Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 november 2018
Met deze brief informeer ik u over de Nederlandse inzet bij de Vierde Toetsingsconferentie van het Chemisch Wapenverdrag (Chemical Weapons Convention, CWC), die plaatsvindt van 21 t/m 30 november 2018 in Den Haag.
Het kabinet beschouwt het CWC als fundamenteel component van de wereldwijde non-proliferatie-architectuur. Het werk en welslagen van de uitvoerende organisatie (Organisation for the prohibition of Chemical Weapons, OPCW) draagt bij aan de handhaving van de norm tegen het gebruik van chemische wapens. Nederland is er dan ook trots op om als gastland deze organisatie te kunnen huisvesten.
Het Chemisch Wapenverdrag en de OPCW
De succesvolle eliminatie van chemische arsenalen
Het Chemisch Wapenverdrag, dat in 1997 in werking trad, en de OPCW hebben een vrij succesvolle geschiedenis gekend. Op dit moment is meer dan 96% van de opgegeven voorraden chemische wapens vernietigd onder toezicht van de OPCW.
De Russische Federatie, naast de Verenigde Staten het land dat over verreweg de grootste voorraden chemische wapens beschikte, heeft vorig jaar het vernietigingsproces van zijn opgegeven voorraden voltooid. Nederland heeft daar financieel aan bijgedragen. De VS verwacht in 2023 de vernietiging van het eigen arsenaal te hebben voltooid.
Het verdrag is bijna universeel; slechts vier landen (Noord-Korea, Israël, Egypte en Zuid-Soedan) zijn niet toegetreden. Tijdens en na de burgeroorlogen in Irak en Libië heeft de OPCW geassisteerd in de succesvolle vernietiging van in die landen aangetroffen chemische wapens. In Syrië heeft de OPCW de VN geassisteerd bij de vernietiging van de opgegeven voorraden chemische wapens. In 2013 is de OPCW de Nobelprijs voor de Vrede toegekend, voor haar uitgebreide werk om het gebruik van chemische wapens te elimineren.
Desondanks hernieuwde inzet van chemische wapens
Helaas blijkt de weg naar een wereld zonder chemische wapens vol obstakels. Leek het tot enkele jaren geleden slechts een kwestie van tijd voordat alle chemische wapens wereldwijd vernietigd zouden zijn, de laatste jaren heeft een aantal ernstige gebeurtenissen onderstreept dat het gevaar van chemische wapens nog niet is geweken.
De inzet van chemische wapens in de oorlog in Syrië, de moord met gifgas op de halfbroer van de leider van Noord-Korea in Maleisië en, dit jaar, de aanslag met een chemische stof op een voormalig lid van de Russische geheime dienst in het Verenigd Koninkrijk, zijn alle zeer zorgwekkende ontwikkelingen. Daar komt nog bij dat ook niet-statelijke actoren belangstelling hebben getoond voor chemische wapens. In Syrië heeft IS zelf gefabriceerde chemische wapens ingezet, zoals ik uw Kamer eerder heb gemeld, o.a. in mijn brief van 15 februari 2018 (Kamerstuk 32 623, nr. 188).
Toekomst van de OPCW
Verschuiving van de hoofdtaak van de organisatie
Eén van de belangrijkste taken van de Toetsingsconferentie is het richting geven aan het beleid van de OPCW in de komende vijf jaren. Dat is bij de komende conferentie bijzonder belangrijk omdat, zoals hierboven aangegeven, de vernietiging van de voorraden chemische wapens bijna is voltooid. De OPCW zal zich in de toekomst naast de al bestaande en voortdurende taken met betrekking tot industrie-inspecties, meer gaan richten op capaciteitsopbouw, outreach, het verzamelen en bewaren van essentiële kennis omtrent chemische stoffen, het leiding geven aan een kring van zgn. designated labs (laboratoria die onderzoek verrichten in opdracht van de OPCW) en het verlenen van assistentie bij al dan niet opzettelijke incidenten met chemische stoffen. Daarbij zal het assisteren van landen bij het implementeren van het Chemisch Wapenverdrag in hun nationale wetgeving meer aandacht krijgen, evenals het opleiden van douanebeambten die in- en uitvoer van chemische stoffen moeten controleren.
Een nieuw laboratorium
Met het oog op die toekomstige taken is de OPCW van plan een nieuw laboratorium te bouwen; het huidige laboratorium is verouderd. Met de bouw van een nieuw laboratorium hoopt de OPCW een belangrijke impuls te geven aan de verwezenlijking van de hier boven genoemde doelstellingen. Deze nieuwbouw wordt uit vrijwillige bijdragen van OPCW-lidstaten betaald. Het kabinet zal een financiële bijdrage doen van EUR 2,3 miljoen, waarmee de OPCW de benodigde kavel voor de bouw van het laboratorium kan aankopen. Diverse andere landen (Canada, België, Zuid-Korea, Polen, Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk) en de EU hebben eveneens bijdragen aan het nieuwe laboratorium toegezegd of reeds gedaan. De verwachting is dat meer landen zich zullen aansluiten. Naar verwachting zal het nieuwe laboratorium in 2021 kunnen worden geopend.
Niet-statelijke actoren
De dreiging van aanvallen met chemische wapens door niet-statelijke actoren/terroristen groeit. In de oorlogen in Irak en Syrië zijn hier reeds voorbeelden van geweest. De OPCW zal in de komende jaren ook aan dit aspect meer aandacht gaan geven.
Verbetering industriële inspecties
Daarnaast wordt onderzocht op welke manier de industrie-inspecties, een belangrijke taak van het Technisch Secretariaat, verder kunnen worden verbeterd. De kennis van het Technisch Secretariaat moet gelijke tred houden met de technische ontwikkelingen om het risico op de – heimelijke – ontwikkeling van nieuwe chemische wapens zo klein mogelijk gehouden. Ook hierin kan het nieuwe laboratorium een belangrijke rol spelen: er zal aanzienlijk meer ruimte voor training van inspecteurs, onderzoek en voor opslag van uitrusting en materiaal zijn dan in de huidige situatie.
Uitbreiden CWC-lijst van verboden chemische stoffen
Nederland heeft samen met de VS en Canada een procedure in gang gezet om de chemische stof die is gebruikt bij de aanslag in Salisbury, ook wel «novitsjok» genoemd, op de lijst met verboden chemische stoffen van het Chemisch Wapenverdrag te plaatsen. Dit is de eerste keer sinds oprichting van het verdrag dat een uitbreiding is voorgesteld. In de toekomst zal dit mogelijk vaker gebeuren, omdat in de afgelopen twintig jaar nieuwe stoffen zijn ontwikkeld die niet zelden een dual-use karakter hebben en dus gemonitord moeten worden.
Nederlandse inzet tijdens de Toetsingsconferentie
Tijdens de Toetsingsconferentie zal door de lidstaten worden teruggekeken op het functioneren van het CWC gedurende de afgelopen vijf jaar en zal de koers voor de komende vijf jaar worden uitgestippeld. De situatie in Syrië zowel in de afgelopen vijf jaar als in de komende jaren, zal daarbij een prominente plaats innemen.
Onder meer de volgende onderwerpen zullen aan de orde komen:
• vernietiging van chemische wapens;
• vernietiging of omschakeling van productiefaciliteiten voor chemische wapens;
• verificatieactiviteiten van de OPCW;
• nationale uitvoeringsmaatregelen;
• overleg, samenwerking en feitenonderzoek;
• bijstand en bescherming tegen chemische wapens;
• economische en technologische ontwikkeling;
• artikelen XII tot XV (non-compliance, regeling van geschillen tussen staten, amenderen van het verdrag) van het CWC;
• bescherming van vertrouwelijke informatie;
• de algemene werking van de OPCW.
De Nederlandse inzet kent een aantal prioritaire elementen, die hieronder kort uiteengezet worden.
1. Verdeeldheid tegengaan
Het kabinet maakt zich grote zorgen over de verharding van het debat in de OPCW. De inzet van chemische wapens in de burgeroorlog in Syrië heeft geleid tot scherpe verdeeldheid tussen de lidstaten. Enerzijds Rusland, dat het Assad-regime onvoorwaardelijk steunt, en anderzijds de Westerse landen, die bij voortduring aandringen op veroordeling van en maatregelen tegen Syrië. Rusland heeft eenzelfde verstorende positie ingenomen in de VN-Veiligheidsraad, waar het de verlenging van het mandaat van het Joint Investigative Mechanism, dat onderzocht wie verantwoordelijk waren voor het CW-gebruik in Syrië, met een veto heeft geblokkeerd.
2. Steun voor onafhankelijkheid en onpartijdigheid OPCW
In de OPCW probeert Rusland, daarin bijgevallen door enkele andere landen, het Technisch Secretariaat van de OPCW, dat de Fact Finding Missions in Syrië uitvoert, in diskrediet te brengen. Er wordt twijfel gezaaid over de integriteit, onafhankelijkheid en onpartijdigheid.
Het is belangrijk dat de lidstaten tijdens deze toetsingsconferentie steun aan en vertrouwen in de directeur-generaal (DG) en het onder zijn leiding opererende Technisch Secretariaat uitspreken en niet meegaan in de ondermijnende acties. De onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de DG en het Technisch Secretariaat zijn wat het kabinet betreft boven alle twijfel verheven.
3. Attributie
Afgelopen juni hebben de lidstaten van de OPCW het Technisch Secretariaat de bevoegdheid toegekend om behalve aan fact-finding, ook aan daderonderzoek (attributie) in Syrië te doen. Nederland was één van de co-sponsors van dit besluit. Het kabinet ziet dit mandaat als een belangrijke stap naar accountability voor de misdaden begaan met chemische wapens in Syrië. In de brief van 16 augustus 2018 (Kamerstuk 32 623, nr. 223) bent u hierover nader geïnformeerd.
Rusland heeft aangekondigd alles in het werk te zullen stellen om dit besluit terug te draaien, onder meer door de aanname van een begroting voor 2019 te verhinderen. Al zal het in die opzet waarschijnlijk niet slagen, deze houding zorgt voor een verdere verslechtering van de atmosfeer waarin de Toetsingsconferentie wordt gehouden. En hoewel deze kwestie formeel niet aan de orde is op de Toetsingsconferentie, zal het onderwerp de discussies tijdens de Toetsingsconferentie negatief beïnvloeden.
4. Personeelsbeleid
Een belangrijk punt dat besproken zal worden tijdens de Toetsingsconferentie is het personeelsbeleid van de organisatie. De OPCW is een zogenaamde non-career organisation. Dat houdt in dat medewerkers voor een maximale termijn van 7 jaar worden aangenomen en daarna niet meer voor (verlenging van) een aanstelling in aanmerking komen. Omdat deze praktijk tot problemen leidt bij het behouden van schaarse expertise en ervaring, vooral bij de inspecteurs, is al een paar jaar aan de DG de bevoegdheid toegekend om per casus af te wijken van deze regel. Tijdens de Toetsingsconferentie ligt een voorstel voor om deze bevoegdheid permanent te maken. Nederland steunt het voorstel onder voorwaarden, zoals bijvoorbeeld aandacht voor diversiteit en regionale spreiding.
5. Side events
Tijdens de Toetsingsconferentie zullen diverse side events worden georganiseerd. De Nederlandse delegatie zal samen met de twee andere indieners (VS, Canada) deelnemen aan een informatieve sessie over het voorstel om novitjoks op de lijst met verboden middelen op te nemen. Daarnaast faciliteert Nederland een kennissessie gericht op landen op het Afrikaanse continent, waar diverse experts zullen spreken over Strengthening CWC Implementation in Africa: Challenges and Opportunities. Beide onderwerpen passen in de Nederlandse inzet om het CWC te steunen en te versterken.
Tot slot
Nederland zet zich al jaren actief in voor een wereldwijd verbod op chemische wapens en blijft dat doen. Het is van groot belang dat de internationale gemeenschap pal blijft staan voor de volkenrechtelijke norm dat chemische wapens nooit gebruikt mogen worden. Daarom blijft Nederland zich in de VN Veiligheidsraad, in de OPCW en andere fora hard maken voor onafhankelijk onderzoek en het aansprakelijk stellen van degenen die verantwoordelijk zijn voor de inzet van chemische wapens. Het kabinet is van mening dat een goed geoutilleerd Technisch Secretariaat, dat kan rekenen op de steun en het vertrouwen van de lidstaten, in dit verband onontbeerlijk is. Verdere politisering van het debat moet worden voorkomen en zo mogelijk teruggedrongen.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok