A. |
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL |
2 |
|
B. |
BEGROTINGSTOELICHTING |
3 |
|
1. |
LEESWIJZER |
3 |
|
2. |
BELEIDSARTIKELEN |
5 |
|
Artikel 1. Raad van State |
5 |
||
Artikel 2. Algemene Rekenkamer |
8 |
||
Artikel 3. De Nationale ombudsman |
11 |
||
Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden |
15 |
||
Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba |
18 |
||
Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao |
20 |
||
Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten |
22 |
||
Artikel 9. Kiesraad |
25 |
||
3. |
NIET-BELEIDSARTIKEL |
27 |
|
Artikel 10. Nog onverdeeld |
27 |
||
4. |
BIJLAGEN |
28 |
|
Bijlage 1: Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak |
28 |
||
Bijlage 2: Verdiepingsbijlage |
29 |
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
Het wetsartikel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Voor u ligt de begroting 2019 van de overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB).
Groeiparagraaf
Ten opzichte van de begroting 2018 zijn er geen wijzigingen voorzien.
Beleidsagenda
Een College dient, conform de Comptabiliteitswet 2016, artikel 2.1 lid 7 betreffende een niet-departementale begroting, enkel haar taken en bedrijfsvoering weer te geven. Derhalve bevat deze niet-departementale begroting – in vergelijking met departementale begrotingen waarbij wel een weergave van het beleid wordt opgenomen – geen beleidsagenda.
Beleidsartikelen en het niet-beleidsartikel
Deze begroting is opgebouwd uit de volgende artikelen:
Beleidsartikelen
Artikel 1. Raad van State
Artikel 2. Algemene Rekenkamer
Artikel 3. De Nationale ombudsman
Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden
Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba
Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten
Artikel 9. Kiesraad
Niet-beleidsartikel
Artikel 10. Nog onverdeeld
De begroting IIB valt onder de niet-departementale begrotingen. Vanwege een afwijkend regime kent deze begroting geen centraal apparaatsartikel.
Budgetflexibiliteit
In de tabellen budgettaire gevolgen van beleid is geen informatie opgenomen over de budgetflexibiliteit, omdat het grotendeels apparaatsuitgaven betreft.
Kiesraad (artikel 9)
De Kiesraad is vanaf de begroting 2018 toegevoegd aan de begroting IIB. Om die reden staan er pas vanaf 2018 verplichtingen en uitgaven opgenomen in de budgettaire tabel.
Bijlagen
Bijlage 1 bevat de verdiepingsbijlage voor de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.
Het uitgangspunt is om daar de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2018 (RBV 2018) is opgenomen. In onderstaande tabel staan deze grenzen vermeld. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) In € miljoen |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
1. Raad van State |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
2. Algemene Rekenkamer |
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
3. De Nationale ombudsman |
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
4. Kanselarij der Nederlandse Orden |
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba |
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao |
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten |
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
9. Kiesraad |
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
10. Nog onverdeeld |
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
A Algemene doelstelling
Als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bijdragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.
De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.
De Afdeling advisering van de Raad van State is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de (Europese) begrotingsregels, als bedoeld in het Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur (VSCB) en artikel 5 van Verordening (EU) 473/2013.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie1.
C Beleidswijzigingen
In haar brief d.d. 17 april 2018 heeft de Minister van BZK de Tweede Kamer geïnformeerd over de afronding van de tijdens het Verantwoordingsdebat 2016 door de Minister van Financiën toegezegde taken- en middelenanalyse. (Kamerstukken II, 2017–2018 34 775, nr. 5)
Naar aanleiding van de taken- en middelenanalyse zijn, zoals vermeld in de eerste suppletoire begroting 2018, voor borging van de uitvoering van de wettelijke taken van de Hoge Colleges van Staat voor de Raad van State in deze kabinetsperiode extra middelen aan de begroting toegevoegd.
D Budgettaire gevolgen van beleid
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. |
Verplichtingen: |
54.691 |
62.597 |
59.844 |
59.116 |
59.126 |
59.151 |
58.709 |
Uitgaven: |
56.173 |
62.597 |
59.844 |
59.116 |
59.126 |
59.151 |
58.709 |
|
1.1 |
Advisering |
7.519 |
6.173 |
6.080 |
6.091 |
6.091 |
6.091 |
6.091 |
1.2 |
Bestuursrechtspraak |
24.832 |
34.468 |
31.805 |
31.019 |
31.034 |
31.050 |
30.600 |
1.4 |
Raad van State gemeenschappelijke diensten |
23.822 |
21.956 |
21.959 |
22.006 |
22.001 |
22.010 |
22.018 |
Ontvangsten: |
1.899 |
1.950 |
1.950 |
1.950 |
1.950 |
1.950 |
1.950 |
E Toelichting op de instrumenten
De voor het jaar 2019 e.v. geraamde uitgaven zijn hoger dan de in 2017 gerealiseerde uitgaven. Dit is het gevolg van aan de begroting 2018 e.v. toegevoegde middelen ten behoeve van het beheer van systemen die digitale toegang tot de bestuursrechtspraak mogelijk maken. Ook is een eerder op de uitgavenreeks toegepaste korting wegens veronderstelde efficiency van digitalisering teruggedraaid.
Als gevolg van een wijziging in de interne systematiek van kostentoerekening zijn de uitgavenramingen 2019 van Advisering en de gemeenschappelijke diensten lager dan de gerealiseerde uitgaven 2017. Andersom is om dezelfde reden de uitgavenraming van Bestuursrechtspraak hoger dan de realisatie 2017.
1.1 Advisering
De Afdeling advisering geeft invulling aan de algemene doelstelling van de Raad van State door het tijdig uitbrengen van heldere en consistente adviezen en voorlichtingen. Sinds 2017 zijn aan de hand van de uitkomsten van gesprekken met stakeholders door de Afdeling advisering langs een aantal lijnen ambities geformuleerd. Die ambities houden in dat de Afdeling haar rol breder zal opvatten, door vaker uit eigen beweging concrete thema’s of vraagstukken te agenderen. Verder zal de Afdeling duidelijk en scherp adviseren en – indien gewenst – eerder in het proces van wetgeving worden betrokken.
De eerdere betrokkenheid van de Afdeling vergt een proactieve houding. Het «breder» adviseren (onder andere door middel van thematische sessies) betekent dat meer aandacht moet worden besteed aan de maatschappelijke/bestuurlijke context. Het scherper adviseren houdt onder meer in dat meer aandacht wordt geschonken aan de communicatie. In verband hiermee wordt ook in 2019 een kwaliteitsprogramma uitgevoerd.
In onderstaande tabel zijn de realisatie, de verwachte instroom en de planning van afhandeling van adviesaanvragen door de Afdeling advisering weergegeven.
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Instroom |
409 |
450 |
450 |
450 |
450 |
450 |
450 |
Uitstroom |
442 |
450 |
450 |
450 |
450 |
450 |
450 |
Bron: Meerjarenraming Afdeling Advisering
1.2 Bestuursrechtspraak
Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid en bruikbare rechtsvorming zijn daarbij belangrijke aspecten.
De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Ruimtelijke-ordeningskamer, de Algemene kamer en de Vreemdelingenkamer. In onderstaande tabel is de realisatie van de afhandeling van zaken door de Afdeling bestuursrechtspraak weergegeven. De gemiddelde doorlooptijden van alle afdoeningen (hoofdzaken en voorlopige voorzieningen) zijn eveneens weergegeven.
Instroom van zaken
In de onderstaande tabel is de gerealiseerde uitstroom van zaken, de instroomverwachting voor de Ruimtelijke-ordeningskamer, de Algemene kamer en de Vreemdelingenkamer weergegeven.
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Ruimtelijke-ordeningskamer |
1.327 |
1.500 |
1.500 |
1.500 |
1.500 |
1.500 |
1.500 |
Algemene kamer |
3.295 |
3.800 |
3.800 |
3.800 |
3.800 |
3.800 |
3.800 |
Vreemdelingenkamer |
8.216 |
8.160 |
7.210 |
6.860 |
6.860 |
6.860 |
6.860 |
Totaal bestuursrechtspraak |
12.838 |
13.460 |
12.510 |
12.160 |
12.160 |
12.160 |
12.160 |
Bron: Meerjarenraming Afdeling Bestuursrechtspraak, Meerjarenproductieprognose (MPP) vreemdelingenketen, oktober 2017
1.4 Raad van State gemeenschappelijke diensten
Voor een optimale efficiëntie en doelmatigheid worden de Raad en zijn Afdelingen advisering en bestuursrechtspraak ondersteund door één gemeenschappelijke ambtelijke organisatie. Dit wordt tot uitdrukking gebracht in de onderverdeling van het uitgavenartikel. Deze onderverdeling vergroot de inzichtelijkheid van de uitgaven en draagt op die manier bij aan de transparantie van de overheidsfinanciën.
De gemeenschappelijke diensten omvatten functies die werken ten behoeve van de inhoudelijke en logistieke ondersteuning van de Raad als geheel en beide afdelingen en zijn ondergebracht in verschillende directies.
Ontvangsten
De ontvangsten van de Raad van State bestaan voornamelijk uit griffierechten.
A Algemene doelstelling
De Algemene Rekenkamer is belast met het onderzoek van de ontvangsten en uitgaven van het Rijk. Zij heeft als doel het rechtmatig, doelmatig, doeltreffend en integer functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te helpen verbeteren. Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal verband is aangegaan.
De taak van de Algemene Rekenkamer als Hoog College van Staat is vastgelegd in de Grondwet (artikel 76 en artikel 105.3) en in de Comptabiliteitswet 2016. Zij vormen de basis voor het onderzoek van de Algemene Rekenkamer.
Hierin ligt enerzijds de basis van de klassieke wettelijke opdracht om jaarlijks de rechtmatigheid te onderzoeken van het financieel beheer van het Rijk en een goedkeurende verklaring te geven bij de Rijksrekening. Het wettelijk kader bevat naast controle op rechtmatigheid anderzijds ook de opdracht om de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid te onderzoeken. De taken van de Algemene Rekenkamer vereisen een grondwettelijk geborgde, onafhankelijke positie ten opzichte van de regering en het parlement. Het vereist niet alleen een degelijke wettelijke basis, maar ook een bestendige financiële basis, die de ruimte om in onafhankelijkheid keuzes te kunnen maken ondersteunt.
De Algemene Rekenkamer heeft een onafhankelijke positie ten opzichte van de regering en het parlement. Zij dient geen ander belang dan het goed en integer functioneren en presteren van het openbaar bestuur. De Algemene Rekenkamer laat op onpartijdige wijze zien hoe de rijksoverheid, inclusief de daaraan verbonden organen, in de praktijk functioneert en presteert en welke verbeteringen mogelijk zijn, ongeacht de samenstelling van het parlement en het kabinet. Daarmee wil zij ook een bijdrage leveren aan het vertrouwen van burgers dat de overheid zorgvuldig, zuinig en zinnig omgaat met publiek geld.
De Algemene Rekenkamer publiceert op haar website een actueel overzicht van lopend onderzoek met de verwachte publicatiedatum. Dit overzicht wordt periodiek geactualiseerd.
De Algemene Rekenkamer voorziet de regering, de Staten-Generaal en degenen die verantwoordelijk zijn voor de aan het Rijk verbonden organen van bruikbare en relevante informatie, aan de hand waarvan zij kunnen bepalen of het beleid van een Minister rechtmatig, doelmatig en doeltreffend is uitgevoerd. Deze informatie bestaat uit onderzoeksbevindingen, oordelen en aanbevelingen over organisatie, beheer en beleid en is in beginsel openbaar. De Algemene Rekenkamer bepaalt zelf welke onderzoeken zij doet.
Daarnaast rekent zij het tot haar verantwoordelijkheden om een bijdrage te leveren aan goed openbaar bestuur door kennisuitwisseling en samenwerking in binnen- en buitenland.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie2.
C Beleidswijzigingen
In haar brief aan de Tweede Kamer d.d. 17 april 2018 meldde de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan het parlement dat in goed overleg met de Hoge Colleges van Staat – en rekening houdend met de staatsrechtelijke posities – is bepaald op welke wijze de financiële dekking van een verantwoorde uitvoering van taken gedurende de komende jaren wordt geborgd.
Naar aanleiding van de taken Middelen Analyse zijn, zoals vermeld in de eerste suppletoire begroting 2018, voor borging van de uitvoering van de wettelijke taken van de Hoge Colleges van Staat voor de Algemene Rekenkamer in deze kabinetsperiode extra middelen aan de begroting toegevoegd.
De begroting van de Algemene Rekenkamer wordt dientengevolge met ingang van 2019 trapsgewijs structureel aangepast, zodat de middelen aansluiten bij de wettelijke noodzakelijke taakuitvoering. Hierbij is gekozen om de organisatie de tijd te geven zich na het personeelsverloop in 2017 weer te versterken en waar nodig aan te passen aan de huidige behoeften qua bemensing in het licht van de strategie.
D Budgettaire gevolgen van beleid
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. |
Verplichtingen: |
28.555 |
31.886 |
30.223 |
31.268 |
31.829 |
32.331 |
32.337 |
Uitgaven: |
28.576 |
31.886 |
30.223 |
31.268 |
31.829 |
32.331 |
32.337 |
|
2.1 |
Recht- en doelmatigheidsbevordering |
28.576 |
31.886 |
30.223 |
31.268 |
31.829 |
32.331 |
32.337 |
Ontvangsten: |
1.153 |
1.217 |
1.217 |
1.217 |
1.217 |
1.217 |
1.217 |
E Toelichting op de instrumenten
2.1 Recht- en doelmatigheidsbevordering
De Algemene Rekenkamer heeft voor 2019 drie hoofddoelen voor ogen:
Doorontwikkeling van het verantwoordingsonderzoek
Het jaarlijkse onderzoek ten behoeve van de goedkeurende verklaring bij de Rijksrekening blijft op niveau van de (internationale) kwaliteitseisen en zal inhoudelijk worden doorontwikkeld zoals beschreven in de strategie (https://www.rekenkamer.nl/over-de-algemene-rekenkamer/publicaties/publicaties/2016/03/24/inzicht_strategie). Waar nodig wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van dit werk.
Intensivering en innovatie
Het doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek als bedoeld in artikel 7.16 van de CW2016 wordt versterkt. Nieuwe technologische mogelijkheden en data-analyse zullen worden toegepast. De Algemene Rekenkamer investeert ook hier in kwaliteit, innovatie en in de samenwerking met externe partners. Expertise op het gebied van overheidsfinanciën en fiscaliteit wordt uitgebreid.
Versterking van de personele organisatie
Naast uitbreiding van de onderzoekcapaciteit zal de organisatie worden versterkt met personele aanstellingen die kwalitatieve inputs zijn. Te denken valt aan expertise op het gebied van overheidsfinanciën, fiscaliteit en data-analyse.
Ontvangsten
De ontvangsten van de Algemene Rekenkamer bestaan uit vergoedingen voor detacheringen en vergoedingen voor de ondersteuning van zusterorganisaties in het buitenland in het kader van institutionele versterkingsprojecten.
A Algemene doelstelling
De burger heeft recht op behoorlijke behandeling door de overheid. Meestal gebeurt dat ook, maar het lukt niet altijd. Dan kan de burger terecht bij de Nationale ombudsman. De missie van de Nationale ombudsman is: Wij geloven dat het perspectief van burgers geborgd moet worden in alles wat de overheid doet.
Door burgers (op weg) te helpen als het misgaat tussen hen en de overheid.
Door burgers de weg te wijzen naar het juiste loket. Door ze te empoweren met adviezen en tools. En door op een effectieve manier onderzoek te doen (reactief).
Door overheden uit te dagen anders te kijken naar diensten, processen en innovaties.
Door met een team van specialisten te kijken naar alles wat de overheid doet. Door na te denken over manieren waarop het anders en beter kan. Met meer oog voor het perspectief van de burger. Om overheden hier vervolgens op aan te spreken. En ze uit te dagen om zaken te verbeteren (proactief).
De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman hebben tot doel te bevorderen dat de rechten van respectievelijk jeugdigen en veteranen worden geëerbiedigd door bestuursorganen en door privaatrechtelijke organisaties. De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman zijn onderdeel van de Nationale ombudsman.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie3.
C Beleidswijzigingen
De Minister van BZK heeft in haar brief d.d. 17 april 2018 de Tweede Kamer geïnformeerd over de afronding van de tijdens het Verantwoordingsdebat 2016 door de Minister van Financiën toegezegde taken- en middelenanalyse.
Naar aanleiding van de taken Middelen Analyse zijn, zoals vermeld in de eerste suppletoire begroting 2018, voor borging van de uitvoering van de wettelijke taken van de Hoge Colleges van Staat voor Nationale ombudsman in deze kabinetsperiode extra middelen aan de begroting toegevoegd.
Bedrijfsvoering
In 2018 is gestart met de verbetering van de kwaliteit op specifieke bedrijfsvoering onderwerpen zoals informatiebeveiliging, privacy en kwaliteitsbewaking. In 2019 worden deze plannen geïmplementeerd en is de Nationale ombudsman beter in staat om aan de gestelde wettelijke verplichtingen te voldoen.
In 2019 wordt een strategisch opleidingsplan ontwikkeld aan de hand van de uitkomsten van de strategische personeelsplanning. Daarvan zal permanente educatie, met als doel het continu ontwikkelen van medewerkers, onderdeel uitmaken. Het gaat daarbij zowel om het ontwikkelen van vaardigheden en competenties als vakinhoudelijke kennis. Dit sluit aan bij de gedachte dat de Nationale ombudsman een intensieve kennisorganisatie is en dat daarnaast (innovatieve) ontwikkeling in aansluiting op ontwikkelingen in de maatschappij steeds noodzakelijk is.
Wetsevaluatie Kinderombudsman
De knelpunten en aanbevelingen uit de Wetsevaluatie zijn vertaald naar maatregelen en activiteiten die de Kinderombudsman in staat stelt een adequate invulling te geven aan zijn wettelijke taken. Deze doelstellingen zijn vooral gericht op het verkrijgen van een zo goed mogelijk beeld van de kinderrechtensituatie in Nederland en zorgen ervoor dat meer jeugdigen de Kinderombudsman weten te bereiken. Hierover is de Nationale ombudsman in gesprek met het Minister van VWS.
Kennisdelen
De ombudsman wil zijn kennis over klachtbehandeling delen. Hij heeft daartoe samen met klachtbehandelaars van verschillende overheden de «Ombudsvisie op professionele klachtbehandeling» (rapportnummer 2018:005, maart 2018) ontwikkeld. Om echt effectief te zijn, en ervoor te zorgen dat overheidsinstanties met deze visie aan de slag gaan in hun dagelijks werk is bijvoorbeeld een workshop ontwikkeld voor klachtbehandelaars. Medewerkers van de Nationale ombudsman gaan op verzoek en proactief het land in en bij diverse bestuursorganen langs om deze workshop te geven.
Internationaal Beleid
In 2019 wordt er meer rekening gehouden met het internationaal beleid. Daarbij gelden twee doelstellingen. Ten eerste het delen van kennis en ervaring en het actief zoeken naar verbeterkansen voor het instituut. Ten tweede het opstarten van onderzoeken met zusterinstellingen in andere landen om de effectiviteit van het instituut nationaal en internationaal te versterken.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. |
Verplichtingen: |
16.131 |
18.825 |
17.961 |
17.970 |
17.978 |
17.977 |
17.997 |
Uitgaven: |
16.266 |
18.825 |
17.961 |
17.970 |
17.978 |
17.977 |
17.997 |
|
3.1 |
Reguliere klachten |
14.112 |
16.652 |
15.788 |
15.797 |
15.805 |
15.804 |
15.824 |
3.2 |
Klachten van lagere overheden |
2.154 |
2.173 |
2.173 |
2.173 |
2.173 |
2.173 |
2.173 |
Ontvangsten: |
2.580 |
2.189 |
2.189 |
2.189 |
2.189 |
2.189 |
2.189 |
E Toelichting op de instrumenten
3.1 Reguliere klachten
De Nationale ombudsman behandelt op verzoek klachten over het optreden van de overheid. De organisatie gebruikt bij zijn taakuitoefening diverse instrumenten, zoals het adviseren en informeren van burgers en instanties, het plegen van interventies, het schrijven van rapporten, het doen van aanbevelingen en het uitvoeren van bemiddelingen. Maar ook het schrijven van artikelen en het geven van lezingen en aandacht in de media zijn belangrijke instrumenten om de doelen te behalen.
Naast klachtbehandeling doet de Nationale ombudsman ook onderzoek uit eigen beweging naar de relatie burger – overheid. De aanleiding hiervoor kan zijn dat hij over een bepaald onderwerp veel klachten ontvangt. Of er kan maatschappelijke onrust zijn over een onderwerp. Vaak is het een combinatie van beide. De conclusies en aanbevelingen op basis van een dergelijk onderzoek gaan niet over een enkel geval, maar richten zich op uitvoering in algemene zin. De onderzoeken uit eigen beweging worden gedeeltelijk bepaald door de onderzoeksagenda die is gebaseerd op onze thema’s.
De Kinderombudsman bevordert dat de rechten van jeugdigen worden geëerbiedigd door overheidsinstanties en door privaatrechtelijke organisaties, door middel van het voorlichten en geven van informatie over de rechten van jeugdigen, het gevraagd en ongevraagd advies geven aan de regering en de Tweede Kamer over wetgeving en beleid dat rechten van jeugdigen raakt, het doen van onderzoek naar eerbiediging van de rechten van jeugdigen naar aanleiding van klachten of uit eigen beweging. Ook houdt de Kinderombudsman toezicht op de wijze waarop klachten van jeugdigen of hun wettelijke vertegenwoordigers door de daartoe bevoegde instanties worden behandeld.
De Veteranenombudsman bevordert dat de rechten van veteranen worden geëerbiedigd door overheidsinstanties en door privaatrechtelijke organisaties. Naast de behandeling van klachten van veteranen, voert de Veteranenombudsman ook onderzoeken uit eigen beweging uit bij structurele aandachtpunten. Daarnaast heeft de Veteranenombudsman ook de taak om regering en Tweede Kamer te informeren over zijn bevindingen. De Veteranenombudsman adviseert gevraagd én ongevraagd de regering en Tweede Kamer over de uitvoering van de Veteranenwet en over beleid dat een behoorlijke behandeling van veteranen raakt.
De Nationale ombudsman ontvangt zowel klachten over de rijksoverheid als klachten over de decentrale overheden zowel in Nederland als in Caribisch Nederland. Door het behandelen van klachten en het uitvoeren van onderzoek op eigen initiatief in Caribisch Nederland draagt de Nationale ombudsman bij aan goed bestuur op deze eilanden. Het instituut toetst als onafhankelijk instituut de gedragingen van het bestuur.
Aantal klachten naar ontvangst |
2016 |
2017 |
---|---|---|
per post |
3.860 |
3.140 |
digitaal |
6.810 |
6.430 |
schriftelijk |
10.670 |
9.630 |
mondeling |
24.160 |
19.750 |
Totaal |
34.830 |
29.380 |
De aantallen in bovenstaande tabel zijn exclusief de klachtbehandeling door de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman. Het aantal klachten is afgerond op tientallen.
Bron: Nationale Ombudsman, 2017.
3.2 Klachten van lagere overheden
Naast de provincies, de waterschappen en bijna alle gemeenschappelijke regelingen zijn 71% van de 380 (stand per 1 januari 2018) gemeenten aangesloten bij de Nationale ombudsman voor hun klachtbehandeling. Mede door deze hoge dekkingsgraad fungeert de Nationale ombudsman als kenniscentrum voor klachtbehandeling door decentrale overheden.
Ontvangsten
De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de activiteiten van de Nationale ombudsman in opdracht van provincies, waterschappen en gemeenten en voor de uitvoering van internationale projecten.
A Algemene doelstelling
De Kanselarij der Nederlandse Orden (KNO) is bij Koninklijk Besluit (KB) van 3 juni 1844 ingesteld. De Kanselarij der Nederlandse Orden is de organisatie die:
• het Kapittel voor de Civiele Orden en het Kapittel der Militaire Willems-Orde huisvest en ambtelijk ondersteunt in hun advisering over de voorstellen tot decoratieverlening;
• zorg draagt voor het beheer van de versierselen van de onderscheidingen en voor de correcte verzending ervan aan de betrokken Ministeries;
• zorgt dat registers worden aangehouden van in het Koninkrijk der Nederlanden onderscheiden personen.
Kapittel der Militaire Willems-Orde
De taken van het Kapittel der Militaire Willems-Orde behelzen:
• het adviseren van het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur over de voordrachten voor benoeming of bevordering in en ontslag uit de Orde dan wel over aanvragen om in de Orde te worden opgenomen of bevorderd;
• het verstrekken van inlichtingen aan het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur alsmede het geven van inzage in alle zakelijke gegevens en bescheiden aan deze departementen;
• het aanhouden van registers voor elk der vier klassen van ridders;
• het houden van aantekening van verlening van het ordeteken aan onderdelen van de krijgsmacht.
Kapittel voor de Civiele Orden
Het Kapittel voor de Civiele Orden heeft als adviescollege op landelijk niveau tot taak Onze Minister wie het aangaat te adviseren over het verlenen van onderscheidingen in één van de Civiele Orden.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie4.
C Beleidswijzigingen
De KNO en al haar ketenpartners maken voor de aanvraag en behandeling van Koninklijke onderscheidingen gebruik van een in 2001 gebouwd ICT-systeem, Daisy genaamd. Dit systeem dient te worden vervangen uit hoofde van continuïteit en zekerheid. Voor de bouw van het nieuwe systeem LINT is in 2016 een Europese aanbestedingsprocedure uitgevoerd door de KNO. Naar verwachting wordt LINT in 2019 in gebruik genomen.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. |
Verplichtingen: |
3.315 |
5.445 |
4.282 |
4.283 |
4.284 |
4.284 |
4.285 |
Uitgaven: |
4.807 |
5.445 |
4.282 |
4.283 |
4.284 |
4.284 |
4.285 |
|
4.1 |
Apparaat |
3.326 |
3.709 |
2.546 |
2.547 |
2.548 |
2.548 |
2.549 |
4.2 |
Decoraties |
1.480 |
1.731 |
1.731 |
1.731 |
1.731 |
1.731 |
1.731 |
4.3 |
Riddertoelagen |
1 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
Ontvangsten: |
308 |
199 |
199 |
199 |
199 |
199 |
199 |
E Toelichting op de instrumenten
4.1 Apparaat
De afdeling Decoratie & Advies (D&A) van de Kanselarij der Nederlandse Orden is belast met de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden ontleend aan de taken van het Kapittel voor de Civiele Orden. In concreto worden alle voorstellen voor decoratie met betrekking tot de Civiele Orden voorzien van een inhoudelijk preadvies.
De afdeling Bedrijfsvoering (BV) is belast met de aanschaf, beheer en verstrekking van de versierselen en met de reguliere piofach-taken van de Kanselarij der Nederlandse Orden inclusief de facilitaire ondersteuning van het Kapittel voor de Civiele Orden en het Kapittel der Militaire Willems-Orde.
De afname van het budget vanaf 2019 voor apparaat ten opzichte van de twee voorgaande jaren heeft te maken met het in die voorgaande jaren verhogen van het budget om het vervangen van het decoratiesysteem Daisy mogelijk te maken.
4.2 Decoraties
Dit budget betreft de middelen voor de aanschaf, beheer en de verstrekking van de versierselen en oorkondes behorende bij de Orde van Oranje-Nassau, de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Militaire Willems-Orde. Daarnaast worden Erepenningen Menslievend Hulpbetoon, medailles en oorkondes van de Nationale Politie, Vrijwilligersmedailles, Trouwe dienstmedailles van de Landmacht, Luchtmacht en Marine, Officiersdienstkruizen, medailles ten behoeve van Buitenlandse staatsbezoeken en een aantal dapperheidonderscheidingen van het Ministerie van Defensie door de Kanselarij der Nederlandse Orden aangeschaft, beheerd en uitgegeven.
4.3 Riddertoelagen
Aan de in leven zijnde Ridders Militaire Willems-Orde, de weduwe/weduwnaar van Ridders Militaire Willems-Orde of de minderjarige kinderen van Ridders Militaire Willems-Orde wordt van rechtswege een jaarlijkse riddertoelage uitgekeerd.
Ontvangsten
De ontvangsten van de Kanselarij bestaan voornamelijk uit borgsommen gestort door gedecoreerden of nabestaanden van gedecoreerden. Als na overlijden van een gedecoreerde de nabestaanden besluiten het versiersel niet terug te sturen, maar in bruikleen te houden staat daar een borgsomvergoeding tegenover.
A Algemene doelstelling
De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba is het optimaal ondersteunen van de Gouverneur in de uitoefening van zijn taken. Gezien deze ondersteunende rol zijn de taken van het kabinet een afgeleide van de wettelijke taken en bevoegdheden van de Gouverneur. De belangrijkste taken en bevoegdheden zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk, de Staatsregeling van Aruba en het Reglement van de Gouverneur. Verder is de regelgeving voor naturalisatie, paspoorten en visa van belang (de rijkswet op het Nederlanderschap, de Paspoortwet, de Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba en de visuminstructies van de Minister van Buitenlandse zaken en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie). De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, alsmede een organisatie en formatieplan.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.5
De bestuurlijke rol van de Gouverneur zowel binnen Aruba als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat op het hele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden, ook door het kabinet ten behoeve van de Gouverneur met de Staten van Aruba, met Ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Aruba en Nederland. De relaties met de Gouverneurs van Sint-Maarten en van Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.
Met name bij de uitvoering van rijkswetgeving werkt het kabinet samen met verschillende Ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Aruba heeft het kabinet intensief contact met de Staten, de Raad van Ministers, de Hoge Colleges van Staat en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Aruba heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten aan ingezetenen van Aruba deels gemandateerd aan de Dienst Bevolking en Burgerzaken (Censo).
C Beleidswijzigingen
Voor 2019 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. |
Verplichtingen: |
2.006 |
1.877 |
1.855 |
1.854 |
1.854 |
1.854 |
1.854 |
Uitgaven: |
2.006 |
1.877 |
1.855 |
1.854 |
1.854 |
1.854 |
1.854 |
|
6.1 |
Apparaat |
2.006 |
1.877 |
1.855 |
1.854 |
1.854 |
1.854 |
1.854 |
Ontvangsten: |
100 |
60 |
60 |
60 |
60 |
60 |
60 |
E Toelichting op de instrumenten
6.1 Apparaat Kabinet Gouverneur Aruba
De activiteiten van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba bestaan uit:
Ondersteunen van de Gouverneur
Het kabinet informeert de Gouverneur inzake politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen, doch vormt geen beleid. Het draagt tevens zorg voor de doorgeleiding aan de Gouverneur gerichte correspondentie en handelt deze af. Voorts bereidt het kabinet de binnen- en buitenlandse bezoeken van de Gouverneur voor en begeleidt deze hierin.
Landsbesluiten en landsverordeningen
De Gouverneur stelt alle landsregelgeving en landsbesluiten vast. Het kabinet staat de Gouverneur bij in de uitoefening van deze taak met het oog op de kwaliteit van de besluitvorming.
Uitvoeringstaken
Het kabinet zorgt namens de Gouverneur voor afkondigingen van rijkswetten en algemene maatregelen van bestuur. Ingevolge rijkswetten en verdragen is vastgesteld dat de Gouverneur is belast met de afgifte van paspoorten, nooddocumenten en visa en met de registratie, beoordeling en indien nodig van doorgeleiding van naturalisatieverzoeken. Het kabinet draagt hier namens de Gouverneur de zorg voor. Ook beoordeelt het kabinet aanvragen voor toestemming aan vreemde (militaire) schepen en vliegtuigen, die Aruba willen aandoen of de Arubaanse wateren respectievelijk het Arubaanse luchtruim wensen te doorkruisen.
Paspoortafgifte aan ingezetenen van Aruba
De Gouverneur heeft de afgifte van paspoorten aan ingezetenen van Aruba gemandateerd aan de Directie Bevolking (Censo) van Aruba, echter het kabinet heeft (namens de Gouverneur) de eindverantwoordelijkheid voor de afgifte van reisdocumenten.
Ontvangsten
De ontvangsten van het kabinet bestaan uit leges in verband met de afgifte van paspoorten, nooddocumenten en visa en uit ingediende verzoeken om optie en naturalisatie.
A Algemene doelstelling
De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao is het optimaal ondersteunen van de Gouverneur in de uitoefening van zijn taken in zijn beide hoedanigheden: als het hoofd van de regering van het land Curaçao en als orgaan van het Koninkrijk. De taken van het kabinet zijn afgeleid van de wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Curaçao zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk, de Staatsregeling van Curaçao, verschillende (organieke) Curaçaose landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement van de Gouverneur van Curaçao.
Aan het feit dat de Gouverneur het bevoegde orgaan is in de uitvoeringsregelingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur dienstverlenende, uitvoerende consulaire werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de «Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad». De colleges en kabinetten voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.6
C Beleidswijzigingen
Voor 2019 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.
D Budgettaire gevolgen van beleid
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. |
Verplichtingen: |
3.052 |
2.851 |
2.819 |
2.819 |
2.819 |
2.819 |
2.819 |
Uitgaven: |
3.052 |
2.851 |
2.819 |
2.819 |
2.819 |
2.819 |
2.819 |
|
7.1 |
Kabinet Gouverneur Curaçao |
3.052 |
2.851 |
2.819 |
2.819 |
2.819 |
2.819 |
2.819 |
Ontvangsten: |
163 |
200 |
200 |
200 |
200 |
200 |
200 |
E Toelichting op de instrumenten
7.1 Apparaat Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
De activiteiten van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao bestaan uit:
Ondersteunen van de Gouverneur
Het kabinet analyseert maatschappelijke, politieke, juridische, bestuurlijke, economische, sociale en financiële ontwikkelingen en adviseert de Gouverneur hierover. Het kabinet is geen beleidsvormend orgaan. De informatieverwerving en analyses zijn uitsluitend bedoeld ter advisering aan de Gouverneur. De ambtelijke ondersteuning van de Gouverneur is erop gericht dat de Gouverneur zijn taken als Lands- en Koninkrijksorgaan op adequate wijze kan vervullen. Gegeven de brede bestuurlijke rol die de Gouverneur vervult, zowel als landsorgaan als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan, onderhoudt het kabinet contact met – onder andere – de Staten van Curaçao, met ministeries en andere instituties binnen het Koninkrijk, Curaçao en Nederland. Verder zijn de relaties met de collega Gouverneurs van Aruba en Sint-Maarten geïnstitutionaliseerd.
Bekrachtiging Landsverordeningen en Landsbesluiten
De Gouverneur is belast met het toezicht op de naleving van rijkswetten, algemene maatregelen van rijksbestuur en verdragen. In verband hiermee bereidt het kabinet de toetsing voor van de aan de Gouverneur voorgelegde Curaçaose (concept-) regelgeving aan het hoger wettelijk kader, Koninkrijksbelangen en algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Uitvoeringstaken
Uit enkele verdragen en rijkswetten vloeit voort, dat de Gouverneur de uitvoering van onderdelen daarvan verzorgt. Hierbij gaat het met name om de Rijkswet op het Nederlanderschap, de Paspoortwet en de vigerende visumregelgeving. In verband hiermee werkt het kabinet samen met verschillende ministeries. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Directie Consulaire Zaken en Visumbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Het kabinet bereidt de afkondiging van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur voor, behandelt de aanvragen voor overvliegvergunningen en havenbezoeken alsook verzoekschriften en voorstellen voor Koninklijke onderscheidingen. Ook behandelt het kabinet aanvragen voor naturalisatie en optie, paspoorten en visa. Op de aan de landsdienst Burgerzaken (Kranshi) gemandateerde bevoegdheid voor de uitgifte van paspoorten wordt door het kabinet actief toezicht gehouden.
Bedrijfsvoering
Toezicht op doelmatigheid en rechtmatigheid van de ontvangsten en uitgaven vormen een belangrijk onderdeel van het bedrijfsvoeringsproces. Daarnaast wordt het personeelsbeleid nageleefd, de huisvesting (inclusief het paleis) beheerd en de organisatie en formatie op een dusdanige wijze ingevuld dat het kabinet zijn inhoudelijke taken naar behoren kan uitoefenen.
Ontvangsten
De ontvangsten van het kabinet bestaan uit leges in verband met de afgifte van paspoorten, nooddocumenten en visa en uit optie- en naturalisatiegelden.
A Algemene doelstelling
De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten is het ondersteunen van de Gouverneur in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van het land Sint Maarten en als vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk.
De taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Sint-Maarten zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk, de Staatsregeling van Sint Maarten, verschillende (organieke) Sint-Maartense landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement voor de Gouverneur van Sint-Maarten.
Aan het feit dat de Gouverneur bevoegd orgaan is tot uitvoering van de rijkswet op het Nederlanderschap en van de rijkswet Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.7
De bestuurlijke rol van de Gouverneur zowel binnen Sint-Maarten als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat door het kabinet ten behoeve van de Gouverneur op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden met de Staten van Sint-Maarten, met Ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Sint-Maarten en Nederland. De relaties met de Gouverneurs van Aruba en van Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.
Met name bij de uitvoering van (rijks-)wetgeving werkt het kabinet samen met verschillende Ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Sint-Maarten heeft het kabinet intensief contact met de Staten, de Raad van Ministers, de Hoge Colleges van Staat en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Sint-Maarten heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten aan ingezetenen van Sint-Maarten deels gemandateerd aan de landsdienst voor Burgerzaken (Census Office).
C Beleidswijzigingen
Voor 2019 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. |
Verplichtingen: |
2.168 |
2.048 |
2.024 |
2.024 |
2.024 |
2.024 |
2.024 |
Uitgaven: |
2.194 |
2.048 |
2.024 |
2.024 |
2.024 |
2.024 |
2.024 |
|
8.1 |
Kabinet Gouverneur St. Maarten |
2.194 |
2.048 |
2.024 |
2.024 |
2.024 |
2.024 |
2.024 |
Ontvangsten: |
114 |
50 |
50 |
50 |
50 |
50 |
50 |
E Toelichting op de instrumenten
8.1 Apparaat Kabinet Gouverneur Sint-Maarten
De activiteiten van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten bestaan uit:
Ondersteunen van de Gouverneur
Het kabinet verzamelt informatie aangaande politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen en informeert de Gouverneur daarover. Het kabinet is geen beleidsvormend orgaan. Het kabinet voert de correspondentie namens de Gouverneur en begeleidt deze bij binnenlandse en buitenlandse bezoeken. Voorts behandelt en geleidt het kabinet de aan de Gouverneur verrichte verzoekschriften door.
Bekrachtigen landsverordeningen en Landsbesluiten
De Gouverneur stelt alle landsregelgeving en landsbesluiten vast. Het kabinet staat de Gouverneur bij in de uitoefening van deze taak met het oog op de kwaliteit van de besluitvorming.
Uitvoeringstaken
Het kabinet draagt zorgt voor afkondiging van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur. In diverse verdragen en rijkswetten is bepaald dat de Gouverneur belast is met de uitvoering daarvan. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de Paspoortwet, het Verdrag van Schengen en de rijkswet op het Nederlanderschap. Zo geeft het kabinet paspoorten, laissez-passers en visa uit, beoordeelt en besluit op optieverklaringen, registreert en geleidt naturalisatieverzoeken door en organiseert de naturalisatieceremonies. Ook behandelt het kabinet aanvragen voor militaire bijstand van de landsregering en aanvragen voor toestemming van vreemde militaire schepen en militaire luchtvaartuigen die de Sint-Maartense wateren respectievelijk het luchtruim willen bezoeken dan wel willen doorkruisen.
Paspoortuitgifte aan ingezetenen Sint-Maarten
De Voortgangscommissie Sint-Maarten heeft zich in haar rapporten opeenvolgend positief uitgelaten over de bereikte resultaten bij de Burgeradministratie. Dit heeft ertoe geleid dat de Gouverneur de uitgifte van paspoorten aan ingezeten van Sint-Maarten met ingang van 10 oktober 2011 heeft gemandateerd aan het Hoofd van de Burgeradministratie. Tegelijkertijd blijft het op 10–10-’10 gesloten convenant, en het daarin opgenomen toezichtsinstrument, onverkort van kracht. Op basis daarvan vindt, aan de hand van maandrapportages, maandelijks overleg plaats tussen het hoofd Burgeradministratie en de directeur van het Kabinet van de Gouverneur.
Ontvangsten
Het Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten heeft behalve de ontvangsten uit consulaire producten, geen eigen inkomsten. De consulaire producten die een opbrengst genereren zijn naturalisaties en opties, nationale paspoorten, nooddocumenten en visa.
A Algemene doelstelling
De Kiesraad fungeert als centraal stembureau voor de verkiezingen van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en het Europese parlement. De Kiesraad registreert partijaanduidingen, nummert kandidatenlijsten en stelt de officiële verkiezingsuitslagen voor deze verkiezingen vast. Daarnaast is de Kiesraad het adviesorgaan voor het kabinet en parlement op het terrein van het kiesrecht en de organisatie en uitvoering van verkiezingen. Verder verschaft de Kiesraad informatie aan gemeenten, provincies, politieke partijen, burgers en media over kiesrecht en verkiezingen.
De Kiesraad treedt het gehele jaar door op als kennis- en informatiepunt over kiesrecht en verkiezingen voor gemeenten, provinciale griffies, politieke partijen, kiezers en media. Voorts adviseert de Kiesraad de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over kiesrechtelijke geschillen waarbij de Kiesraad niet zelf partij is.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie8.
C Beleidswijzigingen
Voor 2019 zijn belangrijke aanpassingen op het punt van de verkiezingssoftware voorzien (advisering, ontwikkeling, toetsing, beoordeling). Daarnaast is als gevolg van de totstandkoming van de wet van 10 juli 2018 (Stb. 2018, 214) tot intrekking van de Wet raadgevend referendum met ingang van diezelfde datum een einde gekomen aan de werkzaamheden die ter uitvoering van deze wet aan de Kiesraad waren opgedragen in diens hoedanigheid van centraal stembureau voor het houden van een referendum.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. |
Verplichtingen: |
0 |
2.412 |
2.345 |
2.345 |
2.345 |
2.345 |
2.345 |
Uitgaven: |
0 |
2.412 |
2.345 |
2.345 |
2.345 |
2.345 |
2.345 |
|
9.1 |
Kiesraad |
0 |
2.412 |
2.345 |
2.345 |
2.345 |
2.345 |
2.345 |
Ontvangsten: |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
E Toelichting op de instrumenten
9.1 Kiesraad
De Kiesraad is belast met uitgaven die betrekking hebben op vaste – verplichte – zaken zoals de personele exploitatie, externe inhuur, materieel en loonkosten voor het secretariaat van de Kiesraad. Doelmatigheid, juistheid, tijdigheid en rechtmatigheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen.
De Kiesraad is belast met uitgaven in directe relatie tot de verkiezingen van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer, het Europese parlement en het kennis- en informatiepunt zoals de beheerkosten van automatiseringssoftware, de databank verkiezingsuitslagen, aanschaf hardware, communicatieadvies en communicatiemiddelen. Doelmatigheid, juistheid, tijdigheid en rechtmatigheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen.
D Tabel Budgettaire gevolgen
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. |
Verplichtingen: |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven: |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
10.1 |
Loonbijstelling |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
10.2 |
Prijsbijstelling |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
10.3 |
Onvoorzien |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten: |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
E Toelichting op de instrumenten
Vanuit dit artikel wordt de loon- en prijsbijstelling naar de artikelen geboekt. Ook worden er taakstellingen op dit artikel geplaatst die nog niet aan de artikelen zijn toegedeeld.
Naam organisatie |
RWT |
ZBO |
Functie |
Begrotingsartikel |
Begrotingsramingen (x € 1.000,–) |
Verwijzing (URL-link) naar website RWT/ZBO |
Hyperlink uitgevoerde evaluatie ZBO onder kaderwet |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kiesraad |
x |
Adviseren van de regering en de beide Kamers der Staten-Generaal in uitvoeringstechnische aangelegenheden die het kiesrecht of de verkiezingen betreffen (artikel A 2 Kieswet) Optreden als centraal stembureau voor de verkiezingen van de leden van: a. de Tweede Kamer (artikel E II, tweede lid, Kieswet); b. de Eerste Kamer (artikel S I, eerste lid, Kieswet); c. het Europees Parlement (artikel Y 9, eerste lid, Kieswet). |
Artikel 9 |
2.345 |
Valt onder de Kaderwet sinds 2013. Evaluatie voorzien in 2018. |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
54.934 |
54.616 |
54.739 |
54.749 |
54.774 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
9.475 |
3.448 |
2.595 |
2.595 |
2.595 |
2.595 |
Nieuwe mutaties |
– 1.812 |
1.780 |
1.782 |
1.782 |
1.782 |
56.114 |
waarvan: |
||||||
1. Verdeling loon- en prijsbijstelling |
1.345 |
1.337 |
1.340 |
1.340 |
1.340 |
1.340 |
2. Kasschuif KEI |
– 2.880 |
720 |
720 |
720 |
720 |
|
Stand ontwerpbegroting 2019 |
62.597 |
59.844 |
59.116 |
59.126 |
59.151 |
58.709 |
Toelichting
1. Verdeling loon- en prijsbijstelling
Dit betreft de verdeling van de loon- en de prijsbijstelling 2018.
2. Programmakosten Kwaliteit en Innovatie Rechtspraak (KEI)
De bij eerste suppletoire begroting 2018 toegevoegde middelen voor de Raad van State voor de onderdelen bestuursrechtspraak en gemeenschappelijke diensten worden in het afgesproken kasritme gezet. Deze middelen dienen ter compensatie van de bij begroting 2017 aangekondigde verlaging op deze onderdelen vanwege de bekostiging van de investering ten behoeve van het project digitaal procederen.
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
1.950 |
1.950 |
1.950 |
1.950 |
1.950 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
1.950 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
1.950 |
1.950 |
1.950 |
1.950 |
1.950 |
1.950 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
28.541 |
28.550 |
28.594 |
28.654 |
28.655 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
2.672 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
673 |
1.673 |
2.674 |
3.175 |
3.676 |
32.337 |
Waarvan: |
||||||
1. Taken-middelen analyse |
1.000 |
2.000 |
2.500 |
3.000 |
3.000 |
|
Stand ontwerpbegroting 2019 |
31.886 |
30.223 |
31.268 |
31.829 |
32.331 |
32.337 |
Toelichting
1. Taken-middelen analyse
Naar aanleiding van de taken Middelen Analyse zijn voor borging van de uitvoering van de wettelijke taken van de Hoge Colleges van Staat in deze kabinetsperiode extra middelen aan de begroting van de Algemene Rekenkamer toegevoegd.
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
1.217 |
1.217 |
1.217 |
1.217 |
1.217 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
1.217 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
1.217 |
1.217 |
1.217 |
1.217 |
1.217 |
1.217 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
16.311 |
15.664 |
15.674 |
15.682 |
15.681 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
2.102 |
1.900 |
1.900 |
1.900 |
1.900 |
1.900 |
Nieuwe mutaties |
412 |
397 |
396 |
396 |
396 |
16.097 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
18.825 |
17.961 |
17.970 |
17.978 |
17.977 |
17.997 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
2.189 |
2.189 |
2.189 |
2.189 |
2.189 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2.189 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
2.189 |
2.189 |
2.189 |
2.189 |
2.189 |
2.189 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
4.730 |
4.030 |
4.031 |
4.032 |
4.032 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
447 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
268 |
252 |
252 |
252 |
252 |
4.285 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
5.445 |
4.282 |
4.283 |
4.284 |
4.284 |
4.285 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
29 |
29 |
29 |
29 |
29 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
170 |
170 |
170 |
170 |
170 |
199 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
199 |
199 |
199 |
199 |
199 |
199 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
1.814 |
1.814 |
1.813 |
1.813 |
1.813 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
22 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
41 |
41 |
41 |
41 |
41 |
1.854 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
1.877 |
1.855 |
1.854 |
1.854 |
1.854 |
1.854 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
60 |
60 |
60 |
60 |
60 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
60 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
60 |
60 |
60 |
60 |
60 |
60 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
2.758 |
2.758 |
2.758 |
2.758 |
2.758 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
32 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
61 |
61 |
61 |
61 |
61 |
2.819 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
2.851 |
2.819 |
2.819 |
2.819 |
2.819 |
2.819 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
200 |
200 |
200 |
200 |
200 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
200 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
200 |
200 |
200 |
200 |
200 |
200 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
1.980 |
1.980 |
1.980 |
1.980 |
1.980 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
24 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
44 |
44 |
44 |
44 |
44 |
2.024 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
2.048 |
2.024 |
2.024 |
2.024 |
2.024 |
2.024 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
50 |
50 |
50 |
50 |
50 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
50 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
50 |
50 |
50 |
50 |
50 |
50 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
2.295 |
2.295 |
2.295 |
2.295 |
2.295 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
117 |
50 |
50 |
50 |
50 |
2.345 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
2.412 |
2.345 |
2.345 |
2.345 |
2.345 |
2.345 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Nieuwe mutaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2018 |
2.649 |
2.610 |
2.615 |
2.616 |
2.617 |
2.617 |
Nieuwe mutaties |
– 2.649 |
– 2.610 |
– 2.615 |
– 2.616 |
– 2.617 |
– 2.617 |
Stand ontwerpbegroting 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Nieuwe mutaties
Dit betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstelling 2018 over de artikelen.