Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 september 2018
Met deze brief ontvangt u enkele aandachtspunten bij de ontwerpbegrotingen voor Koninkrijksrelaties (hoofdstuk IV) en het BES-fonds (H). De financiële gegevens van deze begrotingen vindt u in onderstaande tabel.
Uitgaven |
Verplichtingen |
Ontvangsten |
|
---|---|---|---|
Koninkrijksrelaties (IV) |
108,8 |
80,2 |
38,3 |
BES-fonds (H) |
38,3 |
38,3 |
38,3 |
Een goede begroting legt de basis voor een goede verantwoording. In de ontwerpbegroting worden onder andere de plannen uit het regeerakkoord en de uitkomsten van de voorjaarsbesluitvorming verwerkt.
Wij gaan in op enkele aandachtspunten die voortkomen uit onze onderzoeken en die relevant kunnen zijn voor de begrotingsbehandeling, te weten:
• informatie over beleidsprestaties;
• wederopbouw Sint Maarten;
• financiële situatie Aruba, Curaçao en Sint Maarten;
• ernstige onvolkomenheid informatiebeveiliging Rijksdienst Caribisch Nederland.
Wij sluiten deze brief af met een overzicht van nog te publiceren onderzoek van de Algemene Rekenkamer op het terrein Koninkrijksrelaties.
Om de beleidsuitvoering in Caribisch Nederland te kunnen volgen, is informatie nodig over de financiële middelen en de beleidsprestaties. Vanaf 2013 krijgt het parlement beter inzicht in de financiële middelen. Sindsdien neemt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) een overzicht op van alle rijksuitgaven aan Caribisch Nederland in de begroting en in het jaarverslag. De afgelopen jaren heeft de Minister echter geen verbeteringen doorgevoerd in de informatie over beleidsprestaties.
Over specifiek het onderwerp rechtshandhaving gaf de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer aan dat de informatie in het jaarverslag over 2017 wel erg beperkt was.1 Met de beschikbare informatie is het niet mogelijk om te beoordelen of de rechtshandhaving verbetert of verslechtert. De Staatssecretaris deelde de mening van de vaste commissie en zegde toe samen met de Minister van Justitie en Veiligheid (JenV) na te gaan welke indicatoren opgenomen kunnen worden. Daarom hebben wij de ook ontwerpbegroting van JenV bekeken.
Informatie over gerealiseerde prestaties in een jaarverslag krijgt meer betekenis wanneer de beoogde prestaties tevoren zijn opgenomen in de begroting. Voor het beleidsterrein van JenV geeft noch de huidige ontwerpbegroting Koninkrijksrelaties noch de ontwerpbegroting JenV concrete informatie over wat wordt beoogd. Om de informatiepositie van het parlement te versterken en om een oordeel te kunnen geven over de geleverde prestaties, is het van belang dat de begroting informatie bevat over de beoogde beleidsprestaties.
Voor de wederopbouw van Sint Maarten is in april 2018 een overeenkomst gesloten met de Wereldbank. Toen heeft Nederland ook de eerste tranche van € 112 miljoen overgemaakt naar het fonds. In juli heeft de stuurgroep, die het fonds beheert, de eerste 55 miljoen dollar beschikbaar gesteld om onder meer nutsvoorzieningen en gebouwen te herstellen.
Er is nog weinig duidelijkheid over de informatie die het parlement zal ontvangen over geboekte resultaten. De Staatssecretaris van BZK heeft hierover alleen aangegeven dat de inhoud en frequentie van die informatie zal aansluiten bij de standaardwerkwijze van de Wereldbank en dat hij de Tweede Kamer zal informeren over de rapportages van de Wereldbank.2 Onduidelijk is of de Tweede Kamer met deze informatie kan nagaan in welke mate de geformuleerde doelen dichterbij komen en in welke mate Sint Maarten en de Wereldbank voldoen aan de gestelde voorwaarden.
Nederland heeft twee initiële voorwaarden gesteld aan de wederopbouw, namelijk dat Sint Maarten een integriteitskamer inricht en het grenstoezicht versterkt. Het is voor het parlement belangrijk om te kunnen volgen of Sint Maarten hiermee voortgang boekt. Daarnaast is het ook van belang dat het parlement kan nagaan in welke mate wordt voldaan aan aanvullende voorwaarden die zijn gesteld. Zo is aangegeven dat vanuit het fonds alleen projecten gefinancierd worden waarvoor geen andere reële financieringsopties zijn en dat de uitgaven rechtmatig moeten zijn.
De Staatssecretaris van BZK zal nieuwe tranches voorleggen aan het parlement. Het is daarom van belang dat het parlement een goed beeld heeft van de geboekte voortgang. Dit kan het parlement waarborgen door minimale eisen te stellen aan de te ontvangen informatie.
Er zijn signalen dat de wederopbouwactiviteiten traag verlopen.3 Wij zijn daarom recent een onderzoek gestart naar de wederopbouw op Sint Maarten. Daarmee willen wij vooral nagaan of de hulp aan Sint Maarten snel genoeg op gang komt en of met het Nederlandse geld wordt voorzien in de behoeften van de bewoners. Wij voeren het onderzoek uit als focusonderzoek. Dit houdt in dat wij een snellere procedure hanteren en dat wij alleen de feiten maar geen conclusies en aanbevelingen opnemen in het rapport. Dit rapport publiceren wij eind 2018.
In ons verantwoordingsonderzoek over 2017 (Kamerstuk 34 950 IV, nr. 2) wezen wij erop dat de problemen met de financiële situatie en de kwaliteit van het financieel beheer bij de 3 landen en een deel van de BES-eilanden al een lange periode spelen. Op zich is het niet vreemd dat het verbeteren van dergelijke zaken tijd kost. Eind jaren 80 en begin jaren 90 heeft Europees Nederland er ongeveer 7 jaar over gedaan om het financieel beheer te verbeteren. Toen zijn de Minister van Financiën, de Tweede Kamer en de Algemene Rekenkamer in de Operatie Comptabel Bestel gezamenlijk opgetrokken.
Vooralsnog is er geen positieve trend zichtbaar in de Caribische delen van het Koninkrijk. Om een verbeterprogramma effectief uit te voeren is het van belang dat er een breed gedragen inzicht is in de huidige situatie. Daarom hebben wij in het verantwoordingsonderzoek aanbevolen om een brede evaluatie uit te voeren: een evaluatie die zich zeker niet alleen richt op het financieel toezicht en de (on)mogelijkheden om dat effectief uit te voeren, maar ook op het handelen van en de afstemming met betrokken partijen. Zo’n evaluatie kan als basis dienen voor een gezamenlijk verbeterprogramma. In haar reactie op ons verantwoordingsonderzoek heeft de Minister deze aanbeveling niet overgenomen.
Sinds 2014 is de informatiebeveiliging bij de Rijksdienst Caribisch Nederland onder de maat. Omdat de geconstateerde problemen een langdurig karakter hebben en ernstig zijn, kwalificeerden wij dit in ons verantwoordingsonderzoek over 2017 als een ernstige onvolkomenheid. Om verbetermaatregelen af te dwingen, hebben wij in het kader van het verantwoordingsonderzoek 2017 op 4 april 2018 bezwaar gemaakt. De Minister van BZK heeft toen binnen de gestelde periode van 4 weken een verbeterplan opgesteld. In dit plan gaf de Minister aan welke maatregelen zij al had getroffen en welke maatregelen zij op de middellange en lange termijn ging uitvoeren. Op basis van dit verbeterplan hebben wij besloten ons bezwaar niet te handhaven.
In de ontwerpbegroting geeft de Minister aan wat de kosten zijn om de informatiebeveiliging van de Rijksdienst Caribisch Nederland te verbeteren. Over de geboekte voortgang bij de uitvoering van het verbeterplan heeft zij het parlement nog geen informatie gegeven.
Wij zullen in ons verantwoordingsonderzoek over 2018 hier aandacht aan besteden.
Overig te publiceren onderzoek van de Algemene Rekenkamer
Tot de publicatie van ons verantwoordingsonderzoek over 2018 op 15 mei 2019 verwachten wij op het terrein van Koninkrijksrelaties het volgende onderzoek te publiceren:
• Focusonderzoek Wederopbouwgelden Sint Maarten.
We gaan graag met u in gesprek over onze aandachtspunten bij de ontwerpbegroting 2019.
Algemene Rekenkamer
drs. A.P. (Arno) Visser president
drs. C. (Cornelis) van der Werf secretaris