Voorgesteld 15 november 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Israëlische regering heeft erkend dat zij aanhangers van de BDS-beweging, en personen en organisaties die zij daartoe rekent, systematisch monitort en soms intimideert en hindert;
overwegende dat het waarschijnlijk is dat dit ook in Nederland gebeurt en Nederlandse burgers en organisaties treft;
overwegende dat uitlatingen en activiteiten in het kader van BDS door de vrijheid van meningsuiting en van vergadering beschermd zouden moeten worden en dus een democratisch grondrecht zijn;
verzoekt de regering om, te onderzoeken of en op welke wijze de Israëlische regering de democratische grondrechten van Nederlandse burgers die hun vrijheid van meningsuiting en van vergadering uitoefenen, aantast, en de Kamer over de bevindingen te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kuzu