Vastgesteld 8 oktober 2018
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 25 september 2018 voorgelegd aan de Minister van Algemene Zaken. Bij brief van 5 oktober zijn ze door de Minister van Algemene Zaken beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Ziengs
De waarnemend griffier van de commissie, Hendrickx
Vraag 1
Welke personen en/of organisaties hebben voor Prinsjesdag inzage gehad in (delen van) begrotingen of cijfers, analyses en teksten die later onderdeel zijn geworden van de begrotingsstukken?
Antwoord op vraag 1
De ontwerpbegrotingen zijn, gecoördineerd door de Minister van Financiën opgesteld door de diverse afdelingen van de ministeries in overleg met de bewindspersonen.
De verschillende versies van de ontwerpbegrotingen zijn onderling tussen alle ministeries afgestemd. De ontwerpbegrotingen zijn vervolgens in augustus besproken in het kabinet. Daarna zijn de ontwerpbegrotingen via het Kabinet van de Koning aangeboden bij de Raad van State voor advisering. De Algemene Rekenkamer had toegang tot de ontwerpbegrotingen.
De concept Miljoenennota is besproken met het Sociaal Cultureel Planbureau, het Centraal Planbureau, De Nederlandsche Bank en de ministeries. Daarna is de concept Miljoenennota besproken in het kabinet. De concept Miljoenennota is eind augustus geredigeerd door enkele redacteuren van het Taalcentrum-VU. De definitieve Miljoenennota na verwerking van de definitieve MEV-cijfers is alleen nog verstrekt aan het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet van de Koning en de Raad van State. De Algemene Rekenkamer heeft de definitieve Miljoenennota ingezien bij het Ministerie van Financiën.
De Sdu heeft de ontwerpbegrotingen en de Miljoenennota opgemaakt tot Kamerstuk.
De ontwerpbegrotingen en de Miljoenennota zijn op de vrijdag voor Prinsjesdag onder embargo geleverd aan de griffies en fracties van de Eerste en Tweede Kamer.
Vraag 2
Op welke manier is inzichtelijk welke lobbyisten invloed op het kabinetsbeleid proberen uit te oefenen?
Antwoord op vraag 2
Bij de totstandkoming van beleid van Ministers wordt inbreng van belanghebbenden betrokken, door bijvoorbeeld gesprekken, consultaties en overleg in diverse vormen. Bovendien publiceren belanghebbenden veelal standpunten en suggesties en informeren uw kamer daarover. De normen voor een goed beleidsproces kunnen worden gevonden in het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK).
Voorts breng ik de notitie «Transparantie van het wetgevingsproces» (Kamerstukken II 2016/17, 33 009, G) onder uw aandacht, die de Minister van Veiligheid en Justitie in maart 2017 aan de Eerste Kamer heeft gezonden. Hierin wordt onder meer een paragraaf «Consultatie en advies» in de (memorie/nota van) toelichting bij wet- en regelgeving voorgeschreven.
Daarnaast wordt voorgenomen wet- en regelgeving in internetconsultatie gebracht via de website internetconsultatie.nl, waarbij eenieder de gelegenheid heeft om een reactie te geven. De uitkomsten van de internetconsultatie en de hoofdlijnen van de ontvangen adviezen worden eveneens weergegeven in de toelichting bij wet- en regelgeving.
Vraag 3
Zijn de agenda's met publieke optredens van alle bewindspersonen up to date? Hoe wordt dat door het Ministerie van Algemene Zaken gecoördineerd?
Antwoord op vraag 3
Sinds najaar 2017 bieden bewindslieden meer inzicht in publieke agenda-afspraken. Wekelijks worden overzichten op www.rijksoverheid.nl gepubliceerd.
Vraag 4
Hoe is de informatiedeskundigheid van de Afdeling toezicht van de CTIVD versterkt, met het oog op de uitbreiding van de toezichthoudende taak als gevolg van de ruimere mogelijkheid tot verwerving en verwerking van gegevens door de AIVD en de MIVD, de technologische ontwikkelingen bij beide diensten, en de intensivering van de samenwerking van de AIVD en de MIVD met buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten?
Antwoord op vraag 4
De informatiedeskundigheid van de CTIVD krijgt invulling door de opbouw van de ICT unit van de CTIVD en de versterking van de onderzoeksstaf van de CTIVD met juridisch-technische experts. Voor de ICT unit zijn inmiddels een ICT expert met operationele ervaring en een dataspecialist aangenomen. Later dit jaar zal nog een ICT expert met deskundigheid op het cyberdomein en internettechnologie worden geworven. De ICT unit zal daarmee bestaan uit drie personen die de CTIVD adviseren in haar toezichtsactiviteiten en ondersteunend technisch onderzoek kunnen verrichten. Daarnaast is de onderzoeksstaf van de CTIVD versterkt met medewerkers die naast een juridische ook een technische achtergrond hebben of specifieke kennis bezitten van het recht op privacy en gegevensbescherming op het internet of in het cyberdomein. In 2018 zijn in dit verband binnen de bestaande formatie ter vervanging twee nieuwe juridisch-technische medewerkers aangetrokken. Voorts wordt in 2018 en 2019 voorzien in een materiële uitbreiding van ICT middelen ten behoeve van zowel de onderzoeksstaf als de ICT unit van de CTIVD. Een deel hiervan wordt gerealiseerd in de nieuwe huisvesting van de CTIVD die zij eind 2018 zal betrekken.