Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 maart 2019
Op 12 februari 2019 heeft het lid Van Raan (PvdD) om een brief verzocht over de wijze waarop wordt omgegaan met een snellere stijging van de zeespiegel dan waarin het Deltaprogramma nu voorziet (Handelingen II 2018/19, nr. 52, item 25).
Zoals ik uw Kamer in eerdere brieven en debatten heb aangegeven is het startpunt goed: Nederland is de best beveiligde delta van de wereld. Het Deltaprogramma bereidt Nederland voor op de gevolgen van klimaatverandering in 2050, met een doorkijk naar 2100. Er wordt al rekening gehouden met 1 meter zeespiegelstijging in 2100. Voor de uitvoering van de benodigde maatregelen bestaat een langlopend investeringsprogramma, gefinancierd uit het Deltafonds. Hiermee is Nederland uniek in de wereld.
Het Deltaprogramma is bovendien adaptief; elke 6 jaar worden onderliggende uitgangspunten en (klimaat)scenario’s herijkt om te zien of de koers moet worden bijgesteld.
De onzekerheden rond zeespiegelstijging zijn groot. De kennis over wat zich op Antarctica afspeelt is volop in ontwikkeling. Basis voor het Deltaprogramma is wetenschappelijk gedragen kennis, dus de klimaat- en zeespiegelscenario’s van het IPCC. Deze scenario’s worden door het KNMI vertaald naar de Nederlandse situatie en vervolgens verwerkt in de Deltascenario’s onder het Deltaprogramma. Ik heb in het Wetgevingsoverleg Water van 26 november 2018 (Kamerstuk 35 000 J, nr. 28) toegezegd uw Kamer dit najaar te informeren over het «Special Report on Oceans and Cryosphere in a Changing Climate (SROCC)» van het IPCC, met een duiding van het KNMI voor de Nederlandse situatie.
Dit betekent niet dat signalen over mogelijke extreme scenario’s (kleine kans, grote impact) op de lange termijn terzijde worden geschoven. De verkenning van Deltares van vorig jaar, die gebaseerd is op een aantal «what-if» projecties, liet zien dat de versnelde zeespiegelstijging ook bij extreme veronderstellingen pas na 2050 merkbaar wordt. Met het Deltaprogramma is en blijft de Nederlandse delta in elk geval zeker tot 2050 veilig en leefbaar. Vooruitkijken op keuzes die we daarna wellicht moeten maken, is onderdeel van adaptief deltamanagement en daar is ook nog de tijd voor.
Zoals ik uw Kamer vorig jaar heb gemeld, wordt er gewerkt aan een meerjarig kennisprogramma rond zeespiegelstijging. Een belangrijk element is het verkleinen van de onzekerheid over de ontwikkelingen op Antarctica. Dit vergt fundamenteel onderzoek, ook in internationale samenwerking. Daarnaast wordt ook naar de houdbaarheid en «oprekbaarheid» van onze huidige strategie van zandsuppleties en waterkeringen gekeken: tot welke zeespiegelstijging is deze bestendig en welke aanvullende ingrepen zijn daarbij eventueel nodig en mogelijk?
Gezien de lange termijn waarop dit mogelijk speelt zijn de onzekerheden extreem groot. Wat in de toekomst mogelijk en wenselijk is, hangt bijvoorbeeld ook af van de stand van de techniek en de kosten op dat moment. Een keuze nu voor één bepaalde oplossing ligt de komende jaren daarom niet voor de hand. Het kennisprogramma gaat daarom verschillende handelingsperspectieven voor de lange termijn verkennen. Welke alternatieve strategieën zijn er? Hoe worden keuzemogelijkheden voor de toekomst opengehouden? Kansrijke richtingen en adaptatiepaden worden in beeld gebracht om zoveel mogelijk opties voorhanden te hebben.
Dit kennisprogramma rond zeespiegelstijging wordt ontwikkeld in samenwerking met de Deltacommissaris, de partners in het Deltaprogramma, kennisinstellingen en bedrijfsleven. Er is draagvlak voor deze gezamenlijke aanpak. Dit programma gaat kennis en inzichten leveren om bij de herijkingsronde 2026 van het Deltaprogramma onderbouwde en weloverwogen keuzes over de toekomst van Nederland te kunnen maken. Conform mijn toezegging in het Wetgevingsoverleg Water van 26 november 2018 (Kamerstuk 35 000 J, nr. 28) zal ik uw Kamer tijdig voor het AO Water (gepland op 20 juni 2019) over de opzet van het kennisprogramma zeespiegelstijging informeren.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga