Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 maart 2019
Op 8 maart jl. verzocht de Vaste Kamercommissie Europese Zaken de Ministers van Buitenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid om de Kamer een verslag van hun respectievelijke bezoeken van 11 maart en 20–21 februari jl. aan Hongarije te sturen. Door middel van deze kamerbrief voldoen wij graag aan dit verzoek.
Bezoek Minister van Buitenlandse Zaken op 11 maart jl.
Minister Blok bezocht Hongarije op 11 maart jl. als onderdeel van een reeks reizen naar EU-lidstaten. Deze bezoeken worden afgelegd om bilaterale relaties te versterken nu verhoudingen in Europa verschuiven en in toenemende mate onder druk staan. Bij de bezoeken aan Centraal Europa worden vanuit gemeenschappelijke belangen en met een beroep op EU-waarden zowel mogelijkheden tot nadere samenwerking binnen de EU aan de orde gesteld als zorgen gedeeld die het functioneren van de Unie schaden.
In Hongarije sprak de Minister van Buitenlandse Zaken met de Hongaarse Minister van Algemene Zaken, Gulyás en de Hongaarse Minister van Buitenlandse Zaken en Handel, Szijjártó. In deze gesprekken ging de Minister in op de lange bilaterale relatie tussen Nederland en Hongarije, de goede handelsbetrekkingen die daar een belangrijk onderdeel van vormen en de samenwerking op belangrijke EU-dossiers als Interne Markt, Brexit en het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid.
Daarnaast sprak de Minister van Buitenlandse zaken zijn Hongaarse gesprekspartners indringend aan op ontwikkelingen die de democratische rechtsstaat in Hongarije bedreigen. De Minister refereerde onder andere aan zorgen over de positie van het Hongaarse maatschappelijke middenveld, de academische vrijheden, corruptie en de oprichting van de nieuwe administratieve rechtbank. Daarbij benadrukte de Minister dat de Nederlandse regering kritisch staat tegenover de besteding van EU-gelden in lidstaten die zich niet houden aan de Europese waarden. De Minister van Buitenlandse Zaken sprak de hoop uit dat in het kader van de artikel 7-procedure spoedig een dialoog wordt aangegaan in de Raad Algemene Zaken.
Tijdens de gesprekken en de persconferentie sprak de Minister van Buitenlandse Zaken zijn afkeur uit over de persoonlijke aanvallen, gesteund met Hongaars overheidsgeld, richting Europese politici als Juncker, Timmermans en Sargentini. Ook uitte de Minister zijn teleurstelling over het onbenut laten van de mogelijkheid van een dialoog tussen beide parlementen. Vanuit Hongaarse zijde werd aangegeven open te staan voor deze dialoog in de toekomst.
In algemene zin kan worden geconcludeerd dat de gesprekken even kritisch als constructief waren en dat de Hongaarse gesprekspartners openstonden voor dialoog. Dit bleek onder meer door toezeggingen dat de Hongaarse regering de uitspraak van het Europees Hof van Justitie inzake de nieuwe onderwijswet zal respecteren en de constateringen van de Venetië Commissie over de invoering van de nieuwe administratieve rechtbank serieus zal nemen.
Tijdens zijn bezoek sprak de Minister tevens met vertegenwoordigers van het Hongaars maatschappelijk middenveld en UNHCR, waarbij de zorgen over democratie, rechtsstaat en mensenrechten in Hongarije wederom onderwerp van gesprek waren.
Bezoek Minister van Justitie en Veiligheid op 20-21 februari jl.
Minister Grapperhaus heeft op 20-21 februari een werkbezoek aan Boedapest afgelegd. De Minister heeft zich tijdens het werkbezoek op de hoogte gesteld van de stand van zaken, in verschillende gesprekken met huidige en voormalige functionarissen uit de rechterlijke macht en met vertegenwoordigers van civil society die werkzaam zijn op het gebied van rechtsstatelijkheid. Tevens heeft de Minister van Justitie en Veiligheid gesproken met de president van het Hooggerechtshof en gaf hij een lezing aan studenten van de Károli Gáspár universiteit in Boedapest over de beginselen van de democratische rechtsstaat. Het bezoek sloot hij af met een gesprek met Minister van Justitie Trócsányi en een gesprek Minister van Binnenlandse zaken Pintér.
In de gesprekken met de vertegenwoordigers van de rechtelijke macht en de verschillende ngo’s werden onder meer drie belangrijke zorgen geuit. Ten eerste werd de nadruk gelegd op de sterk toenemende corruptie en de beperkte inspanning die de huidige regering pleegt om corruptie tegen te gaan. Ten tweede werd met nadruk gewezen op de institutionele aantasting van de rechtsstaat. En ten derde werd gewezen op de intimidatie die plaatsvindt tegen kritische geluiden in Hongarije. De conclusie van deze gesprekken is dat er een kantelmoment dreigt waarbij op een zeker moment de rechtsstaat niet of niet meer goed functioneert en het ook niet meer mogelijk is binnen de kaders van de dan geldende wetgeving het functioneren van de rechtstaat te garanderen.
In het gesprek met Minister van Justitie Trócsányi hebben de ministers juist over die thema’s gesproken. De Minister van Justitie en Veiligheid heeft gewezen op het belang van effectieve corruptiebestrijding in het bijzonder wanneer Europees geld in het geding is. Het gesprek ging vervolgens voor een belangrijk deel over de aanpak van bestuursrechtspraak de rechtsstaat, waarbij de Minister van Justitie en Veiligheid kritische kanttekeningen plaatste bij de rechtsstatelijkheid van de voorstellen. In het bijzonder sprak hij zijn vrees uit dat de nieuwe Hongaarse wetgeving de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht geweld aan doet en wees de Minister van Justitie en Veiligheid op de toepassing van rechtstatelijke principes. Kern van de discussie hier is onafhankelijkheid bij de benoemingen van rechters. De Minister van Justitie en Veiligheid heeft dan ook aangegeven dat hij verwacht van de Hongaarse Minister inhoudelijk in te gaan op de bevindingen van de Venetië Commissie wanneer deze binnenkort met aanbevelingen zal komen. De Minister van Justitie en Veiligheid is in zijn gesprek met Trócsányi ook ingegaan op de campagne van Fidesz. In het gesprek heeft de Minister gezegd dat niet van overheidswege in een EU-lidstaat dit soort intimiderende campagnes behoren te worden gevoerd. Hij heeft zijn collega als Minister van Justitie aangesproken en opgeroepen hier afstand van te nemen. Ook kwamen zij te spreken over het Europees Openbaar Ministerie (EOM) en Eurojust, e-evidence, het Rule of law-conditionaliteitsvoorstel van de Commissie in de EU en de taak van justitie-ministers in JBZ-kader inzake de rechtsstaat.
Daarnaast heeft de Minister van Justitie en Veiligheid een kennismakingsgesprek gevoerd met de Hongaarse ministers van Binnenlandse Zaken Pintér, belast met politie, veiligheid en grensbewaking. Zij hebben met name over politiesamenwerking, joint investigation teams en bestrijding van mensenhandel besproken. Deze samenwerking verloopt nu goed, maar is evenzeer gebaseerd op een goed functionerende rechtstaat.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus