Kamer. |
Omschrijving motie |
Vindplaats |
Stand van zaken |
---|---|---|
De motie van het lid Engels c.s.; Verzoekt de Minister van BZK een of meer modellen voor een stelsel van financiële verhoudingen tussen rijk en gemeenten te ontwikkelen waarin rekening wordt gehouden met zowel de effecten van de voorgenomen decentralisaties als met voortgaande processen van gemeentelijke herindeling |
Kamerdebat 18-06-2013 Inrichting openbaar bestuur |
De Eerste Kamer wordt medio juni 2019 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Vliet; Verzoekt de regering, teneinde te kunnen beoordelen of betere aansluiting tussen de gereguleerde en de vrije huursector onderzocht moet worden, in de evaluatie van de Wet doorstroming huurmarkt ook cijfers over de hierboven genoemde vorm van doorstroming mee te nemen |
Kamerdebat 04-02-2016 Wet doorstroming huurmarkt 2015 (Stb. 2016, 158) |
De Tweede Kamer wordt in 2021 geïnformeerd. |
De motie van het lid Tellegen c.s.; Spreekt uit dat het wenselijk is dat de modernisering van de wetgeving rond de vervolging van ambtsdelicten met grote spoed ter hand wordt genomen en uiterlijk voor 1 januari 2017 tot een wetsvoorstel leidt; Verzoekt het presidium, daartoe in overleg met de regering en de Eerste Kamer tot een voorbereidingstraject te komen |
Kamerdebat 28-01-2016 Verslag van de commissie van onderzoek |
Het wetsvoorstel is op 27 januari 2018 bij de Tweede Kamer ingediend. Er is inmiddels ook een commissie ingesteld die naar modernisering van de wetgeving gaat kijken. |
De motie van het lid Sjoerdsma; Verzoekt de regering om actief voorlichting te geven aan bestuursorganen omtrent de werking van de Wet open overheid en waar nodig opleidingen te faciliteren voor personen bij deze organen die belast zijn met de uitvoering van deze wet |
Kamerdebat 13-04-2016 Initiatiefwetsvoorstel Voortman/Weyenberg houdende regels over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang (Wet open overheid) (Kamerstukken II 2015–2016, 33 328) |
De behandeling Wet Open Overheid is door de EK aangehouden; een behandeldatum nog niet bekend. |
De motie van de leden Oosenbrug en Bruins; Verzoekt de regering er in ieder geval zorg voor te dragen dat twee of meer bestuursorganen binnen een jaar na aanvaarding van de Wet open overheid met een informatieregister gaan experimenteren, en daarbij de doeltreffendheid en kosten van reeds ingevoerde informatieregisters bij deze koplopers te evalueren; Verzoekt de regering het informatieregister uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wet open overheid in werking te laten treden |
Kamerdebat 13-04-2016 Initiatiefwetsvoorstel Voortman/Weyenberg houdende regels over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang (Kamerstukken II 2015–2016, 33 328) |
De behandeling Wet Open Overheid is door de EK aangehouden; een behandeldatum nog niet bekend. |
De motie van het lid Veldman c.s.; Verzoekt de regering middels een aanpassing van artikel 219, tweede lid, van de Gemeentewet, of op andere wijze te bewerkstellingen dat een gemeentelijke belasting cq. heffing ten behoeve van een algemene voorziening zoals het riool of de inzameling van afvalstoffen niet afhankelijk mag worden gesteld van het eigendom van een aangesloten object, maar via het aangesloten zijn op de voorziening geregeld moet worden |
Kamerdebat 1 juli 2015 Omgevingswet |
Met de indiening van het initiatiefwetsvoorstel wordt de motie geacht te worden afgehandeld medio najaar 2018. |
De motie van de leden Albert de Vries en Koolmees; Verzoekt de regering, voorstellen te doen waarmee de rechtszekerheid en rechtsbescherming voor eigenaren van drijvende woningen met betrekking tot ligplaatsen vergelijkbaar worden met de rechtszekerheid en rechtsbescherming voor eigenaren van grondgebonden woningen met betrekking tot bouwkavels |
Kamerdebat 14-12-2016 Heropening plenair debat Wetgevingsoverleg Wet verduidelijking voorschriften woonboten |
Wetsvoorstel wordt naar verwachting in de loop van 2019 naar de Tweede Kamer gezonden. |
De motie van het lid Verhoeven; Verzoekt de regering om, bij de evaluatie van de wet nadrukkelijk de effecten op het vestigingsklimaat in Nederland te onderzoeken |
Kamerdebat 08-02-2017 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. (Kamerstukken II 2016–2017, 34 588) |
De Tweede Kamer wordt bij de toegezegde evaluatie van de Wiv 2017 (in 2020) geïnformeerd. |
De motie van de leden Albert de Vries en Van der Linde; Verzoekt de regering, te bevorderen dat een systeem van «erkende kwaliteitsverklaringen en erkende technische toepassingen» tot stand komt, waarbij door marktpartijen aangedragen oplossingen bij gebleken geschiktheid door een onafhankelijke instantie van een erkenning worden voorzien en daarna in het kwaliteitsborgingsproces alleen nog marginaal getoetst behoeven te worden |
Kamerdebat 16-02-2017 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Handelingen II 2016–2017, 54) |
Dit is geregeld in de AMvB Kwaliteitsborging voor het bouwen. De AMvB treedt in werking als de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen ingaat. Stemming op deze wet is in de Eerste Kamer aangehouden. |
De motie van het lid Albert de Vries; Verzoekt de regering om het stelsel van kwaliteitsborging pas in een volgende fase van invoering van toepassing te verklaren op de verbouw en restauratie van rijksmonumenten |
Kamerdebat 16-02-2017 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Handelingen II 2016–2017, 54) |
Dit is geregeld in de AMvB Kwaliteitsborging voor het bouwen. De AMvB treedt in werking als de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen ingaat. Stemming op deze wet is in de Eerste Kamer aangehouden. |
De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, rijksmonumenten niet eerder onder deze wet te brengen dan nadat vaststaat dat monumentale waarden niet verloren gaan door de splitsing van bouwtechniek en de monumentenkwaliteit |
Kamerdebat 16-02-2017 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Handelingen II 2016–2017, 54) |
Dit is geregeld in de AMvB Kwaliteitsborging voor het bouwen. De AMvB treedt in werking als de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen ingaat. Stemming op deze wet is in de Eerste Kamer aangehouden. |
De motie van de leden Ronnes en Van der Linde; Verzoekt de regering, een bestuursakkoord met de gemeenten te sluiten opdat de leges voor omgevingsvergunningen substantieel dalen |
Kamerdebat 16-02-2017 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Handelingen II 2016–2017, 54) |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Beckerman c.s.; Verzoekt de regering om de gemeenten behulpzaam te zijn bij de ontwikkeling van een juridisch instrumentarium om toeristisch verhuur te kunnen reguleren en te handhaven en de Tweede Kamer spoedig te informeren over welk (aanvullend) instrumentarium wordt gekozen of ontwikkeld |
Kamerdebat 15-06-2017 Diverse woononderwerpen |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, spoedig in overleg te treden met de initiatiefnemers van het actieprogramma Weer Thuis teneinde gezamenlijk een plan op te stellen opdat het tekort aan geschikte huurwoningen voor verwarde personen binnen afzienbare tijd weggewerkt is |
Kamerdebat 15-06-2017 Diverse woononderwerpen |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Öztürk; Verzoekt de regering om, in gesprek met gemeenten te bewerkstelligen dat de werking van ADV’s op deze onderdelen verbetert en te bezien wat de rijksoverheid hierin kan betekenen |
Kamerdebat 05-07-2017 Discriminatie |
De Tweede Kamer wordt in september 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden Van der Molen en Verhoeven; Verzoekt de regering, een diepgaand onderzoek in te stellen naar de heimelijke beïnvloeding van de Nederlandse publieke opinie en discussie via sociale en andere media door buitenlandse statelijke actoren en om met voorstellen te komen om de weerbaarheid van onze samenleving op dit punt te vergroten |
Kamerdebat 16-11-2017 Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) |
De Tweede Kamer is onder meer bij brief van 16 maart 2018 (Kamerstukken II 2017–2018, 30 821, nr. 42) geïnformeerd over het tegengaan van ongewenste buitenlandse beïnvloeding, waaronder desinformatie. De Kamer wordt waar nodig nader geïnformeerd. |
De motie van het lid Verhoeven; Verzoekt de regering, een voorlichtingscampagne te starten om het bewustzijn te vergoten over beïnvloeding door statelijke actoren van de interne aangelegenheden en democratische processen in Nederland |
Kamerdebat 16-11-2017 Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV |
De Tweede Kamer is onder meer bij brief van 16 maart 2018 (Kamerstukken II 2017–2018, 30 821, nr. 42) geïnformeerd over het tegengaan van ongewenste buitenlandse beïnvloeding, waaronder desinformatie. De Kamer wordt waar nodig nader geïnformeerd. |
De motie van het lid Bisschop c.s.; Verzoekt de regering, in overleg te treden met gemeenten en te komen met voorstellen om, rekening houdend met de maatschappelijke functie van begraafplaatsen, begraven ongeacht inkomen en woonplaats betaalbaar te houden |
Kamerdebat 16-11-2017 Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Özütok c.s.; Verzoekt de regering, bij de overdracht van publieke taken aan semipublieke instellingen expliciet aandacht te besteden aan de bescherming van burgerrechten |
Kamerdebat 16-11-2017 Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) |
Aan de motie wordt uitvoering gegeven door in de dit najaar (2018) uit te brengen Handreiking constitutionele toetsing een passage hierover op te nemen. |
De motie van de leden Futselaar en Özdil; Verzoekt de regering om, met alle partners in de keten van studentenhuisvesting te komen tot een nieuw convenant en actieplan studentenhuisvestingen en dit actieplan te faciliteren |
Kamerdebat 11-10-2017 Huisvesting voor buitenlandse studenten |
Beantwoording wordt meegenomen in het Actieplan Studentenhuisvesting dat in het 4e kwartaal van 2018 wordt afgerond, waarna de Tweede Kamer wordt geïnformeerd. |
De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe een prikkel in de verhuurder-heffing van 2019 aangebracht kan worden om het verkopen van dure sociale huurwoningen ten behoeve van de nieuwbouw van nieuwe betaalbare sociale huurwoningen in gespannen woningmarkten over 2018 extra te stimuleren |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal van 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, deze perverse prikkel bij berekening van bezoldigingsmaxima weg te nemen |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, het Nibud hierover onderzoek te laten doen en een brief te sturen met een voorstel hoe dit op te lossen |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, om spoedig met betrokken gemeenten, verhuurders en corporaties te overleggen om ongewenste excessen verder te voorkomen; en verzoekt de regering tevens de resultaten daarvan aan de Tweede Kamer te melden |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
De Tweede Kamer wordt najaar 2019 geïnformeerd. |
De motie van het lid Ronnes c.s.; Verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze de onvoorziene meeropbrengst van de verhuurderheffing die de komende jaren ontstaat, kan worden geïnvesteerd in de woningmarkt, de verduurzamingsopgave van de sociale woningen en instrumenten voor de doorstroming |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden Ronnes en Dik-Faber; Verzoekt de regering, van de genoemde verbetervoorstellen quick wins binnen de wettelijke kaders zo spoedig mogelijk toe te passen, opdat de administratieve lastendruk zo snel mogelijk kan verminderen |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
De Tweede Kamer wordt in het najaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Eijs c.s.; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe de NHG-premie meegefinancierd kan blijven worden in de hypotheek en eventueel fiscaal aftrekbaar kan blijven, bijvoorbeeld via een aanvullende lening die wordt afgelost uit het rentevoordeel dat de NHG oplevert; verzoekt de regering voorts hierover zo spoedig mogelijk een brief te sturen met een voorstel hoe dit op te lossen |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
De Tweede Kamer wordt bij de BZK-begroting 2019 geïnformeerd. |
De motie van het lid Nijboer: Verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat huurders ook financieel profiteren van verduurzaming van hun woning |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden Dik-Faber en Voortman; Verzoekt de regering, te bevorderen dat het actieprogramma Weer Thuis wordt uitgebreid naar twintig regio’s; verzoekt de regering tevens, mogelijk via dit actieprogramma, een impuls te geven aan nieuwe woonvormen voor kwetsbare doelgroepen |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, in overleg met de corporaties te gaan en hen te stimuleren om de mogelijkheid van een kettingbeding in het verkoopcontract om de maandelijkse huurprijs in het middensegment te verzekeren, daadwerkelijk te benutten; Verzoekt de regering tevens, de gemeenten te informeren over het feit dat bij prestatieafspraken de bedoelde kettingbedingen afgesproken kunnen worden |
Kamerdebat 06-02-2018 Staat van de volkshuisvesting/Staat van de woningmarkt |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Kops; Verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat er niet langer onrechtmatig bemiddelingskosten bij huurders in rekening worden gebracht |
Kamerdebat 06-02-2018 Staat van de volkshuisvesting/Staat van de woningmarkt |
De Tweede Kamer wordt in 3e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden Koerhuis en Beckerman; Verzoekt de regering, het mogelijk te maken dat woonfraude als economisch delict veroordeeld kan worden, zodat de winsten van illegale onder- en kamerverhuur afgepakt kunnen worden, en de Tweede Kamer hierover voor de zomer te informeren |
Kamerdebat 28-03-2018 Een brandbrief van wethouders over huisjesmelkers |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal van 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering om, in overleg te treden met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) opdat handhaving van voorschriften die aan verkamering zijn verbonden strikt worden gehandhaafd door de gemeenten |
Kamerdebat 28-03-2018 Een brandbrief van wethouders over huisjesmelkers |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden van der Lee en Paternotte; Verzoekt de regering, de regeling zo vorm te geven dat deze zowel ruimte biedt voor lokaal maatwerk als doelmatige digitale handhaving op een maximaal aantal te verhuren dagen mogelijk maakt |
Kamerdebat VAO Toerisme |
Motie is onderdeel van BZK-beleid. |
De motie van de leden Beckerman en van Kent; Verzoekt de regering om, de Gezondheidsraad te verzoeken om hun onderzoek uit te breiden met de invloed van gespoten purschuim op bewoners |
Kamerdebat 05-04-2018 Bouwregelgeving en energiebesparing |
De Tweede Kamer wordt in het najaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering om, te onderzoeken of en hoe een woonlastenbenadering kan worden toegepast waarbij er geen opdrijvend effect is voor de huurtoeslag |
Kamerdebat 05-04-2018 Bouwregelgeving en energiebesparing |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden Koerhuis en van Eijs; Verzoekt de regering, te bezien of en welke flankerende maatregelen, zoals herverdeling van financiële middelen tussen corporaties, daarbij kunnen helpen, en daarbij ook mee te nemen dat rijkere corporaties van het financieel rendement van de investering in verduurzaming bij armere corporaties gaan profiteren |
Kamerdebat 05-04-2018 Bouwregelgeving en energiebesparing |
De Tweede Kamer wordt 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden Koerhuis en Dik-Faber; Verzoekt de regering, te bezien of en welke verplichtende maatregelen, zoals een labelplicht voor corporatiewoningen, toegepast moeten worden om corporaties te kunnen verplichten te verduurzamen |
Kamerdebat 05-04-2018 Bouwregelgeving en energiebesparing |
De Kamer wordt in het 3e kwartaal 2018 geïnformeerd |
De motie van het lid Dik-Faber; Verzoekt de regering, er in overleg met bouwers en gemeenten voor zorg te dragen dat er meer toegankelijke woningen beschikbaar komen en daarbij ook in overweging te nemen dat de toegankelijkheidseisen voor nieuwbouwappartementen in het Bouwbesluit worden aangepast conform het RIGO-rapport |
Kamerdebat 05-04-2018 Bouwregelgeving en energiebesparing |
De Tweede Kamer wordt in het najaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering om, te onderzoeken of koolmonoxidemelders verplicht gesteld kunnen worden, te beginnen bij nieuwbouw en renovatie van woningen |
Kamerdebat 05-04-2018 Bouwregelgeving en energiebesparing |
De Tweede Kamer wordt in het najaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, deze perverse prikkel weg te nemen en corporaties bij wanbestuur financieel te laten bijdragen als er publiek geld gebruikt moet worden |
Kamerdebat 05-04-2018 125 miljoen voor Stichting Humanitas |
De Tweede Kamer wordt in het 3e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, te onderzoeken of, hoe en op welke termijn Vestia de 675 miljoen euro publiek geld met deze winst terug kan betalen, en de Tweede Kamer hierover voor het volgende saneringsbesluit over Vestia te informeren |
Kamerdebat 05-04-2018 125 miljoen voor Stichting Humanitas |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Kops; Verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat wanbestuurders van woningcorporaties hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de – aantoonbaar door hen veroorzaakte – financiële schade |
Kamerdebat 05-04-2018 125 miljoen voor Stichting Humanitas |
De Tweede Kamer wordt in het 3e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden Ronnes en Krol; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe seniorencomplexen als aparte gebouwfunctie in het Bouwbesluit (en zijn opvolger de BBL) kan worden opgenomen; Verzoekt de regering tevens, de verdere maatregelen die zij neemt ter verbetering van de brandveiligheidsproblematiek bij (bestaande) seniorenwoningen samen met de brandweer op effectiviteit te onderzoeken en waar nodig te verbeteren |
Kamerdebat 05-04-2018 Bouwregelgeving en energiebesparing |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Buitenweg; Verzoekt de regering om, eventuele wijzigingen van deze beleidsregel eerst aan de Tweede Kamer voor te leggen alvorens deze beleidsregel te wijzigen |
Kamerdebat 10-04-2018 De uitslag van het referendum over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 |
De Tweede Kamer wordt bij een voornemen tot wijziging van de beleidsregel geïnformeerd. |
De motie van de leden Ronnes en Laan-Geselschap; Verzoekt de regering, te onderzoeken of de Wilg spoedig geplaatst kan worden onder de Crisis- en herstelwet, waarbij het toepassingsbereik wordt uitgebreid met glastuinbouwgebieden |
Kamerdebat 12-04-2018 Omgevingsrecht |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Wassenberg; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe het puntensysteem op het gebied van de energieprestatie van een woning kan worden aangescherpt |
Kamerdebat 12-04-2018 Dertigledendebat over huurders die hun energierekening de komende jaren zien stijgen |
De Tweede Kamer wordt in het 3e kwartaal 2018 geïnformeerd |
De motie van het lid Wassenberg; Verzoekt de regering om, te onderzoeken hoe huurders die door slecht geïsoleerde woningen tegen hogere energiekosten aanlopen, het recht kan worden gegeven om hun woning te laten verbeteren en als dat niet lukt, om deze huurders minder huur te laten betalen |
Kamerdebat 12-04-2018 Dertigledendebat over huurders die hun energierekening de komende jaren zien stijgen |
De Tweede Kamer wordt in het 3e kwartaal 2018 geïnformeerd |
De motie van de leden Van Eijs en Ronnes; Verzoekt de regering, te onderzoeken of het mogelijk en wenselijk is de financiële prikkel voor verhuurders om hun woningen te verduurzamen te versterken, bijvoorbeeld door het zwaarder laten meetellen van de Energie-Index in het puntenstelsel; Verzoekt de regering voorts, te onderzoeken of het mogelijk en wenselijk is ook bij geliberaliseerde woningen een financiële prikkel te introduceren voor verhuurders om hun woningen te verduurzamen |
Kamerdebat 12-04-2018 Dertigledendebat over huurders die hun energierekening de komende jaren zien stijgen |
De Tweede Kamer wordt in het 3e kwartaal 2018 geïnformeerd |
De motie van het lid van der Molen c.s.; Verzoekt de regering in overleg met de betrokken gemeenten de kosten van ontvlechting van de wettelijke samenwerkingsverbanden zo veel mogelijk te beperken, een regeling te treffen voor de verdere afwikkeling en de Tweede Kamer daarover te informeren vóór 1 december 2018 |
Kamerdebat 18-04-2018 Samenvoeging van de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem (34 825), Samenvoeging van de gemeenten Nuth, Onderbanken en Schinnen (34 826), Samenvoeging van de gemeenten Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Haarlemmermeer (34 827), Samenvoeging van de gemeenten Bedum, De Marne, Eemsmond en Winsum (34 828), Samenvoeging van de gemeenten Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn en een deel van het grondgebied van de gemeente Winsum (34 829), Samenvoeging van de gemeenten Giessenlanden en Molenwaard (34 830), Samenvoeging van de gemeenten Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland en Nieuwkruisland (34 831), Samenvoeging van de gemeenten Noordwijk en Noordwijkerhout (34 832), Samenvoeging van de gemeenten Geldermalsen, Lingewaal en Neerijnen (34 833), Samenvoeging (om 10.45 uur van de gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen (Handelingen II 2017–2018, 75) |
De Tweede Kamer wordt voor 1 december 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid van der Molen c.s.; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe de centrumfunctie van Gorinchem behouden kan blijven met het oog op evenwichtige regionale verhoudingen en de Tweede Kamer daarover te informeren vóór 1 januari 2019 |
Kamerdebat 18-04-2018 Samenvoeging (om 10.15 uur) van de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem (34 825), Samenvoeging van de gemeenten Nuth, Onderbanken en Schinnen (34 826), Samenvoeging van de gemeenten Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Haarlemmermeer (34 827), Samenvoeging van de gemeenten Bedum, De Marne, Eemsmond en Winsum (34 828), Samenvoeging van de gemeenten Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn en een deel van het grondgebied van de gemeente Winsum (34 829), Samenvoeging van de gemeenten Giessenlanden en Molenwaard (34 830), Samenvoeging van de gemeenten Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland en Nieuwkruisland (34 831), Samenvoeging van de gemeenten Noordwijk en Noordwijkerhout (34 832), Samenvoeging van de gemeenten Geldermalsen, Lingewaal en Neerijnen (34 833), Samenvoeging 10.45 uur van de gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen (Handelingen II 2017–2018, 75) |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van den Bosch c.s.; Verzoekt de regering, na voltooiing van het herindelingsproces de provincie Noord-Holland te verzoeken met de nieuwe gemeente Haarlemmermeer, de gemeente Haarlem, alsmede met de inwoners van Spaarndam te verkennen of voor het dorp Spaarndam een grenscorrectie een duurzame oplossing is en of dit kan rekenen op draagvlak van de inwoners van Spaarndam, en de Tweede Kamer hierover binnen een jaar te informeren |
Parlementair agenda punt [18-04-2018] – Samenvoeging (om 10.15 uur)van de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem (34 825), Samenvoeging van de gemeenten Nuth, Onderbanken en Schinnen (34 826), Samenvoeging van de gemeenten Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Haarlemmermeer (34 827), Samenvoeging van de gemeenten Bedum, De Marne, Eemsmond en Winsum (34 828), Samenvoeging van de gemeenten Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn en een deel van het grondgebied van de gemeente Winsum (34 829), Samenvoeging van de gemeenten Giessenlanden en Molenwaard (34 830), Samenvoeging van de gemeenten Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland en Nieuwkruisland (34 831), Samenvoeging van de gemeenten Noordwijk en Noordwijkerhout (34 832), Samenvoeging van de gemeenten Geldermalsen, Lingewaal en Neerijnen (34 833), Samenvoeging van de gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen (Handelingen II 2017–2018, 75) |
De Tweede Kamer wordt voor Herfstreces 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Ronnes en Veldman; Verzoekt de regering, haar visie op de toekomstige vormgeving van onteigening ter advies voor te leggen aan de Raad voor de rechtspraak, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de president en de procureur-generaal bij de Hoge Raad en de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, en de Tweede Kamer over de resultaten te informeren |
Kamerdebat 03-03-2016 Omgevingswet |
De motie zal worden verwerkt in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel. |
De motie van het lid De Vries c.s.; Verzoekt de regering, in de rijksomgevingsvisie aan te geven welke afspraken nodig zijn om de recreatieve fiets-, wandel- en vaarnetwerken in stand te houden en hoe deze afspraken doorwerken in provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies |
Kamerdebat 24-06-2015 Omgevingswet |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden Ronnes en Geurts: Verzoekt de regering in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg te onderzoeken of gemeenten en provincies voldoende (Ruimtelijke Ordening) instrumenten hebben om de problematiek van de leegstand van agrarische bebouwing te lijf te gaan; Verzoekt de regering de resultaten voor de zomer van 2018 aan de Tweede Kamer te melden |
Kamerdebat 06-02-2018 Ruimtelijke Ordening |
De Tweede Kamer wordt in november 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden Van Eijs en Laan-Geselschap; Verzoekt de regering in gesprek te gaan met de gemeente Rotterdam, provincie Zuid-Holland en bedrijfsleven om te inventariseren welke experimenteerruimte er nodig is om de problematiek van Rotterdam-Zuid in combinatie met de opgave vanuit de energietransitie in de gebouwde omgeving versneld aan te pakken, en hierover de Tweede Kamer te informeren |
Kamerdebat 06-02-2018 Ruimtelijke Ordening |
Het gaat om de deal Rijk – Rotterdam, die momenteel door ons en de gemeente wordt voorbereid (n.a.v. regio envelopgeld Regeerakkoord). E.e.a. heeft te maken met lange doorlooptijd collegevorming in Rotterdam. De Tweede Kamer wordt in september 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden Den Boer en Van der Molen; Verzoekt de regering, om de opzet van dit onderzoek inclusief de onderzoeksvragen en de te onderzoeken sectoren, de betrokken externen en partijen, alsmede de planning ervan naar de Tweede Kamer te sturen |
Kamerdebat 17-05-2018 WNT |
De Tweede Kamer wordt in september 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Eijs; Verzoekt de regering, de mogelijkheden die de Crisis- en herstelwet geeft aan gemeenten om betere energieprestaties af te dwingen nogmaals breder onder de aandacht te brengen, eventueel in samenwerking met de VNG |
Kamerdebat 24-05-2018 VSO Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (zeventiende tranche) (Kamerstukken II 2017–2018, 32 127, nr. 227) |
De Tweede Kamer wordt eind 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering, er bij de gemeenten op aan te dringen een proportioneel deel van de nieuw te bouwen woningen te bestemmen voor seniorenhuisvesting |
Kamerdebat 24-05-2018 De beschikbaarheid en de betaalbaarheid van woningen |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal van 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering, er bij de gemeenten op aan te dringen met de woningbouwcorporaties afspraken te maken om een proportioneel deel van de bestaande sociale huurwoningen leeftijdsbestendig te renoveren |
Kamerdebat 24-05-2018 De beschikbaarheid en de betaalbaarheid van woningen |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal van 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering, om inzicht te geven in de woonwensen van senioren |
Kamerdebat 24-05-2018 De beschikbaarheid en de betaalbaarheid van woningen |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering, te komen met een visie op de kwalitatieve woonwensen in relatie tot technologische ontwikkelingen |
Kamerdebat 24-05-2018 De beschikbaarheid en de betaalbaarheid van woningen |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden Krol en Azarkan; Verzoekt de regering de haalbaarheid te onderzoeken van de studentencampus bij universiteiten en hogescholen |
Kamerdebat 24-05-2018 De beschikbaarheid en de betaalbaarheid van woningen |
Wordt meegenomen in het actieplan studentenhuisvesting dat in het 4e kwartaal van 2018 afgerond wordt, waarna de Tweede Kamer geïnformeerd wordt. |
De motie van het lid Nijboer; Verzoekt de regering, in samenwerking met gemeentes discriminatie actiever te bestrijden door actief overtredingen op te sporen en overtredingen te sanctioneren |
Kamerdebat 24-05-2018 De beschikbaarheid en de betaalbaarheid van woningen |
Wordt meegenomen in het Plan van Aanpak Goed Verhuurderschap dat in het 4e kwartaal van 2018 wordt afgerond, waarna de Tweede Kamer geïnformeerd wordt. |
De motie van de leden van Eijs en Ronnes; Verzoekt de regering om, ook voor bestaande huurwoningen exorbitante huurstijgingen tegen te gaan, te onderzoeken welke maatregelen als een tijdelijke noodstop kunnen dienen, waarbij niet de wws-systematiek wordt doorgetrokken, en daarbij oog te hebben voor de kostenstructuur van de verhuurder inclusief grondprijs; Verzoekt de regering, daarbij te zorgen dat deze maatregelen niet ten koste gaan van het aanbod van middenhuur op de langere termijn |
Kamerdebat 24-05-2018 De beschikbaarheid en de betaalbaarheid van woningen |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal van 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden Ronnes en Koerhuis; Verzoekt de regering om, te stimuleren dat de provincies de rem op realisatie van harde plancapaciteit loslaten en over te gaan tot overprogrammeren; Verzoekt de regering voorts, om te onderzoeken of een «spoedreparatie» van de Ladder van Duurzame Verstedelijking wenselijk is om te voorkomen dat overprogrammering bij de rechter geen stand houdt |
Kamerdebat 24-05-2018 De beschikbaarheid en de betaalbaarheid van woningen |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal van 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden Azarkan en Nijboer; Verzoekt de regering te bezien of «naming-and-shaming» een instrument kan zijn tegen verhuurmakelaars die meewerken aan discriminerende verzoeken en de Tweede Kamer daarover uiterlijk eind dit jaar te informeren |
Kamerdebat 24-05-2018 De beschikbaarheid en de betaalbaarheid van woningen |
Wordt meegenomen in het Plan van Aanpak Goed Verhuurderschap dat in het 4e kwartaal van 2018 wordt afgerond, waarna de Tweede Kamer geïnformeerd wordt. |
De motie van het lid van Eijs; Verzoekt de regering, met Aedes en particuliere verhuurders in gesprek te gaan over de inkomenseisen die gelden voor middenhuur om te voorkomen dat mensen met een middeninkomen geen toegang hebben tot middenhuurwoningen |
Kamerdebat 29-05-2018 Middenhuur |
Overleg met Aedes en particuliere verhuurders vindt dit najaar plaats, waarna de Tweede Kamer naar verwachting in het 4e kwartaal van 2018 geïnformeerd wordt. |
De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, te onderzoeken of en waarom het niet terugbetalen van grondkorting geen staatssteun is en het niet terugbetalen van erfpachtkorting wel, en de Tweede Kamer hierover voor het zomerreces te informeren |
Kamerdebat 29-05-2018 Middenhuur |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering om, alles op alles te zetten om de VNG volwaardig te laten participeren in het vervolg van de Woonagenda |
Kamerdebat 29-05-2018 Middenhuur |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal van 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid van der Lee; Verzoekt de regering om, de Autoriteit Consument & Markt te vragen een actuele marktscan van de geliberaliseerde huurmarkt uit te voeren |
Kamerdebat 29-05-2018 Middenhuur |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal van 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, een impactanalyse op te stellen waarbij de effecten van de ambities op de verduurzaming in de woningmarkt en de noodzakelijke inhaalslag op de bouw van woningen in beeld worden gebracht |
Kamerdebat 29-05-2018 Bouwopgave |
De Tweede Kamer wordt medio najaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden Koerhuis en Dik-Faber; Verzoekt de regering, tijdens de gesprekken met provincies en gemeenten te vragen een goede afweging te maken tussen het tekort op korte termijn en de bouwopgave op lange termijn; Verzoekt de regering tevens, de Tweede Kamer hierover te informeren in de halfjaarlijkse rapportage over de uitvoering van de motie-Ronnes/Koerhuis (34 775 XVIII, nr. 19) |
Kamerdebat 29-05-2018 Bouwopgave |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal van 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid van Eijs; Verzoekt de regering, in de uitwerking van de Woonagenda samen met de bouwsector de mogelijkheden te onderzoeken om in de bouwsector jongeren en zijinstromers vooraf een baan in de bouw aan te laten bieden wanneer zij met goed gevolg een gerelateerde opleiding doorlopen |
Kamerdebat 29-05-2018 Bouwopgave |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal geïnformeerd. |
De motie van de leden Özütok en Den Boer; Verzoekt de regering om, ervoor te zorgen dat het door de nationale politie en de gemeente Amsterdam opgestelde Handboek demonstratierecht voor gemeenten en politie bij alle gemeenten en bij alle politie-eenheden bekend wordt |
Kamerdebat 29-05-2018 Het grondrecht op vrije demonstraties |
De Tweede Kamer wordt in september 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, ook kleine wijken en/of dorpen te betrekken bij de te houden pilots voor het aardgasvrij maken van woningen door de minimumgrens van 500 woningen per wijk en de maximumgrens van twintig wijken los te laten; Verzoekt de regering tevens, in de mix van koop- en huurwoningen en gebouwtypen een evenwichtige verdeling van de beschikbare gelden te geven aan koop- en huurwoningen en ook aandacht te geven aan buurthuizen en zorg-, onderwijs- en sportinstellingen; Verzoekt voorts om gemeenten hierover te informeren dat ook kleinere wijken en/of dorpen kunnen worden opgegeven om in aanmerking te komen voor een pilot aardgasvrij maken |
Kamerdebat 13-06-2018 Incidentele suppletoire begroting inzake Klimaat enveloppe regeerakkoord (Handelingen II 2017–2018, 93) |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden Van der Lee en Dik-Faber; Verzoekt de regering, dit initiatief onder de aandacht te brengen bij scholen en gemeentes en te betrekken bij de programma’s voor aardgasloze wijken en voor schaalvergroting in de verduurzaming van basisscholen |
Kamerdebat 13-06-2018 Incidentele suppletoire begroting inzake Klimaat enveloppe regeerakkoord (Handelingen II 2017–2018, 93) |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Wassenberg; Verzoekt de regering om, in de proeftuin ook ervaring op te doen met klimaatadaptatie en vergroening van de wijk nadrukkelijk mee te nemen |
Kamerdebat 13-06-2018 Incidentele suppletoire begroting inzake Klimaat enveloppe regeerakkoord (Handelingen II 2017–2018, 93) |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Beckerman; Verzoekt de regering, de opgedane kennis en kunde bij pilots voor gasvrije wijken publiek en laagdrempelig bereikbaar te maken voor inwoners, gemeenten en provincies |
Kamerdebat 13-06-2018 Incidentele suppletoire begroting inzake Klimaat enveloppe regeerakkoord (Handelingen II 2017–2018, 93) |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd |
De motie van de leden Van der Molen en Yesilgöz-Zegerius; Spreekt uit dat de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid onverkort gelden voor eenieder die in Nederland werkt voor media die uit publieke of private middelen gefinancierd worden |
Kamerdebat 19-06-2018 De aanval op de vrijheid van meningsuiting en de vrije pers |
De motie is onderdeel van BZK beleid. |
De motie van het lid Schalk c.s.; Verzoekt de regering de wenselijkheid te onderzoeken om gezichtsbedekkende kleding, zoals maskers, bivakmutsen, integraalhelmen en dergelijke, in zijn algemeenheid te verbieden bij manifestaties en demonstraties, tenzij er sprake is van een specifieke reden dit wel toe te staan |
Kamerdebat 12-06-2018 Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding (Handelingen I 2017–2018, 33) |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Lintmeijer c.s.; Verzoekt de regering met een initiatief te komen voor een visie op nieuwe vormen van directe democratie als aanvulling en versterking op het huidige Nederlandse parlementaire representatieve stelsel |
Kamerdebat 03-07-2018 Behandeling wetsvoorstel Intrekking van de Wet voor het raadgevend referendum |
De Eerste Kamer wordt medio najaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Özütok; Verzoekt de regering om, wanneer de wetswijzigingen door beide Kamers worden aangenomen en van kracht zijn de Tweede Kamer periodiek te informeren over het gebruik door gemeenten en provincies van de mogelijkheden die zij door deze wetswijziging krijgen |
Kamerdebat 28-06-2018 Wijziging van de Gemeentewet en de Provinciewet in verband met de verruiming van de bevoegdheid van de raad en provinciale staten om ontheffing te verlenen van het vereiste van ingezetenschap voor wethouders en gedeputeerden (Kamerstukken II 2017–2018, 34 807, nr. 8) |
De motie wordt meegenomen in de Staat van Bestuur medio najaar 2018. |
De motie Jasper van Dijk c.s.; Verzoekt de regering, juridisch te onderzoeken wat de toegevoegde waarde van een wijziging van de woorden «hetero of homoseksuele gerichtheid» in «seksuele gerichtheid» zou zijn, of deze wijziging mogelijk is en vervolgens een voorstel daartoe naar de Tweede Kamer te sturen; Verzoekt de regering tevens de Tweede Kamer hierover zo snel mogelijk te informeren, bij voorkeur uiterlijk eind 2018 |
Kamerdebat 28-06-2018 Voorstel van wet van de leden Bergkamp, Van den Hul en Özütok tot wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling ter nadere invulling van het verbod om ongeoorloofd onderscheid te maken op grond van geslacht (Kamerstukken II 2017–2018, 34 650, nr. 11) |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van der Graaf c.s.: Verzoekt de regering in overleg met Vereniging Nederlandse Gemeenten, de Stafdienst Vliegtuigberging en de Studiegroep Luchtoorlog 1939–1945 te komen tot een nationaal bergingsprogramma; Verzoekt de regering de bijdrage in de kosten aan gemeenten voor de berging van deze 30–50 vliegtuigwrakken voortaan volledig aan te vullen vanuit het gemeentefonds, waarin voor de berging van vliegtuigwrakken nu al een reservering is opgenomen; Verzoekt de regering de Tweede Kamer voor de begrotingsbehandeling BZK te informeren over de nadere uitwerking |
Kamerdebat 05-07-2018 Stand van zaken van de toezegging inzake het beleid van gemeenten bij verzoeken tot berging van vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog (Kamerstukken II 2017–2018, 32 156, nr. 92) |
De Tweede Kamer wordt voor de begrotingsbehandeling BZK geïnformeerd. |
De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering te onderzoeken of en hoe een terugbetalingsplan standaard praktijk kan worden voor corporaties die publiek geld krijgen als die in de toekomst winst maken, vooral als die operationele winst maken |
Kamerdebat 05-07-2018 VAO Staat van de Volkshuisvesting/ Woningcorporaties |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden Smeulders en van Eijs; Verzoekt de regering om gemeenten te stimuleren om bij het maken van prestatieafspraken met corporaties expliciet aandacht te besteden aan verschillende vormen van toegankelijk wonen en de Tweede Kamer jaarlijks bij de Staat van de Volkshuisvesting hierover te informeren |
Kamerdebat 05-07-2018 VAO Staat van de Volkshuisvesting/ Woningcorporaties |
Wordt jaarlijks meegenomen in de Staat van de Volkshuisvesting. De Tweede Kamer wordt voorjaar 2019 geïnformeerd. |
De motie van het lid Smeulders; Verzoekt de regering om bij de evaluatie van de Woningwet, die komend najaar naar de Tweede Kamer zal worden gestuurd, expliciet aandacht te besteden aan de wettelijke mogelijkheden voor gemeenten en corporaties bij het voorkomen van het ontstaan van nieuwe kwetsbare wijken |
Kamerdebat 05-07-2018 Staat van de Volkshuisvesting/ Woningcorporaties (AO d.d. 21/6) |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden Özütok en van der Graaf; Verzoekt de regering, in overleg met Duitsland en België te onderzoeken welke praktische belemmeringen er nu zijn voor mensen met een mbo-diploma en mbo-studenten en hoe deze weggenomen zouden kunnen worden, en de Tweede Kamer over de uitkomsten hiervan te informeren |
Kamerdebat 31-05-2018 Grensoverschrijdende samenwerking |
De Tweede Kamer wordt in oktober 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Den Boer; Verzoekt de regering, de Tweede Kamer te informeren hoe een vroegtijdige betrokkenheid van inwoners, ondernemers, het maatschappelijk middenveld en Euregioraden kan worden geborgd ten aanzien van een grensoverschrijdend mobiliteitssysteem |
Kamerdebat 31-05-2018 Grensoverschrijdende samenwerking |
De Tweede Kamer wordt in oktober 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Den Boer; Verzoekt de regering, om met partners in de grensregio's in gesprek te gaan om grensoverschrijdende spoedzorg structureel te borgen, waarbij ruimte wordt gelaten voor maatwerk |
Kamerdebat 31-05-2018 Grensoverschrijdende samenwerking |
De Tweede Kamer wordt in oktober 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Diks; Verzoekt de regering om, de inspanningen en plannen van de gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Holland om van het gas af te gaan en de gebouwde omgeving in het centrum van Den Haag te verduurzamen maximaal te ondersteunen |
Kamerdebat 14-06-2018 Renovatie Binnenhof |
De Tweede Kamer wordt medio november 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Diks; Verzoekt de regering om, te onderzoeken welke mogelijke duurzaamheidsmaatregelen genomen kunnen worden waarbij ook de directe omgeving van het Binnenhof kan meeparticiperen |
Kamerdebat 14-06-2018 Renovatie Binnenhof |
De Tweede Kamer wordt medio november 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden Van Eijs en Van der Graaf; Verzoekt de regering in kaart te brengen welke begrotings- of andere financiële regels de verduurzaming van Rijksvastgoed bemoeilijken en of dit anders zou zijn bij een baten- en lastenstelsel; Verzoekt de regering specifiek voor het Binnenhof vóor medio september 2018 aan te geven wat de meerkosten en opbrengsten zijn van mogelijke verduurzamingsmaatregelen en zich maximaal in te spannen om het Binnenhof te verduurzamen |
Kamerdebat 14-06-2018 Renovatie Binnenhof |
De Tweede Kamer wordt medio november 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Middendorp; Verzoekt de regering, de Tweede Kamer twee keer per jaar te informeren door middel van een rapportage met betrekking tot de stand van zaken van de verbouwing van het Binnenhofcomplex; Verzoekt de regering tevens, een eventuele overschrijding in budget en tijd gedurende de planning- en uitvoeringsfase die van substantiële invloed is op dit project direct aan de Tweede Kamer te melden |
Kamerdebat 14-06-2018 Renovatie Binnenhof |
De Tweede Kamer wordt medio november 2018 geïnformeerd. |
De motie van de leden van Eijs en van der Graaf; Verzoekt de regering, in overleg te gaan met de aanbieder van warmte met als inzet het zo snel mogelijk afbouwen van de afhankelijkheid van het warmtenet van aardgas en dit contractueel vast te leggen |
Kamerdebat 14-06-2018 Renovatie Binnenhof |
De Tweede Kamer wordt medio november 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Wassenberg; Verzoekt de regering om, de Tweede Kamer tijdig te informeren en te betrekken bij verduurzamingskeuzes die zich voordoen tijdens de renovatie van het Binnenhof |
Kamerdebat 14-06-2018 Renovatie Binnenhof |
De Tweede Kamer wordt medio november 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid van der Molen; Verzoekt de regering, te onderzoeken welke voorstellen voor wet- en regelgeving mogelijk onevenredige consequenties zouden kunnen hebben voor grensregio’s, van een aantal hiervan de effecten nader te onderzoeken en op basis van de opgedane ervaring effecten van beleid voor grensregio’s op te nemen in het Integraal Afwegingskader beleid en regelgeving (IAK) |
Kamerdebat 31-05-2018 Grensoverschrijdende samenwerking |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid van der Graaf; Verzoekt de regering, de uitkomsten van deze roadmap te delen met de Tweede Kamer, structureel overleg met de grensinfopunten, euregio's, provincies, gemeenten, werkgevers, beroepsorganisaties en Duitse partners te organiseren en op korte termijn met concrete oplossingen te komen voor knelpunten in de erkenning van diploma's en beroepskwalificaties |
Kamerdebat 31-05-2018 Grensoverschrijdende samenwerking |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Middendorp; Verzoekt de regering, een plan te maken om de bestaande informatie over werken net over de grens, en met name de informatie op de websites van de grensinformatiepunten, via een app beschikbaar te stellen en de Tweede Kamer daarover vóór de begrotingsbehandeling dit jaar te informeren |
Kamerdebat 31-05-2018 Grensoverschrijdende samenwerking |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De motie van het lid Koser Kaya c.s.; Verzoekt de regering zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen twee jaar, te eindigen met de verstrekking van persoonsgegevens aan genootschappen op geestelijke grondslag, al dan niet via SILA |
Kamerdebat 08-12-2015 Basisregistratie personen (BRP) en paspoorten en reisdocumenten |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
---|---|---|
De Minister van BZK zegt toe dat een voorstel tot wijziging van de Awgb betreffende het opnemen van een uitzondering inhoudende dat direct onderscheid naar geslacht bij de levering van goederen en diensten niet is verboden, mits daarvoor een objectieve rechtvaardiging bestaat, in de eerste helft van 2014 in procedure zal worden gebracht. |
Brief EK en TK d.d. 2 december 2013 Reactie op de adviezen van het CRM |
Afgedaan. Het (nog lopende) initiatiefwetsvoorstel heeft de uitvoering van de toezegging ingehaald. |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Tweede Kamer toe (in reactie op vraag van het lid Ronnes over voorbeelden van knelpunten ouderenhypotheken (CDA): snel te komen schriftelijke reactie op de tijdens het AO hypotheekverstrekking van 6 september jl. aangeleverde voorbeelden (waarover hij ook al heeft gesproken met banken). Indien nodig in afstemming met Financiën. |
Kamerdebat 13-10-2016 Begrotingsbehandeling Wonen en Rijksdienst |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847, nr. 281) |
In reactie op Kamerlid Schouten (CU) over wooncoöperaties: Bij AFB is motie aangenomen om belemmeringen in kaart brengen. De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zal in gezamenlijkheid met Financiën kijken naar knelpunten in financieringsmogelijkheden van wooncoöperaties, hoe deze knelpunten kunnen worden weggenomen, bijvoorbeeld bij de hypotheekverlening van banken en de Tweede Kamer hierover te informeren |
Kamerdebat 13-10-2016 Begrotingsbehandeling Wonen en Rijksdienst |
Afgedaan. Antwoordbrief is verzonden door Minister van Financiën, namens Minister BZK d.d. 12 juli 2017 (Kamerstukken II 2016–2017, 32 545, nr. 71) |
In reactie op Kamerlid Van Vliet (Van Vliet) zal in april bekeken worden of de Staat woningmarkt en de Staat van de volkshuisvesting samengevoegd kunnen worden. |
Kamerdebat 13-10-2016 Begrotingsbehandeling Wonen en Rijksdienst |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847, nr. 298) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Tweede Kamer toe in de volgende Staat van de woningmarkt en de Staat van de volkshuisvesting in te gaan op de voortgang experiment marktconforme huren |
Kamerdebat 13-10-2016 Begrotingsbehandeling Wonen en Rijksdienst |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847, nr. 298) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe dat hij de Tweede Kamer periodiek informeert over investeringen door corporaties in het niet-DAEB-stuk. Dit wordt volgend jaar ook opgenomen in de Staat van de Volkshuisvesting. |
Kamerdebat 25-05-2016 Staat van de Volkshuisvesting en diverse woononderwerpen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847, nr. 298) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe dat hij in de volgende Staat van de Volkshuisvesting een overzicht opneemt van de resultaten met betrekking tot duurzaamheid en het voortschrijden op dat gebied. |
Kamerdebat 25-05-2016 Staat van de Volkshuisvesting en diverse woononderwerpen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847, nr. 298) |
De Minister van BZK zegt toe in het voorjaar van 2016 de Tweede Kamer te informeren over de resultaten van het vervolgonderzoek kosten reisdocumenten |
Kamerdebat 26-11-2015 Basisregistratie Personen (BRP) en Paspoorten en Reisdocumenten |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 25 764, nr. 104) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de casus in de Bloemenbuurt in Rotterdam betreffende de grondwaterstand, zodra hij hierover een terugkoppeling heeft gekregen vanuit Rotterdam |
Kamerdebat 29-09-2016 Bouwregelgeving |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 30 196, nr. 548) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe de Tweede Kamer, na onder andere overleg met VNG en Aedes, te rapporteren over inventarisatie van situaties waarin voor huishoudens met lage inkomens en zorgbehoefte de passendheidstoets ongewenste effecten geeft in de zin van bijvoorbeeld langere wachtlijsten |
Kamerdebat 08-12-2016 Staat van de woningmarkt |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 27 926, nr. 278) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe de Tweede Kamer te rapporteren in de Staat van de Volkshuisvesting (medio voorjaar 2017) over de slaagkans van huishoudens met recht op huurtoeslag op een voor hen betaalbare woning |
Brief d.d. 20 september 2016 Uitvoering van de motie De Vries-Ronnes (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847, 278) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847, nr. 298) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Tweede Kamer toe in het voorjaar, n.a.v. motie Veldman (herziening financiële verhoudingen), een brief te doen toekomen. |
Kamerdebat 14-09-2016 Krimp en bevolkingsdaling |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 31 550-B, nr. 15) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer een brief toe inzake scenario’s ontwikkelingen hypotheekrente aftrek en renteontwikkeling in de markt |
Kamerdebat 14-06-2017 Jaarverslag en Rapport Algemene Rekenkamer portefeuille Wonen en Rijksdienst 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 34 725 XVIII, nr. 10) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer een brief toe inzake of kritieke ICT systemen vaker worden doorgelicht dan 1x per 10 jaar |
Kamerdebat 14-06-2017 Jaarverslag en Rapport Algemene Rekenkamer portefeuille Wonen en Rijksdienst 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 34 725 XVIII, nr. 10) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer een brief toe waarin hij beziet wat op het terrein van ICT coördinatie te leren valt van de bevoegdheden en werkwijze van FIN (ook in relatie tot de motie De Vries die aangenomen is bij het Verantwoordingsdebat, motie-Aukje de Vries c.s.) |
Kamerdebat 14-06-2017 Jaarverslag en Rapport Algemene Rekenkamer portefeuille Wonen en Rijksdienst 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 34 725 XVIII, nr. 10) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe na afloop van de hoorzitting van de VN-Mensenrechtenraad de Kamer over de aanbevelingen en over het verdere vervolg van het UPR-proces nader te informeren. |
Brief d.d. 28 februari 2017 Nederlandse rapportage in het kader van de Universal Periodic Review |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 26 150, nr. 160) |
De Minister van BZK zegt toe zo spoedig mogelijk de schriftelijke vragen inzake vertrekpremies directeuren woningcorporaties te beantwoorden |
Kamerdebat 07-06-2017 Diverse woononderwerpen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 2111) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de voortgang en inhoud van het proces ontwikkeling Paleis Soestdijk (voor zover de bedrijfsgevoeligheid van de informatie dat toelaat) |
Brief d.d. 21 december 2015 Ontwikkeling Paleis Soestdijk |
Afgedaan. Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 34 550 XVIII, nr. 44) |
De Minister van BZK zegt toe dat de NMo jaarlijks een externe audit zal laten uitvoeren en dat de Tweede Kamer zal worden geïnformeerd over de uitkomsten daarvan (als het goed is gaan de monumenten per 1 juli over, dus start de eerste audit ergens na 1 juli 2016) |
Kamerdebat 25-03-2015 Vervreemding en transformatie Rijksvastgoed |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 156, nr. 82) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe per brief te informeren over de start en voortgang van het onderzoek naar verbeteren inzage en correctierecht. |
Kamerdebat 18-01-2017 Digitale infrastructuur/e-ID |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 26 643, nr. 472) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Tweede Kamer een brief toe waarin hij reageert op het op 26 september 2016 gepresenteerde rapport »Kosten en baten in beeld« tijdens de conferentie »Integrale waardecreatie in de bouw- en vastgoedbranche» |
Kamerdebat 29-09-2016 Bouwregelgeving |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 30 196, nr. 548) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe een voortgangsrapportage BRP inclusief de uitkomsten van de BIT-toets naar de Kamer te sturen. Hierin worden de oorzaken van de vertraging en meerkosten alsmede over de te nemen acties, mede in het licht van het door het BIT gegeven advies meegenomen. |
Brief d.d. 16 december 2016 Beantwoording Kamervragen lid De Caluwé over het artikel «Een skelettransplantatie voor de BRP» met kenmerk 2016Z235229 (ingezonden op 8 december 2016) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 27 859, nr. 105) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe, rond 1 juli 2017, de Kamer in een volgende voortgangsrapportage over de Impuls eID nader te informeren over de stand van zaken van de voorbereiding van de eerste fase van de uitrol. |
Brief d.d. 21 december 2016 Voortgang programma eID |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 26 643, nr. 476) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van de BIT-toets op de voorbereidingen van de toekomstig beheerorganisatie RvIG. |
Brief d.d. 25 november 2016 Voortgang Operatie BRP |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 27 859, nr. 105) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe een analyse van de kosten en baten toe te sturen van overheidsdata en de resultaten daarvan |
Brief d.d. 3 juni 2015 Kabinetsreactie op het eerste en tweede trendrapport van de Algemene Rekenkamer |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 802, nr. 37) |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden De Graaf (D66), Postema (PvdA) en Bikker (ChristenUnie), toe een jaar na inwerkingtreding van de wet de onderzoekfunctie van het Huis voor klokkenluiders te evalueren met betrekking tot de vervolgbaarheid van klokkenluiders en het samenwerkingsprotocol tussen het Huis voor klokkenluiders en het Openbaar Ministerie (T02239) |
Kamerdebat 01-03-2016 34 105 Novelle Initiatiefvoorstel-Van Raak, Fokke, Koser Kaya, Segers, Thieme, Klein en Voortman Wet Huis voor klokkenluiders |
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 11 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2016–2017, 33 258, nr. O) |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren over of en op welk moment de benodigde aanpassingen, voor wat betreft het registeren van levenloos geboren kinderen, in de BRP zouden kunnen doorgevoerd. |
Brief d.d. 19 september 2016 Uitkomst onderzoek registeren levenloos geboren kinderen. |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 27 859, nr. 105) |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te berichten over een verkenning of aanpassing van de EI en het gebruik van die aangepaste EI binnen het WWS mogelijk is, om zo te bezien hoe vormen van energieopwekking (op de woning dan wel collectief nabij de woning) via een EPV in rekening kunnen worden gebracht. Daarbij zal rekening worden gehouden met nieuwe regelgeving van de Europese Unie op het gebied van energiebesparing, waaronder een nieuwe Europese bepalingsmethode, waarmee de EU-lidstaten rekening dienen te houden |
Brief d.d. 27 juni 2016 Toezeggingen gedaan tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel inzake de energieprestatievergoeding |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 30 196, nr. 548) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe in gesprek te gaan met VNG over het per mail indienen van een WOB verzoek. |
Kamerdebat 07-09-2016 Actieplan Open overheid 2016–2017 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 802, nr. 37) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe in gesprek te gaan met VNG om een prioriteitenlijst op te stellen van data die als waardevolle open data wordt gezien. |
Kamerdebat 07-09-2016 Actieplan Open overheid 2016–2017 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 802, nr. 37) |
De Tweede Kamer wordt geïnformeerd over de voortgang van plannen met betrekking tot het splitsen, c.q. juridisch scheiden, van corporaties (bij de Staat van de Woningmarkt dit najaar en de Staat van de Volkshuisvesting in het voorjaar) |
Kamerdebat 25-05-2016 Staat van de Volkshuisvesting en diverse woononderwerpen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847, nr. 298) |
De Minister van BZK zegt toe in de volgende voortgangsrapportage van Operatie BRP (gepland voor april 2015) de Tweede Kamer te informeren over de impact op Operatie BRP (qua planning en financiën) van het opnemen van het buitenlands persoonsnummer in de BRP. |
Kamerdebat 25-02-2015 Legale identiteitswisselingen en reisdocumenten |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 27 859, nr. 105) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe om de evaluatie van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer snel uit te voeren en voor het begin van het zomerreces af te ronden. Hierbij zal het onafhankelijk onderzoek betrokken worden. |
Brief d.d. 6 april 2017 Antwoord op schriftelijke vragen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 31 142, nr. 62) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe voor zomer 2017 te komen met een inventarisatie/voorstel inzake een voorziening rond lokale bestuurders. |
Kamerdebat 09-05-2017 Mondelinge vraag van het lid Van Bruin Slot (CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Brabantse burgemeesters: ambtenaren vaker geïntimideerd» (Nrc.nl, 5 mei 2017) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 28 684, nr. 505) |
De Minister van BZK zegt toe dat de Tweede Kamer nog een brief krijgt waarin ingegaan wordt op de vraag of het kabinet, gezien zijn demissionaire status, nog het initiatief zal nemen voor (nieuwe) wetgeving. Het gaat dan concreet om een wijziging van de Kieswet om de openbaarheid van de processen-verbaal van de stembureaus en van de opgave met het gemeentelijk totaal te regelen. Verder betreft het een wijziging van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming om experimenten te kunnen houden met een ander model stembiljet dat beter en sneller kan worden geteld |
Kamerdebat 20-06-2017 Evaluatie van de Tweede Kamerverkiezing |
De Tweede Kamer is op 30 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 31 142, nr. 71) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe dat hij de Tweede Kamer zal informeren n.a.v. de afstudeerscriptie over de mate waarin huurders iets merken van subsidies voor energiebesparing, welke hij van de SP zal ontvangen |
Kamerdebat 07-12-2016 Energiebesparing gebouwde omgeving |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 30 196, nr. 548) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe de financiering van woonboten in het Platform Maatwerk mee te zullen nemen |
Kamerdebat 12-12-2016 Wet verduidelijking voorschriften woonboten |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847, nr. 303) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe de Tweede Kamer (voor zomer 2017) te informeren over de knelpunten die bij het platform maatwerk hypotheken besproken zijn en welke oplossingen hiervoor zijn gevonden |
Kamerdebat 08-12-2016 Staat van de woningmarkt |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847, nr. 303) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe, voor het kerstreces, de Kamer opnieuw te informeren over het besluit met betrekking tot de voorgenomen voorziening voor ondersteuning van politieke ambtsdragers in relatie tot de thema’s veiligheid, integriteit en ondermijning. |
Brief d.d. 13 oktober 2016 Toezeggingen Algemeen Overleg Veilige Publieke Taak 1 juni 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 28 684, nr. 505) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van het platform maatwerk, welke wordt ingesteld dat tot doel heeft om mogelijke belemmeringen voor maatwerk weg te nemen (n.a.v. aangenomen moties VAO Hypotheekverstrekking) |
Brief d.d. 27 oktober 2016 Leennormen 2017 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847, nr. 303) |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren (in voorjaar 2017) over de voortgang van de uitvoering van de afspraken in het Actieplan bevolkingsdaling |
Brief d.d. 17 maart 2016 Aanbiedingsbrief Actieplan bevolkingsdaling |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 31 757, nr. 93) |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van het lid De Vries-Leggedoor (CDA), toe haar uiterlijk vrijdagavond 7 juli 2017 een brief te sturen over de door de regering gewenste verdere behandeling van het wetsvoorstel (T02464) |
Kamerdebat 04-07-2017 34 453 Kwaliteitsborging voor het bouwen |
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2016–2017, 34 453, nr. G) |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren – na overleg met partijen zoals de huurcommissie en lokale huurteams – over manieren om de voorlichting richting huurders te intensiveren (m.b.t. de mogelijkheid om de huur te laten toetsen door de huurcommissie) |
Kamerdebat d.d. 8 juni 2017 Beantwoording van de vragen van het lid Beckerman (SP) (ingezonden 11 en 18 mei), de leden Kops en Beertema (beiden PVV) (ingezonden 11 mei), de leden Özdil en Voortman (beiden GroenLinks) (ingezonden 16 mei) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 27 926, nr. 280) |
De Minister van BZK zegt toe (eind juni) een brief over hoe voorkomen kan worden dat gemeenten met krappe woningvoorraad afwijken van het landelijk beleid met betrekking tot het schrappen van statushouders als voorrangscategorie en het laten delen van een woning aan de Tweede Kamer te sturen |
Kamerdebat 07-06-2017 Diverse woononderwerpen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 19 637, nr. 2334) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe, voor de zomer, de uitkomst van een onderzoek naar de omvang van het afzien van financieringsvoorbehoud of een bouwtechnische keuring bij de aankoop van een huis, naar de Kamer te sturen. |
Kamerdebat 18-04-2017 Mondelinge vraag van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de overspannen woningmarkt en de ongewenste concurrentie op voorwaarden |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847, nr. 304) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe om met de commerciële verhuurders in gesprek te gaan over het matigen van de huurstijging bij huurwoningen met een huur boven de 80% van de maximale huur (dit speelt bij de invoering van de huursombenadering per 1 januari 2017, vanaf wanneer er een maximaal huurverhogingspercentage gaat gelden van inflatie+2,5%) en de Tweede Kamer daarover te informeren |
Brief d.d. 15 juni 2016 Kamervragen van het lid De Vries (PvdA) over het bericht «nieuwe huurder dubbel de sigaar» |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847, nr. 298) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe (voorjaar 2017) een voortgangsrapportage met de resultaten van de PIA en de bandbreedte van de risico’s te sturen |
Kamerdebat 18-01-2017 Digitale infrastructuur/e-ID |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 26 643, nr. 481) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe de Tweede Kamer (komend voorjaar 2017) nader te informeren over voorbereiden van wetgeving gericht op een uitfasering van huurwoningen met niet-groene labels, (slechter dan label C) waarbij ook de financiële consequenties voor de partijen in kaart worden gebracht. Tevens wordt bezien of dwingender maatregelen in de Woningwet nodig zijn om de voorraad energiezuinig te krijgen |
Brief d.d. 11 november 2016 Energiebesparing huursector |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 29 453, nr. 450) |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer (voor zomer 2017) te informeren over de verdere uitwerking (gericht op verbeteren van de energetische kwaliteit van de corporatiewoningen) en de daarvoor benodigde investeringen van corporaties |
Brief d.d. 25 april 2017 Kamervragen van het lid Beckerman (SP) over de uitverkoop van slecht geïsoleerde corporatiewoningen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 29 453, nr. 450) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe (begin 2017) te onderzoeken hoe opvolging is gegeven aan de onderzoeksplicht voor roestvaststaal in zwembaden en de Tweede Kamer hierover vervolgens te informeren |
Kamerdebat 29-09-2016 Bouwregelgeving |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 28 325, nr. 165) |
De Tweede Kamer ontvangt van de (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst voor de zomer van 2017 een voortgangsbericht over de inspectie van zwembaden |
Kamerdebat 16-03-2016 Bouwregelgeving en brandveiligheid |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 28 325, nr. 165) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Tweede Kamer toe in de loop van volgend jaar over de rijkswerkgelegenheid per provincie te rapporteren. In de cijfers worden de Nationale Politie en de Rechtspraak meegenomen. |
Kamerdebat 14-09-2016 Krimp en bevolkingsdaling |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 31 490, nr. 225) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Tweede Kamer toe in de loop van 2017 een actualisatie van de masterplannen rijkskantoorhuisvesting naar de Kamer te sturen. |
Kamerdebat 14-09-2016 Krimp en bevolkingsdaling |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 31 490, nr. 225) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Tweede Kamer een brief toe (voorjaar 2017): implementatie gehandicaptenverdrag gebouwde omgeving is nu gaande (Staatssecretaris van VWS), op basis van die AMvB laten weten hoe daarbij omgaan wordt bij de rijksgebouwen |
Kamerdebat 13-10-2016 Begrotingsbehandeling Wonen en Rijksdienst |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 31 490, nr. 225) |
De Minister van BZK zegt toe (voor het zomerreces) voorbeelden van terechte weigeringen huurwoningen statushouders en gebruik subsidieregeling huisvestingsvoorziening aan de Tweede Kamer te sturen |
Kamerdebat 07-06-2017 Diverse woononderwerpen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 19 637, nr. 2334) |
De Minister van BZK zegt toe de tekst van de motie van H.C.M Krol (50PLUS), waarin de regering wordt verzocht, de strafrechtelijke aanpak van leeftijdsdiscriminatie te onderzoeken, en tevens te bezien welke uitzonderingsgronden daarbij wenselijk zijn (30 950, nr. 121), door te geleiden aan de Minister van VenJ |
Kamerdebat 05-07-2017 Discriminatie |
Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het Ministerie van JenV. |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe dat de Tweede Kamer over een jaar wordt geïnformeerd over een experiment bij Woonstad Rotterdam |
Kamerdebat 05-07-2016 Huisvesting doelgroepen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 29 453, nr. 459) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe – nadat op basis van informatie die eind 2016 beschikbaar is, er een meer volledig beeld geschetst kunnen worden over woonvisies en prestatieafspraken in 2016; het eerste volle jaar dat de herziene Woningwet van kracht is – de Tweede Kamer te informeren wanneer deze gegevens beschikbaar zijn |
Brief d.d. 19 april 2016 Beantwoording Kamervragen van het lid Bashir (SP over onduidelijkheid en onwetendheid bij gemeenten over de nieuwe Woningwet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847, nr. 298) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer een brief toe (begin september 2017) inzake het opstellen van een vergelijking tussen de coördinerende rol van de Minister van BZK op ICT-terrein en de coördinerende rol van de Minister van Financiën rond ’s Rijksfinanciën |
Kamerdebat 05-07-2017 Bedrijfsvoering Rijk |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 september 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643, nr. 485) |
De Minister van BZK zegt toe (voor 15 september a.s.) te spreken met VNG en Aedes, gevolgd door een brief aan de Tweede Kamer met eventuele uitwerkingen over hoe hogere boetes en eventueel economisch delict kan worden ingevoerd bij woonfraude |
Kamerdebat 07-06-2017 Diverse woononderwerpen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 september 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 29 453, nr. 457) |
De Staatssecretaris van SZW zegt de Tweede Kamer toe de Minister van BZK te vragen in het overleg met ABP het bonusbeleid APG (uitvoerder ABP) aan de orde te stellen en de Tweede Kamer, zo spoedig mogelijk, per brief op de hoogte stellen (wat wordt er ondernomen als werkgever) |
Vragenuurtje d.d. 16 mei 2017 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 043, nr. 374) |
De Minister van BZK zegt toe dat de Tweede Kamer eventueel voor de uitkomst van de evaluatie van de Woningwet informatie ontvangt over de uitwerking van het amendement-Albert de Vries over het bijeenroepen van de ledenvergadering |
Kamerdebat 18-05-2017 Toezicht en borging woningcorporaties |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 29 453, nr. 459) |
De Minister van BZK zegt toe/verwacht de nieuwe versie van het toetsmodel PIA Rijksdienst voor het zomerreces 2017 aan de Tweede Kamer toe te sturen |
Brief d.d. 16 maart 2017 Voortgang nieuw Toetsmodel PIA Rijksdienst |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 september 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643, nr. 490) |
De Minister van BZK zegt toe (voor einde zomerreces 2017) met de Staatssecretaris van SZW de Tweede Kamer te rapporteren over waar het Rijk nu staat met de realisatie van de doelstellingen uit de banenafspraak voor mensen met een arbeidsbeperking, uitgesplitst naar Ministerie / organisatieonderdeel |
Kamerdebat 05-07-2017 Bedrijfsvoering Rijk |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 september 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 352, nr. 69) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe in september 2017 een afschrift te sturen van de reactie van het Koninkrijk op de UPR-aanbevelingen. |
Brief d.d. 19 juni 2017 Uitkomsten mondelinge behandeling UPR-rapportage in de VN-Mensenrechtenraad |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 en 11 september 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 150 nrs. 161 en 162) |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten met betrekking tot de uitvraag van de markt op grond van de specificaties voor de stemprinter en stemmenteller |
Brief d.d. 28 april 2016 Specificaties voor stemprinter en stemmenteller |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 augustus 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 829, nr. 18) |
De Minister van BZK zegt op verzoek van de VVD toe in het voorjaar 2017 te komen met een integrale voortgangsbrief over de besproken onderwerpen in dit AO (stand van zaken van het overlegstelsel). |
Kamerdebat 09-11-2016 Sturing van de collectieve sector (Wrkg. Van de Donk, Borstlap, IBOpensioenen) |
Afgedaan. De Eerste en Tweede Kamer zijn op 13 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 33 566, nr. 100) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe: – schriftelijk te informeren over een project van ABN/Maas Capital gericht op investeringen in zonnepanelen voor sociale huurwoningen in het Verenigd Koninkrijk en de mogelijkheden voor de Nederlandse situatie; – te informeren over de (mogelijke) wijzigingen in het Fonds Energiebesparing Huursector; – te informeren over de vraag of de woningmarktregio’s een belemmering vormen voor de verduurzamingsopgave |
Kamerdebat 14-09-2017 Energiedoelen voor woningcorporaties |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 29 453, nr. 458) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer het planningsoverzicht toe, kort voordat de begrotingswet VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de begrotingswet XVIII Wonen en Rijksdienst plenair in de Kamer wordt behandeld, te actualiseren en ook voor de behandeling van de begroting eenzelfde overzicht voor het jaar 2018, voor zover mogelijk, doen toekomen. |
Brief d.d. 22 augustus 2017 Verzoek planningsbrief 2017 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 november 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775-VII, nr. 10) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe de geleerde lessen van het programma «Burgers en bedrijven in regie op hun gegevens» na de zomer naar de Kamer te sturen |
Brief d.d. 9 juni 2017 Beantwoording motie (Kamerstukken II 2016–2017, 34 550 VII, nr. 36) en brief met kenmerk 26643-448/2017D11196 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 26 643, nr. 472) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe, naar aanleiding van de motie Van Engelshoven betreffende gecertificeerde instellingen, hoe binnen dat regime te handelen. Momenteel is er onderzoek gaande door VWS/VenJ (uiterlijk 1 juli 2017 afgerond) De Minister van BZK bevordert dat snel conclusies over het onderzoeksrapport worden getrokken en dat de Kamer snel geïnformeerd wordt. |
Kamerdebat 08-06-2017 Sociaal Domein |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 31 839, nr. 605) |
De Minister van Financiën zegt de Tweede Kamer toe, de vraag van de het lid De Vries over het effect van de WNT bij het werven van ICT-expertise bij het Rijk over te brengen aan de Minister van BZK. |
Kamerdebat 31-05-2017 Verantwoordingsdebat over het jaar 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 26 643, nr. 478) |
De Minister van Financiën zegt namens de Minister van BZK de Tweede Kamer toe, met de vakbonden te overleggen om art. 49xx van de ARAR (remplaçantenregeling) zodanig aan te passen dat duidelijker wordt dat deze is bedoeld voor individuele casuïstiek en niet voor collectieve regelingen. De Minister van BZK zal de Tweede Kamer daarover schriftelijk informeren. |
Kamerdebat 31-05-2017 Verantwoordingsdebat over het jaar 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 31 490, nr. 236) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe dat de vragen van de coördinatierol en motie De Vries terugkomen in toegezegde brief naar aanleiding van het Wetgevingsoverleg WenR, en op punten van informatiebeveiliging en elektronische identificatie in de al toegezegde brief eID. |
Kamerdebat 21-06-2017 Jaarverslag en Rapport Algemene Rekenkamer portefeuille Binnenlandse Zaken 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 26 643, nr. 476) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe een nadere specificatie verschil begrote en gerealiseerde uitgaven SSC-ICT naar de Tweede Kamer te sturen in een brief naar aanleiding van het WGO Wonen en Rijksdienst. |
Kamerdebat 21-06-2017 Jaarverslag en Rapport Algemene Rekenkamer portefeuille Binnenlandse Zaken 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 34 725 XVIII, nr. 10) |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren zodra de gemeente Den Haag heeft bericht hoeveel personen gevolg hebben gegeven aan het verzoek om opgenomen te worden in de permanente registratie om te stemmen vanuit het buitenland. |
Brief d.d. 19 juni 2017 Evaluatie Tweede Kamerverkiezing 15 maart 2017 |
Afgedaan. De toezegging is mondeling afgedaan tijdens plenair debat over de evaluatie van de TK-verkiezing d.d. 14 september 2017 |
De Minister van BZK zegt toe de Eerste- en Tweede Kamer te informeren over het Nederlandse standpunt inzake «De aanvullende ingebrekestelling» (onderdeel Energielabel) over de richtlijn energieprestatie van gebouwen. |
Brief d.d. 15 juni 2017 Aanvullende ingebrekestelling richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD) |
Afgedaan. De Eerste en Tweede Kamer zijn op 29 september 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 196, nr. 557) |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Thom de Graaf (D66), toe de motie over het binnen een jaar toesturen van een beschouwing over het doorberekenen van kosten, met daarin opgenomen een aanzet van een afwegingskader, uit te voeren (T02108). |
Kamerdebat 14-04-2015 Grondslag voor het doorberekenen van kosten verbonden aan het uitvoeren van veiligheidsonderzoeken (33.673) |
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 23 mei 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2017–2018, 33 673, nr. I) |
De Minister van BZK zegt toe het programma Veilige Publieke taak in 2017 te evalueren. |
Kamerdebat 01-06-2016 Veilige Publieke Taak |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 28 864, nr. 513) |
De Minister van BZK zegt toe over 3 jaar (in 2016) weer een Metamonitor uit voeren, waarbij gegevens uit de sectoren centraal komen te staan, aangevuld met gegevens uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden |
Brief TK d.d. 12 december 2013 «Aanbieding Rapport Metamonitor Veilige Publieke Taak 2013» |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 28 684, nr. 513) |
De Minister van BZK zegt toe (op of voor 15 september a.s.) dat de Tweede Kamer informatie ontvangt over het ordentelijk stoppen van de BRP en de verdere actie ten aanzien van de GBA. Ook volgt er in dezelfde brief informatie over openbaarmaking van het beschikbare materiaal. De brief zal ook een feitenrelaas bevatten en informatie over de aanbesteding. Er komt mogelijk een eerder bericht voor 15 september indien er een meningsverschil met de bestuurlijke partners blijkt te zijn (VNG). In de brief worden we ook nader geïnformeerd over het intellectueel eigendom en de werking van de Archiefwet. Zo mogelijk wordt de reactie van onderzoeksbureau Gartner opgenomen en wordt er inzicht gegeven in de kosten. |
Kamerdebat 05-07-2017 Basisregistratie Personen (BRP) en programma eID |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 september 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 27 859, nr. 113) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe, voor medio november, de Kamer te informeren, over de gesprekken die zullen worden gevoerd met gemeenten over de uitkomsten van het onderzoek naar de werking van de adv’s. In deze gesprekken zal ook worden meegenomen of duidelijk is voor burgers waar zij met hun discriminatiemelding terecht kunnen of dat financiering van de adv’s per melding tot ongewenste prikkels kan leiden of dat de adv’s onafhankelijk dienen te zijn van de gemeente. |
Kamerdebat 22-06-2017 Discriminatie |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 950, nr. 141) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe om in de brief die medio november 2017 naar de Kamer gestuurd wordt, ook te rapporteren over de vraag van lid Bruins Slot (CDA) of er een vervolgactie plaatsvindt ten aanzien van het gestegen aantal discriminatie incidenten in de regio’s Den Haag en Rotterdam tegen ambtenaren met een publieke taak. |
Kamerdebat 22-06-2017 Discriminatie |
Afgedaan. De toezegging is overgedragen aan het Ministerie van JenV |
De Minister van BZK zegt toe dat de Tweede Kamer een analyse ontvangt van de inzet van 5% marge bij passend toewijzen |
Kamerdebat 18-05-2017 Toezicht en borging woningcorporaties |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 november 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 308) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe, voor het einde van het jaar, in overleg met de Minister van I&M, een voorstel te doen toekomen om de regelgeving voor gemeenten aan te passen, zodat gemeenten vrijehuursector als aparte categorie in het bestemmingsplan kan opnemen. |
Brief d.d. 19 september 2016 Ontwikkeling middensegment. |
Afgedaan. De AMvB treedt op 1 juli 2017 in werking (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847, nr. 297 en 32 847, nr. 283) |
De Minister van BZK zegt toe om bij de jaarlijkse voortgang van het programma sociaal domein aan de Tweede Kamer ook te vermelden wat de «startpunten» zijn van de transformatie thema’s die in het programma worden opgepakt. Dit om ook te zien of het programma voortgang boekt op die thema’s. |
Kamerdebat 31-05-2017 Sociaal Domein |
Afgedaan. De Tweede Kamer op 4 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 477, nr. 29) |
De Minister van BZK zegt toe in het najaar van 2017 de Tweede Kamer nader te informeren over de besluitvorming van subsidiëring van VSO en SVO. |
Brief d.d. 28 augustus 2017 Evaluatie subsidie VSO SVO |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 550 VII, nr. 56) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe om voor december 2017 de Kamer te informeren over de aanpak van ambtenaren die bedreigd worden |
Kamerdebat 20-09-2017 Verzamel algemeen overleg |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 december 2017 per brief geïnformeerd.(Kamerstukken II 2017–2018, 28 684, nr. 513) |
De Minister van BZK zegt toe (najaar 2017) de Tweede Kamer te informeren over de reacties van de gemeenten wat de uitkomsten zijn van de controles bij de zwembaden in hun gemeente |
Brief d.d. 11 juli 2017 Onderzoeksplicht roestvaststaal in zwembaden |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 januari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 28 325, nr. 169) |
De Minister van BZK zegt toe – nadat het Nibud-advies in najaar 2017 is gepubliceerd – de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van het advies en zal hierbij ook ingaan op wat het Nibud adviseert met betrekking tot energie |
Brief d.d. 6 juli 2017 Platform maatwerk |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 307) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe de eindrapportage over het programma Digitaal 2017 eind dit jaar naar de Kamer te sturen |
Brief d.d. 4 juli 2017 Monitor Generieke Digitale Infrastructuur 2017 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643, nr. 495) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer een brief toe (najaar 2017) inzake analyse van het ziekteverzuim bij het Rijk |
Kamerdebat 05-07-2017 Bedrijfsvoering Rijk |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 november 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 31 490, nr. 232) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe (eind 2017) informatie over een eventuele wijziging van de inzet en voorwaarden van de FEH |
Kamerdebat 14-06-2017 Jaarverslag en Rapport Algemene Rekenkamer portefeuille Wonen en Rijksdienst 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 29 453, nr. 458) |
De Minister van Financiën zegt namens de Minister van BZK toe dat de Tweede Kamer geïnformeerd wordt over de ontwikkeling van de beveiliging van de informatievoorziening bij het Rijk middels 2 brieven: voor de zomer een brief over het overleg tussen de ARK en 3 specifieke departementen (EZ, VWS en Def), in het najaar een brief over het rijksbrede beleid. De Minister van BZK zal ook ingaan op de regierol |
Kamerdebat 31-05-2017 Verantwoordingsdebat over het jaar 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 343 775 VII, nr. 47) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe (herhaling van de toezegging van de Minister van Financiën bij verantwoordingsdebat) dat er in de loop van 2017 een brief komt over plan ICT personeel en coördinatie |
Kamerdebat 14-06-2017 Jaarverslag en Rapport Algemene Rekenkamer portefeuille Wonen en Rijksdienst 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 31 490, nr. 235) |
De Minister van Financiën zegt namens de Minister van BZK toe, de Tweede Kamer in het najaar te informeren over de uitkomsten over het verslagjaar 2016. Daarin wordt ook de problematiek geadresseerd van ontbrekende goedkeurende accountantsverklaringen van (5% van de) gemeenten. |
Kamerdebat 31-05-2017 Verantwoordingsdebat over het jaar 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 november 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775-B, nr. 7) |
De Minister van BZK zegt toe – voor de zomer – de Tweede Kamer te informeren over de verdeling van de Indicatieve Bestedingsruimte Woningcorporaties (IBW) over de 19 woningmarktregio’s |
Brief d.d. 6 juni 2017 Aanbieding Staat van de volkshuisvesting 2017 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 november 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 308) |
De Minister van BZK zegt toe om in 2017 opnieuw te bezien hoe de Fonds Energiebesparing Huursector (FEH)-regeling loopt en de Tweede Kamer daarover te berichten |
Brief d.d. 6 juni 2017 Antwoorden op de schriftelijke Kamervragen HIIB, IV, VII en XVIII |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op5 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 29 453, nr. 458) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe (in najaar 2017) in de Staat van de woningmarkt 2017 nader in te gaan op de gerealiseerde huurverhoging per 1 juli 2017 |
Brief d.d. 6 juni 2017 Antwoorden op de schriftelijke Kamervragen HIIB, IV, VII en XVIII |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 november 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 308) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer de gegevens over het aantal woningen dat in 2016 door middel van transformatie (leegstaande panden die getransformeerd zijn tot woningen) is gerealiseerd komen in de tweede helft van 2017 beschikbaar in de Staat van de Woningmarkt toe te zenden |
Brief d.d. 6 juni 2017 Antwoorden op de schriftelijke Kamervragen HIIB, IV, VII en XVIII |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 november 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 308) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe, voor eind 2017, de kabinetsreactie op het advies van de Evaluatie- en adviescommissie Wet financiering politieke partijen toe te sturen en vervolgens zal ik in de kabinetsreactie op dit advies laten weten of – en zo ja in welke vorm – het desbetreffende wetsvoorstel verder in procedure wordt gebracht. |
Brief d.d. 6 juni 2017 Vragen-Regering-BiZa-34725-VII Jaarverslag |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 752, nr. 49) |
De Minister van Financiën zegt namens de Minister van BZK, op korte termijn een plan van aanpak op te stellen over ICT-personeel met aanvullende beleidsmaatregelen en initiatieven om verdere knelpunten richting toekomst aan te pakken. Dat kan de Tweede Kamer nog in 2017 tegemoet zien |
Kamerdebat 31-05-2017 Verantwoordingsdebat over het jaar 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 31 490, nr. 235) |
De Minister van BZK zegt toe dit jaar ook een onderzoek te doen naar het effect van het label voor woningen |
Brief d.d. 18 mei 2017 Beantwoording Kamervraag lid Van der Lee c.s. over het energielabel voor woningen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 196, nr. 563) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe, in het najaar van 2017, de uitkomsten van het onderzoek naar de gemeentelijke jaarstukken 2016 (onderzocht zal worden of deze geografische verschillen zich wederom voordoen en wat hier de mogelijke verklaringen voor zijn) naar de Tweede Kamer te sturen. |
Brief d.d. 6 juni 2017 Jaarverslag en slotwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 november 2017 geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 B, nr. 7) |
De Minister van BZK zegt toe het onderzoek naar de werking van het versterkte handhavingsinstrumentarium in de Woningwet in het algemeen over de jaren 2015 en 2016 (inzet van de beheerovername, de bestuurlijke boete, de sluiting, en de inzet van de onteigeningswet en de Wet op de economische delicten bij overtredingen van artikel 1a of 1b van de Woningwet) in het najaar naar de Tweede Kamer te sturen |
Brief d.d. 8 juni 2017 Beantwoording van de vragen van het lid Beckerman (SP) (ingezonden 11 en 18 mei), de leden Kops en Beertema (beiden PVV) (ingezonden 11 mei), de leden Özdil en Voortman (beiden GroenLinks) (ingezonden 16 mei) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 september 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 305) |
De Minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de voortgang, naar aanleiding van het tweede halfjaarlijks gesprek van CIO Rijk, over de informatiebeveiliging ICT systemen |
Brief d.d. 9 mei 2017 Beantwoording Kamervragen van het lid Middendorp (VVD) over de internationale cyberaanval en de ICT van de Overheid |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 VII, nr. 47) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe een nadere analyse te doen naar de verdeelmodellen in het sociaal domein. In het najaar informeert hij de Kamer over de voortgang. |
Kamerdebat 31-05-2017 Sociaal Domein |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 477, nr. 29) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe om in het najaar een nadere toelichting en stand van zaken te geven van het traject betrekking tot «gemeenschappelijke taal in het sociaal domein». Dit zal in of in samenhang met de overall rapportage sociaal domein zijn. De Minister zal in de overall rapportage ook een toelichting geven op de outcome monitoring. |
Kamerdebat 31-05-2017 Sociaal Domein |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 477, nr. 29) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe de beleidsdoorlichting artikel 6.4 «Burgerschap» uiterlijk eind 2017 naar de Kamer te sturen. |
Brief d.d. 16 september 2016 Beleidsdoorlichting Artikel 6.4 Rijksbegroting Hoofdstuk VII |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 985, nr. 25) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Tweede Kamer eind dit jaar de experimentenwet te doen toekomen |
Kamerdebat 14-09-2016 Krimp en bevolkingsdaling |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 februari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 VII, nr. 53) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe opnieuw te meten hoe het staat met de betrouwbaarheid van het vereenvoudigde energielabel en de Tweede Kamer daar volgend jaar over te informeren |
Kamerdebat 01-06-2016 Energiebesparing gebouwde omgeving |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 196, nr. 563) |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren over: • ethische, veiligheid- en milieu aspecten van resomeren als nieuwe uitvaarttechniek; • brede verkenning andere mogelijke vormen van lijkbezorging; • uitkomsten van bovengenoemd (bestuurlijk) overleg met de VNG |
Kamerdebat 16-10-2014 Lijkbezorging |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 februari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 696, nr. 43) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe de ervaringen met de fit-and-proper-test (eind 2017) aan de Tweede Kamer toe te zenden |
Kamerdebat 30-03-2016 Huuraangelegenheden |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juni 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 32 847, nr. 298) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Tweede Kamer toe één jaar na inwerkingtreding van de regeling Energieprestatievergoeding (EPV) een quickscan te zenden over wat de ervaringen over het eerste jaar zijn geweest (bewonerstevredenheidsonderzoek) |
Kamerdebat 13-01-2016 Wetsvoorstel Wijziging van o.a. Boek 7 BW in verband met de mogelijkheid voor verhuurder en huurder een Energieprestatievergoeding overeen te komen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 196, nr. 563) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe om met de evaluatie referentiesystematiek ook in te gaan op ervaringen van landen die goed voorbeeld leveren op het gebied van efficiencyverbetering van de overheid. Dit kan gebruikt worden voor de formatie en heeft te maken met de productiviteitskorting rijksoverheid |
Kamerdebat 13-10-2016 Begrotingsbehandeling Wonen en Rijksdienst |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 augustus 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 34 550 VII, nr. 52) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe, na 2018, nader te informeren over de besluiten over de verlenging van de regeling voor subsidie aan VSO en SVO |
Brief d.d. 25 oktober 2016 Verlenging diverse subsidieregelingen Minister van BZK per 1 januari 2017 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 augustus 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 34 550 VIII, nr. 144) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe (in najaar 2017) de Tweede Kamer te informeren over de vormgeving en implementatie van het uniforme toetsingskader Aw en WSW (informatie-uitvraag) |
Brief d.d. 12 december 2016 Samenwerking Autoriteit woningcorporaties – Waarborgfonds Sociale Woningbouw |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 29 453, nr. 461) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe om de Tweede Kamer op de hoogte te houden van de gesprekken met de woningmarktregio’s |
Kamerdebat 08-12-2016 Staat van de woningmarkt |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 november 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 308) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe de Tweede Kamer (voor zomer 2017) op de hoogte te houden van de concrete uitkomsten en resultaten van de reis door Zuidoost-Azië |
Brief d.d. 13 december 2016 Kamervragen van het lid Bashir (SP) over de reis van de Minister naar Azië om beleggers naar de Nederlandse huursector te lokken |
Afgedaan. De Tweede Kamer is p 13 november 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 308) |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer in te (najaar 2017) te informeren over de stand van zaken van de maatregelen van partijen met betrekking tot koolmonoxide. Ook de branchevereniging van installateurs wordt hierbij betrokken, vooruitlopend op het wetgevingstraject |
Kamerdebat 14-02-2017 Bouwregelgeving |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 28 325, nr. 168) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe de Tweede Kamer (eind 2017) te informeren over de ontwikkeling van tijdelijke verhuur op grond van de Leegstandwet (de ontwikkeling van de afgifte van vergunningen voor te koop staande woningen en hoe deze ontwikkeling zich verhoudt tot het verdere aantrekken van de woningmarkt) |
Brief d.d. 22 december 2016 Evaluatie verruiming Leegstandwet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 november 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 308) |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Engels (D66) en Barth (PvdA), toe dat hij bereid is na aanname van het initiatiefwetsvoorstel een open overleg met de vakbonden te gaan voeren en zich daarover van tevoren door de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid (ROP) te laten adviseren over zijn inzet (T02361) |
Kamerdebat 25-10-2016 Initiatiefvoorstel-Van Weyenberg en Keijzer Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Handelingen I 2016–2017, 4) |
Afgedaan. De Eerste is op 13 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2017–2018, 32 550, nr. O) |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Barth (PvdA), toe bij een volgend overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen te spreken over de signalen dat lagere overheden georganiseerd overleg zouden willen stoppen en het cao-overleg willen verleggen van de vakbonden naar de ondernemingsraden (T02362). |
Kamerdebat 25-10-2016 Initiatiefvoorstel-Van Weyenberg en Keijzer Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Handelingen I 2016–2017, 4) |
Afgedaan. De Eerste is op 13 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2017–2018, 32 550, nr. O) |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe bij de evaluatie over vijf jaar het principe van gelijkheid van kansen mee te wegen en te bezien of dit tot een giftenmaximum moet leiden (T01682) |
Kamerdebat 26-02-2013 (Handelingen II 2012–2013, 18) Regels inzake de subsidiëring en het toezicht op de financiën van politieke partijen (Wet financiering politieke partijen) |
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 1 februari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2017–2018, 32 752, nr. O) |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Bijsterveld (CDA), toe de keuze voor het sanctiestelsel te betrekken bij de evaluatie van de wet (T01686) |
Kamerdebat 26-02-2013 (Handelingen II 2012–2013, 18) Regels inzake de subsidiëring en het toezicht op de financiën van politieke partijen (Wet financiering politieke partijen) |
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 1 februari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2017–2018, 32 752, nr. O) |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Graaf (D66), toe erop toe te zien dat het Huis voor klokkenluiders gebruikmaakt van de mogelijkheid om met andere toezichthouders en inspecties protocollen af te sluiten (T02235) |
Kamerdebat 09-02-2016 Voorstel van wet van de leden Van Raak, Fokke, Schouw, Segers, Ouwehand, Klein en Voortman tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders (Handelingen I 2015–2016, 19) |
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 11 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2016–2017, 33 258, nr. O) |
De Minister van BZK zegt toe (voor einde van het jaar) de Tweede Kamer te informeren over concrete voorbeelden over nepnieuws |
Kamerdebat 21-11-2017 Mondelinge vraag van het lid VAN RAAK (SP) aan de Minister van BZK over gemeenten die het referendum op een andere datum willen houden (Omroepgelderland.nl, 17 november 2017) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643, nr. 508) |
De Minister van BZK zegt toe dat de Tweede Kamer wordt geïnformeerd (medio december 2018) over de uitgangspunten die het Kabinet inzake de Wiv 2017 heeft opgenomen in het regeerakkoord. Brief zal in ieder geval ingaan op de toepassing van de waarborgen die in de wet zitten en vervroegd evalueren (uiterlijk twee jaar na inwerkingtreding). |
Brief d.d. 1 november 2017 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 588, nr. 69) |
De Minister van I&M zal bezien hoe de bruikbaarheidseisen teruggeplaatst kunnen worden in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) mits er afwijkingsmogelijkheden voor gemeenten beschikbaar blijven. De Tweede Kamer zal over de uitwerking van deze mogelijkheid geïnformeerd worden uiterlijk bij het begin van de voorhangprocedure van het ontwerp-Invoeringsbesluit |
Kamerdebat 19-12-2016 AMvB's en Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer een reactie toe op het rapport Mensenrechten in Nederland: armoede sociale uitsluiten en CRvdM |
Kamerdebat 07-06-2017 Diverse woononderwerpen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 januari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 33 826, nr. 23) |
De Minister van EZK stuurt, mede namens de Minister van BZK, de uitvoeringsagenda 2018 van de borgingscommissie van het Energieakkoord, met een kabinetsreactie naar de Tweede Kamer |
Brief d.d. 11 december 2017 Verzoek van het lid Wassenberg inzake de energierekening van huurders |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 februari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 196, nr. 573) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe te informeren over (middels fase 2) onderzoek naar het meer inzicht geven dat veel consumenten een bouwkundige keuring laten uitvoeren voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst of tijdens de drie dagen wettelijke bedenktijd (najaar 2017) |
Brief d.d. 6 juli 2017 Voorbehouden bij woningaankoop |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 januari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 315) |
Momenteel wordt (met de Minister van LNV) gewerkt aan de uitwerking van de inzet van de regionale envelop met € 950 mln. De Minister van LNV heeft toegezegd de Tweede Kamer in februari in een brief nader te informeren over de inzet van de regionale envelop |
Kamerdebat 18-01-2018 Ruimtelijke Ordening |
Afgedaan. Antwoordbrief is verzonden door Minister LNV d.d. 19 februari 2018 (Kamerstukken II 2017–2018, 29 697, nr. 37) |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt toe dat de Tweede Kamer zal worden geïnformeerd (voor de zomer van 2017 en begin 2018) over de (tussentijdse) resultaten van de samenwerkingstafel |
Brief d.d. 3 november 2016 Beantwoording vragen verslag schriftelijk overleg Ontwikkeling middensegment |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 januari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 316) |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Sini (PvdA), uiterlijk 2 maart vóór 12.00 uur een brief te sturen over de zienswijze van het College voor de Rechten van de Mens en de Raad van State als het gaat om de normatieve werking van de algemene bepaling (T02540) |
Kamerdebat 20-02-2018 Opnemen van een algemene bepaling in de Grondwet (Handelingen I 2017–2018, 20) |
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 23 februari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2017–2018, 34 516, nr. G) |
De Minister van BZK zegt toe de planningsbrief (BiZa) voor het jaar 2018 aan de Tweede Kamer (begin 2018) te doen toekomen inclusief de onderwerpen die met het regeerakkoord zijn overgegaan naar het Ministerie van BZK, te weten ruimtelijke ordening en digitale overheid voor bedrijven |
Brief d.d. 10 november 2017 Geactualiseerde planningsbrieven 2017 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775-VII, nr. 44) |
De Minister van BZK zegt toe een voorstel aan de Tweede Kamer te zenden inzake investeringen in middenhuurwoningen, de markttoets vereenvoudigen zodat de corporatie deze investering gemakkelijker op zich kan nemen. Hierbij is het belangrijk dat de investering lokaal gewenst is, er een gelijk speelveld is met marktpartijen en er geen financiële risico’s zijn voor de kerntaak van de corporatie |
Brief d.d. 13 november 2017 Staat van de Woningmarkt 2017 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 333) |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer zo spoedig te informeren over de uitkomsten van de gesprekken met media-, en technologiebedrijven die een belangrijke rol spelen bij het tegengaan van het verspreiden van desinformatie via sociale media en inmenging van buitenlandse actoren gericht op politieke beïnvloeding en nieuwe ontwikkelingen aanpak bots en trollen |
Brief d.d. 15 november 2017 Brief vragen lid Asscher over beïnvloeding van de publieke opinie door statelijke actoren |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643, nr. 508) |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomst van gesprek met Kiesraad en VNG inzake digitale overdracht van uitslaggegevens van het raadgevend referendum |
Brief d.d. 15 november 2017 Antwoorden op vragen gesteld tijdens de begrotingsbehandeling BZK |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643, nr. 508) |
De Minister van BZK gaat het gesprek met de vertegenwoordigers van de gemeenten, de VNG en burgemeesters over de screening van kandidaat-raadsleden. De Minister van BZK informeert de Tweede Kamer over de uitkomsten daarvan en over de mogelijkheden om de screening in de brede zin van het woord toe te gaan passen |
Kamerdebat 16-11-2017 Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 28 844, nr. 146) |
De Minister van BZK informeert de Tweede Kamer voor de volgende JBZ-raad over hoe het gaat met die High-Level Group. Daarbij wordt ook meegenomen welke concrete stappen er genomen kunnen worden in de relationele sfeer tussen landen dan wel strafrechtelijke maatregelen om ongewenste inmenging en beïnvloeding tegen te gaan. |
Kamerdebat 16-11-2017 Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643, nr. 508) |
De Minister voor Medische Zorg en Sport zegt toe (begin 2018) mede namens de Minister van BZK de Tweede Kamer te informeren (i.h.k.v. toepassing WNT en verbod op winstoogmerk op bepaalde constructies in de zorg) op welke wijze dergelijke constructies op de meest effectieve wijze alsnog kunnen worden tegengegaan. Daarbij zal ook worden gekeken of in andere sectoren vergelijkbare constructies voorkomen, zodat oplossingen ook voor die situaties kunnen gelden |
Brief d.d. 23 november 2017 Wet normering topinkomens en het verbod op winstoogmerk |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 februari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 111, nr. 107) |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer (begin 2018) te informeren over vereenvoudigingsvoorstellen voor de markttoets (op plaatsen waar geen commerciële partij bereid blijkt of in staat is om te investeren) |
Brief d.d. 5 december 2017 Meer samenwerking en minder administratieve lasten in het woningcorporatiestelsel |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 333) |
De AFM heeft aangegeven geen eenmalige overgangstermijn te hanteren voor hypotheekaanvragen. In februari/maart gaat de Minister van BZK evalueren met de AFM. De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer (eind maart 2018) hierover te informeren. Afhankelijk van de uitkomsten volgt er mogelijk een actieplan voor de doorlooptijden van hypotheekverstrekkers. |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 342) |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe uiterlijk eerste kwartaal 2018 de Kamer te informeren over verdere maatregelen met betrekking tot toegankelijkheid van rijksgebouwen. |
Kamerdebat 16-11-2017 Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 februari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 33 990, nr. 64) |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer over de voortgang en uitwerking van het informatiedocument met betrekking tot risicovolle gebouwen te informeren |
Brief d.d. 26 september 2017 Instorten parkeergarage Eindhoven Airport |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 163) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe in maart 2018 met een kabinetsreactie te komen op de aanbevelingen van de heer van Gijzel in het rapport «Samen bouwen aan middenhuur» van de Samenwerkingstafel middenhuur» |
Brief d.d. 29 januari 2018 Rapport «Samen bouwen aan middenhuur» van de Samenwerkingstafel middenhuur |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 333) |
De Minister van BZK zegt toe ernaar te streven de Tweede Kamer in het eerste kwartaal van 2018 nader te informeren over de vraag of uitbreiding van de gereedschapskist van het wettelijk instrumentarium in deze opportuun is, alsmede of een effectieve aanpak van gemeenten met aanhoudende bestuurlijke problemen ook via andere wegen kan worden bewerkstelligd |
Brief d.d. 15 december 2017 Beantwoording Kamervragen met kenmerk 2017Z16981 ingezonden op 4 december 2017 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 28 844, nr. 146) |
De Minister van BZK zegt toe dat de Tweede Kamer (op korte termijn) een brief ontvangt waarin het kabinet de Kamer informeert over de maatregelen tegen ongewenste buitenlandse beïnvloeding |
Brief d.d. 6 maart 2018 Schriftelijke reactie op de moties van het VSO voor de OJSC raad van 21 februari jl. |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 821, nr. 42) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer (medio april 2018, bij de toezending van de Staat van de Volkshuisvesting) een beleidsreactie toe op het sectorbeeld 2017 van de Autoriteit woningcorporaties (Aw) |
Brief d.d. 6 februari 2018 Aanbieding sectorbeeld 2017 van de Autoriteit woningcorporaties |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 363) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe een brief (uiterlijk kort na het meireces) met uitleg over de relatie tussen het WNT-maximum en het Ministerssalaris |
Kamerdebat 19-04-2018 WNT |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 mei 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 111, nr. 110) |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren zodra er meer bekend is over de inhoud van het bereikte akkoord over de bepalingen voor laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer. |
Brief d.d. 22 januari 2018 Beantwoording Kamervraag lid Koerhuis over lege buizen- en laadpaalnorm [2017Z18964] (ingezonden op 28 december 2017) |
Afgedaan. De Eerste en Tweede Kamer zijn op 13 februari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 636, nr. 3) |
De Europese richtlijn (ATAD) leidt ertoe dat corporaties mogelijk hogere Vpb moeten afdragen. De Minister van BZK zegt toe om samen met collega Staatssecretaris Snel de effecten van de toepassing van de richtlijn beter in kaart te brengen en de Tweede Kamer daar over te informeren |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
Deze toezegging wordt ingevuld door Financiën als het wetsvoorstel ATAD1 naar de TK gaat, naar verwachting net voor het zomerreces. Aan de Kamer is dat mondeling al meegedeeld door de Staatssecretaris van FIN. |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van de gesprekken met mediapartijen over heimelijke beïnvloeding van de publieke opinie door statelijke actoren |
Brief d.d. 18 december 2017 Brief heimelijke beïnvloeding van de publieke opinie doorstatelijke actoren |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 821, nr. 42) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe (voorjaar 2018) met een Voortgangsrapportage te komen, waarin onder andere informatie zal worden opgenomen over de financiering van de adv’s en de wijze waarop de aangenomen aanbevelingen van de UPR over aanpak van discriminatie uitvoering krijgen |
Kamerdebat 14-02-2018 Discriminatie |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 950, nr. 156) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe te kijken naar de vergoedingen voor raadsleden van kleine gemeenten. Daarvoor wordt een brede benadering gehanteerd door ook te kijken naar opleidingen en ondersteuning voor raadsleden. De Minister van BZK zal de Kamer begin 2018 informeren |
Kamerdebat 16-11-2017 Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775-VII, nr. 59) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe dat in de reguliere rapportages de Kamer door de regering geïnformeerd wordt over de volgens haar te verbinden consequenties voor wetgeving en beleid aan de in het oog springende discriminatie-uitspraken (continu (jaarlijks) te beginnen voorjaar 2018) |
Kamerdebat 05-07-2017 Discriminatie |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 950, nr. 156) |
De Minister van BZK zegt toe dat bezien wordt bij de JBR 2017/2018 1) of in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2017 (JBR 2017) meer monitoringinformatie over Maatschappelijk Verantwoord Inkopen kan worden opgenomen 2) bezien wordt of in 2018, naast de JBR 2017, ook een samenvattende, meer toegankelijke versie kan worden uitgebracht gericht op burgers |
Kamerdebat 05-07-2017 Bedrijfsvoering Rijk |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 mei 2018 per brief geïnformeerd. Tevens is de publieksversie van de Jaarrapportage aan de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II 2017–2018, 31 490, nr. 239) |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Van Bijsterveld (CDA), De Graaf (D66), Köhler (SP) en Vos (GroenLinks), toe door middel van een reparatiewetsvoorstel de foutieve bepaling dat bij het niet-doen van onderzoek melding wordt gedaan aan de werkgever te schrappen en andere kleine fouten te verhelpen (T02231) |
Kamerdebat 09-02-2016 Voorstel van wet van de leden Van Raak, Fokke, Schouw, Segers, Ouwehand, Klein en Voortman tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders (Handelingen I 2015–2016, 19) |
Afgedaan. De Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) hebben op 20 maart 2018 het blanco eindverslag uitgebracht. Het voorstel is op 27 maart 2018 als hamerstuk afgedaan. |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de vraag van het lid Omtzigt of afschaffen van ANW risicoverzekering juridisch zomaar mag |
Kamerdebat Parlementair agenda punt [30-01-2018] – Mondelinge vraag van het lid VAN ROOIJEN (50PLUS) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat pensioenfonds ABP de ANW-compensatie verlengt tot 1 mei 2018 (Radar.avrotros.nl) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 februari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 31 490, nr. 238) |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren over een nu lopend onderzoek door de Autoriteit woningcorporaties naar de Qatar-deal in Utrecht. |
Kamerdebat 31-01-2018 Staat van de Volkshuisvesting 2017 en de Staat van de Woningmarkt 2017 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 29 453, nr. 474) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe voor het aangevraagde VAO een brief naar de Kamer te sturen over het kettingbeding. |
Kamerdebat 31-01-2018 Staat van de Volkshuisvesting 2017 en de Staat van de Woningmarkt 2017 |
Afgedaan. de Tweede Kamer is op 5 februari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 317) |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer nader te informeren over de voortgang van het plan van aanpak Versterking HR ICT Rijksdienst in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering |
Brief d.d. 18 december 2017 Plan van aanpak ICT-personeel Rijk |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 mei 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 31 490, nr. 239) |
De Minister van BZK (voortouw Staatssecretaris van SZW) zegt toe een lijst op te stellen van de uitzendbureaus waarmee de rijksoverheid zaken doet en deze naar de Tweede Kamer te sturen |
Kamerdebat 14-02-2018 Discriminatie |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 mei 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 29 544, nr. 822) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe, de beleidsreactie op de uitkomsten van het onderzoek naar de toegankelijkheid van stemhokjes voor mensen met een beperking (toegankelijkheid van het verkiezingsproces) |
Brief d.d. 7 juli 2017 Beantwoording Kamervragen (2017Z08102) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 31 142, nr. 82) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe om de discriminatiecijfers over 2017 aan te leveren via een gestroomlijnde rapportage |
Kamerdebat 22-06-2017 Discriminatie |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 950, nr. 156) |
De Minister van BZK zegt toe oog te houden op uitvoering van de Verordening Europese politieke partijen (inwerkingtreding: 2017) en de Tweede Kamer hierover te informeren |
Kamerdebat 11-09-2014 Verkiezingsaangelegenheden |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 22 112, nr. 2507) |
De Minister van BZK zegt toe nog schriftelijk te zullen reageren op de vraag van de heer Sini (PvdA-fractie) naar een nadere reflectie op de normatieve werking van de algemene bepaling in het licht van de adviezen van het College van de Rechten van de Mens en de Afdeling advisering van de Raad van State |
Kamerdebat 20-02-2018 Opnemen van een algemene bepaling in de Grondwet (Handelingen I 2017–2018, 20) |
Afgedaan. De Eerste Kamer is op 23 februari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2017–2018, 34 156, nr. G). |
De Minister van BZK zal het gesprek met de VNG aangaan over een hogere compensatie van gemeenten voor het organiseren van een referendum. De Minister van BZK zal de Tweede Kamer bij voorjaarsnota 2018 berichten over de hoogte en het moment van uitkering van die vergoeding |
Kamerdebat 16-11-2017 Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 mei 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 960, nr. 1) |
In het regeerakkoord is een passage opgenomen over een ondermijningswet en een ondermijningsfonds (verantwoordelijkheid Ministerie van JenV). Verantwoordelijkheid Minister van BZK ligt aan de kant van het lokale bestuur en de bestuurders, en JenV werkt vooral aan de ondermijningskant. De Minister van BZK informeert – samen met de Minister van JenV – de Tweede Kamer over deze samenhang |
Kamerdebat 16-11-2017 Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV |
Afgedaan. Antwoordbrief is verzonden door Minister JenV en Minister BZK d.d. 28 november 2017 (Kamerstukken II 2017–2018, 29 911, nr. 175) |
De Minister van BZK zegt toe (met de Minister van VWS) de Tweede Kamer te informeren over de constructies met onderaannemers in de zorg (in het kader van WNT/hoge beloningen) |
Kamerdebat 16-11-2017 Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 111, nr. 105) |
De Minister van BZK zal de Tweede Kamer nader informeren over extra middelen die dit kabinet vrij heeft gemaakt om de AIVD te versterken |
Kamerdebat 16-11-2017 Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643, nr. 508) |
De Minister van BZK zegt toe bij de wetsbehandeling van het afschaffen van de kan-bepaling in kaart te brengen wat de gevolgen zijn voor huurders met een laag inkomen |
Kamerdebat 11-12-2017 Ruimtelijke Ordening |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 940, nr. 3) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe dat BZK volgend jaar aandacht heeft om voortaan toelichtingen te maken bij Jaarverantwoording die beter leesbaar zijn |
Kamerdebat 21-06-2017 Jaarverslag en Rapport Algemene Rekenkamer portefeuille Binnenlandse Zaken 2016 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 mei 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2108, 34 950-VII, nr. 1 en Kamerstukken II 2017–2018, 34 950-XVIII, nr. 1) |
De Minister van BZK zegt toe voor de zomer de Nationale Woonagenda naar de Tweede Kamer te sturen. |
Brief d.d. 13 maart 2018 Meer prioriteit voor woningbouw |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 mei 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 847, nr. 365) |
De Minister van BZK zeg toe (binnenkort) een brief aan de Tweede Kamer te sturen over de weerbaarheid van de lokale democratie |
Kamerdebat 15-03-2018 Democratische Vernieuwing |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 maart 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 28 844, nr. 146) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe de second opinion voor wat betreft het maatregelenpakket voor doorvaart en medegebruik van windparken op zee welke in afronding is zo spoedig mogelijk naar de Tweede Kamer te sturen |
Brief d.d. 14 maart 2018 Openstelling bestaande windparken |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 mei 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 29 675, nr. 191) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer een brief toe met een nadere duiding over inzet informanten (art. 17/39) in relatie tot het binnenhalen van geautomatiseerde databestanden |
Kamerdebat 15-03-2018 IVD-aangelegenheden |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 588, nr. 75) |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer per brief te informeren over een mogelijke pilot met stemmen op zaterdag (na gesprek met de VNG) |
Kamerdebat 15-03-2018 Democratische Vernieuwing |
Afgedaan. Bij het VAO Democratische Vernieuwing d.d. 14 maart jl. heeft de Minister in overleg met de Kamerleden de toezegging geannuleerd |
De Minister van BZK zegt toe om de Tweede Kamer op de hoogte te houden van de meldpunten en het meldpuntenoverleg |
Kamerdebat 14-02-2018 Discriminatie |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 30 950, nr. 156). Toezegging wordt onderdeel van BZK-beleid. |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer regelmatig te informeren gedurende het programma dat de BRP bouwt en voorwaarde is voor het slagen van de modernisering GBA. Dit informeren gebeurt in ieder geval bij alle faseovergangen en minimaal twee maal per jaar |
Brief d.d. 28 oktober 2013 Voortgang Basisregistratie Personen |
Afgedaan. In verband met stoppen van de Operatie BRP komt deze toezegging te vervallen. |
De Minister van BZK zegt toe op het daartoe geëigende moment, dus na een eventuele aanvaarding van het Initiatiefwetsvoorstel Normalisering rechtspositie ambtenaren door de Staten-Generaal, over de wijze van invoering en uitvoering van die wet in overleg te treden met de bonden |
Kamerdebat 23-01-2014 Initiatiefvoorstel Van Weyenberg/Van Hijum; Wet normalisering rechtspositie ambtenaren |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 33 566, nr. 100) |
De Minister van BZK zegt toe dat de invoeringskosten die gepaard gaan met het initiatiefwetsvoorstel niet ten koste zullen gaan van de arbeidsvoorwaarden van de ambtenaren |
Kamerdebat 23-01-2014 Initiatiefvoorstel Van Weyenberg/Van Hijum; Wet normalisering rechtspositie ambtenaren |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 33 566, nr. 100) |
De initiatiefnemers zeggen de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden De Graaf (D66) en Bikker (ChristenUnie), toe dat de voorzitter van het Huis voor klokkenluiders in zowel de advies- als de onderzoeksfase geen rol heeft op het niveau van een individuele casus en daarbij ook niet betrokken wordt door de andere bestuurders (T02232) |
Kamerdebat 09-02-2016 Voorstel van wet van de leden Van Raak, Fokke, Schouw, Segers, Ouwehand, Klein en Voortman tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders |
Afgedaan. De toezegging is onderdeel van BZK-beleid |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer toe om na eventuele aanneming van de initiatiefvoorstel Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (32 550) een open overleg met de bonden te voeren over de uitvoering van de wet (T02361) |
Kamerdebat 27-09-2016 Initiatiefvoorstel-Van Weyenberg en Keijzer Wet normalisering rechtspositie ambtenaren |
Afgedaan. De Eerste is op 13 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2017–2018, 32 550, nr. O) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe, voor de duur van het programma Sociaal Domein, ieder najaar de Kamer schriftelijk te informeren over de voortgang van het programma, waarbij de Kamer tevens een gebundeld pakket wet- en regelgeving zal ontvangen. |
Brief d.d. 8 februari 2017 Programma sociaal domein |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 34 477, nr. 29) |
T02253: Het geven van inzicht in de laatste stand van zaken omtrent participatie (33.962) |
Kamerdebat 15-03-2016 Omgevingswet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
T02255: Het bespreekbaar maken van het participatieproces in het overleg met medeoverheden (33.962) |
Kamerdebat 15-03-2016 Omgevingswet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
In het najaar van 2016 wordt de aanpak hiervoor vastgesteld via een programmaplan 2017 e.v. Daarna zal de Minister van BZK het Bureau ICT-toetsing vragen het programma DSO te toetsen. Over de uitkomsten wordt uw Kamer vanzelfsprekend geïnformeerd. Over de voortgang van de ontwikkeling van het DSO zal ik uw Kamer in 2017 via de rapportage over de monitor en het ICT-dashboard informeren. |
Brief d.d. 7 oktober 2016 Voortgang implementatie stelselherziening Omgevingsrecht |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
Voorjaar 2017 zal de Tweede Kamer geïnformeerd worden over de volledige monitor over 2016 |
Brief d.d. 07 oktober 2016 Voortgang implementatie stelselherziening Omgevingsrecht |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De Minister van I&M zal in de nota van toelichting bij het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) een nadere toelichting c.q. concretisering ten aanzien van Rijksmonumenten geven, waarbij zij de mogelijkheid van een meldingsplicht in gemeentelijk verband voor vergunningsvrije rijksmonumentenactiviteiten aan zowel de buiten- als de binnenkant beschrijft. |
Kamerdebat 19-12-2016 Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
De Minister van I&M zal er zorg voor dragen dat het onderzoek van adviesbureau Peutz naar piekbelasting van geluid, inclusief begeleidende brief met uitleg, waaronder een inschatting van hoeveel meer mensen met het in dat onderzoek genoemde hogere geluidsniveaus te maken zullen krijgen, door de Staatssecretaris van I&M aan de Tweede Kamer wordt gestuurd. |
Kamerdebat 19-12-2016 Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 pril 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 93) |
De Minister van I&M zal het begrip «aantoonbaar te verwachten archeologische monumenten» opnemen in een begripsbepaling bij de uitvoeringsregelgeving voor de Omgevingswet. |
Kamerdebat 19-12-2016 Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Deze toezegging kan worden afgedaan. In de versie van het Bkl die na de parlementaire behandeling in juni 2017 naar de RvS is gestuurd is dit punt verwerkt. |
De (toenmalige) Minister voor Wonen en Rijksdienst zal bezien hoe de bruikbaarheidseisen teruggeplaatst kunnen worden in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) mits er afwijkingsmogelijkheden voor gemeenten beschikbaar blijven. De Tweede Kamer zal over de uitwerking van deze mogelijkheid geïnformeerd worden uiterlijk bij het begin van de voorhangprocedure van het ontwerp-Invoeringsbesluit. |
Kamerdebat 19-12-2016 Invoeringswet in verband met de Omgevingswet |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 95) |
Het BIT-advies met reactie zal naar verwachting na de zomer aan de Tweede Kamer worden toegestuurd. |
Brief d.d. 05 juli 2017 Voortgang stelsel Omgevingswetgeving |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 oktober 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017, 33 118, nr. 98) |
De Minister van BZK zegt toe dat de Tweede Kamer ieder jaar een rijksbreed rapport over het BIT ontvangt, met daarin het advies aan de diverse Ministers gebundeld in één rapport, en daaraan gekoppeld een jaarrapportage over de stand van zaken van de uitvoering van de Strategische I-agenda Rijksdienst. (De beschrijving van de uitvoering van de BIT-adviezen kan ook bestaan uit een verwijzing naar de beleidsreacties) |
Kamerdebat 09-02-2017 ICT-onderwerpen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643, nr. 504) |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe in januari 2018 de Kamer opnieuw te informeren over de voortgang van programma eID en neemt daarmee de resultaten van de marktconsultatie |
Brief d.d. 23 juni 2017 inzake Voortgangsrapportage programma eID |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 31 januari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643, nr. 514) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe begin 2018 uitsluitsel te kunnen geven over de toekomstvastheid van de GBA-V en over de noodzaak om de GBA-V door te ontwikkelen. |
Brief d.d. 26 september 2017 inzake Basisregistratie Personen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 31 januari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 27 859, nr. 121) |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe, uiterlijk 6 december 2017, een meer uitgebreide beleidsreactie op het rapport van de Nationale ombudsman, met daarin ook te treffen maatregelen ter verbetering van de Berichtenbox, toe te sturen. |
Brief d.d. 14 november 2017 inzake beantwoording vraag Omtzigt over missen van digitale berichten |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 december 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643, nr. 506) |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe dat begin 2018 de Digicommissaris een rapport met aanbevelingen met betrekking tot nieuwe Governace aan de Kamer aanbied. |
Kamerdebat 16-11-2017 Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV), exclusief Kustwacht Caribisch NL (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 VII) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 februari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643, nr. 525) |
De Minister van BZK zegt mede namens de Staatssecretaris van BZK de Tweede Kamer toe begin 2018 de rapportage van het BIT over 2017 aan te bieden. |
Brief d.d. 18 december 2017 Strategische I-agenda Rijksdienst 2017 |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 februari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643, nr. 526) |
De Staatssecretaris van BZK zegt toe voor half april een brief over Grenzapp naar de Tweede Kamer te sturen. |
Kamerdebat 14-03-2018 Digitale overheid |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643, nr. 532) |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe de Autoriteit Persoonsgegevens te vragen welke verdere mogelijkheden van openbaarmaking broncode BRP er binnen de geldende wet- en regelgeving zijn en de Kamer over de uitkomst informeren. |
Brief d.d. 11 december 2017 Openbaarmaking meest recente versie broncode BRP |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 31 januari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 27 859, nr. 121) |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe jaarlijks de voortgang van de uitvoering van de actieagenda naar de Kamer te sturen. |
Brief d.d. 30 januari 2017 Actieteam grensoverschrijdende economie en arbeid |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 851, nr. 38) |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe begin 2018 willen rapporteren over de eerste voortgangsactiviteiten ten aanzien van de grensoverschrijdende samenwerking. Daarbij zal ook betrokken worden waar de Staatssecretaris van BZK deze kabinetsperiode grensoverschrijdende samenwerking voor zal gaan inzetten en waar mogelijk ook over de concrete onderwerpen waar de Nederlandse overheden en de partners uit de buurlanden zich gezamenlijk voor kunnen en willen inzetten. |
Kamerdebat 16-11-2017 Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) incl. Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C), Rijksdienst, Digitale overheid (begroting EZK/LNV), exclusief Kustwacht Caribisch NL (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 VII) |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 851, nr. 38) |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe, begin 2018, het rapport van de externe commissie over de uitkomsten van het «terugkijken» en de lessen die daaruit te leren zijn in het kader van operatie BRP (feitenrelaas), toe te sturen. |
Brief d.d. 26 september 2017 Basisregistratie Personen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 mei 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 27 859, nr. 124) |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe na de oplevering van het onderzoek (eind maart) over de toekomstvastheid van de centrale voorziening BRP, de Tweede Kamer per brief te informeren. |
Brief d.d. 31 januari 2018 Voortgang BRP-proces |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 mei 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 27 859, nr. 124) |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe voor de zomer 2018 met een brief te komen met betrekking tot Wet Digitale Overheid. |
Kamerdebat 14-12-2017 ICT ontwikkelingen |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 31 januari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 26 643, nr. 514) |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe om op korte termijn de algemene criteria van de rijksinkoop met betrekking tot de aanbestedingen naar de Kamer te sturen. |
Kamerdebat 14-03-2018 Digitale overheid |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 mei 2018 door de Staatssecretaris van BZK, mede namens de Minister van BZK, per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 2252) |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer een brief toe, voor het algemeen overleg over grensoverschrijdende samenwerking van 25 april 2018, over de stand van zaken van het grensoverschrijdend beleid met daarin de voortgang van alle actiepunten, waaronder buurtaal en -cultuur en bereikbaarheid, die voor de grensoverschrijdende economie en arbeid in januari 2017 zijn opgesteld, naar de Tweede Kamer te sturen. |
Brief d.d. 23 april 2018 Beantwoording vragen over het artikel «Het voelt als dat bordspel: De Betoverende Doolhof' |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 april 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 32 851, nr. 38) |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren over het besluit van de Europese Commissie inzake inbreukprocedure woningcorporaties op grond van de Aanbestedingsrichtlijn (nr. 2014/24/EG) worden aangemerkt als aanbestedende diensten |
Brief d.d. 8 december 2017 Informeren over ingebrekestelling |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 februari 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 29 453, nr. 468) |
De Minister van BZK zegt toe na te gaan of de uitspraken van de Huurcommissie en het bepalen van de WOZ-waarden open data zouden kunnen worden en hier de Tweede Kamer per brief over te informeren |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 mei 2018 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2017–2018, 27 926, nr. 283) |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
---|---|---|
De (toenmalige) Minister voor WenR zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid De Vries-Leggedoor (CDA), met de VNG te overleggen om te bevorderen dat gemeentelijke woonvisies op grote schaal en zo mogelijk landelijk dekkend tot stand komen. In de evaluatie wordt nagegaan in welke mate gemeentelijke woonvisies tot stand gekomen zijn |
Kamerdebat 10-03-2015 Novelle Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting |
De Eerste Kamer wordt in het 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe dat dat de Tweede Kamer de uitkomsten ontvangt van de analyse van de omvang van de lasten van de accountantskantoren, met name de hogere lasten voor de kleinere corporaties |
Kamerdebat 18-05-2017 Toezicht en borging woningcorporaties |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar concrete voornemens voor wat betreft de realisatie van de huisvestingsvoorzieningen (huisvesting vergunninghouders) |
Brief d.d. 30 juni 2017 Nadere informatie zoals gevraagd in het AO diverse woononderwerpen van 7 juni 2017 |
De Tweede Kamer wordt in het 1e kwartaal 2019 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te rapporteren na overleg met het landelijk platform studentenhuisvesting inzake (prestatieafspraken) huisvesting van internationale studenten |
Kamerdebat 11-10-2017 Huisvesting voor buitenlandse studenten |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe dat de Tweede Kamer een brief ontvangt over het nagesprek met het WSW over de achtervangovereenkomst |
Kamerdebat 18-05-2017 Toezicht en borging woningcorporaties |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2018, als alle gesprekken zijn afgerond, geïnformeerd |
De Minister van BZK zegt toe dat de Tweede Kamer (vooraf) wordt geïnformeerd over de afweging dan wel het voornemen met betrekking tot premiedifferentiatie met het oog op 2018 |
Kamerdebat 18-05-2017 Toezicht en borging woningcorporaties |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Schouwenaar (VVD), Koole (PvdA), Van Bijsterveld (CDA), De Boer (GroenLinks), Kuiper (ChristenUnie) en Holdijk (SGP), toe om bij de volgende evaluatie van de Algemene wet gelijke behandeling een voorstel te doen om artikel 5, lid 2, onderdeel d te schrappen |
Kamerdebat 27-05-2014 Voorstel van wet van de leden Dijkstra en Schouw tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking tot ambtenaren van de burgerlijke stand die onderscheid maken als bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling |
De Eerste Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), met de gemeenten in gesprek te gaan over ondersteuning bij de toetsing van projecten, in het bijzonder die in de gevolgklassen 2 en 3 |
Kamerdebat 04-07-2017 34 453 Kwaliteitsborging voor het bouwen |
De Eerste Kamer wordt einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer nader te informeren over de voortgang van de werkzaamheden van de werkgroep (werkgroep/platform die in kaart brengen in welke mate innovatieve concepten bijdragen aan besparingsdoelstellingen, wat de kosteneffectiviteit van het voorstel is en of het concept binnen bestaande wet- en regelgeving gerealiseerd kan worden) |
Brief d.d. 28 februari 2017 Motie Voortman (Kamerstukken II 2016–2017, 30 196, nr. 491) |
De Tweede Kamer wordt medio september 2018 geïnformeerd. |
Gebouwgebonden financiering is een belangrijk thema in de verduurzaming. De Minister van BZK geeft aan nog aan de slag te moeten met de uitwerking van het regeerakkoord op het gebied van verduurzaming. De Minister van BZK zegt toe in het eerste kwartaal 2018 de Tweede Kamer hier nader over te informeren |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
De Tweede Kamer wordt medio september 2018 geïnformeerd. |
Er zijn verschillende initiatieven op het gebied van gebouwgebonden financiering (bijv. Deventer en Zoetermeer). De Minister van BZK geeft aan dat het goed is om te kijken of er in de sfeer van juridische randvoorwaarden nog belemmeringen of mogelijkheden zijn om dat op een grotere schaal te gaan doen. De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer in het voorjaar 2018 per brief te informeren over welke lessen men uit deze initiatieven kan trekken |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
De Tweede Kamer wordt medio september 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe de uitkomsten van het onderzoek, gestart in samenwerking met het programma Vitale Vakantieparken, om een beter beeld te krijgen van de achtergronden van de bewoning van vakantieparken (naar verwachting voor zomer 2018) aan de Tweede Kamer te zenden |
Brief d.d. 1 februari 2018 Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Beckerman over het bericht dat mensen vanaf Fort Oranje op een andere camping worden geplaatst |
Het onderzoek loopt nog. De Tweede Kamer wordt naar verwachting 3e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe binnen 2 maanden de nadere vragen over de uitvoering van het energielabel voor woningen (EPBD, richtlijn 2010/31/EU) van de Europese Commissie te beantwoorden en de Eerste en Tweede Kamer hierover te informeren |
Brief d.d. 6 juni 2018 MROA EPBD |
De Tweede Kamer wordt in september 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van het overleg met de Koninklijk Notariële Beroepsorganisatie (KNB) |
Brief d.d. 13 april 2018 Kamervragen over voorbehoud van financiering en bouwkundige keuring |
De Tweede Kamer wordt in het 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe de invulling vermindering verhuurderheffing voor verduurzaming mee te laten lopen met maatregelen Belastingplan (Prinsjesdag 2018). Na overleg met corporaties zal de Tweede Kamer geïnformeerd worden (o.a. over het financiële plaatje, na overleg met de corporaties) |
Kamerdebat 05-04-2018 Bouwregelgeving en energiebesparing |
Dit is afhankelijk van uitkomst belastingplan en kan na Prinsjesdag in behandeling worden genomen. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe met betrokken partijen te verkennen hoe de juiste toepassing van de verschillende contractvormen van huurovereenkomsten kan worden bevorderd en zo nodig afspraken over te maken en de Kamer daarover te informeren |
Brief d.d. 9 april 2018 Motie van het lid Beckerman c.s. over de huurprijsbescherming |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe, uiterlijk in april 2018, een inhoudelijke brief naar de Eerste Kamer te sturen over wetvoorstel kwaliteitsborging en zal daarbij ook ingaan op de vraag hoe de aanbeveling van de OvV, om te komen tot één hoofdverantwoordelijke voor de omgevingsveiligheid op de bouwplaats, wordt gerealiseerd |
Kamerdebat 07-03-2018 Bouwregelgeving en energiebesparing |
Over het eerste deel van de toezegging is de Eerste Kamer, in afschrift de Tweede Kamer, op 29 juni 2018 geïnformeerd. Over het tweede deel van deze toezegging wordt de Tweede Kamer in september 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe voor de zomer in een brief in te gaan op het door de Tweede Kamer aangehaalde RIGO rapport over eisen toegankelijkheid bij appartementen en de buitenruimte bij de woonfunctie voor zorg |
Kamerdebat 07-03-2018 Bouwregelgeving en energiebesparing |
De Tweede Kamer is op 3 juli 2018 geïnformeerd over de buitenruimte bij de woonfunctie voor zorg. De reactie op het RIGO-rapport over eisen toegankelijkheid bij appartementen volgt in september 2018. |
Met het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) wordt (al) overlegd over de mogelijkheden voor het verlengen van de looptijd van leningen. De Minister van BZK meldt dat de besprekingen met het NEF hierover zijn gestart en zegt toe dat ze de uitkomsten zal melden aan de Tweede Kamer |
Kamerdebat 12-04-2018 Dertigledendebat over huurders die hun energierekening de komende jaren zien stijgen |
De Tweede Kamer wordt in het 3e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe om te kijken of particuliere verhuurders gebruik kunnen maken van gebouwgebonden financiering en de Kamer daarover te informeren |
Kamerdebat 12-04-2018 Dertigledendebat over huurders die hun energierekening de komende jaren zien stijgen |
De Tweede Kamer wordt in het 3e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer een brief te sturen die ingaat op de koepelvergunning en welke ervaringen en uitdagingen met de pilots zijn opgedaan en hoe dit in de OW is geregeld |
Kamerdebat 28-03-2018 Omgevingsrecht |
De Tweede Kamer wordt najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer (na zomer 2018) te informeren over de uitkomsten van de evaluatie en het vervolgtraject inzake hergebruik elektronica rijksoverheid |
Brief d.d. 4 december 2017 Motie Çegerek inzake hergebruik elektronica rijksoverheid |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe (na zomer 2018) de Tweede Kamer te informeren over de uitwerking van de acties en maatregelen en het genoemde overleg met betrokken partners inzake aanhoudende integriteitsconflicten |
Brief d.d. 19 maart 2018 Versterking integriteit lokaal bestuur en aanpak aanhoudende bestuurlijke problemen bij gemeenten |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe (in het voorjaar van 2018) dat de Tweede Kamer een volgende voortgangsrapportage wordt toegestuurd. Deze bevat een update over de ontwikkeling in de samenwerking en de voortgang van de uitvoering van de samenwerkingsafspraken uit het Actieplan. Tevens zullen hierin de maatschappelijke en demografische ontwikkelingen met betrekking tot de leefbaarheid in krimp- en anticipeerregio’s zijn beschreven |
Brief d.d. 14 juli 2017 Brief Voortgang Actieplan Bevolkingsdaling |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe de Nationale Omgevingsvisie (NOVI), voor zomer 2018 de hoofdlijnen en eind 2018 het ontwerp aan de Tweede Kamer te zenden |
Brief d.d. 13 maart 2018 Meer prioriteit voor woningbouw |
De Tweede Kamer wordt medio september 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe dat het streven is om het advies van de GRECO tot invoering van een wettelijk verbod op het tegelijkertijd zijn van rechter en Kamerlid, voorzien van een standpunt van de regering, in de zomer aan de Eerste en Tweede Kamer te sturen |
Brief d.d. 13 juni 2018 Tweede compliance rapport GRECO vierde evaluatieronde |
De Eerste- en Tweede Kamer worden in september 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer schriftelijk te informeren over het onderzoek naar aansprakelijkheid van de bouwconsumenten |
Kamerdebat 16-02-2017 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (34 453) |
De Tweede Kamer wordt naar verwachting in het najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer een plan van aanpak toe (na de zomer) voor de tweede wetsevaluatie |
Kamerdebat 19-04-2018 WNT |
De Tweede Kamer wordt medio september 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren bij het plan van aanpak voor de tweede wetsevaluatie dan wel separaat de Kamer te informeren over de mogelijkheden om de WNT-jaarrapportage uit te breiden |
Kamerdebat 19-04-2018 WNT |
De Tweede Kamer wordt in september 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden De Graaf (D66), Barth (PvdA) en Bikker (ChristenUnie), toe om het Huis voor klokkenluiders in kaart te laten brengen waar er een reële benadeling van niet-werknemers ontstaat of zou kunnen ontstaan waartegen met een benadelingsverbod wellicht een wapen zou kunnen worden gegenereerd. Vervolgens komt de Minister van BZK ofwel met een wetsvoorstel ofwel met een toelichting waarom het buiten de wet om zou moeten worden opgelost. Binnen een maand komt De Minister van BZK met een brief over hoe hij de motie-Bikker c.s. over deze materie uit gaat voeren |
Kamerdebat 09-02-2016 Voorstel van wet van de leden Van Raak, Fokke, Schouw, Segers, Ouwehand, Klein en Voortman tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders (Handelingen I 2015–2016, 19) |
De Eerste Kamer wordt zo spoedig mogelijk na ontvangst van de voortgangsrapportage Huis voor Klokkenluiders geïnformeerd over de omvang en het tijdpad van het wetgevingstraject. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe de vragen over datamisbruik (BinnenlandsBestuur) schriftelijk te beantwoorden |
Kamerdebat 26-04-2018 Integriteit |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van VWS zegt de Tweede Kamer toe te kijken naar de mogelijkheid van een eventueel ruimere toepassing van de Wob |
Kamerdebat 23-02-2017 Persoonsgebonden budgetten (pgb) |
De Tweede Kamer wordt in september 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe (na het zomerreces, voor de begrotingsbehandeling) een brief met de stand van zaken van de uitwerking acties en maatregelen (w.o. escalatieladder) Kamerbrief 19 maart 2018 + planning m.b.t. versterking integriteit/aanpak bestuurlijke problemen |
Kamerdebat 26-04-2018 Integriteit |
De Tweede Kamer wordt voor begrotingsbehandeling BZK geïnformeerd. |
Het Kabinet beraadt zich over de wijze waarop nader invulling kan worden gegeven aan deze mede uit de AVG voortvloeiende verplichting (vervolgstap meer aandacht aan de begrijpelijkheid, gebruiksvriendelijkheid en klantgerichtheid) van hun digitale dienstverlening en de Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren (wanneer er meer duidelijkheid is) over (voornemens voor) concrete maatregelen |
Brief d.d. 14 juni 2018 Reactie op Commissiebrief met nadere vragen Kabinetsreactie Rathenau rapporten |
De Tweede Kamer wordt in oktober 2018 geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK zegt toe (door te geleiden naar de Minister van BZK) een brief met details waarin de kosten inzichtelijk worden gemaakt en zegt toe te onderzoeken 1) of de verzonden brief i.h.k.v. verkiezingen in strijd is met privacywet en 2) hoe het verkrijgen van het adressenbestand tot stand is gekomen |
Kamerdebat 19-06-2018 Mondelinge vraag van het lid KOOPMANS (VVD) aan de Staatssecretaris van BZK, bij afwezigheid van de Minister van BZK, over het verschijnen van verkeersborden langs Nederlandse snelwegen ten behoeve van Turkse verkiezingen (Volkskrant.nl, 17 juni 2018). |
De Tweede Kamer wordt in september 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK is voornemens om (kort na zomerreces 2018) een integrale kabinetsreactie (en een voorstel) op het rapport van de commissie aan de Tweede Kamer te zenden. De commissie heeft – conform taakopdracht – tijdens de evaluatie aandacht besteed aan de vraag of met de Wfpp het beoogde doel wordt bereikt of uitgangspunten van de wet voldoende aansluiten op rol en positie van politieke partijen op dit moment en of zij voldoende toekomstbestendig zijn en onderwerpen waarvan aan de Staten-Generaal is toegezegd dat deze betrokken zullen worden bij de evaluatie van de wet |
Brief d.d. 1 februari 2018 Aanbieding evaluatie Wet financiering politieke partijen |
De Tweede Kamer wordt medio oktober 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te zijner tijd te informeren over de ervaringen met het afsprakenpakket op basis van de evaluatie en controles Audit Dienst Rijk (betreffende Controleafspraken aanbestedingen rijksoverheid) |
Brief d.d. 6 december 2017 Antwoorden VSO controleafspraken aanbestedingen rijksoverheid |
De Tweede Kamer wordt medio oktober 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zal op basis van de uitkomsten van de pilots van Aedes over collegiale hulp – naar verwachting na zomer beschikbaar – de Tweede Kamer informeren of er onnodige belemmeringen in wet- en regelgeving zijn |
Kamerdebat 21-06-2018 Staat van de Volkshuisvesting/ Woningcorporaties |
De Tweede Kamer wordt 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe te informeren over de ontwikkelingen ten aanzien van de bepalingsmethode (een methode die een rol kan spelen in het WWS voor zelfstandige woningen en welke toepassing gevonden kan worden voor onzelfstandige woningen en wat de effecten hiervan zijn) |
Brief d.d. 8 december 2017 Brief van 23 november 2017 inzake erkenning van wandvast -gemonteerde elektrische verwarming in huurwaarde puntenstelsel |
De Tweede Kamer wordt 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe binnenkort de rapportage van de Expertteams Eigenbouw en Transformatie naar de Tweede Kamer te sturen |
Brief d.d. 4 juli 2018 Opvolging diverse moties en toezeggingen woningmarkt |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe over de thema's arbeidsmobiliteit en salarisverschil tussen de publieke en private sector (onderdeel van de wetsevaluatie, maar dataverzameling is tijdsintensief) in een later stadium aan de Tweede Kamer te rapporteren |
Brief d.d. 26 juni 2018 Uitvoering moties Wet normering topinkomens (WNT) |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De (toenmalige) Minister voor WenR zegt de Tweede Kamer toe de relatie tussen de woningwet en het verenigingsrecht, met betrekking tot woningbouwverenigingen, mee te nemen in de evaluatie van de Woningwet |
Kamerdebat 30-03-2016 Huuraangelegenheden |
Onderstaande toezegging is gekoppeld aan de evaluatie van de Woningwet. Die evaluatie gaat in november 2018 naar de Tweede Kamer. |
De (toenmalige) Minister voor WenR zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Köhler (SP), toe om, voor zover mogelijk, in de Staat van de Volkshuisvesting een jaarlijks overzicht van de marktoetsen te verstrekken |
Kamerdebat 05-07-2016 Toegelaten instellingen met het oog op het huisvesten van vergunninghouders (Handelingen I 2015–2016, 37) |
De toezegging is een doorlopende toezegging en de status ervan wordt niet gewijzigd. Onderdeel van bestaand beleid |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer, in de tweede helft 2018, te informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar het gebruik van liften bij brand. |
Kamerdebat 07-03-2018 Bouwregelgeving en energiebesparing |
De Tweede Kamer wordt in het najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK verwacht in najaar 2018 de strategische agenda (Rijk, provincies en gemeenten) voor de toekomst (vernieuwing van het interbestuurlijk en financieel) van het toezicht naar de Tweede Kamer te sturen |
Brief d.d. 20 juni 2018 Vervolg afspraak toezicht interbestuurlijk programma naar aanleiding evaluaties financieel toezicht en Revitalisering generiek toezicht |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe (eind 2018) toe te komen met een concept-wetsvoorstel tot wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) |
Brief d.d. 29 juni 2018 Versterken legitimiteit gemeenschappelijke regelingen |
De Tweede Kamer wordt eind 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK is voornemens eisen aan het geluid van warmtepompen en airco’s op te nemen in het bouwbesluit 2012 voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG). Deze geluidseisen gelden voor nieuw te plaatsen installaties en zullen ook betrekking hebben op bestaande gebouwen die worden verduurzaamd. De Tweede Kamer wordt hierover in het najaar van 2018 nader geïnformeerd |
Brief d.d. 3 juli 2018 Beantwoording Kamervragen over geluid warmtepompen en airco's voor omwonenden |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe (voor einde jaar 2018) de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van gesprekken met (belangen)organisaties of stembureau-leden in het stemhokje bijstand mogen gaan verlenen aan mensen met een verstandelijke beperking. Daarbij wordt ook het evaluatieadvies van de Kiesraad betrokken. |
Brief d.d. 20 maart 2018 Toegankelijkheid verkiezingsproces |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
In het kader van verticaal toezicht is WSW bezig om te bezien waar de uitgangspunten van de parameters en de normering van de financiële ratio’s aan moeten voldoen. De rekenrente maakt onderdeel uit van dit gehele onderzoek. Naar verwachting is het onderzoek medio volgend jaar afgerond. De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van het onderzoek |
Kamerdebat 11-12-2017 Wonen en Ruimtelijke Ordening |
De Tweede Kamer wordt in 3e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Beuving (PvdA) en Köhler (SP), toe dat als het vragen van medewerking aan iemand ertoe leidt dat de AIVD die persoon iets laat doen waarvoor, als de AIVD het zelf zou doen, een last nodig is omdat sprake is van een bijzondere bevoegdheid, de autorisatie gegeven zal worden op hetzelfde niveau als wanneer er inderdaad sprake zou zijn van een daad van de AIVD zelf |
Kamerdebat 11-07-2017 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. (Handelingen I 2016–2017, 35) |
De Eerste Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt aan het lid-Özütok van GroenLinks toe om te kijken naar de mogelijkheden voor verruiming van de leeftijdsgrens van 70 jaar voor burgemeesters, met inachtneming van de bredere context, want er zijn ook andere ambtsdragers voor wie diezelfde leeftijdsgrens geldt, bijvoorbeeld de leden van de Raad van State en zal de Tweede Kamer daarover informeren |
Kamerdebat 17-01-2018 Voorstel van wet van het lid Jetten houdende verandering in de Grondwet, strekkende tot de deconstitutionalisering van de benoeming van de CdK en de burgemeester (Kamerstukken II 2016–2017, 34 716, nr. 3) |
De Minister van JenV heeft de Tweede Kamer een onderzoek toegezegd over de wettelijke leeftijdsgrenzen van rechters waarbij tevens wettelijke leeftijdsgrenzen voor andere beroepen in ogenschouw worden genomen (Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr 94). Na ommekomst van dit rapport zal de Minister van BZK de Tweede Kamer medio najaar 2018 informeren. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe de rapportage met de geanalyseerde resultaten van de gesimuleerde verkiezing toe te sturen (test met internetstemmen) |
Brief d.d. 27 september 2016 Diverse verkiezingsonderwerpen |
De Tweede Kamer wordt medio najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de situatie in Caribisch Nederland betreffende de rol van volmachten in het verkiezingsproces |
Kamerdebat 12-11-2015 Evaluatie verkiezingen |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2019 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe het wetsvoorstel Aanvullingswet Bodem najaar 2018 naar de Kamers te sturen |
Brief EK/TK d.d. 8 maart 2018 Stelselherziening omgevingsrecht, Nationale Omgevingsvisie en taakverdeling bewindspersonen BZK en IenW |
De Kamers worden in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe het wetsvoorstel Aanvullingswet Geluid najaar 2018 naar de Kamers te sturen |
Brief EK/TK d.d. 8 maart 2018 Stelselherziening omgevingsrecht, Nationale Omgevingsvisie en taakverdeling bewindspersonen BZK en IenW |
De Kamers worden in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe de eindrapportage van de Beleidsdoorlichting BZK H VII artikel 7 (Arbeidszaken Overheid) in 2018 naar de Kamer te sturen |
Brief d.d. 23 oktober 2017 Aanvullende informatie n.a.v. onderzoeksopzet Beleidsdoorlichting BZK H VII artikel 7 |
De Tweede Kamer wordt in december 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe, in het reeds toezegde onderzoek naar knelpunten, ook mogelijke knelpunten en oplossingen voor mensen met een visuele en psychische beperking mee te nemen |
Kamerdebat 07-03-2018 Bouwregelgeving en energiebesparing |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De (toenmalige) Minister voor WenR heeft toegezegd het wetsvoorstel Energieprestatievergoeding (EPV) in 2018 te evalueren |
Kamerdebat 13-01-2016 Wetsvoorstel Wijziging van o.a. Boek 7 BW in verband met de mogelijkheid voor verhuurder en huurder een Energieprestatievergoeding overeen te komen (Kamerstukken II 2015–2016, 34 228) |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De (toenmalige) Minister voor WenR zegt toe – nadat (eind 2017) de genoemde acties inzake brandveiligheid van ouderen te verbeteren zijn geëvalueerd – de Tweede Kamer te informeren over de resultaten |
Brief d.d. 8 maart 2016 Brandveiligheid en langer zelfstandig thuis wonende ouderen |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De (toenmalige) Minister voor WenR zegt toe de Tweede Kamer te informeren zodra duidelijkheid bestaat over de ruimte van private keurmerken naast de voorgeschreven Europese CE-markeringen. De Minister van BZK wacht op antwoord van de Europese Commissie over dit vraagstuk |
Kamerdebat 29-09-2016 Bouwregelgeving |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer (vooraf) te informeren over de uitzonderlijke gevallen die het mogelijk maken dat publiek geld wordt ingezet voor sanering van woningcorporaties in het niet-DAEB-deel |
Kamerdebat 18-05-2017 Toezicht en borging woningcorporaties |
Dit is een doorlopende toezegging en is onderdeel van BZK-beleid. |
De (toenmalige) Minister voor WenR zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe om jaarlijks de toename van het dure scheefwonen te monitoren |
Kamerdebat 12-04-2016 Wet doorstroming Huurmarkt |
Cijfers worden opgenomen in het WoON 2018, beschikbaar in april 2019, waarna de Eerste Kamer voorjaar 2019 geïnformeerd wordt. |
De (toenmalige) Minister voor WenR zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Pijlman (D66), toe de beschikbare informatie over de effecten van de wet mee te nemen in de jaarlijkse rapportages aan de Kamer |
Kamerdebat 22-03-2016 Initiatiefvoorstel Schouten Aanvulling van de opzeggingsgrond dringend eigen gebruik voor de tijdelijke huisvesting van jongeren (Kamerstukken II 2015–2016, 34 156) |
De voortgang wordt – conform toezegging – opgenomen in de volgende Staat van de Woningmarkt die in het vierde kwartaal van 2018 aan de Eerste Kamer wordt gezonden. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe bij de geplande evaluatie van de herziening van de Woningwet te bezien of met de herziening van de wet belemmeringen zijn voor de uitdagingen van vandaag (huisvesting zorgvoorzieningen) en de toekomst (energietransitie). De evaluatie zal eind van het jaar 2018 gereed zijn en de resultaten zullen in samenhang met de inzichten uit de Woonagenda en het Klimaatakkoord worden bezien. De Tweede Kamer wordt hierover geïnformeerd |
Kamerdebat 05-04-2018 Bouwregelgeving en energiebesparing |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer in het najaar te informeren over verschillende mogelijkheden om de oprichting van wooncoöperaties te stimuleren. De komende periode zal de Minister van BZK deze voornemens nader uitwerken en de Kamer hierover in het najaar informeren |
Brief d.d. 4 juli 2018 Vervolg wooncoöperaties |
De Tweede Kamer wordt in het najaar 2018 per brief geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe later dit jaar te informeren over de nadere plannen (overkoepelend instrumentarium dat voorziet in de behoefte van gemeenten aan een juridisch kader en zicht op de verhuuradressen) |
Brief d.d. 3 april 2018 Uitvoering van de moties van Beckerman en Paternotte inzake toeristische verhuur |
De Tweede Kamer wordt naar verwachting 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe in de evaluatie van de woningwet en de evaluatie van het VWS terug te komen op eventuele aanpassingen van de hoogte van de liberalisatiegrens |
Kamerdebat 31-01-2018 Staat van de Volkshuisvesting 2017 en de Staat van de Woningmarkt 2017 |
De Tweede Kamer wordt naar verwachting 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
Met de sector wordt momenteel een gezamenlijke aanpak voor «goed verhuurderschap» uitgewerkt. De Minister van BZK zal najaar 2018 de Tweede Kamer informeren over de stand van zaken een gezamenlijke aanpak |
Brief d.d. 5 juli 2018 Brief aan Tweede Kamer uitkomsten gesprek «goed verhuurderschap» met de sector naar aanleiding van discriminatie en huisjesmelkerij |
De Tweede Kamer wordt najaar 2018 per brief geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe samen met de Minister van VWS de Kamer in het najaar te informeren over autisme in relatie tot woon-zorgbeleid |
Kamerdebat 21-06-2018 Staat van de Volkshuisvesting/ Woningcorporaties |
De Tweede Kamer wordt naar verwachting 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zal de Tweede Kamer in het kader van de Woonagenda informeren over het Actieprogramma Weer Thuis |
Kamerdebat 21-06-2018 Staat van de Volkshuisvesting/ Woningcorporaties |
De Tweede Kamer wordt naar verwachting 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe dat een op basis van de consultatie aangepast wetsvoorstel van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in de eerste helft van 2017, aan de Tweede Kamer wordt aangeboden |
Brief d.d. 15 december 2016 Voortgangsrapportage Digitaal 2017 |
De Tweede Kamer wordt medio najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt aan de heer Bisschop (SGP) toe om nog eens te kijken naar de grondwetsherzieningsprocedure (artikel 137 Grondwet) en zal de Tweede Kamer daarover informeren |
Kamerdebat 17-01-2018 Voorstel van wet van het lid Jetten houdende verandering in de Grondwet, strekkende tot de deconstitutionalisering van de benoeming van de CdK en de burgemeester (Kamerstukken II 2016–2017, 34 716, nr. 3) |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Engels (D66) en Duthler (VVD), toe om, als er initiatieven vanuit de Tweede Kamer op het punt van horizontale werking van artikel 13 Grondwet komen, deze waar mogelijk te ondersteunen |
Kamerdebat 04-07-2017 33 989 Verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de onschendbaarheid van het brief-, telefoon- en telegraafgeheim |
De toezegging ziet -blijkens de toezegging zelf – op een reactie van De Minister van BZK in geval van nieuwe initiatieven vanuit de Tweede Kamer. Daaromtrent zijn nog geen nieuwe ontwikkelingen bekend. |
De (toenmalige) Minister van IenM zal bij de indiening van het wetsvoorstel inzake Grondeigendom voorbeelden geven van hoe realisatie van middeldure huurwoningen en andere typen woningen er in de praktijk uit zou kunnen gaan zien |
Kamerdebat 21-01-2016 Omgevingswet |
03-05-2018 De toezegging zal worden verwerkt in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel. |
De Minister van IenM zal naar de (verdeling van) proceskosten bij onteigeningsrechtszaken kijken en de Tweede Kamer een voorstel doen toekomen ten aanzien hiervan |
Kamerdebat 21-01-2016 Omgevingswet |
03-05-2018 De toezegging zal worden verwerkt in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel. |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer nader te informeren over de uitkomsten van de bijeenkomsten met gemeenten (de mogelijkheden en wensen voor lokaal maatwerk te bespreken en te bekijken op welke punten het nodig is de Gemeentewet te herzien) en het voornemen tot herziening van de organieke wetgeving |
Brief d.d. 12 maart 2018 Kamerbrief met aanvullende informatie over herziening organieke wetgeving en experimenten |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe (in de tweede helft van 2018) de Tweede Kamer nader te informeren over de beleidsvoorstellen met betrekking tot de Wet op de lijkbezorging. Daarin zullen ook de resultaten van het onderzoek van de TU Delft «Beoordelingskader alternatieve vormen lijkbezorging» worden betrokken |
Brief d.d. 19 februari 2018 Aanbieding rapport TU Delft beoordelingskader alternatieve vormen lijkbezorging |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Flierman (CDA), Postema (PvdA) en Schalk (SGP), toe dat: de Minister van Economische Zaken naar de problematiek van de provincie Zeeland kijkt en de Kamer daarover een brief stuurt; De Minister van BZK zelf na het verschijnen van het advies van de commissie-Jansen II met het IPO zal overleggen en naar verdere ontwikkeling van het verdeelmodel van het Provinciefonds zal kijken |
Kamerdebat 23-05-2017 Vereenvoudiging verdeelmodel Provinciefonds, nr. 34 568 |
De Eerste Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe (najaar 2018) een plan van aanpak inzake knelpunten geconstateerd die in samenhang aangepakt gaan worden in het programma Uitwisseling van persoonsgegevens en privacy |
Brief d.d. 9 mei 2018 Vragen tweede overall rapportage sociaal domein |
De Tweede Kamer wordt medio najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe (tweede helft 2018) in een nieuw beleidskader herindeling in te gaan op de betekenis die deze ontwikkelingen hebben voor de wijze waarop De Minister van BZK nieuwe herindelingsvoorstellen zal beoordelen. In deze brief gaat de Minister van BZK nader in op de betekenis die het voorgaande heeft voor de Wet gemeenschappelijke regelingen. |
Brief d.d. 29 juni 2018 Versterken legitimiteit gemeenschappelijke regelingen |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe te streven naar inwerkingtreding van de spoedwet o.b.v. de CHW op 1 januari 2019 of zoveel eerder als mogelijk |
Kamerdebat 18-01-2018 Ruimtelijke Ordening |
De Tweede Kamer wordt voor 1 januari 2019 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe de voorlichtingscampagne over de taken van de Huurcommissie dit jaar te herhalen en uit te breiden naar andere doelgroepen |
Kamerdebat 29-05-2018 Verdere modernisering huurcommissies en introductie verhuurderbijdrage (Handelingen I 2017–2018, 31) |
Toezegging wordt meegenomen in de Actieplannen Studentenhuisvesting en Goed Verhuurderschap. Beide worden in het 4e kwartaal 2018 afgerond, waarna de Eerste Kamer geïnformeerd wordt. |
De Minister van BZK zegt toe met de Tweede Kamer te verkennen welke heffingskortingen mogelijk en wenselijk zijn, waaronder in elk geval krimpgebieden |
Kamerdebat 21-06-2018 Staat van de Volkshuisvesting/ Woningcorporaties |
De Tweede Kamer wordt na verwachting 4e kwartaal 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe in de evaluatie van de Woningwet ook te kijken naar mogelijkheden om de huur tussentijds te verhogen bij bv. stijging van het huishoudinkomen |
Kamerdebat 21-06-2018 Staat van de Volkshuisvesting/ Woningcorporaties |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
Het Kabinet zal het eindrapport van de Staatscommissie parlementair stelsel dat eind 2018 uitkomt inhoudelijk beantwoorden met een kabinetsreactie |
Brief d.d. 29 juni 2018 Intrekking Wet raadgevend referendum (34 854) |
De Eerste en Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2019 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe het advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur over zowel de kansen als de bedreigingen van digitalisering voor de Nederlandse democratie en het wenselijke handelingsperspectief naar de Tweede Kamer te sturen |
Brief d.d. 25 mei 2018 Beantwoording vragen van het lid Verhoeven over Cambridge Analytica |
De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2019 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe (op korte termijn) een separaat wetsvoorstel inzake tijdelijk ontslag en vervanging gedurende de gehele zittingsperiode zwangere volksvertegenwoordigers in voorbereiding te nemen en ernaar te streven het wetsvoorstel op korte termijn aan de Tweede Kamer aan te bieden |
Brief d.d. 21 december 2017 Beantwoording Kamervragen van de leden Özütok (GroenLinks), Den Boer (D66) en Van Raak (SP) over zwangere volksvertegenwoordigers (ingezonden 6 december 2017) |
De verwachting is dat het wetsvoorstel in de eerste helft van 2019 aan de Tweede Kamer kan worden aangeboden. |
De Minister van BZK zegt toe (in 2018 inzake woningtekorten op de Woningmarkt) bereid is om te onderzoeken of het mogelijk is om op basis van de beschikbare data een spanningsindicator naar prijsklasse te ontwikkelen en hierover de Tweede Kamer te rapporteren na afronding van het WoON 2018 |
Kamerdebat 07-06-2017 Diverse woononderwerpen |
De Tweede Kamer wordt voorjaar 2019 geïnformeerd. |
De (toenmalige) Minister voor WenR zegt toe eens per drie jaar onderzoek te doen naar wacht- en zoektijden in de sociale huursector en de Tweede Kamer hierover informeren |
Kamerdebat 05-07-2016 Huisvesting doelgroepen |
De toezegging wordt meegenomen in een brief over de uitkomsten van het WoON2018 medio voorjaar 2019. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe in de eerste helft van 2019 de Kamer te informeren over de uitkomsten van het WoOn 2018 |
Brief d.d. 12 april 2018 Vragen van het lid Beckerman (SP) over schimmelhuizen in diverse gemeenten |
De Tweede Kamer wordt voorjaar 2019 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer in 2018 te informeren over de actualisering masterplannen rijkshuisvesting middels de zware procedure, waarbij een nieuwe uitvraag naar de meerjarige huisvestingsbehoefte van departementen plaatsheeft |
Brief d.d. 6 juli 2017 Geactualiseerde masterplannen rijkskantoorhuisvesting 2017 |
De Tweede Kamer wordt eerste helft van 2019 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe – na afloop van de inventarisatie van de voorziene regionale werkgelegenheidscijfers bij de Rijksdienst – de Tweede Kamer te informeren over de beoogde ontwikkeling in de spreiding van de rijkswerkgelegenheid voor de komende kabinetsperiode (medio 2018) |
Brief d.d. 6 juli 2017 Geactualiseerde masterplannen rijkskantoorhuisvesting 2017 |
De Tweede Kamer wordt eerste helft van 2019 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van Kappen (VVD) en De Graaf (D66), toe de wegingsanalyses met betrekking tot buitenlandse inlichtingendiensten zo snel mogelijk en in elk geval binnen twee jaar tot stand te brengen |
Kamerdebat 11-07-2017 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. (Handelingen I 2016–2017, 35) |
Bij brief van 6 april 2018 (EK 2017–2018, 34 588 nr. G) is toegezegd dat nog dit jaar voor alle buitenlandse diensten waarmee gegevens worden gedeeld, een wegingsnotitie wordt opgesteld. De wegingsnotitie is tevens onderdeel van de wetsevaluatie. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Vries-Leggedoor (CDA), toe bij de evaluatie van de Woningwet aandacht te besteden aan de redelijkheid van de koppeling van de financiering van de Huurcommissie aan verhuurders die de verhuurderheffing betalen |
Kamerdebat 29-05-2018 Verdere modernisering huurcommissies en introductie verhuurderbijdrage (Handelingen I 2017–2018, 31) |
De Eerste Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe ook haar te informeren over de vraag of het onderzoek van de Nederlandsche Bank naar de woningmarkt voldoende is of dat meer onderzoek nodig is |
Kamerdebat 29-05-2018 Verdere modernisering huurcommissies en introductie verhuurderbijdrage (Handelingen I 2017–2018, 31) |
De Eerste Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Vries-Leggedoor (CDA), toe bij de evaluatie van de Woningwet aandacht te besteden aan de redelijkheid van de koppeling van de financiering van de Huurcommissie aan verhuurders die de verhuurderheffing betalen |
Kamerdebat 29-05-2018 Verdere modernisering huurcommissies en introductie verhuurderbijdrage (Handelingen I 2017–2018, 31) |
De Eerste Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Vlietstra (PvdA) en Pijlman (D66), toe over een jaar met de partijen in de geliberaliseerde sector te bekijken of en hoe de toegang tot de Huurcommissie in de huurcontracten geregeld is. In de evaluatie van de wet wordt meegenomen welke verschillende groepen gebruikmaken van deze mogelijkheid |
Kamerdebat 29-05-2018 Verdere modernisering huurcommissies en introductie verhuurderbijdrage (Handelingen I 2017–2018, 31) |
De Eerste Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe de analyse en eventuele uitwerking van de mogelijkheid van een «noodknop» om extreme prijsstijgingen tegen te gaan ook aan de Eerste Kamer te sturen. Ze sluit niet uit dat ze met een wetsvoorstel komt |
Kamerdebat 29-05-2018 Verdere modernisering huurcommissies en introductie verhuurderbijdrage (Handelingen I 2017–2018, 31) |
De Eerste Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe t.z.t. de evaluatie toepassing Wbmgp (betreft de 5-jaarsevaluatie) toe te zenden |
Kamerdebat 03-03-2014 Uitbreiding wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek, Woningwet, Huisvestingswet |
De Tweede Kamer wordt in 2020 geïnformeerd over de toepassing van de Wbmgp. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe de mogelijkheid van een instrumentondersteuning voor lokale politieke partijen ten behoeve van financiële rapportage te betrekken bij de voorbereiding van het wetsvoorstel dat de financiering van deze partijen regelt |
Kamerdebat 26-02-2013 (Handelingen II 2012–2013, 18) Regels inzake de subsidiëring en het toezicht op de financiën van politieke partijen (Wet financiering politieke partijen) |
Indien opportuun zal de toezegging worden betrokken bij de naar verwachting op de kabinetsreactie op de evaluatie van de Wfpp te volgens wetswijziging. Het voorstel tot wijziging van de Wfpp zal waarschijnlijk medio 2019 worden aangeboden aan de Kamer. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Graaf (D66), toe de lacune van kandidaten die zich hebben afgesplitst, zich niet als vereniging organiseren en daardoor niet (direct) onder de wet vallen, bij een volgende gelegenheid te dichten, wanneer dit in de praktijk voorkomt |
Kamerdebat 26-02-2013 (Handelingen II 2012–2013, 18) Regels inzake de subsidiëring en het toezicht op de financiën van politieke partijen (Wet financiering politieke partijen) |
De toezegging wordt betrokken bij de naar verwachting op de kabinetsreactie op de evaluatie van de Wfpp te volgens wetswijziging. Het voorstel tot wijziging van de Wfpp zal waarschijnlijk medio 2019 worden aangeboden aan de Eerste Kamer. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ter Horst (PvdA), toe alle aanvragen van gemeenten en zijn beslissingen daarop m.b.t. de gebiedsaanwijzingen aan de Kamer te melden |
Kamerdebat 08-04-2014 33 797 Wet uitbreiding wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek |
Doorlopend. Alle besluiten van de Minister van BZK op de aanvragen van gemeenten m.b.t. de gebiedsaanwijzingen (toepassing H3 van de Wbmgp) worden ter kennisname aan beide Kamers toegezonden. |
De Minister van BZK zeg toe de Tweede Kamer (over twee jaar) te informeren over de meest recente leefbaarheidsontwikkelingen in Nederland aan de hand van een uitgebreide rapportage, gebaseerd op de uitkomsten van de Leefbaarometer 2018 |
Brief d.d. 8 december 2017 Analyserapport Leefbaarometer 2016 |
De Tweede Kamer wordt medio 2019 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe naar verwachting in het najaar van 2019 de uitkomsten van het onderzoek of en zo ja op welke wijze ook het briefstembewijs (de stempas voor de kiezers in het buitenland) per mail aan de kiezers in het buitenland zou kunnen worden verzonden en de Tweede Kamer daarover te informeren |
Brief d.d. 15 juni 2018 Evaluatie verkiezingen van 21 maart jl. en agenda voor verandering en vernieuwing van het verkiezingsproces in deze kabinetsperiode |
De Tweede Kamer wordt medio najaar 2019 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe het wetsvoorstel Aanvullingswet Grondeigendom 2e helft 2019 naar Kamers te sturen |
Brief EK/TK d.d. 8 maart 2018 Stelselherziening omgevingsrecht, Nationale Omgevingsvisie en taakverdeling bewindspersonen BZK en IenW |
De Kamers worden in 2e helft 2018 geïnformeerd. |
Op de vraag van de heer Heijnen over een protocol voor ambtenaren, stelt de Minister van BZK dat als het gaat om een code of een andere nog nader te vinden vorm, de Minister van BZK dat toezegt |
Kamerdebat 19-12-2012 Begroting BZK |
Er wordt gewerkt aan de implementatie van de wet normalisering rechtspositie ambtenaren, waarin deze toezegging wordt meegenomen. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Lokin-Sassen (CDA), toe de formulering van de artikel 93 en 94 Grondwet te betrekken in een meer integrale grondwetsherziening |
Kamerdebat 07-02-2012 Kabinetsreactie van 24 oktober 2011 (Kamerstukken I 2011–2012, 31 570, nr. 20) op het advies van de Staatscommissie Grondwet |
Dit betreft een voorwaardelijke toezegging. Te zijner tijd wordt deze geïnitieerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV), toe bij de heroverweging van de verdeelmaatstaven van het Provinciefonds naar de inkomsten uit de motorrijtuigenbelasting te kijken |
Kamerdebat 23-05-2017 Vereenvoudiging verdeelmodel Provinciefonds (Handelingen I 2016–2017, 28) |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De (toenmalige) Minister voor WenR zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe tijdig aan de Kamer te laten weten of de regering de verlaging van rechtswege van de inkomensgrens voor woningtoewijzing door wil laten gaan. Dit aspect maakt deel uit van de evaluatie van de Woningwet |
Kamerdebat 12-04-2016 Wet doorstroming Huurmarkt |
De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2021 geïnformeerd. |
De Minister van BZK en de initiatiefnemers zeggen de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Schouwenaar (VVD), Van Bijsterveld (CDA), Vos (GroenLinks) en Bikker (ChristenUnie), toe in de evaluatie van het Huis voor klokkenluiders over vijf jaar de volgende punten mee te nemen:- al dan niet vervolgen van klokkenluiders die een melding hebben gedaan;- onderzoeken door het Huis;- openbaarheid;- ontbreken van rechtsmiddelen;- cultuurverandering;- de governancestructuur van het Huis |
Kamerdebat 09-02-2016 Voorstel van wet van de leden Van Raak, Fokke, Schouw, Segers, Ouwehand,Klein en Voortman tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders (Handelingen I 2015–2016, 19) |
De toezegging wordt te zijner tijd – medio 2020 – afgedaan na aanbieding van de evaluatie aan de Eerste Kamer. |
De (toenmalige) Minister voor WenR zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe om met Aedes te overleggen over de regeling voor het opzeggen van de huur in geval van huizen voor grote gezinnen, waarbij de Minister voor WenR specifiek zal ingaan op de situatie van een gezin met minderjarige, schoolgaande kinderen. Tevens komt de Minister voor WenR op het onderwerp terug in de evaluatie |
Kamerdebat 12-04-2016 Wet doorstroming Huurmarkt |
De Eerste Kamer wordt tussentijds separaat en bij de evaluatie in 2021 geïnformeerd. |
De (toenmalige) Minister voor WenR zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Flierman (CDA), toe dat hij zal monitoren hoe de invulling in de wet van de tijdelijke huurcontracten uitwerkt voor internationale studenten en maatregelen zal treffen als er zich problemen voordoen |
Kamerdebat 12-04-2016 Wet doorstroming Huurmarkt |
De voortgang wordt – conform toezegging – opgenomen in de volgende Staat van de Woningmarkt die in het vierde kwartaal van 2018 aan de Eerste Kamer wordt gezonden. |
De (toenmalige) Minister voor WenR zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verheijen (PvdA), toe om te monitoren dat de tijdelijke huur niet de norm zal worden in de particuliere huursector en om in de jaarlijkse rapportages verslag te doen van de ontwikkelingen op dit terrein in zowel de sociale als de particuliere huursector |
Kamerdebat 12-04-2016 Wet doorstroming Huurmarkt |
De voortgang wordt – conform toezegging – opgenomen in de volgende Staat van de Woningmarkt die in het vierde kwartaal van 2018 aan de Eerste Kamer wordt gezonden. |
De Minister van Defensie zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Van Kappen (VVD), Rombouts (CDA) en De Graaf (D66), toe de naleving van de bewaartermijn voor data, alsmede de lengte van de bewaartermijn zelf mee te nemen in de evaluatie na twee jaar en een voorstel te zullen doen deze te verlengen of in te korten als de evaluatie daartoe noopt |
Kamerdebat 11-07-2017 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. (Handelingen I 2016–2017, 35) |
De evaluatie van de volledige Wiv 2017 wordt vervroegd uitgevoerd en begint uiterlijk per 1 mei 2020 (Kamerstukken II 2017–2018, 34 588 nr. 69 en Kamerstukken I 2017–2018, 34 588, nr. G). |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van Kappen (VVD), Rombouts (CDA) en Bikker (CU), toe het functioneren van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) al na twee jaar te evalueren, inclusief de relatie met de ministeriële verantwoordelijkheid |
Kamerdebat 11-07-2017 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. (Handelingen I 2016–2017, 35) |
De evaluatie van de volledige Wiv 2017 wordt vervroegd uitgevoerd en begint uiterlijk per 1 mei 2020 (Kamerstukken II 2017–2018, 34 588 nr. 69, d.d. 15 december 2017 en Kamerstukken I 2017–2018, 34 588, nr. G, d.d. 6 april 2018). |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe om over twee jaar evalueren of het overleg tussen de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) tot voldoende rechtseenheid leidt. Bij een «clash» tussen beide organen zal de Minister van BZK daarover – openbaar of vertrouwelijk – aan de Kamer rapporteren |
Kamerdebat 11-07-2017 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. (Handelingen I 2016–2017, 35) |
De evaluatie van de volledige Wiv 2017 wordt vervroegd uitgevoerd en begint uiterlijk per 1 mei 2020 (Kamerstukken II 2017–2018, 34 588 nr. 69 en Kamerstukken I 2017–2018, 34 588, nr. G). |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe in de evaluatie na vijf jaar expliciet aandacht te besteden aan de toepassing van de nieuwe technieken en de gevolgen daarvan voor de persoonlijke levenssfeer, en de Kamer daarover openbaar of vertrouwelijk te informeren. Als de lichamelijke integriteit in het geding is bij de inzet van deze technieken, dient eerst een ethische discussie in het parlement plaats te vinden |
Kamerdebat 11-07-2017 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. (Handelingen I 2016–2017, 35) |
De evaluatie van de volledige Wiv 2017 wordt vervroegd uitgevoerd en begint uiterlijk per 1 mei 2020 (Kamerstukken II 2017–2018, 34 588 nr. 69 en Kamerstukken I 2017–2018, 34 588, nr. G). |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van het lid Bikker (ChristenUnie), toe het beleggen van de klachtbehandeling bij de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) in plaats van bij de Ombudsman bij de evaluatie te betrekken en om daarbij vanuit het burgerperspectief te bekijken of dit het indienen van klachten belemmert |
Kamerdebat 11-07-2017 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. (Handelingen I 2016–2017, 35) |
De evaluatie van de volledige Wiv 2017 wordt vervroegd uitgevoerd en begint uiterlijk per 1 mei 2020 (Kamerstukken II 2017–2018, 34 588 nr. 69 en Kamerstukken I 2017–2018, 34 588, nr. G). |
De Minister van BZK heeft de Tweede Kamer toegezegd (september 2018) een brief over de marsroute voor de vervanging van de Ondersteunende Software Verkiezingen (waarover overleg plaatsvindt met de Kiesraad) |
Kamerdebat 04-07-2018 Kiesrechtzaken |
De Tweede Kamer wordt in september 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zet de Tweede Kamer toe een brief over positionering BiT binnen BZK i.v.m. betere waarborging na 1 januari 2019 en reactie in de eindevaluatie (einde dit jaar) inzake bijstelling inhoudelijk en sterkte van het BiT |
Kamerdebat 03-07-2018 Mondelinge vraag van het lid Van der Molen (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid, bij afwezigheid van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over het bericht «Grote ICT-projecten overheid zeker 1 miljard euro te duur» (FD, 2 juli 2018) |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK heeft toegezegd dat de Tweede Kamer geïnformeerd zal worden over de inzet van mensen met een beperking bij de rijksoverheid en de acties om dat te versnellen |
Kamerdebat 26-06-2018 Behandeling van de verantwoordingsstukken commissie Binnenlandse Zaken |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe verder te kijken hoe de social media-kant verder te kunnen verbeteren bij toekomstige verkiezingscampagnes en de Tweede Kamer daarover te informeren |
Kamerdebat 26-06-2018 Behandeling van de verantwoordingsstukken commissie Binnenlandse Zaken |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
Op verzoek van de heer Bisschop komt er een brief aan de Tweede Kamer inzake sancties op het ronselen van stemmers of het op internet of anderszins aanbieden van stempassen. Daarover vindt er nog overleg plaats met het OM en de Raad voor de rechtspraak |
Kamerdebat 04-07-2018 Kiesrechtzaken |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe (najaar 2018) dat er voorstellen voor de aanpassing van het stembiljet worden gedaan (zodat begin 2019 daarover overleg met de Kamer kan worden gevoerd) |
Kamerdebat 04-07-2018 Kiesrechtzaken |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer een brief toe (najaar 2018) waarin meer inzicht wordt gegeven in de kosten van elektronisch stemmen |
Kamerdebat 04-07-2018 Kiesrechtzaken |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer een brief toe (najaar 2018) over stemmen door Nederlanders in het buitenland |
Kamerdebat 04-07-2018 Kiesrechtzaken |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe (voor einde jaar 2018) een brief te sturen met een tussenstand van EUvsDisinfo |
Kamerdebat 19-06-2018 De aanval op de vrijheid van meningsuiting en de vrije pers |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de resultaten van het onderzoek naar de mogelijke negatieve gevolgen van bouwactiviteiten van werelderfgoederen die zonder omgevingsvergunning plaatsvinden (en op basis hiervan zo nodig voorstellen te doen om de vergunningsvrije bouwmogelijkheden in deze erfgoederen af te schaffen dan wel in te perken) |
Brief d.d. 9 juli 2018 Hoofdlijnen ontwerp Invoeringsbesluit Omgevingswet |
De Tweede Kamer wordt medio 2018 geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK zegt toe de Tweede Kamer nader te informeren over een samenhangende aanpak voor digitale inclusie van het kabinet |
Brief d.d. 28 mei 2018 Antwoord op de vragen van het lid Özütok over het bericht «Stapels werk door nieuwe eisen toegankelijkheid» |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK zegt toe over de voortgang van de uitvoering van het tijdelijk besluit toegankelijkheid digitale overheid de Tweede Kamer te informeren |
Brief d.d. 25 mei 2018 Antwoord op de vragen van het lid Özütok over het bericht «Stapels werk door nieuwe eisen toegankelijkheid» |
De Tweede Kamer wordt in september 2018 geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe een samenvattende Governance rapportage: uitkomsten van de verkenningen die de CdK’s van de grensprovincies hebben opgeleverd, toe te sturen |
Kamerdebat 25-04-2018 GROS |
De rapportage wordt najaar 2018 aan de Tweede Kamer verzonden. |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe de laatste bestanden van Operatie BRP (oBRP) openbaar te maken |
Kamerdebat 20-06-2018 BRP |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK zegt toe de Tweede Kamer te informeren over Franse «Recht om je te vergissen»-ervaringen alsmede gezamenlijke Digitale overheid vormgevingskansen. |
Kamerdebat 26-06-2018 Behandeling van de verantwoordingsstukken commissie Binnenlandse Zaken |
De Tweede Kamer is op 16 juli 2018 geïnformeerd over de stand van zaken. Bij het eerstvolgende rapportagemoment wordt de Tweede Kamer nader geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK zegt toe, na de zomer een brief over informatiebeveiliging in algemene zin naar de Tweede Kamer te sturen. |
Kamerdebat 26-06-2018 Behandeling van de verantwoordingsstukken commissie Binnenlandse Zaken |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe twee maal per jaar een voortgangsrapportage renovatie Binnenhof inclusief beheersing kosten en planning te sturen, waarbij de eerste in oktober 2018 zal zijn |
Kamerdebat 23-05-2018 Renovatie Binnenhof |
De Tweede Kamer wordt medio november 2018 geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe bij het Voorontwerp renovatie inzicht te geven (stand van zaken) in afwegingen duurzaamheid, veiligheid, circulaire bouw, kinderopvang, motie-Krol (Hotel) en publieksvoorziening |
Kamerdebat 23-05-2018 Renovatie Binnenhof |
De Tweede Kamer wordt medio november 2018 geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Eerste Kamer toe dat zij, in de tweede helft van 2018, over de uitkomst van het onderzoek naar het gebruik van algoritmen geïnformeerd wordt. |
Brief d.d. 28 februari 2018 Informatie over onderzoek naar algoritmen |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK zegt toe in de volgende voortgangsrapportage informatie te voegen over de erkenning van mbo diploma's, het toelaten van leraren Duits in Nederland en de stand van zaken bij experimenten |
Kamerdebat 25-04-2018 GROS |
De volgende voortgangsrapportage zal in 2019 naar de Tweede Kamer worden verzonden. |
De evaluatie BIT vindt 2e helft 2018 plaats en is eind 2018 gereed. De Toezichtsraad zal worden gevraagd in die evaluatie niet alleen meenemen hoe BIT-lessen uit Cie BRP kunnen worden geïmplementeerd maar ook zaken als benodigde omvang. De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe dat zij eind 2018 geïnformeerd worden |
Kamerdebat 20-06-2018 BRP |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK heeft het voornemen om te voorzien in een wettelijk kader dat meer specifiek is toegesneden op de gegevensverwerkingen die plaatsvinden bij LAA en zal de Tweede Kamer daar op een later moment over informeren |
Brief d.d. 8 november 2017 Toezegging evaluatie Landelijke Aanpak adreskwaliteit |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe in het najaar met een brief te komen over wijzigingen in scope oBRP met rol van alle stakeholders en met daarin ook aandacht voor het aanbestedingsproces |
Kamerdebat 20-06-2018 BRP |
De Tweede Kamer wordt voor de begrotingsbehandeling BZK geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe eind 2018 een plan van aanpak over flankerend beleid toe te sturen: op welke wijze gaat BZK i.s.m. ITEM grenseffecten beoordelen, op welke thema’s en hoe er dan met eventueel flankerend beleid moet worden omgegaan |
Kamerdebat 25-04-2018 GROS |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe, over het jaar 2019, nog een evaluatie Landelijke Aanpak Adresfraude te laten uitvoeren en de Kamer over de uitkomsten informeren |
Brief d.d. 8 november 2017 Toezegging evaluatie Landelijke Aanpak adreskwaliteit |
De Tweede Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK zegt de Tweede Kamer toe eind van het jaar de Kamer te informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar de regie op verstrekking van persoonsgegevens aan de Stichting Interkerkelijke Ledenadministratie (Sila) en of en hoe deze voornemens leiden tot aanpassingen in het BRP-stelsel |
Brief d.d. 10 juli 2018 Aanpak toekomst BRP-stelsel |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK zegt toe in 2020 de visie van het Kabinet op het toekomstig model van de BRP naar de Tweede Kamer te sturen |
Brief d.d. 10 juli 2018 Aanpak toekomst BRP-stelsel |
De Tweede Kamer wordt in 2020 geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK zegt toe dat conform het Instellingsbesluit in het najaar van 2018 de tweede evaluatie van het BIT wordt uitgevoerd. Zodra deze evaluatie is ontvangen, zal ik deze aan de Tweede Kamer doen toekomen met begeleidend mijn reactie op deze evaluatie |
Brief d.d. 8 juni 201 Rapportage Toezichtraad BIT tweede halfjaar 2017 |
De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2018 geïnformeerd. |
Zodra de Staatssecretaris van BZK meer informatie heeft over de uitkomst van het onderzoek naar hoe het probleem heeft kunnen ontstaan in de continuïteit van het productieproces van reisdocumenten zal de Tweede Kamer nader geïnformeerd worden |
Brief d.d. 12 juli 2018 Technisch probleem in productieproces reisdocumenten |
De Tweede Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe het herziene beleidskader ook naar de Eerste Kamer te sturen (Met de herziening van het beleidskader wordt bekeken of tevens aanpassing van de Wet arhi nodig is en worden de aanbevelingen van de begeleidingscommissie Jansen betrokken) |
Kamerdebat 10-07-2018 Behandeling met betrekking tot de twaalf gemeentelijke herindelingen |
De Eerste Kamer wordt in najaar 2018 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe het wetsvoorstel Appa-pensioenen in de eerste helft van 2019 naar de Tweede Kamer te sturen |
Brief d.d. 6 juli 2018 Evaluatie rechtspositie politieke ambtsdragers (Dijkstalwetgeving) |
De Tweede Kamer wordt in eerste helft 2019 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt toe (kort na de zomer) een eerste resultaat van de monitor – de ontwikkeling van standplaatsen in Nederland – naar de Tweede Kamer te sturen |
Brief d.d. 12 juli 2018 Aanbieding beleidskader voor gemeentelijk standplaatsenbeleid |
De Tweede Kamer wordt in september 2018 geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK verwacht het wetsvoorstel Wijziging Paspoortwet (na zomerreces 2018) aan de Tweede Kamer te kunnen aanbieden |
Brief d.d. 16 juli 2018 Voortgang programma eID |
De Tweede Kamer wordt in september 2018 geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van BZK zegt toe – in de volgende voortgangsrapportage eID – nader in te gaan op de voortgang van de aanbevelingen Gateway-review en op de uitkomsten van de pilot «DigiD Hoog» |
Brief d.d. 16 juli 2018 Voortgang programma elD |
De Tweede Kamer wordt in januari 2019 geïnformeerd. |
Begrotingsartikel |
Naam subsidie(regeling) (met hyperlink naar vindplaats) |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
Laatste evaluatie (jaartal) (met hyperlink naar vindplaats) |
Volgende evaluatie (jaartal) |
Einddatum subsidie (regeling) (jaartal) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bestuur en Regio |
|||||||||||
1.1 |
3.570 |
3.338 |
3.338 |
3.338 |
3.338 |
3.338 |
3.338 |
2021 |
2018 |
||
1.1 |
517 |
514 |
427 |
427 |
427 |
427 |
427 |
2021 |
2022 |
||
1.1 |
28 |
28 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– |
2018 |
2018 |
|
1.1 |
VNG Ondersteuning gemeenten OTAV 1) |
2.121 |
1.023 |
1.250 |
315 |
15 |
15 |
420 |
– |
2023 |
incidentele subsidieverstrekking |
1.1 |
COELO- informatieverstrekking aan burgers over lokale lasten |
130 |
130 |
130 |
130 |
130 |
130 |
130 |
– |
2020 |
2021 |
1.1 |
Subsidie bevolkingsdaling 4) |
– |
– |
266 |
260 |
266 |
266 |
0 |
2021 |
2022 |
|
Democratie |
|||||||||||
1.2 |
17.996 |
17.325 |
17.820 |
17.820 |
15.220 |
15.220 |
15.220 |
2023 |
geen einddatum in de wet |
||
1.2 |
4.312 |
4.603 |
4.312 |
4.312 |
4.312 |
4.312 |
4.312 |
2021 |
2022 |
||
1.2 |
106 |
296 |
108 |
108 |
108 |
108 |
108 |
2021 |
2022 |
||
1.2 |
Weerbaar bestuur subsidie NVRR 1) |
126 |
158 |
139 |
139 |
139 |
139 |
139 |
– |
2023 |
incidentele subsidieverstrekking |
1.2 |
Verbinding inwoner en overheid leefomgeving 4) |
– |
– |
812 |
500 |
500 |
500 |
500 |
2021 |
2022 |
|
1.2 |
Weerbaar bestuur leefomgeving 4) |
– |
– |
0 |
312 |
314 |
314 |
314 |
2021 |
2022 |
|
1.2 |
889 |
889 |
889 |
889 |
889 |
889 |
889 |
– |
2020 |
2020 |
|
1.2 |
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers 3) |
1.927 |
1.682 |
2.151 |
2.151 |
1.926 |
1.226 |
1.087 |
– |
2019 |
jaarlijkse subsidieverstrekking |
1.2 |
Nederlands Debat Instituut 3) |
– |
50 |
50 |
50 |
0 |
0 |
0 |
– |
2019 |
incidentele subsidieverstrekking |
1.2 |
Nationale jeugdraad 3) |
– |
50 |
75 |
75 |
0 |
0 |
0 |
– |
2019 |
incidentele subsidieverstrekking |
1.2 |
Programma Burgerschap 3) |
594 |
740 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– |
2017 |
incidentele subsidieverstrekking |
1.2 |
Democratie |
– |
1.100 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– |
2020 |
incidentele subsidieverstrekking |
Woningmarkt |
|||||||||||
3.1 |
4.501 |
6.239 |
6.239 |
6.239 |
6.239 |
7.700 |
8.200 |
Betreft betalingen van verplichtingen uit verleden. |
2022 |
||
3.1 |
1.900 |
14.270 |
3.900 |
4.494 |
0 |
0 |
0 |
– |
2020 |
2021 |
|
3.1 |
Saneringsbijdrage woningcorporatie WSG 1) |
28.471 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– |
2021 |
incidentele subsidieverstrekking |
3.1 |
Binnenstedelijke transformatie 1) |
– |
28.000 |
10.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– |
2021 |
incidentele subsidieverstrekking |
3.1 |
Beleidsprogramma betaalbaarheid 4) |
184 |
2.800 |
175 |
175 |
175 |
175 |
175 |
2021 |
2022 |
|
3.1 |
Woonconsumentenorganisaties 4) |
1.036 |
1.171 |
1.061 |
1.061 |
1.061 |
1.061 |
1.061 |
2021 |
2022 |
|
3.1 |
1.625 |
1.864 |
1.991 |
1.864 |
1.737 |
1.864 |
1.864 |
2021 |
2022 |
||
Energietransitie en Duurzaamheid |
|||||||||||
4.1 |
Beleidsprogramma Energiebesparing |
5.923 |
11.801 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
4.1 |
Energietransitie en duurzaamheid 4) |
– |
– |
2.412 |
2.409 |
2.538 |
2.410 |
1.410 |
Is meegenomen in beleidsdoorlichting Energie en Bouwkwaliteit 2014 |
2020 |
2021 |
4.1 |
39.917 |
5.302 |
13.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2018 – nog niet gepubliceerd |
2020 |
2018 |
|
4.1 |
– |
121.817 |
130.477 |
144.000 |
0 |
0 |
0 |
– |
2020 |
2018 |
|
4.1 |
Innovatieregelingen gebouwde omgeving (FES IAGO) 3) |
270 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Is meegenomen in beleidsdoorlichting Energie en Bouwkwaliteit 2014 |
2020 |
2016 |
4.1 |
20.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– |
2020 |
incidentele subsidieverstrekking |
|
4.1 |
– |
5.000 |
35.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– |
2020 |
2019 |
|
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit |
|||||||||||
4.2 |
Beleidsprogramma woningbouwproductie 4) |
337 |
300 |
100 |
100 |
100 |
100 |
100 |
Is meegenomen in beleidsdoorlichting Woningbouwproductie 2016 |
2020 |
2021 |
4.2 |
Beleidsprogramma bouwregelgeving 4) |
2.713 |
4.143 |
1.651 |
1.651 |
1.331 |
1.251 |
1.251 |
Is meegenomen in beleidsdoorlichting Energie en Bouwkwaliteit 2014 |
2020 |
2021 |
Kwaliteit woonomgeving |
|||||||||||
4.3 |
Beleidsprogramma woonomgeving e.a. 4) |
1.356 |
1.646 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2021 |
2022 |
|
Ruimtelijke ordening |
|||||||||||
5.1 |
Programma Ruimtelijk Ontwerp |
– |
1.215 |
1.215 |
1.215 |
0 |
0 |
0 |
2020 |
2020 |
|
5.1 |
Basisregistraties |
– |
680 |
680 |
380 |
380 |
380 |
380 |
– |
2020 |
2023 |
Omgevingswet |
|||||||||||
5.2 |
Stimuleringsregeling Implementatie Omgevingswet |
– |
5.000 |
4.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– |
2020 |
2019 |
Overheidsdienstverlening, Informatiebeleid en Informatiesamenleving |
|||||||||||
6.2 |
(Door)ontwikkeling e-overheidvoorzieningen 1) |
287 |
415 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– |
2020 |
incidentele subsidieverstrekking |
6.2 |
Communicatie, kennisdeling en onderzoek 1) |
321 |
424 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– |
2020 |
incidentele subsidieverstrekking |
6.2 |
Overheidsdienstverlening 1) |
80 |
20 |
200 |
200 |
200 |
200 |
200 |
– |
2020 |
incidentele subsidieverstrekking |
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid |
|||||||||||
7.1 |
Werkgeversbeleid subsidie A&O 3) |
801 |
227 |
206 |
98 |
348 |
372 |
372 |
– |
2018 |
jaarlijkse subsidieverstrekking |
7.1 |
Vereniging voor overheidsmanagement 3) |
153 |
100 |
100 |
100 |
100 |
100 |
100 |
– |
2018 |
jaarlijkse subsidieverstrekking |
7.1 |
205 |
205 |
137 |
68 |
0 |
0 |
0 |
2017 |
2019 |
||
7.1 |
1.440 |
1.440 |
1.440 |
1.440 |
1.440 |
1.440 |
1.440 |
2017 |
2019 |
||
7.1 |
1.421 |
1.130 |
1.189 |
1.189 |
1.189 |
1.189 |
1.189 |
– |
2019 |
2020 |
|
7.1 |
Steunpunt Integriteitsonderzoek Politieke Ambtsdragers (BIOS) |
0 |
250 |
250 |
250 |
0 |
0 |
0 |
– |
2019 |
Maakt deel uit van de subsidieregeling CAOP |
7.1 |
Subsidie overlegstelsel 3) |
0 |
0 |
68 |
137 |
205 |
205 |
205 |
– |
2018 |
jaarlijkse subsidieverstrekking |
7.1 |
285 |
175 |
175 |
175 |
175 |
175 |
175 |
– |
2020 |
2021 |
|
7.1 |
200 |
200 |
200 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2018 |
2019 |
||
7.1 |
3.400 |
3.400 |
3.400 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2018 |
2017 |
||
Algemeen |
|||||||||||
12.1 |
173 |
50 |
50 |
50 |
50 |
50 |
50 |
2018 – nog niet gepubliceerd |
2018 |
2017 |
|
12.1 |
210 |
200 |
200 |
200 |
200 |
200 |
200 |
– |
2019 |
2020 |
|
12.1 |
Subsidies SGC 3) |
393 |
194 |
194 |
195 |
184 |
184 |
184 |
– |
incidentele subsidieverstrekking |
|
Totaal subsidie (-regelingen) |
149.918 |
251.604 |
251.477 |
198.516 |
45.236 |
45.940 |
45.440 |
Toelichting:
–) evaluatie heeft nog niet plaatsgevonden
1) Deze subsidies worden in de beleidsevaluatie/beleidsdoorlichtingen meegenomen.
2) Doorlopend, op basis van de huidige Wet financiering politieke partijen. De wet is in 2018 geëvalueerd en voortgezet.
3) Het subsidieverzoek wordt incidenteel ingediend, beoordeeld en vastgesteld. Jaarlijks wordt op basis van de verantwoording geëvalueerd.
4) Subsidie wordt verstrekt o.b.v. Subsidiebesluit Experimenten en kennisoverdracht wonen. Jaarlijks wordt aan de hand van beoordeling van activiteitenplan en begroting een beschikking opgesteld.
Artikelnummer en naam |
Titel, onderwerp |
Start |
Afronding |
---|---|---|---|
1.1 Bestuur en regio |
|||
1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Bestuurlijke en financiële verhouding en Participatie |
2017 |
2018 |
|
Openbaar bestuur en democratie |
2022 |
2023 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Procesevaluatie door Berenschot van de Rijksbrede «uitrol» van de actieve openbaarmaking van onderzoeksrapporten |
2017 |
2018 |
|
Tussentijdse rapportage van het Independent Reporting Mechanism (IRM) van het Open Government Partnership (OGP) over het Nationaal Actieplan Open Overheid 2016–2018 |
2017 |
2018 |
|
Eindevaluatie actieplan bevolkingsdaling |
2020 |
2020 |
|
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA's |
|||
Niet van toepassing |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Niet van toepassing |
|||
3. Overig onderzoek |
|||
2017 |
2018 |
||
Evaluatie programma bevolkingsdaling |
2019 |
2019 |
|
Onderzoek voortgang en stand van zaken per actiepunt van de actielijst, vastgesteld door het actieteam grensoverschrijdende Economie en Arbeid |
2017 |
2018 |
|
1.2 Democratie |
|||
1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Bestuurlijke en financiële verhouding en Participatie |
2017 |
2018 |
|
Openbaar bestuur en democratie |
2022 |
2023 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
2017 |
2018 |
||
Evaluatie rechtspositie politieke ambtsdragers, Dijkstal Wetgeving |
2016 |
2018 |
|
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA's |
|||
Niet van toepassing |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Niet van toepassing |
|||
3. Overig onderzoek |
|||
Niet van toepassing |
|||
2. Nationale veiligheid |
|||
1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Niet van toepassing |
|||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Niet van toepassing |
|||
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA's |
|||
Niet van toepassing |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Niet van toepassing |
|||
3. Overig onderzoek |
|||
Niet van toepassing |
|||
3.1 Woningmarkt |
|||
1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Beleidsdoorlichting Woningmarkt |
2021 |
2022 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Evaluatie Platform 31 |
2017 |
2018 |
|
Evaluatie verhuurdersheffing |
2019 |
2020 |
|
Overkoepelende evaluatie fiscale eigenwoningregeling (Financiën in samenwerking met BZK) |
2019 |
2019 |
|
Fiscale evaluatie eenmalige vrijstelling schenk- en erfbelasting ten behoeve van de eigen woning (Financiën in samenwerking met BZK) |
2020 |
2020 |
|
Fiscale evaluatie gedeeltelijke vrijstelling kamerverhuur |
2020 |
2020 |
|
Evaluatie inkomensafhankelijke huurverhoging |
2020 |
2021 |
|
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA's |
|||
Niet van toepassing |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Niet van toepassing |
|||
3. Overig onderzoek |
|||
Evaluatie modernisering Woningwaarderingsstelsel |
2017 |
2018 |
|
Evaluatie woningwet |
2017 |
2018 |
|
Evaluatie Huisvestingswet |
2018 |
2019 |
|
4.1 Energietransitie en duurzaamheid |
|||
1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Beleidsdoorlichting Energietransitie gebouwde omgeving |
2020 |
2021 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Evaluatie revolverend fonds energiebesparing verhuurders (leningen) |
2020 |
2020 |
|
Evaluatie revolverend fonds energiebesparing verhuurders (uitvoeringskosten) |
2020 |
2020 |
|
Evaluatie Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) |
2019 |
2020 |
|
Evaluatie Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) |
2020 |
2020 |
|
Evaluatie Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH) |
2020 |
2020 |
|
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA's |
|||
Niet van toepassing |
|||
3. Overig onderzoek |
|||
Eindrapport Quickscan huurderstevredenheid EPVQuick scan EPV |
2017 |
2018 |
|
Evaluatie Wet van 18 mei 2016 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte in verband met de mogelijkheid voor verhuurder en huurder een energieprestatievergoeding overeen te komen |
2018 |
2018 |
|
2018 |
2018 |
||
2018 |
2018 |
||
2018 |
2018 |
||
Eindrapportage campagne-effectonderzoek «Energie besparen doe je nu' |
2018 |
2018 |
|
Energie besparen doe je nu (S26) – Eindrapportage campagne-effectonderzoek |
2018 |
2018 |
|
2018 |
2018 |
||
4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit |
|||
1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Beleidsdoorlichting bouwregelgeving en bouwkwaliteit |
2020 |
2021 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Eindevaluatie actieplan bevolkingsdaling |
2020 |
2020 |
|
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA's |
|||
Niet van toepassing |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Niet van toepassing |
|||
3. Overig onderzoek |
|||
Evaluatie Stelsel private kwaliteitsborging |
2022 |
2022 |
|
5.1 Ruimtelijke ordening |
|||
1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Beleidsdoorlichting Ruimtelijke ordening |
2019 |
2020 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Evaluatie sleutelprojecten |
2020 |
2020 |
|
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA's |
|||
Niet van toepassing |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Niet van toepassing |
|||
3. Overig onderzoek |
|||
Evaluatie flexibiliteit in de MIRT systematiek |
2019 |
2019 |
|
5.2 Omgevingswet |
|||
1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Beleidsdoorlichting Omgevingswet |
2019 |
2020 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Niet van toepassing |
|||
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA's |
|||
Niet van toepassing |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
ex ante evaluatie Nationale omgevingsvisie |
2018 |
2018 |
|
Plan MER NOVI |
2018 |
2019 |
|
3. Overig onderzoek |
|||
Niet van toepassing |
|||
6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving |
|||
1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Beleidsdoorlichting Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving |
2019 |
2020 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Evaluatie digitaal 2017 |
2017 |
2018 |
|
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA's |
|||
Niet van toepassing |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Niet van toepassing |
|||
3. Overig onderzoek |
|||
Niet van toepassing |
|||
6.5 Identiteitsstelsel |
|||
1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Beleidsdoorlichting Reisdocumenten en basisregistratie |
2019 |
2019 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Onderzoek commissie BRP |
2018 |
2018 |
|
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA's |
|||
Niet van toepassing |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Niet van toepassing |
|||
3. Overig onderzoek |
|||
Zelfevaluatie BRP |
2018 |
2018 |
|
Zelfevaluatie BRP |
2019 |
2019 |
|
Zelfevaluatie BRP |
2020 |
2020 |
|
Zelfevaluatie BRP |
2021 |
2021 |
|
6.6 Innovatieve digitale overheid |
|||
1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Beleidsdoorlichting innovatieve digitale overheid |
2020 |
2021 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Evaluatie investeringspost |
2019 |
2020 |
|
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA's |
|||
Niet van toepassing |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Niet van toepassing |
|||
3. Overig onderzoek |
|||
Evaluatie governance innovatieve digitale overheid |
2020 |
2020 |
|
7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid |
|||
1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Beleidsdoorlichting Overheid als werkgever |
2018 |
2018 |
|
Beleidsdoorlichting artikel 3 exclusief Bureau ICT Toetsing (BIT) |
2019 |
2019 |
|
Beleidsdoorlichting Bureau ICT Toetsing (BIT) |
2020 |
2020 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Evaluatie ABD |
2018 |
2018 |
|
Evaluatie Rijkshuisvestingsstelsel voor kantoren |
2020 |
2020 |
|
Evaluatie Huis voor Klokkenluiders |
2020 |
2021 |
|
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA's |
|||
Niet van toepassing |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Niet van toepassing |
|||
3. Overig onderzoek |
|||
Subsidie Center for people and buildings (Fysieke werkomgeving Rijk) |
2018 |
2018 |
|
2016 |
2018 |
||
Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2017 |
2018 |
2018 |
|
Tussenevaluatie Bureau ICT Toetsing (BIT) |
2018 |
2018 |
|
Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2018 |
2019 |
2019 |
|
Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2019 |
2020 |
2020 |
|
Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2020 |
2021 |
2021 |
|
Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2021 |
2022 |
2022 |
|
7.2 Pensioenen en uitkeringen |
|||
1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Beleidsdoorlichting Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen |
2018 |
2018 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Niet van toepassing |
|||
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA's |
|||
Niet van toepassing |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Niet van toepassing |
|||
3. Overig onderzoek |
|||
Niet van toepassing |
|||
9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting |
|||
1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Beleidsdoorlichting artikel 6.1 Doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting |
2020 |
2021 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Evaluatie bijdrage monumenten |
2020 |
2020 |
|
Evaluatie bijdrage energiebesparing |
2020 |
2020 |
|
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA's |
|||
Niet van toepassing |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Niet van toepassing |
|||
3. Overig onderzoek |
|||
Evaluatie bijdrage huisvesting Hoge Colleges van Staat & Algemene Zaken |
2018 |
2018 |
|
Evaluatie overdracht monumenten aan de NMO |
2020 |
2020 |
|
9.2 Beheer materiële activa |
|||
1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Beleidsdoorlichting Beheer materiële activa en Kader Overname Rijksvastgoed (KORV) |
2019 |
2020 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Evaluatie onderhoud- en beheerkosten |
2018 |
2018 |
|
Evaluatie Rijkshuisvesting voor specialties |
2019 |
2019 |
|
Evaluatie zakelijke lasten |
2019 |
2019 |
|
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA's |
|||
Niet van toepassing |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Niet van toepassing |
|||
3. Overig onderzoek |
|||
Niet van toepassing |
|||
12 Algemeen |
|||
1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Niet van toepassing |
|||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Niet van toepassing |
|||
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA's |
|||
Niet van toepassing |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
Niet van toepassing |
|||
3. Overig onderzoek |
|||
Evaluatie wet college rechten van de mens |
2017 |
2018 |
Nr. in SiSa bijlage |
Toelichting |
Rijksbegroting |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
A2 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Veiligheidsregio's |
JenV VI |
196,9 |
196,9 |
181,1 |
167,1 |
167,2 |
167,2 |
|
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Brede Doeluitkering Rampenbestrijding |
Artikel 36 |
|||||||
http://rijksbegroting.nl/algemeen/gerefereerd/1/3/1/stb13141.html |
||||||||
Vindplaats regelgeving |
||||||||
A3 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Nb |
JenV VI |
Nb |
Nb |
Nb |
Nb |
Nb |
Nb |
|
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Rijksbijdrage bijstands- en bestrijdingskosten. (Uitkering vindt alleen plaats in geval van calamiteiten en achteraf. Omvang daarvan vooraf niet te ramen |
||||||||
Vindplaats regelgeving |
||||||||
D1 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Gemeenten |
OCW VIII |
35,4 |
35,3 |
35,3 |
35,3 |
35,3 |
35,3 |
|
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Dit betreft de bekostiging van de uitvoering van de taken van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) van 39 RMC-regio’s. De financiering voor de uitvoering van de RMC-taak vindt plaats middels een specifieke uitkering. De verdeelsleutel ligt vast in een ministerieel besluit. |
Artikel 4 |
|||||||
Vindplaats regelgeving |
||||||||
D1A |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Gemeenten |
OCW VIII |
21,9 |
19,2 |
19,2 |
19,2 |
19,2 |
19,2 |
|
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
De middelen voor de uitvoering van de maatregelen uit het Regionaal Programma worden deels aan de RMC-contactgemeenten verstrekt. Voorheen werden deze middelen onder de naam «programmagelden» geheel aan de contactscholen verstrekt. |
Artikel 4 |
|||||||
Vindplaats regelgeving |
||||||||
D9 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Diverse gemeenten1 |
OCW VIII |
366,5 |
462,0 |
492,1 |
492,1 |
492,1 |
492,1 |
|
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid |
Artikel 1 |
|||||||
Vindplaats regelgeving |
||||||||
Besluit specifieke uitkeringen GOA. |
||||||||
D10 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Gemeenten |
OCW VIII |
60,4 |
60,4 |
60,4 |
60,4 |
60,4 |
60,4 |
|
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Sinds 1 januari 2015 wordt het educatiebudget per specifieke uitkering verstrekt aan samenwerkende gemeenten binnen een arbeidsmarktregio (via de contactgemeente). |
Artikel 4 |
|||||||
Vindplaats regelgeving |
||||||||
E03 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Gemeenten, provincies, WGR |
IenW XII |
15,01 |
22,55 |
23,04 |
23,74 |
23,81 |
25,65 |
|
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (incl. bestrijding spoorweglawaai) |
Artikel 20 |
|||||||
E11 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Gemeenten, Provincies en WGR |
IenW XII |
11,24 |
0 |
0 |
0 |
|||
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) |
Artikel 20 |
|||||||
E27A |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Openbaar lichamen als bedoeld in artikel 20, derde lid, van de Wet personenvervoer 2000, de twee zogeheten vervoerregio’s, die als zodanig zijn aangewezen, ontvangen nog een uitkering op basis van de Wet BDU verkeer en vervoer. |
IenW XII |
929,57 |
899,97 |
898,47 |
887,44 |
887,44 |
887,44 |
|
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Artikle 25 |
||||||||
E37 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Provincies |
IenW XII |
0 |
2,79 |
0 |
0 |
|||
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Artikel 15 (Infrastructuurfonds) |
||||||||
F1 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Gemeenten |
EZ XIII |
37,1 |
24,4 |
17,2 |
21 |
1,3 |
– |
|
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Uitkoopregeling Hoogspanningslijn |
Artikel 4 |
|||||||
Vindplaats regelgeving |
||||||||
F2 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Samenwerkingsverband Noord-Nederland (GR-SNN) |
EZ XIII |
40 |
||||||
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Een bijdrage voor verschillende energiebesparende maatregelen, per aanvraag max € 4.000 |
Artikel 5 |
|||||||
Vindplaats regelgeving |
||||||||
F3 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Samenwerkingsverband Noord-Nederland (GR-SNN) |
EZ XIII |
14 |
||||||
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Een bijdrage voor verschillende energiebesparende maatregelen, per aanvraag max € 7.000 |
Artikel 5 |
|||||||
Vindplaats regelgeving |
||||||||
F4 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Provincies |
EZ XIII (EZK/LNV t/m 2018) |
8,0 |
7,8 |
8,0 |
||||
LNV XIV (vanaf 2019) |
||||||||
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Deelprojecten 750 hectare Natuur en Recreatiegebied (Project Mainportontwikkeling Rotterdam) |
Artikel 8 (t/m 2017 artikel 2) |
|||||||
Vindplaats regelgeving |
||||||||
F15 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
De Rijkscofinanciering wordt op landsdeelniveau ingezet via door EZK aangewezen managementautoriteiten die de EFRO-programma’s uitvoeren. Voor landsdeel Noord is dit SNN, voor landsdeel Oost is dit provincie Gelderland, voor landseel Zuid de provincie Noord-Brabant en voor landseel West via de gemeente Rotterdam. |
EZ XIII |
34 |
27 |
23 |
24 |
24 |
23 |
|
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Cofinanciering van projecten die bijdragen aan realisatie van Rijksbeleid voor innovatie en koolstofarme economie binnen programma's van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Financieringsperiode 2014–2020. |
Artikel 2 |
|||||||
Vindplaats regelgeving |
||||||||
G2 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Gemeenten |
SZW hoofdstuk 15 |
6.202,3 |
6.187,5 |
6.289,6 |
6.491,3 |
6.639,4 |
6.748,1 |
|
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Macrobudget participatiewet-uitkeringen en inter-temporele tegemoetkoming (incl. startende zelfstandigen) |
Artikel 2 |
|||||||
Vindplaats regelgeving |
||||||||
G3 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Gemeenten |
SZW hoofdstuk 15 |
36,6 |
26,2 |
23,9 |
23,9 |
23,9 |
23,9 |
|
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (excl. startende zelfstandigen). |
Artikel 2 |
|||||||
Vindplaats regelgeving |
||||||||
H1 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Gemeenten |
VWS XVI |
13,3 |
13,3 |
13,3 |
13,3 |
13,3 |
13,3 |
|
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Ministeriële regeling heroïnebehandeling, tbv behandelkosten heroïnepoli’s. |
Artikel 1 |
|||||||
Vindplaats regelgeving |
||||||||
H3 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Gemeenten |
VWS XVI |
35,1 |
35,1 |
35,1 |
35,1 |
35,1 |
35,1 |
|
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Seksualiteitscoördinatie- en hulpverlening + aanvullende curatieve SOA bestrijding |
Artikel 1 |
|||||||
Vindplaats regelgeving |
||||||||
H4 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
Gemeenten |
VWS XVI |
0 |
152 |
152 |
152 |
152 |
152 |
|
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Regeling specifieke uitkering stimulering sport |
Artikel 6 |
|||||||
Vindplaats regelgeving |
||||||||
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2018-40847.html |
||||||||
L1 |
Ontvangende partij(en) |
Hoofdstuk |
||||||
WGR (GGD's) en gemeenten |
EZK XIII (EZK/LNV t/m 2018) LNV XIV (vanaf 2019) |
0,76 |
0,76 |
0,76 |
||||
Korte omschrijving uitkering |
Artikelonderdeel |
|||||||
Jong Leren Eten |
– |
|||||||
Vindplaats regelgeving |
||||||||
Totaal |
8.058,08 |
8.173,17 |
8.272,47 |
8.445,48 |
8.574,45 |
8.682,69 |
Voor 2018 (oude regeling) betreft het de gemeenten waarbij de som schoolgewichten op 1-10-2009 groter is dan 0. Voor 2019 en volgende jaren betreft het de gemeenten met ten minste één achterstandskind dat binnen de 15% doelgroep onderwijsachterstandenbeleid valt.
Artikel (onderdeel) |
WAS |
Artikel (onderdeel) |
WORDT |
---|---|---|---|
1 |
Openbaar bestuur en democratie |
1 |
Openbaar bestuur en democratie |
1.1 |
Bestuurlijke en financiële verhoudingen |
1.1 |
Bestuur en regio |
1.2 |
Participatie |
1.2 |
Democratie |
2 |
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) |
2 |
Nationale veiligheid |
2.1 |
Apparaat |
2.1 |
AIVD apparaat |
2.2 |
Geheim |
2.2 |
AIVD geheim |
3 |
Woningmarkt |
3 |
Woningmarkt |
3.1 |
Betaalbaarheid |
3.1 |
Woningmarkt |
3.2 |
Onderzoek en kennisoverdracht |
3.1 |
Woningmarkt |
4 |
Woonomgeving en Bouw |
4 |
Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit |
4.1 |
Energie en bouwkwaliteit |
4.1 4.2 |
Energietransitie en duurzaamheid Bouwregelgeving en bouwkwaliteit |
4.2 |
Woningbouwproductie |
3.1 4.1 |
Woningmarkt Energietransitie en duurzaamheid |
4.3 |
Kwaliteit woonomgeving |
1.1 1.2 3.1 4.1 |
Bestuur en regio Democratie Woningmarkt Energietransitie en duurzaamheid |
4.4 |
Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders |
4.1 |
Energietransitie en duurzaamheid |
5 |
Ruimte en omgeving |
5 |
Ruimtelijke ordening en omgevingswet |
5.1 |
Ruimtelijke ordening |
5.1 |
Ruimtelijke ordening |
5.2 |
Omgevingswet |
5.2 |
Omgevingswet |
6 |
Dienstverlenende en innovatieve overheid |
6 |
Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving |
6.2 |
Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen |
1.2 6.2 |
Democratie Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving |
6.3 |
Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen |
6.2 |
Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving |
6.4 |
Burgerschap |
1.2 |
Democratie |
6.5 |
Reisdocumenten en basisadministratie personen |
6.5 |
Identiteitsstelsel |
6.6 |
Investeringspost digitale overheid |
||
7 |
Arbeidszaken overheid |
7 |
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid |
7.1 |
Overheid als werkgever |
7.1 1.2 12 |
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid Democratie Algemeen |
7.2 |
Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen |
1.2 7.2 |
Democratie Pensioenen en uitkeringen |
8 |
Kwaliteit Rijksdienst |
7.1 11 |
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid Centraal apparaat |
9 |
Uitvoering Rijksvastgoedbeleid |
9 |
Uitvoering Rijksvastgoedbeleid |
9.1 |
Een doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting |
9.1 |
Doelmatige Rijkshuisvesting |
9.2 |
Beheer materiële activa |
9.2 |
Beheer materiële activa |
11 |
Centraal apparaat |
11 |
Centraal apparaat |
12 |
Algemeen |
12 |
Algemeen |
13 |
Nominaal en Onvoorzien |
13 |
Nog onverdeeld |
14 |
VUT-fonds |