Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 maart 2019
In de ochtend van 20 februari jl. werd de Nederlandse ambassadeur in Teheran door het Iraanse Ministerie van Buitenlandse Zaken te kennen gegeven dat twee Nederlandse uitgezonden medewerkers werkzaam op de ambassade in Teheran tot persona non grata zullen worden verklaard. Dit is een reactie op de eerdere uitzetting van twee Iraanse diplomaten door Nederland in juni 2018, vanwege sterke aanwijzingen van de AIVD dat Iran de hand heeft gehad in de liquidaties op Nederlands grondgebied van twee Nederlanders van Iraanse komaf. Zoals bekend heeft de Europese Unie op 8 januari 2019 sancties afgekondigd tegen Iran wegens ongewenste inmenging van het land op Europees grondgebied1.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft in de middag van 20 februari jl. onmiddellijk de ambassadeur van Iran ontboden om opheldering te krijgen over het besluit tot uitzetting. Nederland heeft de ambassadeur duidelijk gemaakt dat het uitzetten van twee Nederlandse diplomaten niet acceptabel is en negatief is voor de ontwikkeling van de bilaterale relatie. De twee Nederlandse diplomaten zijn op zondag 3 maart naar Nederland uitgezet. Daarop heeft het kabinet de Nederlandse ambassadeur in Teheran teruggeroepen voor consultaties.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok